DE GENODIGDE
van David Pharao
Raamtheater op 't Zuid
Tot welk een vaudeville de situatie van een wanhopige werkloze
kan leiden
Gerard, een middenkader uit de inpaksector, is al drie jaar werkloos.
Nu staat hij op een keerpunt in zijn leven, de laatste afspraak met het beroepsleven
voor hij definitief afgeschreven wordt. Helaas begrijpt hij de geheime regels
niet van de moderne recruteringstechnieken. Argeloos nodigt hij de man die over
zijn aanwerving zal beslissen bij hem thuis uit voor een etentje… Gelukkig komt
zijn buurman, communicatiespecialist, hem en zijn echtgenote een handje toesteken.
Of is dat toch niet zo'n goed idee?
De Fransman David Pharao is een volgeling van Chaplin. Zijn
personages worstelen om te ontsnappen aan de miserie en hun dromen te verwezenlijken.
Telkens struikelen ze, telkens staan ze weer op en gooien zich opnieuw in de
strijd. Hij houdt ervan comédies te schrijven omdat de toeschouwer daar niet
de dupe in is. Integendeel, hij geniet met een snuifje wreedheid omdat hij net
iets meer weet dan de personages op het toneel.
Toch is "De genodigde" meer dan een vlotte vaudeville.
Pharao neemt de methodes op de korrel die vandaag gebruikt worden bij het selecteren
van kaderleden in de moderne industrie.
Regie:
Simon Eine
Regie-assistente: Katri Vereecken
Vertaling: Frank Aendenboom
Decor en kostuums: Marc Cnops
Toneelmeester: Rob Karreman
Met: Frank Aendenboom
(buurman Alex), Roger Bolders
(genodigde Van Paasbrugge), Bert
Cosemans (Dirk Destoop) en Christel
Vanschoonwinkel (Nicole Destoop)
Speelperiode:
seizoen 2006-2007: van 14 september tot 17 september 2006 do-za 20u; zo. om
15u; reisvoorstellingen van 15 september tot15 oktober 2006 en van 10 januari
tot 17 maart 2007
seizoen 2005-2005 : van 23 september tot 30 oktober 2005
De school van de bespotting
Sinds zijn Croquez le melon uitkwam, volgt David Pharao de 'methode Chaplin'.
Zijn personages vechten om uit de miserie te ontsnappen en hun dromen waar te
maken. Honderd keer glijden ze uit in het slijk, honderd keer worstelen ze zich
weer recht, draaien zich om en storten zich opnieuw in de strijd. Charlot, Pénélope
of Gérard (bij ons heet hij Dirk) zijn te naïef om te winnen. Ze veranderen tranen
in gelach, vormen tragiek om tot burleske. "Toen ik het Conservatorium voor Dramatische
Kunst in Rouen verliet, had ik een prijs gewonnen voor klassieke komedie en een
andere voor tragedie. Ik weet nog hoe trots ik was, op mijn Nicomedes. Het was
de eerste en meteen ook de laatste keer dat ik een tragedie speelde," zegt Pharao.
Hij begon als acteur, werd dan regisseur en schrijver voor toneel en televisie.
Het liefst beoefent hij de moeilijke kunst de mensen aan het lachen te maken.
"Een komedie is altijd een enorme uitdaging. Een komedie schrijven is als koorddansen
zonder net. Als er niet gelachen wordt met een komedie, dan is dat een onherroepelijke
flop. Iedereen werkt zich uit de naad, acteur, auteur, regisseur, want je moet
het waar maken bij het publiek." Wanneer we hem ontmoeten, staat zijn nieuwste
stuk, L'Invité, al op de affiche. Het publiek lacht, de acteurs amuseren zich,
de auteur haalt opgelucht adem. "De zin van dit stuk is niet zozeer de mensen
te laten lachen, als hen ergens om te laten lachen. Mijn aanvalshoek voor dit
onderwerp is weer de komedie. Maar in het derde bedrijf worden verschrikkelijke
dingen gezegd, ik behandel die man als een nul!" Een goede vriendin merkte op:
"David toch, ik wist niet dat je zo wreed kon zijn!" De dialoog is gewelddadig,
koud, pure machtsverhouding. De man, een lager kaderlid, zit al drie jaar zonder
werk en staat op een keerpunt in zijn leven. Dit is het uur van de blufpoker,
de laatste afspraak met het beroepsleven voor je definitief aan de dijk gezet
wordt. De man is onhandig, kent de loze streken niet van de moderne rekruteringstechnieken.
Fatale fout: hij heeft de personeelschef bij hem thuis voor een etentje gevraagd.
Zijn vrouw kan amper een ei bakken en het koppel is zo cliché en duf als de kruidenier
op de hoek. De buurman, specialist in communicatie, ziet de ramp aankomen en zo
zet de spiraal zich in beweging. De man, al niet zo zeker van zichzelf, laat zich
manipuleren en de grote chef van het bedrijf moet zich enkel even bukken om de
rijpe vrucht te plukken.... "Ik maak graag komedies, omdat het publiek daar het
slachtoffer niet is. Je hebt genoeg afstand om de ander te kunnen beoordelen,
je identificeert je er niet mee. In de komedie kan de toeschouwer niet anders
dan wreed zijn. De dramatische ironie bestaat erin de toeschouwer sleutels te
geven die de personages niet hebben. Zo stel je het trio superioriteit, dominantie
en wreedheid in werking." Pharao kent z'n vak. Hij is er al mee bezig van halverwege
de jaren 1970. "Ik ontdekte Chaplin toen ik 16-17 was, toen 'Modern Times' opnieuw
uitgebracht werd.. Het was een shock voor mij, duizend mensen die dubbelgeplooid
van het lachen naar een film keken." Uit die fascinatie bouwt Pharao een spektakel
op. Hij schrijft, regisseert, produceert, en trekt zelf de lange jas van Chaplin
aan. Een theatermaker kan het slechter treffen met een eerste ontmoeting met zijn
publiek dan deze Croquez le melon. Na het Conservatorium kreeg hij een contract
en een mooie rol in Grenoble, maar hij snapte niet waarom niemand hem daarna,
terug in Parijs, opbelde met een werkaanbieding. Pharao is er de man niet naar
stil te blijven zitten. Hij had ook een ander beroep kunnen kiezen, maar een universitaire
carrière lokt hem niet aan. "Theater is een levenswijze, ik doe dit beroep omwille
van de sterke emoties." Hij werkt een tijd in Afrika. Als de elektriciteit uitvalt,
dan speel je in het licht van de koplampen van auto's... Pharao vindt dat hij
daar zijn métier geleerd heeft, zijn sporen verdient in het toneelvak. Nu speelt
hij op het rood pluche van het theater Edouard VII, een volop burgerlijk theater.
Acteren doet hij ondertussen niet meer, schrijven des te meer. Hij begon met sitcoms
voor France 3 en TF1. "Met televisie zit je in een industriële wereld. Je schrijft
niet voor 200 of 500 mensen, maar voor 5, 12, 13 miljoen kijkers. Je moet volk
voor het scherm krijgen. Je zit met een commerciële verhouding, maar volgens zeer
strikte regels. Voor mij is theater de laatste plaats van vrijheid voor de auteur,
op voorwaarde dat je de regels van je genre juist speelt." Succes brengt je ertoe
jezelf min of meer te herhalen, maar dat wil Pharao niet. "Ik heb een ziekelijke
behoefte aan oprechtheid. Ik kan niet schrijven zonder de echte drang aan een
bepaald onderwerp of met bepaalde mensen te werken." Op aanraden van een vriend
schrijft hij terug theater, en zo herondekt hij iets dat de televisie hem enkele
jaren onthouden heeft: geen lachband, maar de echte lach van zijn toeschouwers.
gebaseerd op een interview met Emmanuelle Polle in L'avant-scène,
nov. 03
de niet zo human resources manager
Volgens de arbeidswetgeving mag je bij aanwerving niemand afwijzen op basis van
leeftijd, huidskleur, seksuele geaardheid, politieke overtuiging, geloof enzovoort.
Toch is het voor sommige sollicitanten al afgelopen als ze aan de telefoon hun
familienaam prijsgeven. Een bedrijf van garagepoorten kwam onlangs in het nieuws
omdat het geen buitenlanders in dienst wilde nemen: de klanten zouden niet graag
werklui met een donkere huidskleur over de vloer krijgen. Toch moet de moderne
personeelsdirecteur keuzes maken… zonder te discrimineren. De methode die in het
stuk gebruikt wordt, binnendringen in het privé-leven van de kandidaat, is strikt
uit den boze... Hoewel: het is Dirk zelf die voorgesteld heeft de 'man van het
zevende' thuis te ontvangen. Human Resources is een begrip met een dubbele betekenis.
Enerzijds wordt het menselijk aspect benadrukt, de investering in menselijk potentieel,
anderzijds worden de mensen soms gezien als een bron waaruit naar believen geput
kan worden, een 'marchandise' die gebruikt of gedumpt wordt naargelang de behoeften
van het bedrijf. Zo treedt de Human Resources Manager binnen in het collectief
onderbewuste, in de collectieve angst. Hij is de gewapende arm van de gevreesde
bazen en van de gevreesde politie. Hij werft aan, betaalt, weigert opslag, straft
en ontslaat.
speelgoedtreintjes
Miniatuurtreintjes zijn bij uitstek het speelgoed voor vaders. Zoonlief krijgt
het basispakket cadeau, en met de verdere uitbreidingen gaat papa aan de haal.
Vader wordt stationschef, zijn zoon mag de wagons op de rails zetten, meisjes
kunnen maar beter uit de buurt blijven. Zo'n treintafel is bijzonder geschikt
voor lagere kaderleden die zich ook eens god willen voelen, de grote verkeersleider
die zorgt dat alle treinen in goede banen geleid worden, die laat vertrekken
en die doet stoppen zoals het hem goeddunkt. Dat krikt het ego op! Modelspoorwegbouw
is een serieuze hobby. De afgedankte Zuidstatie, waar nu het vlaggenschip van
Justitie verrijst, was destijds hun paradijs. Er moeten daar kilometers rails
gelegen hebben, waar honderden papa-modelbouwers vele uren gesleten hebben.
Speelgoedtreintjes waren en zijn er is soorten en grootten. HO was het mooiste
formaat, het meest handelbaar en toch voldoende 'echt'. Maar je had ook grotere
formaten, meer dan kamerbreed, en kleinere, onooglijke prutsen. Märklin was
het grootste merk, maar Fleischmann had een assortiment dat minstens zo boeiend
was… Niet toevallig Duitse firma's, ingenieus en oerdegelijk. De virtuele wereld
die zij creëerden, is nu, minder tastbaar, naar het computerscherm verhuisd.