Hier kan je info terugvinden over de rassen die aangeboden worden tijdens de jaarlijkse fruitboomactie.
Bestellijsten kan je terugvinden via de knop:
Diverse fruitsoorten.
Kweepeer.
De kweepeer boom is eerder klein, maar zwaar vertakt, met appelachtige bladeren, die aan de onderkant wollig zijn. De boom krijgt roze bloemen en grote, peer- of appelvormige vruchten volgens de variëteit, met een mooie gele kleur. De vruchten zijn rauw ongenietbaar, maar des te smakelijker en heilzamer wanneer verwerkt in confituren en stroop, of vaak gekookt met appels, waaraan ze een aroma geven. De vruchten moeten voor de vorst worden geoogst, meestal begin oktober, de vruchten vallen vrij gemakkelijk en zijn mestal niet zo lang bewaarbaar. De kwee groeit praktisch overal, maar houdt toch van de zon.
Variëteit: Champion. FOTO Kweepeer Champion
Dik of tamelijk dik, zeer schoon fruit, peervormig, van zeer goede hoedanigheid, dat lang bewaart. Kloek groeiende en zeer vruchtbare boom. Gevoelig voor witziekte.
Wordt bevrucht door: zelfbevruchtend.
Variëteit: Lescovacka.
Rustig groeiend ras met matige groeikracht. Appelvormige kweepeer die zeer productief is. Matig grote kweepeer, met groen tot groengele schil. Gezonde variëteit.
Wordt bevrucht door: Bourgeault en Rea"’"s Mammoth.
Variëteit: Vranja.
Tamelijk groeikrachtige boom. Grote kweepeer met peervorm, behaarde vruchten. Goede productie. Vatbaar voor bladvalziekte, verder een gezond ras.
Wordt bevrucht door: grotendeels zelfbestuivend, Ronda.
Mispel. FOTO Mispel
De mispel lijkt op een vrij grote, zich spreidende appelboom, met vroeg in de zomer grote, witte bloemen. Later verschijnen dan bruine vruchten, met opvallende, ingesneden kelkbladeren er omheen. De vruchten mogen slechts eind oktober - begin november worden geplukt, dus zeker na de eerste belangrijke nachtvorst. Later moeten ze uitrijpen in een vorstvrij lokaal. Het is een sterk gewas, dat op alle gronden groeit, behalve wanneer ze veel te nat of veel te droog staan. Deze struik bloeit vroeg en regelmatig, de vruchtdraging is dan ook regelmatig en vrij overvloedig. De smaak is zuurzoet, samentrekkend en aromatisch. Er kan ook prima jam van gemaakt worden.
Mispels zijn geënt op meidoorn.
Mispelstruik Westerveld.
Een grootvruchtige variëteit.
Mispel Bredase Reus.
Een grootvruchtige variëteit.
Walnoot (Juglians regia).
Zaailing, ook okkernoot genoemd.
De notelaar is een prachtige boom. Het zijn krachtige groeiers en eveneens gulzige bomen. Notelaars plant men op een afstand van ongeveer 15 m, dit op diepgeroerde, niet te lichte gronden. De notelaar houd niet van schaduw. In zijn jeugdjaren moet hij ook beschut en gesteund worden tegen wind. Mannelijke en vrouwelijke bloemen komen bij de walnoot gescheiden, maar wel aan dezelfde boom voor. Vele walnootrassen kunnen vrucht zetten met eigen stuifmeel, maar gescheiden bloeitijd van de mannelijke en vrouwelijke bloemen kan dit beletten. Het is dus wenselijk verschillende variëteiten te nemen. Een notelaar draagt vruchten vanaf het tiende jaar.
Walnoot veredeld.
Gegriffelde bomen zijn niet enkel soortecht, maar ze zijn ook vroeger vruchtbaar. Ze beginnen te dragen vanaf het derde jaar en zijn ook ieder jaar oogstzeker.
Broadvieuw
Noot tamelijk groot, langwerpig van vorm met een duidelijke naadlijst, waarnaast de schaal tamelijk diep is gegroefd. De schaal opent gemakkelijk met de hand. Goede smaak. De meeste vruchten vallen in oktober en mogen dan niet te lang op de grond blijven liggen. De noot valt bij rijpheid vlot uit de bolster. De productiviteit treedt vroeg in en blijft regelmatig goed. De mannelijke bloemen bloeien vóór de vrouwelijke. Er is geen zelfbestuiving mogelijk. De mannelijke bloei vindt plaats in mei, de vrouwelijke van half mei tot ver in juni. Desalniettemin kan Broadview ook zonder bestuiving (apomictisch) vruchtzetten. De aanplant van een bestuiver is aan te raden, in aanmerking komt het ras "Buccaneer". De groei is matig sterk, vormt een vrij dichte kroon door de vorming van vrij veel kortloten. De boom is zeer winterhard en de knoppen lopen middentijds uit. In de beginjaren is een stevige steunpaal nodig. Weinig vatbaar voor bladziekten en schaalgebreken.
Buccaneer.
Noot is tamelijk groot, kort en breed, schaal niet diep gegroefd, lichtbruin van kleur en gemakkelijk met de hand te openen. Goede smaak. De eerste noten vallen eind september, maar de meeste vallen gedurende de eerste helft van oktober. De noten vallen bij rijpheid goed uit de bolster. De vrouwelijke begint eerder dan de mannelijke bloei en eindigt ook later. Omdat de mannelijke bloei meestal geheel binnen de vrouwelijke bloei valt, is de overlap in bloeitijd van beide bloemtypen voldoende voor zelfbestuiving, waardoor ook alleenstaande bomen goed kunnen dragen. De productiviteit treedt vroeg in, is regelmatig en redelijk goed maar niet zo hoog als van Broadvieuw. Sterke groeier, opgaande groeiwijze, vormt geen kortlot. Goed winterhard. Buccaneer is een goede bestuiver voor Broadvieuw. Weinig vatbaar voor bladziekte en schaalgebreken.
Coenen.
Zeer grote noten.
Hazelaar.
Mannelijke en vrouwelijk bloemen komen bij hazelaar gescheiden, maar wel aan dezelfde struik voor. Vrouwelijke en mannelijke bloemen beginnen vaak niet tegelijk te bloeien. Kruisbestuiving is dus vereist. Dit betekent dat verschillende rassen moeten aangeplant worden. De hazelaar, een betrekkelijk kleine boom van 1,5 tot 6 meter hoog, draagt zoetgeurende noten en heeft maar weinig onderhoud nodig. Alle hazelaars zijn winterhard en groeien in de meeste grondsoorten. Ze houden van een zonnige standplaats in goed gedraineerde grond. Men plant de hazelaar op vier meter afstand.
Cosford.
Rijptijd rond midden september, groeit breed uit en heeft nogal wat ruimte nodig. De noot is groot en rond, maar van een lichtbruine kleur, matig productief. Bloeit zeer vroeg en is een van de weinige zelfbestuivende hazelaars. (Kan als 1 struik geplant worden).
Wordt bevrucht door: gedeeltelijk zelfbevruchtend, Halle'sche Riesen, Lange Spaanse, Webb's Prize Cob.
Lang Tidlig Zeller.
Is een sterke groeier die vroeg en goed productief is. Het zijn grote langwerpige noten met een ivoorwitte kern. Ze zijn vrij goed van smaak.
Wordt bevrucht door: Cosford, Halle'sche Riesen,en Webb's Prize Cob.
Halle'sche Riesen.
Pluktijd rond eind september - begin oktober, laatst rijpende hazelnoot. Grote en brede struik, zeer grote bruine, ronde en regelmatig gevormde glanzende vruchten. Bloeit laat en de productie is goed.
Wordt bevrucht door: Lang Tidlig Zeller, Lange Spaanse, Webb's Prize Cob.
Webb's Prize Cob.
Grote lange noten met een goede zoete smaak,zeer productief en met vruchten in groepen van 2-3 noten.
Wordt bevrucht door: Cosford, Halle'sche Riesen.
Lange spaanse.
Pluktijd tweede helft september. Grote noot, langwerpig. Schaal helder geelachtig bruin, wat gestreept en licht gegroefd. De noot heeft een goede smaak. De productie treedt vroeg in en is ook groot. Beurtjaren kunnen ook voorkomen. Matig sterke groeikracht, vrij open kroon, gemakkelijk type boom, lichte bladkleur. Een goede bestuiver is Cosford. Matig vatbaar voor luisaantasting.
Wordt bevrucht door: Cosford, Halle'sche Riesen.
Rode Zellernoot.
Pluktijd midden september. De zeer donkere noot is breed, maar niet overdreven groot. Dit ras is vroeg vruchtbaar en weinig productief. Een stevige, breed uitgroeiende, prachtige struik, met zijn mooie bladeren, werkelijk een sieraad voor de tuin.
Wordt bevrucht door: Webb's Prize Cob.
Tamme kastanje (Castanea sativa)
De tamme kastanje verkiest een frisse, diepe en liefst zandachtige bodem. Hij houdt niet van kalkgronden, noch van zware, vochtige gronden. Is een snelgroeiende boom die na verloop van tijd een hoogte van 9 tot 15 meter kan bereiken, met een even brede kroon. Ze moeten op minstens 12 meter geplant worden. Kastanje bloeit mooi, vruchten hebben heel wat tijd en voldoende temperatuur nodig om af te rijpen. Na de bloemen verschijnen 5 tot 8 cm grote, stekelige zaaddoppen, die in het najaar openspringen en een of twee glanzende, bruine, 3 cm grote noten laten vallen. Kastanje is gedeeltelijk zelfbetuivend.
Tamme kastanje De Lyon.
Is een veredelde soort met een vroegere en hogere productiviteit dan de zaailingen.
Tamme kastanje Migoule.
Is een veredelde kastanje. Wordt bij De Lyon geplaatst als bevruchter, om hogere opbrengsten te hebben.
Moerbei (Morus Nigra).
Is een sierlijke boom, groeit langzaam en kan zeer oud worden en wel 9 meter hoog. Het is een zelfbestuiver en draagt pas na 8 tot 10 jaar. Geeft in augustus op grote braambessen lijkende vruchten die een zwartrode kleur hebben. Ze vallen bijzonder gemakkelijk af. De erg sappige en zoetzure bessen kunnen vers gegeten of ingemaakt worden, of je kan ze laten trekken op rum of brandewijn. De moerbei houdt van warmte en van zon, vraagt dus en beschutte standplaats en liefst voldoende kalkhoudende, vruchtbare grond.
Amandelboom. FOTO Amandel "Robijn"
De amandel is verwant aan de perzik en wordt tot 6 meter hoog en even breed. Evenals de jonge perzik heeft de amandel 7 tot 15 cm lange bladeren en lichtroze of witte bloempjes. Zelfs de jonge vruchten zien er als jonge perziken uit. Dan ontwikkelt de vrucht echter een harde, groene bolster die in de herfst openbreekt, waardoor de binnenste dop vrijkomt. Dit gebeurt wanneer de 4 cm grote noten rijp zijn. De amandel is een kalkminnende plant, die het goed doet op elke diepbewerkte bodem en vrij goed droogte verdraagt. De amandel vraagt een goede en warme beschutte standplaats.
Variëteit : Robijn.
De Robijn is een amandelsoort, die het in onze streken heel goed doet. Het is een krachtige groeiende, gezonde boom, 4 - 5 m hoogte en breedte, die mooie roze bloesems geeft eind maart, en in september kan je de amandelpitten oogsten (zo laat mogelijk), en zo droog mogelijk ongepeld bewaren. De boom heeft geen last van ziekten en is zelfbestuivend.
Abrikoos.
De abrikoos groeit nogal breed uit, vraagt een geschikte bodem en een beschutte zonnige standplaats, het is immers een zuiderse vrucht. In de zomer verschijnen de ronde vruchten, het vruchtvlees is erg zoet en oranje van kleur. Abrikozen groeien tamelijk goed in onze streken, maar zijn moeilijk vruchtbaar. De bomen dragen vrucht na ongeveer 4 jaar. De vruchten worden het smakelijkst wanneer je ze aan de boom laat rijpen. Abrikozen zijn gedeeltelijk zelfbestuivend, maar kruisbestuiving gewenst.
Variëteiten :
Bredase.
Kleinvruchtige variëteit. Het ras Bredase is het gemakkelijkst te telen. Kleine, smakelijke vrucht met een steen die los zit in het vruchtvlees. Vrij droog vruchtvlees en toch een aangename, zoete smaak. Begint vrij laat te dragen.
Royal.
Rijptijd eind juli - augustus. Dik, goed of zeer goed fruit. Kloek groeiende en zeer vruchtbare boom. Stelt meer eisen aan de bodem dan Bredase.
