1. Wat betekenen de suffixen logie en scopie en de prefixen micro en bio?. Illustreer met een voorbeeld.
   leer, wetenschap of de kennis van, kijken, leven en klein vb microbiologie, microscopie, microscoop
2. Bespreek de oorsprong van de term organisme
   organisme komt van organon, wat werktuig betekent
3. Geef een andere term voor een "staal".
   monster
4. Geef 3 soorten stalen, i.f.v. het doel.
   een staal voor het micro-organismen via het kweken van mo
   een staal voor het opsporen van afscheidingsproducten
   een staal voor het opsporen van antilichamen
5. Hoe noemt men het toestel waarmee men microben kan bekijken?
   microscoop
6. Geef een andere term voor therapie en ziekteverwekkend mo.
   behandeling, pathogeen micro-organisme
7. Welke eigenschappen van bacteriën kan men in ongekleurde toestand onderzoeken via de microscoop?
   Via de ongekleurde of grove methode kan men de vorm, het uitzicht en de bewegingen bestuderen.
8. Leg uit gram positieve micro-organismen.  Illustreer met 3 voorbeelden. Bespreek concreet het soort onderzoek. Geef een andere term voor grampositieve m.o..
   1. Gram positieve micro-organismen zijn mo die hun oorspronkelijke kleur bewaren na ontkleuring met alcohol
   2. vb stafylokok, streptokok, tetanosbacil, difteriebacil 
   3. microscopisch onderzoek, met de dubbele kleuring volgens Gram.
   4. Men spreekt van alcoholvaste mo.
9. Leg uit gram negatieve micro-organismen.  Illustreer met 3 voorbeelden. Bespreek concreet het soort onderzoek. Geef een andere term voor gramnegatieve m.o..
   1. Gram negatieve micro-organismen zijn mo die hun oorspronkelijke kleur verliezen na ontkleuring met alcohol
   2. vb gonokok, meningokok, tyfusbacil, colibacil, vibrio cholerae, kinkhoestbacil
   3. microscopisch onderzoek met de dubbele kleuring volgens Gram.
   4. Dit zijn GEEN alcoholvaste mo.
10. Zijn gramnegatieve micro-organismen alcoholvaste micro-organismen?
    neen
11. Leg uit: tuberkelbacillen zijn zuurvaste bacteriën.
    Zuurvaste bacteriën vb de bacil van Koch, zijn mo die hun oorspronkelijke kleur bewaren na ontkleuring met een zuur, in microscopisch onderzoek in de dubbele kleuring volgens Ziehl-Nielsen.
12. Leg uit: "Om de aanwezigheid van een urineweginfectie te bevestigen bestaan er verschillende technieken.  In het laboratorium wordt er, al naargelang de aanvraag, een algemeen microscopisch onderzoek (“sediment”), een gramkleuring, een kweek of een combinatie hiervan gedaan."
    Met microscopisch onderzoek bedoelt men hier een onderzoek in ongekleurde toestand.
    Gramkleuring verwijst naar een microscopisch onderzoek in gekleurde toestand volgens de methode van Gram (dubbele kleuring, met ontkleuring door alcohol)
    Kweek verwijst naar een staal voor een cultuur.
13. Hoe noemt men een voedingsbodem?
    een cultuur
14. Geef 2 eigenschappen van een cultuurbodem.
    kiemvrij of steriel en de ideale omstandigheden om te vermenigvuldigen (i.f.v. t°, eten, drinken, O₂)
15. Wat is een kolonie?
    een clone, alle afstammelingen van een mo
16. Geef 3 soorten cultuurbodems.
    gewone cultuurbodems: geen speciale eigenschappen
    exclusieve cultuurbodems: doel: één type mo kan erop groeien vb Löwenstein voor bacil van Koch
    selectieve cultuurbodems: doel: bepaalde mo groeien hier sneller op ==> grotere kolonie ==> makkelijker ter herkennen
17. Wat moet de laborant doen om een goede kweek te krijgen?  Geef 7 duidelijke stappen.
    1. voedingsbodems ==> in petrischalen of glazen buisjes
    2. sterilisatie voedingsbodems in petrischalen of glazen buisjes (met autoclaaf= stoomsterilisator)
    3. mo geënt
    4. deksel op petrischaal
    5. petrischaal met voedingsbodems en mo in broeikas (= incuberen) 
    6. wachten (= incubatietijd)
    7. cultuur onderzoeken Welke clone aanwezig? vorm, schikking, kleur? ==> soort kennen
18. Hoelang duurt een kweek meestal? Ken je een belangrijke uitzondering?
    meestal 1 dag, (soms 2 dagen), uitzonderlijk meerdere weken vb bacil van Koch
19. Leg uit: antibiogram.
    anti = tegen
    bio = leven
    gram = geschreven
    = Het bepalen welk antibioticum het meest geschikt is tegen een bepaald mo.
20. Wat betekent serologie?
    de wetenschappelijke studie van het serum (vloeibaar gedeelte van gestold bloed = plama zonder stollingseiwitten)
21. Wat is het meervoud van serum?
    sera
22. Vul aan.
    "Bij deze faeceskweek worden een 7-tal verschillende soorten voedingsbodems ingezet om een maximale opbrengst aan pathogenen te hebben. Indien na 2 dagen geen pathogene kiemen groeien, ontvangt U bericht dat de kweek .............................. is."
    negatief
23. Leg volgende zin uit: "Mijn broer kweekt konijnen om te slachten."
    Hij heeft een rammelaar en een moer. Hij laat die dieren ten gepaste tijden samen, zodat ze samen kinderen kunnen krijgen. ...
24. Geef minimum 3 eigenschappen van een stafylokok (soms ook staphylococcus of staphylococ geschreven).
    1. bacterie
    2. rond van vorm
    3. rond in trossen (staphylo betekent druif, denk aan druiventos)
    4. grampositief, dus alcoholvaste bacterie
    5. één soort is gekend van de ziekenhuisbacterie staphylococcus aureus (MRSA)
25. Geef minimum 3 eigenschappen van een streptokok .
    1. bacterie
    2. rond van vorm
    3. rond in ketting (strepto betekent streep, ketting)
    4. grampositief, dus alcoholvaste bacterie
    5. gekend als verwekker van angina (keelontsteking), scarlatina (roodvonk), longontsteking, huidinfecties
26. 
     

Opleiding tot gediplomeerd verpleegkundige                                                                                  HBO Verpleegkunde Ic dien Roeselare