ashes_to_ashesstartpagina

ASHES TO ASHES
van Harold Pinter
Nobelprijswinnaar literatuur 2005

't Klein Raamtheater

Een dialoog tussen een man en een vrouw, twee veertigers; soms brutaal soms geestig

Een stuk over de onmenselijkheid van de moderne wereld. Ashes to Ashes is een mysterieuze, sinistere en hypnotische tocht. We krijgen steeds meer elementen aangereikt, maar helemaal duidelijk worden de feiten nooit. Terwijl je kijkt, krijg je de indruk dat de personages zich aan de schrijver niet méér blootgeven dan aan ons, toeschouwers. Ondanks die sfeer van onzekerheid is Ashes to Ashes geconcentreerd, doelbewust. Het stuk houdt ons in spanning, tussen wat het loslaat en wat het achterhoudt. Evenmin als een schilderij of een muziekwerk legt dit stuk zichzelf uit, het bestaat gewoon, als een meesterlijke dialoog, precies en doeltreffend.

In een strak, soms haast ondraaglijk uur, stelt Pinter ons twee personages voor. Een vrouw die brutaal behandeld werd en een man die misschien betrokken was bij politieke en seksuele folterpraktijken.
Rebecca vertelt het hele stuk door aan haar echtgenoot Devlin, professor Engels, over de droom- of nachtmerrie-achtige herinneringen die ze heeft aan gebeurtenissen uit haar leven. Misschien, maar misschien ook niet, heeft ze een tijd beleefd van menselijke wreedheden, was ze er getuige van. Ze roept onontkoombare en brutale vragen op in de geest van haar echtgenoot.

Het is voluit Pinter, met de bekende gedragen pauzes, de halve verwijzingen naar vergeten songs of films. Maar Ashes (1996) is zonder twijfel één van Pinters beste stukken, en het is verbazend hoe weinig critici, uitgezonderd zijn biograaf Michael Billington, deze mening delen. Het stuk doet denken aan De dood en het meisje, maar belangrijker is dat we de klassieke Pinter terugkrijgen, die van Old Times en No Man's Land, de Pinter in zijn gouden tijd.

Zelf zegt Pinter dat hij geen enkel van zijn stukken kan samenvatten of beschrijven, hij kan alleen zeggen: dit is wat er gebeurde, dit is wat ze zeiden en wat ze deden. Hij vraagt zich ook af of er een overeenkomst mogelijk is tussen wat bestaat en hoe wij dat waarnemen en verwoorden. Is taal niet in staat om de werkelijkheid te vatten, of vervormen we onze weergave van de realiteit omdat we die vrezen?

ashes to ashes
dust to dust
if the brown whisky didn't kill him
then his woman must

if the gambling didn't kill him
all the rambling must

(Didn't He Ramble, Hatty Bolton, New Orleans in the Fifties
o.a. op: Dr. John, Goin' Back To New Orleans, 1992)

Fascinerende Pinter in het Raamtheater
Rebecca en Devlin worden gespeeld door Katelijne Verbeke en Pepijn Caudron. Verbeke brengt je constant aan het twijfelen: leidt zij het publiek en haar man weg van de waarheid, of probeert ze die net bloot te leggen? Caudron is sterk als de zwakke echtgenoot, die het allemaal met een ironisch lachje probeert aan te horen. (...) De vertaler en regisseur Brick de Bois houdt het allemaal heel strak en sober, zodat alle aandacht naar de woorden kan gaan. Uiteindelijk gaat het stuk ook over taal en hoe je daarmee iets kunt uitdrukken. (...) De echt belangrijke dingen kan je alleen via grote omwegen in taal vatten. Dat Pinter dat in een kort, maar aangrijpend stuk weet duidelijk te maken, bewijst het gelijk van de Nobeljury.
Mark Cloostermans in De Standaard, 24-10-05

Vertaling en regie: Brick de Bois
Decor: Marc Cnops en Brick de Bois
Regie-assistente: Gitt Bolsens
Toneelmeester: Cinderella Krmalek
Met: Katelijne Verbeke en Pepijn Caudron (seizoen 2005-2006) of Brick de Bois (seizoen 2006-2007)

Speelperiode:
seizoen 2006-2007: op reis januari en februari 2007
seizoen 2005-2006: van 21 oktober tot 27 november 2005 , wo-do-vr-za 20u; op donderdag 17 novemvber ook om 13u30 en op zondagen 6 en 27 november om 15u. NIET op vr. 11 en 25 november

meer teksten: 't is voor niemand gemakkelijk
  Pinter interpreteren
 
 

't is voor niemand makkelijk
Ik vertelde de acteurs dat deze tekst op een stuk kamermuziek lijkt. Elke noot moet precies juist gespeeld worden. Alles eraan is uiterst nauwkeurig. Het was dus een hele uitdaging. - Het publiek mag toch gewoon zitten kijken? - Niet echt, nee. Dit is tenslotte Pinter. Ik heb een hele reeks stukken van Pinter gedaan. Een passende metafoor voor zijn stukken is dat ze als kistjes zijn, opgedeeld in hokjes. In elk hokje zit een lampje dat tijdens het stuk even gaat branden. Allemaal aan en uit, niet in een bepaalde volgorde. En op het einde lichten ze allemaal samen op. Dus moet je als toeschouwer bij de les blijven. Je moet op alles letten wat er gezegd wordt, om te begrijpen wat er op het einde komt. - Bij de première, Londen 1996, werd Ashes 'Pinters meest raadselachtige stuk' genoemd. - Uit het script kan je afleiden dat het om een koppel gaat, dat thuis, voor of na het eten, bij de borrel zit te praten. Het lijkt of ze wat bekvechten over een affaire die ze vroeger gehad heeft. Breder bekeken discussiëren ze over de algemene schuld voor de holocaust. De man ontkent dat hij er iets mee te maken heeft gehad, maar uiteindelijk concludeert ze uit een reeks herinneringen, die echt of niet echt kunnen zijn, dat hij erbij betrokken was. Sommigen hebben geopperd dat Albert Speer model heeft gestaan voor Devlin, en Pinter ontkent dat niet. Speer was de gentleman-industrieel-uitvinder die een aantal van zijn projecten door de nazi's liet uitvoeren.

uit een interview van Frank Rutledge, een andere Ashes regisseur, op interview bij T.E. Klunzinger
Pinter interpreteren
Ik stel de naïeve vraag: 'waar gaat het over, volgens jou?' 'Aaarrgh' mompelt Rea zachtjes en verbergt z'n hoofd tussen zijn handen. 'Dat zijn dingen waar je nooit over praat. Dat deed je niet met Beckett, dat doe je niet met Pinter.' Maar het moet toch verhelderend zijn door de auteur geregisseerd te worden? Een dubbelzinnige blik: 'Het grote voordeel van Harold is dat hij zelf geacteerd heeft. Hij is een acteur. De hand aan het roer is zelfzeker.' Stephen Rea in een interview met Robert Mc Crum, The Observer, 15-9-1996. Rea speelde de rol van de man bij de oeropvoering van Ashes, in Pinters regie. Hoe verhoudt de regisseur Pinter zich tot de schrijver Pinter? Hij houdt een zo afstandelijk mogelijke blik op de tekst, probeert die objectief te benaderen. Hij benadrukt het gevoel van ritme, de ruimte van de personages, de juistheid van hun bewegingen en posities, als ging het om een dans. En hij gelooft sterk in het intomen van de verbale en fysieke expressie. Maar hij meent niet dat hij de enige geloofwaardige vertolker is van zijn teksten. Vaak brengen andere regisseurs aspecten aan het licht die voor hem verborgen bleven.
Harold Pinter bij Leonetta Bentivoglio, La Repubblica, 18 October 1997.
over werkelijkheid en fictie
Blijft de werkelijkheid in wezen buiten de taal, apart, weerbarstig, vreemd, niet eens geneigd beschreven te worden? Is een accurate en vitale correspondentie tussen wat is en onze waarneming ervan onmogelijk? Of zijn we verplicht taal enkel te gebruiken om de realiteit te verduisteren en te vervormen - te vervormen wat er gebeurt, omdat we er bang voor zijn? We worden aangemoedigd lafaards te zijn. We kunnen de dood niet onder ogen zien. Maar we moeten de doden wel onder ogen zien omdat zij in onze naam sterven. We moeten aandacht schenken aan wat in onze naam gedaan wordt. uit Oh Superman (1990) Nikos Kazantzakis stelt mensen van groot intellectueel en spiritueel kaliber de vraag, wat de plicht van mensen met cultuur en letteren is tegenover de maatschappij. Pinter zegt daarop: "Ik denk niet dat ik een plicht heb tegenover de maatschappij als schrijver, maar wel als mens. En ik bedoel niet de maatschappij zoals ze is, maar zoals ze zou moeten zijn. Als schrijver heb ik de plicht goed te schrijven, en accuraat." Accuraat? "Ik bedoel precies. Ik wil de waarheid over de personages accuraat weergeven, niet iets vals."
Pinter, artiest en lastige burger
"In 1958 schreef ik dat er geen scherp onderscheid bestaat tussen wat reëel is en wat niet, evenmin tussen wat waar is en wat vals.
Iets is niet noodzakelijk óf waar, óf vals, het kan ook beide tegelijk zijn. Ik geloof dat deze beweringen nog steeds zinvol zijn en dat ze toepasselijk zijn op de ontdekking van de realiteit door de kunst. Als schrijver blijf ik ze dus verdedigen, maar als burger kan ik dat niet. Als burger moet ik vragen wat waar is, en wat vals." Harold Pinter schuwt de controverse niet en neemt glasheldere standpunten in over brandende politieke kwesties, bijvoorbeeld tegen de oorlog die de USA en Groot-Brittannië voerden tegen Irak, tegen de aanwezigheid van de NATO in de Perzische Golf, tegen de oorlog met Servië, over Kosovo, over de Koerden, over de mensenrechten in Latijns Amerika, over vrije meningsuiting en tegen folteringen.
Eén van de 'straffe verhalen' in dat verband is het relaas van het bezoek dat Arthur Miller en Harold Pinter in 1985 namens de PEN-club brachten aan Turkije. De militairen die daar toen aan de macht waren, volop gesteund door de Verenigde Staten, werden ervan verdacht Turkse schrijvers te vervolgen en te folteren. "We ontmoetten dozijnen schrijvers. Degenen die in de gevangenis gefolterd waren, beefden nog, maar drongen erop aan ons een drankje in te schenken, uit de bevende fles in onze glazen.
" De VS-ambassadeur in Ankara denkt een publicitair graantje mee te pikken van het bezoek van zijn landgenoot Miller en nodigt het duo uit voor een officieel diner. In zijn tafelrede vraagt Miller naar de zin van de democratie, als een democratisch land zoals de Verenigde Staten overal ter wereld militaire dictaturen steunt. De ambassadeur dankt hem laconiek voor zijn speech en probeert na het diner nog een wit voetje te halen bij Pinter. 'Mr. Pinter,' zegt hij, 'u schijnt de realiteiten van de situatie hier niet te begrijpen. U moet niet vergeten dat de Russen aan de andere kant van de grens zitten. U moet rekening houden met de politieke realiteit, de diplomatieke realiteit, de militaire realiteit.' En Pinter antwoordt: "De realiteit waar ik naar verwijs, is die van elektrische stroom op uw genItaliën." De ambassadeur blaast zich op als een kikker, doorboort Pinter met zijn blik en zegt: "Sir, u bent te gast in mijn huis." Hij draait zich om, zijn assistenten in zijn kielzog. Arthur Miller duikt op, Pinter zegt hem: 'Ik denk dat ze me buitengooien'. 'Ik ga met je mee,' zegt Miller zonder aarzelen.
"Buitengegooid worden uit de US ambassade in Ankara, met Arthur Miller, een vrijwillige ballingschap, is een van de momenten uit het leven waarop ik het meest trots ben," schreef Pinter als hommage aan Miller bij diens 80e verjaardag.