Nefrologie
Omhoog Nefrologie: antw Mindmap glomerulonefritis

Klik op één van onderstaande items.


Onderzoeksmethoden

  1. Welke vragen kan men aan een patiënt stellen om de kans op nierziekte in te schatten.
  2. Wat begrijp je onder klinisch onderzoek van de nieren?
  3. Geef twee soorten labo-onderzoeken als hulpmiddel om een diagnose van een nierziekte te stellen.
  4. Welke 2 parameters worden in het bloed opgespoord om de nierfunctie te evalueren?
  5. Waarvoor staat de 'glomerulaire filtratie rate'?
  6. Geef 4 onderzoeken van de nieren met rontgenstralen, afkorting + voluit geschreven.
  7. Leg uit: retrograde uretro-pyelografie.
  8. Wat is de naam voor een onderzoek waarbij men een stof in een ader in de arm  spuit, dat door de nieren als afval wordt gezien, en heel snel in de urine terecht komt.
  9. Wat is de naam voor een onderzoek waarbij men een licht radioactieve stof in een ader inspuit, die ook weer zeer snel door de nieren wordt verwijderd.  
    Met een speciale camera kan de weg van de stof door het lichaam worden gevolgd.
  10. Welk onderzoek gebruikt men vaak als hulpmiddel bij het nemen van een nierbiopsie?

Pathologie

  1. Wat is het verschil tussen een uroloog en een nefroloog?
  2. Wat betekent:

nefritis

 

glomerulonefritis

 

pyelonefritis

 

cystitis

 

prostatitis

 

urethritis

 

Nefrotisch syndroom

  1. Wat is een syndroom?
  2. Geef een medische term voor: 
    a. te laag eiwitgehalte van het bloedplasma
    b. eiwitten in de urine
    c. teveel cholesterol in het bloed
  3. Wat zijn de 3 typische verschijnselen bij het nefrotisch syndroom?  Noteer ze in ‘een oorzaak gevolg’ volgorde en leg ze uit
  4. Waar situeert zich (anatomisch) de oorzaak van het ‘nefrotisch syndroom’?
    Geef 1 voorbeeld van een oorzaak.

Nierfilterontsteking

  1. Geef de oorzaak van glomerulonefritis.
  2. Geef de indeling van glomerulonefritis i.f.v. de snelheid van ontwikkeling.
  3. Waar of vals: Een glomerulonefritis veroorzaakt door een streptokokkeninfectie 1 tot 4 weken vooraf, leidt in 97% van de gevallen tot totale nierinsufficiëntie
  4. Geef de naam van 2 onderzoeken bij acute glomerulonefritis.
  5. Waar of vals?  Acute glomerulonefritis geneest over het algemeen binnen 1 of 2 jaar.
  6. Waar of vals?  Chronische glomerulonefritis (langer dan 2 jaar):  De uitscheiding van eiwit, leucocyten en erytrocyten zal verlaagd zijn in het urinesediment.
  7. Waar of vals?  Chronische glomerulonefritis eindigt vaak in dubbelzijdige niet meer functionerende schrompelnieren.

ANI

  1. Geef een indeling van mogelijke oorzaken van acuut nierfalen (nierinsufficiëntie).
    Geef ook telkens een voorbeeld.
  2. Bij acute nierinsufficiëntie, acuut nierfalen, zijn de nieren niet meer in staat hun normale functie te vervullen.
    a. Wat is de normale functie
    b. Wat zijn de gevolgen (symptomen) van het niet meer functioneren van de nieren?
  3. Vanaf wanneer spreekt men van oligurie?
  4. Vanaf wanneer spreekt men van anurie?
  5. Bespreek de behandeling van acute nierinsufficiëntie.
  6. Geef 5 belangrijke verpleegkundige aandachtspunten bij de zorg voor een patiënt met acuut nierfalen.
  7. Acute nierinsufficiëntie

CNI

  1. Hoe maakt men het verschil in de tijd tussen acute en chronische nierinsufficiëntie?
  2. Geef 5 oorzaken van chronische nierinsufficiëntie.
  3. Hoe noemt men de 3 fasen, bij de indeling van de symptomen van chronische nierinsufficiëntie.
  4. Bespreek de symptomen bij chronische nierinsufficiënte
  5. Leg volgende aandoening uit aan de hand van woordontleding.  ‘uremische polymyoneuropathie’
    uremisch            t.g.v. stijging van het ureumgehalte in het bloed
    poly                 veel
    myo                 m.b.t. de spieren
    neuro               m.b.t. de zenuwen
    pathie               aandoening
  6. Bespreek de behandeling van chronische nierinsufficiëntie.
  7. Welke dieetadviezen kunnen geformuleerd worden voor patiënten met chronische nierinsufficiëntie.
    eiwitbeperking                        doel: verlagen ureumgehalte
    K beperking                                doel: preventie hyperkaliëmie
    voldoende koolhydraten            doel: preventie eigen eiwitafbraak, preventie ­ ureum
    zout –en vochtbeperking            doel: behandeling ­ RR
    fosfaatbeperking                      doel: preventie jeuk en botproblemen
  8. Hoe noemt men volgende toestand
    Een afwijking, waarbij de nieren niet in staat zijn hun taak, het door filtratie uit het bloed verwijderen van afvalproducten, uit te voeren.  Dit kan een gevolg zijn van infectie, verwonding, blootstelling aan giftige stoffen, diverse nierziekten, ziekten als diabetes, systemische lupus erythematodes, sikkelcelanemie of obstructie van de urinestroom van de nier naar de blaas door een vernauwing, kanker of chronische prostaatvergroting.

 

Niertumoren

  1. Waar of vals?  De meeste niertumoren zijn goedaardig.
  2. Wat is het verschil tussen een hypernefroom en nefrotisch syndroom?
  3. Waar of vals Wilms’ tumor komt voornamelijk bij volwassenen voor.
  4. Waar of vals & waarom?  Niertumoren reageren zeer goed op radio- en chemotherapie.
  5. Wat is meestal het eerste symptoom van nierkanker?

Nefrolithiasis

  1. Plaats volgende nierstenen in de frequentie van voorkomen; urinezuurstenen, geïnfecteerde (struviet-)stenen  en calciumstenen, cystinestenen.
  2.  Wat is vaak het eerste symptoom bij nierstenen?
  3. Wat ontstaat indien nierstenen die de afvoerwegen van de nieren afsluiten?
  4. Waar of vals tijdens koliekaanvallen (van de nier) treden meestal misselijkheid en braken op.
  5. Geef 4 nuttige onderzoeken bij het vermoeden van nierstenen.
  6. Geef de indeling van de niet conservatieve behandeling van nierstenen.
  7. Wat is een koraalsteen?

UWI

  1. Geef 2 manieren waarop bacteriën de urinewegen kunnen bereiken.
  2.  Geef de symptomen van een blaasontsteking.
  3.  Wat zal men bij cystitis aantreffen in de urine?
  4. Wat betekent imperatieve mictiedrang?
  5. Waar of vals?  Pijnlijke ejaculatie is een symptoom van chronische prostatitis.
  6. Leg uit: perineum

Blaaskanker

  1. Leg uit: staging of stagering of stagiering van een tumor.
  2. Geef één risicofactor voor het ontwikkelen van blaaskanker
  3. Wat is meestal het eerste symptoom van blaaskanker?
  4. Bespreek de indeling van blaastumoren

BPH

Alles over je prostaat

  1. Geef 3 aandoeningen van de prostaat.
  2. Waar of vals? 
    Ongeveer een derde van de mannen ouder dan 60 haar bezit een hypertrofische prostaat. EN Slechts een gering deel van deze mannen heeft er ook klachten van.
  3. Geef en bespreek de symptomen van een goedaardige prostaatvergroting
  4. Geef 2 verwikkelingen van prostaathypertrofie.
  5. Leg uit PSA.
  6. Bespreek de diagnosestelling van prostaathypertrofie
  7. Bespreek de behandeling van BPH.

Prostaatkanker

  1. Wat is prostaatkanker?
  2. Hoe vaak komt prostaatkanker voor bij mannen ouder dan 80j?
  3. Een mannelijke patiënt komt bij de huisarts met volgende klachten: frequentere mictie, vooral ’s nachts, minder krachtig worden van de urinestraal, nadruppelen.  Welk onderzoek gaat de huisarts zeker uitvoeren?
  4. Waar of vals?  Orchidectomie behoort tot de genezende behandelingen in geval van prostaatkanker.
  5. Waar of vals kanker in het bot is NIET pijnlijk.
  6. Bespreek de therapie bij prostaatkanker

Websites over aandoeningen van de urinewegen

Prostaat:

http://www.gezondheid.be trefwoord: prostaat

 

 

 

 

Opleiding tot gediplomeerd verpleegkundige                                                                                  HBO Verpleegkunde Ic dien Roeselare