Vipassana-meditaties: de kunst om te leven

Geest en lichaam zijn niet van elkaar te scheiden.  Wat we denken en voelen heeft een directe invloed op wat er lichamelijk in ons gebeurt.  Onbewust slaan we allerlei informatie op in ons lichaam.  Als we met een scherpe geest kijken kunnen we bewust worden van de dingen die we onbewust opgeslagen hebben.  Misschien heb je zelf al bepaalde dingen opgemerkt met betrekking tot bijvoorbeeld de ademhaling of de hartslag.  Om maar enkele voorbeelden te noemen: als we met passie over iets spreken gaat onze ademhaling sneller, als we vurig naar iets verlangen gaat onze ademhaling sneller, als we kwaad worden gaat onze ademhaling sneller, als we emotioneel worden gaat onze ademhaling sneller, als we pijn hebben verandert onze ademhaling van ritme, als we onder druk komen te staan gaat onze ademhaling sneller, als we genot ondervinden verandert onze ademhaling, als we stress ervaren gaat onze ademhaling sneller,……. . 
De ademhaling is iets wat we gemakkelijk kunnen oberserveren omdat we hem altijd bij ons hebben.  Als er geen ademhaling meer is…..dan hoeft het ook allemaal niet meer, dus zolang we leven hebben we adem.  De ademhaling laat ons voelen hoe we iets ervaren.  Dit is de connectie tussen lichaam en geest. 

De ademhaling is één ding, maar naast de ademhaling veranderen er nog zeer vele dingen in ons lichaam als we bepaalde negatieve of positieve zaken meemaken.  Zo reageren onze hersenen met het aanmaken van bepaalde stoffen naargelang we iets aangenaam of onaangenaam vinden.  Heel ons organisme reageert dan op die stoffen.  Als we bijvoorbeeld gaan joggen of lopen maakt het lichaam efedrine aan.  Dit geeft ons een gevoel van genot.  We geraken er helemaal door opgepept, we geraken erdoor in de ban en ons lichaam begint naar dat gevoel te verlangen.  We lopen daardoor nog meer en nog meer en nog meer…steeds weer om het gevoel van genot te bevredigen.  Onze geest functioneert op dat moment niet meer zuiver.  We willen niet meer lopen om gewoon te lopen, maar om het gevoel van genot te ervaren.  We worden slaaf van ons eigen verlangen.  Dit is evenzo als we denken aan het gebruik van chocolade, alcohol of drugs.  Men zal op den duur deze producten niet meer nuttigen omdat ze lekker smaken, maar puur om het verlangen van genot, gelukzaligheid te bevredigen.  Men gaat dan op den duur die verlangens niet meer bewust maar onbewust bevredigen.  Als ik kijk naar mijzelf, heb ik ook periodes gekend waar de chocolade smolt als sneeuw voor de zon.  Als op het einde van de week de balans werd opgemaakt van wat er in huis moest bijgehaald worden kon ik me helemaal niet meer inbeelden dat de chocolade alweer verdwenen was.  Waar en hoeveel had ik er in godsnaam opgepeuzeld ?  Ik had er geen flauw benul meer van.  De chocolade had me echt in de greep.  Ik kon mijn eigen leven niet meer leiden.
Daarom is ‘het verlangen naar …’ één van de grote zaken waardoor er onzuiverheden in de geest opgeslagen worden.

Een vipassanavoorbeeld:
Als ik, op het moment dat er verlangen is naar chocolade, mezelf met de techniek van de vipassanameditatie observeer merk ik dat dat verlangen overal in het lichaam aanwezig is, als een onontwarbaar kluwen. Dit heeft voor mij persoonlijk zowel connecties in de darmwand, het sleutelbeen, het heiligbeen, de onderarmen, de linkerborst en nog tal van ander plaatsen.  Als ik telkens weer aan de chocolade niet zou kunnen weerstaan, wordt de roep van bovengenoemde lichaamsdelen om chocolade alsmaar sterker en sterker.  Tot je op den duur er niet meer aan kan weerstaan. Wat eens energetisch bij jou aanwezig is, zal zich zeker ook fysiek uiten als en niets aan wordt gedaan.

Hetzelfde verhaal gaat op voor alcohol, drugs, het hebben van sex en zovoort.  Het is net alsof een met een steen een kras in een rots kan maken en steeds dieper en dieper de rots doorkerft.
We kunnen uit die spiraal van verlangen komen door heel bewust en heel gelijkmoedig te observeren wat er in ons lichaam gebeurt.  Stap voor stap, zonder vooroordelen, zonder verwachtingen, zonder afkeer.       

Hetzelfde verhaal gaat op voor ‘het hebben van afkeer’ van iets.
Het hebben van afkeer is een wijdverspreid thema in deze maatschappij.  Afkeer komt om het kleinste hoekje kijken. 
Enkele voorbeelden van afkeer in het dagelijkse leven:
*‘Als het te koud is ga ik niet naar buiten hoor’.  Is dit geen afkeer tegen het koude weer ?
*Iemand die met tegenzin naar het werkt vertrekt heeft afkeer van de dingen die hij op het werk moet doen, of van de personen waarmee hij moet werken, of….
*Iemand die zijn paperassen maadenlang uitstelt heeft afkeer van het administratieve werk of dingen die ermee samenhangen.
*Iemand die oordeelt over anderen heeft afkeer van hoe anderen de dingen aanpakken.
*Iemand kan bepaalde personen vermijden omdat ze afkeer hebben van hoe anderen zich gedragen
*Alle dingen die men bewust wil vermijden, daar heeft men afkeer van.
*Men heeft ooit ergens pijn gehad die men nooit meer wil beleven……
*Men wil zich anders voordoen dan men is, omdat men afkeer heeft van dat deeltje in zichzelf dat met niet wil laten zien

Maar ook al die afkeer nestelt zich in geest en lichaam.  Zo sterk zelfs dat men zich er op den duur ellendig van voelt.  In het begin voelt men dat niet, heeft men het niet door.  Na lange tijd laten de sporen zich niet ongemerkt voorbij gaan.  Men voelt druk hier en daar, pijn hier en daar.  Elke onopgeloste negativiteit nestelt zich gelijk waar in het lichaam, zelfs tot in de kleine teen.
De wet van de natuur (actie- reactie) is voor iedereen gelijk.  Als men zich ellendig voelt, trekt men ellende aan.  Dit geldt zowel voor de rijkste mens ter wereld als voor de grootste armoezaaier.  Sommigen mensen beseffen heel goed ‘het is net alsof de ellende alleen voor mij bestaat’, ‘ik trek altijd maar ongeluk aan’.  Maar wat men vaak niet beseft is dat men eigenlijk zelf één brok ellende is.
Ook deze spiraal van negativiteiten is omkeerbaar.  Door er bewust, gelijkmoedig naar te kijken verliest al de negativiteit zijn sterkte.  Zo kan men laag voor laag, alle onzuiverheden van de geest uit het lichaam in het niets laten oplossen.

Op de tiendaagse cursussen, die in het vipassana meditatiecentrum te Dilsen-Stokkem doorgaan, wordt dat concreet aangepakt door de vele uren dat men moet zitten.  Als men dat niet gewoon is – als westerling is men dat zowiezo niet gewoon – vraagt het een hele inspanning om bijvoorbeeld een uur te zitten zonder te bewegen.  Hier en daar begint er wat te kriebelen of doet er wat pijn.  We zijn geneigd om die pijn of kriebeling te laten stoppen omdat we er een afkeer van hebben.  Als we de pijn of kriebelingen kunnen zien als ‘iets wat louter een signaal is’ en er gelijkmoedig naar kunnen kijken, verdwijnen die sigalen als vanzelf. 
Hoe kan dat nu ?
Nu komt de ‘clou’ van het verhaal: Alles wat is, alles wat wij voelen, alles wat wij meemaken is vergankelijk.  Alles verandert.  Dat is de wet van de natuur.

De vipassana filosofie