Terug


M. VAN WOEZIK   
in "Onze Vogels", Maandblad van de NBvV, nr.11  nov. 1966

Hoe kunnen wij het lied
van de waterslager nog verbeteren?

Er is de laatste tijd nog al wat te doen geweest over het lied van onze waterslager. In ons bondsorgaan van juni 1966 no. 6 bladz. 284 geeft keurmeester H. Wieringa een uitvoerig verslag van een vergadering die wij hebben belegd, samen met de keurmeesters van de Ned. Bond voor Kanarieteelt en Vogelbescherming.

De intentie van deze vergadering was om te bereiken, dat alle Nederlandse keurmeesters eenzelfde gedragslijn zouden volgen bij de beoordeling van het lied der waterslagers. Mede met het oog op de a.s. gemeenschappelijke kampioenswedstrijd was dit van groot belang, maar ook was dat van zeer groot belang voor de toekomst van de waterslager.

De wijze van beoordeling van het lied door de keurmeester heeft steeds grote invloed gehad op de fokrichting en zelfs binnen het raam van het keursysteem, dat nu voor alle bonden aangesloten bij de C.O.M gelijk is, kunnen de opvatting en de toepassing daarvan de kweekrichting in grote mate beïnvloeden. Zo waren er in de andere bond enkele keurmeesters, die de opvatting waren toegedaan, dat de bollende waterslag, die weliswaar de laatste jaren weinig wordt gehoord, ongewenst was in het lied van de waterslager en derhalve beter uit het keursysteem kon verdwijnen. Bij hun keuringen werd deze toer dan ook vrijwel genegeerd. Hierbij moet worden gezegd, dat deze heren de beste bedoelingen hadden, aangezien zij van mening waren, dat de bollende waterslag een slechte invloed op de klok- kende waterslag zou hebben.

Tegenover deze opvatting stond de opvatting van andere keurmeesters van die bond en alle keurmeesters van onze bond, dat de bollende waterslag als tweede hoofdtoer moest worden gehandhaafd en moet worden beloond naar de grote waarde die hij vertegenwoordigt.

Een vrij groot verschil van opvatting omtrent de toepassing van het keur- systeem, dat zeker geleid zou hebben tot grote verschillen in puntenwaarde van het lied en tot grote onzekerheid voor de kwekers omtrent de richting waarin moest worden gekweekt, om het hoogst mogelijke puntental te behalen.

Gelukkig hebben wij op bedoelde samenkomst een compromis kunnen vinden, niet alleen voor de bollende waterslag, maar ook ten aanzien van de andere toeren van het lied is overeenstemming bereikt in de wijze van puntenwaardering. Ondanks het verslag van dhr. Wieringa dat aan dui- delijkheid niets te wensen overlaat, is mij toch gebleken, dat enkele kwekers in het onzekere verkeren of het nu gewenst is, de bollende waterslag in het lied hunner vogels te stimuleren, of beter deze toer als minder gewenst te beschouwen.

Voor deze liefhebbers het volgende advies: Cultiveer gerust de bollende waterslag in Uw vogels, aangezien is overeengekomen dat deze toer, indien hij in behoorlijke lengte en in goede vorm wordt gebracht, de puntenwaardering zal krijgen die hem toekomt. Echter indien niet aan genoemde voorwaarde wordt voldaan, zullen geen punten worden toege- kend. Dit om te voorkomen dat een vlakke of snelle klokkende of een te langzaam rollende waterslag als bollend zou worden aangemerkt.

De mooie bollende waterslag is m.i. in het gedrang gekomen, omdat het lied van onze vogels in de loop der jaren is veranderd. De klokkende waterslag is in het algemeen sneller geworden en de rollende waterslag is meestal langzamer in ritme dan vroeger. Het gevolg hiervan is, dat daartussen ritmisch geen ruimte is voor de bollende waterslag.

Indien wij ernaar streven de klokkende waterslag langzamer te maken in ritme en de rollende waterslag een sneller ritme te geven, dan zal m.i. naast een verhoogde waarde der beide toeren, de ritmische ruimte daartussen worden opgevuld met de bollende waterslag, zoals die vroeger veelvuldig in het lied van de waterslag werd gehoord en tot de glanstoeren werd gerekend. De keurmeesters van hun kant zullen hun best doen om dit ideaal te verwezenlijken.

Het woord of liever de daad is nu aan de kweker.



Verslag

van de gehouden Keurmeestersvergadering voor Waterslager-kanaries van de gezamenlijke Bonden, Ned. Bond van Vogelliefhebbers en Alg. Bond van Kanarieteelt en Vogelbescherming.


Deze vergadering werd gehouden op zaterdag 16 april te Hilversum.
Op verzoek van H.H. keurmeesters Nagel en Schouten v.d. Velden, werd door ondergetekende contact opgenomen met ons bondsbestuur, om eens van gedachten te wisselen en tot meerdere eenheid te komen inzake de be- oordeling der waterslagerkanaries. Ons bondsbestuur gaf onmiddellijk zijn fiat aan dit streven, vandaar dat door beide bonden de gezamenlijke keurmeesters bijeen geroepen werden. Voorzitter dezer bijeenkomst was de heer M. van Woezik uit DenHaag. Om 11 uur opende hij deze vergadering en heette de aanwezigen hartelijk welkom, en stelde in zijn openingswoord een 8-tal vragen aan de orde, welke in de loop van de dag zouden worden behandeld.

Punt 1. Beoordeling der toeren.

Punt 2. Benaming der toeren, zoals chor-knor-fluitenrol, bollende en roll.w.slag, woeten en soeten en tjonken.
Punt 3. Lied van de toekomst, liedvorm, vorm van de klokkende waterslag en ritme.
Punt 4. Keursysteem, o.a. de schokkel, belrollen. Indruk en klankbeeld.
Punt 5. Gelijke beloning der keurmeesters in beide bonden, ook wat betreft het houden ener causerie.
Punt 6. Handhaving van het totaal te keuren vogels per dag, wat gesteld is op maximum 60 stuks.
Punt 7. Opleiding keurmeestersexamen.
Punt 8. Contact met Belgische keurmeesters van waterslagerkanaries.

Aanwezig waren 10 keurmeesters w.o. onze enige vrouwelijke keurmeester mevr. v. d. Toorn. Aanwezig van de Alg. Bond de heren Nagel en Schouten v. d. Velden, afwezig met kennisgeving een keurmeester; van de andere heren niets gehoord. Aanwezig van Ned. Bond v. Vogell. 8 keurmeesters, een met kennisgeving afwezig, wegens werkzaamheden de heer Butter, 2 heren zonder reden weggebleven.

Hr. van Woezik bespreekt punt 1. nl. de driedeelbaarheid, voldoende, goed en zeer goed. Hr. Schouten is hier een groot voorstander van en zou graag in de toekomst zien, dat hier meer aandacht aan werd besteed, en dan ook terecht toegepast. Hr. Spitters ziet nog wel een moeilijkheid uit het verleden: de opleiding. Hr. Gerrits en de Hr. Jochemsen, beiden hadden een zeer goede kijk op het W.S.-lied, maar toch beiden een andere schoolse opvatting. De Voorzitter licht dit toe.
De heer Nagel legt nog eens de nadruk op nachtegaal-vogels. Er blijkt vlgs. hem veel interesse te bestaan in Frankrijk en Italië voor onze Hollandse W.S.-kanaries. De zang der vogels in beide landen slaat hij niet hoog aan. Over de opvatting van onze Belgische collega's geeft de heer van Woezik een uiteenzetting, waardoor er vele verschillen in keuren en beoordelen ontstaan. O.a. dichte kooien etc. De Federatie en de Nat. Bond hebben zelfs grote verschillen o.a. over de heulrollen.

Punt 2. wordt aan de orde gesteld.
Benaming chor: alleen bewaardigen als de toer vlgs. Hr. van Woezik een uitgesproken chor is. Lelijke chorren maken het lied minder mooi, dus minder aantrekkelijk. Heer Nagel evenals de Hr. Schouten vinden het een gevaarlijke toer. Hr. Nagel keurde knorren en als hij chor hoort, onderstreept hij het op de keurlijst, maar bewaardigt hem niet extra.
Resolutie. Horen we echter een zeer goede chor dan zo hoog mogelijk bewaardigen, mits de knorren in overeenstemming zijn.

Fluitenrollen: Hr. van Woezik had in het verleden ook verschil van mening met de heer Gerrits over deze toer. Fluitenrollen zijn nu eenmaal geen rol- toeren en vlgs. de heer de Mayer, een der beste Belgische keurmeesters indertijd, zijn de fluitenrollen niets anders dan zo goed als aaneengesloten fluiten. Maar veel sneller van ritme. Hr. Wieringa is het daar niet mee eens, en geeft zijn zienswijze hierover, maar wil graag sportief blijven, daar hij zijn opleiding nu eenmaal van wijlen Hr. J. Gerrits heeft gehad, en dus deze mening deelt. Hr. Schouten neemt het voor de Hr. Gerrits op, o.a. de ge- bogen fluitenrollen. Hr. v. Woezik is van mening, dat haast iedere vogel een fluitenrol zingt, zij het in meer of minder mooie mate. Zelfs vallend en stijgend komt voor. Dus zelfs een klein stukje (oude benaming loopfluitjes) vlug achter elkaar moet als fluitenrol worden aangemerkt. Hr. Wieringa is het hier beslist niet mee eens, zijn geleerde theorie luidt anders. Ook de Hr. Nagel schijnt hier niet helemaal van overtuigd te zijn, want hij leest een stukje theorie van wijlen de Hr. Peleman uit België, de grondlegger van de huidige waterslagers en hun lied. Ook schijnt de Hr. Jochemsen hier een andere mening over te hebben. Hierna volgt een algemene bespreking, waaruit blijkt dat de wegblijvers ongelijk hebben, want anders hadden ze hierover ook hun mening kenbaar kunnen maken. Hr. van Woezik leest uit zijn boekje zijn lezing voor.
Resolutie: met algemene stemmen wordt in het vervolg aangenomen, dat aaneengesloten korte fluiten, fluitenrollen worden genoemd, en dus als zodanig ook bewaardigd. (Noot van de verslaggever; zoals loopfluiten bij de Harzers).

Bollende waterslag: vlgs. de Voorzitter geen probleem. Reeds 30 jaar een twistpunt. Hr. Schouten v.d. Velden zegt reeds in geen 10 jaar meer in de Alg. Ned. Bond dit te hebben gegeven. Hr. Wieringa betwist dit en staaft dit met bewijzen, maar wie overal op let is een vitter. Wel is men van mening zeer weinig vogels te horen met een goede of voldoende boll. w.-slag. Wat men wel hoort is goede tot zeer goede klokkende waterlslag in meerdere vormen. Zeer goede roll. w.-slag, haast geen heulrollen meer etc. Door het veelal langzame ritme van een goede roll. w.-slag, meent men dat de boll. w.-slag wat is verdrongen, en gevolgd wordt door een vlug stukje klokkende w.-slag. Veelal is verkondigd, dat de boll. w.-slag eigenlijk een verlopen klokkende w.-slag is, waaruit het tongenspel is verdwenen. Dit wordt echter door de vergadering niet geaccepteerd. Oorzaak vlgs. de Hr. van Woezik: De vogels zijn over het algemeen te snel geworden. Hr. Spitters geeft zijn oordeel en noemt zijn bezwaren tegen het niet geven van punten voor een boll. w.-slag. Een bandje wordt afgedraaid als voorbeeld. Hierna vraagt Hr. Wieringa het woord, en heeft een aantal vragen over de boll. w.-slag. bellende w. slag, de z.g. Belgische benaming. Antwoord: Alleen in de hoge toonlagen. Vlgs. voorzitter is een verlopen klok. W.slag beslist geen boll. w.-slag. De klok. w.-slag verloopt veel in diverse vormen, zoals te weinig water op de grondtoon, te kort en verandering van structuur. Hr. Spitters meent het een en ander te moeten toelichten en doet dit, naar aanleiding van dingen uit het verleden. De ene keurmeester geeft boll. w.-slag, op een andere keuring door dezelfde keurmeester of een ander geen boll. w.-slag op de keurlijst. Dit heeft heel verwarrend en verdrietig gewerkt, zodat veel kwekers dachten, die keurmeesters doen maar wat. Hr. Schouten blijft bij zijn mening, in het vervolg beslist geen boll. w.-slag meer op de keurlijst te vermelden. Hr. van Woezik geeft nogmaals een uiteenzetting, waardoor de verwarring kan ontstaan. De klokkende w.-slag ontleent zijn charme en muzikaliteit door te buigen in de grondtoon naar boven, de bollende w.-slag buigt naar beneden dus bolt als het ware. Hr. Spitters vraagt, wat doen we dus in de toekomst met een klokkende waterslag, met buiging in de grondtoon en weinig watereffect, dus haast of geen tongenspel, ook al is deze aan het verlopen, dus geen boll. w.-slag. Hr. Nagel neemt het woord, en meent dat er in de toekomst weinig bollende waterslag zal worden gegeven. Leest enige theorie hierover voor. De Voorzitter beëindigt dit langdurig debat: Aantekenen op keurlijsten langzame dan wel vlugge klokkende w.-slag.
Resolutie: In het algemeen wordt er geen boll. waterslag meer gegeven, tenzij dat men er beslist niet onderuit kan, bewaardigen alleen als men hem dusdanig hoort.

Fluiten bewaardigen tot zes punten, hoort men soeten en mooie diepe fluiten, dan bewaardigen tot negen punten.

Woeten bewaardigen als ze heel mooi zijn, anders onder rubriek fluiten.

Staaltonen tot zes punten, tjonken dus heel diepe staaltonen tot negen punten. Bovenstaande onderdelen als resolutie aangenomen.

Punt 3. Lied van de toekomst.Voorzitter geeft hier zijn mening over, en put uit een bron van jarenlange ervaring. Hierover volgt enig debat, door diverse heren.
Resolutie: Streven naar een langzaam lied, langzame klokkende waterslag, waardoor de mogelijke bollende waterslag beter tot zijn recht komt.

Punt 4. De schokkel staat op de keurlijst (waterschokkel) tot 3 punten genoteerd. Wij willen, aldus de voorzitter, proberen in de toekomst dit op zes punten te brengen. Dit natuurlijk in C.O.M, verband proberen er door te drukken.
Bellen handhaven tot zes punten, vooral letten op holle metallieke bellen. Belrollen daarentegen terug te brengen tot drie punten. Is een toer van weinig muzikale waarde, die iedere vogel brengt, tot zelfs de slechte kleurvogel toe.
Indruk is nu tot 4 punten, is ook niet door drie deelbaar, dit trachten tot zes punten te brengen, alles natuurlijk in C.O.M.verband. Met algemene stemmen werd dit aanvaard, weinig discussie hierover.

Punt 5. Gelijke beloning der keurmeesters van de beide Bonden, een bedrag ad ƒ 30,— zal beslist nodig zijn, daar er vele keurmeesters toch al geld bij in schieten, als ze geen vrije dagen meer hebben en plotseling voor het feit geplaatst worden om te moeten keuren, door invallen etc.

Punt 6. Over beloning van een causerie of lezing meent men met ƒ 10,— te kunnen volstaan. Lezingen echter met apparatuur, bandrecorder of iets dergelijks ƒ 15,— of meer.
Aantal der te keuren vogels beslist niet meer dan 60 op een dag. De T.T. besturen moeten daar beslist rekening mee houden.

Punt 7. Keurmeesters meer propaganda laten maken voor de studie, daar de waterslagersport snel groeit, maar het keurmeesterscorps niet in gelijke mate meegroeit. Wij van onze bond mogen ons gelukkig prijzen, in ruim een jaar zes nieuwe keurmeesters te hebben opgeleid, dank zij de heer van Woezik. Heren Nagel en Schouten van de Velden waren het hier roerend mee eens, en vonden het heel jammer, dat twee van hun aspirant keur- meesters niet in de gelegenheid werden gesteld om examen te doen, daar volgens hen, het argument geen voldoende lesmateriaal gelogenstraft is, daar er door de Ned. Bond van Vogelliefhebbers wel een examen werd gehouden, waar prima zingende vogels ter tafel waren, komende uit Den Haag, en zelfs nog heel mooie ook. Volgens verslaggever van een prima kweker en liefhebber.

Punt 8. Voor contacten met Belgische keurmeesters werd nog even gespro- ken en men zou trachten eens een vergadering met die heren te beleggen, hetzij op de rand van Nederland of over de grens. Het twaalfuurtje werd tijdens de vergadering genuttigd, onder het vergaderen door, daar het een overladen programma was. Tegen 4 uur sloot de voorzitter de vergadering, bedankte een ieder die aan de bespreking had deelgenomen, en wenste een ieder een behouden thuiskomst, en een prettig weekend. Zelden zal er zo'n gezellige en tevens nuttige vergadering gehouden zijn, daar alles in een heel sportieve sfeer is besproken.

Verslaggever: H. Wieringa