Parijs
Omhoog

 

  1. Ile de la Cité
    1. Wat?
      een eiland op de Seine
    2. Belang?
      ontstaan van Parijs, Keltische stam; de Parisii
    3. Bestond het al in de tijd van Julius Caesar (53 voor Christus)?
      ja, als klein dorpje
    4. In de Middeleeuwen werd Ile de la Cité het centrum van de kerkelijke macht.
      1. Situeer de middeleeuwen op een tijdslijn.
        van 500 tot 1500 na Christus
      2. Illustreer aan de hand van een voorbeeld dat Ile de la Cité het centrum was van de kerkelijke macht.
        de bouw van de Notre-Dame
        de bouw van Sainte-Chapelle (gotisch meesterwerk, wonder van licht, gebrandschilderde ramen)
  2. Point Zéro
    1. Wat?
      het punt waaruit alle afstanden worden gemeten
    2. Waar?
      voor de Notre-Dame
  3. Standbeeld van Karel de Grote
    1. Hoe noemt men de periode NA de Romeinen in de geschiedenis?
      de middeleeuwen
    2. Door wie werden onze streken bestuurd, nadat de Romeinen vertrokken waren?
      In 481 begon Clovis, de koning der FRANKEN, omliggende gebieden te veroveren.
    3. Wat weet je van de opvolgers van Clovis?
      slappelingen, die het bestuur overlieten aan hofmeiers, vb Karel Martel
    4. Wie was Karel de Grote?
      Hij was zoon van Pepijn de de Korte (gekroond tot koning in 752), de kleinzoon van Karel Martel.
    5. Wanneer werd "Karel de Grote" gekroond tot koning der Franken?
      768 na Christus
    6. Wanneer en door wie werd "Karel de Grote" gekroond tot keizer?
      800 na Christus, door de Paus
    7. Wat gebeurde er na de dood van Karel de Grote?
      het rijk viel uiteen in 843 met het verdrag van Verdun
    8. Met welke gebeurtenis laat men vaak het EINDE van de middeleeuwen samengaan?
      ontdekking van Amerika door Columbus
  4. Palais de justice
    1. Wat?
      gerechtsgebouw
    2. Vroeger?
      koninklijk paleis
  5. Hotel Dieu
    1. Wat?
      ziekenhuis
    2. Vroeger?
      weeshuis
  6. Notre-Dame
    1. Wat?
      kathedraal (hoofdkerk van een bisdom)
    2. Waar?
      Ile de la Cité
    3. Duur van de bouw?
      170 jaar, start: Paus Alexander III in 1163,
    4. Stijl?
      gotiek
    5. Kenmerken?
      waterspuwers (spuitgaten voor regenwater), roosvensters, luchtbogen, zeer hoog (90 meter)
    6. Vroeger?
      koninklijk paleis
  7. De Da Vinci Code
    1. Wat?
      boek van Dan Brown, dat begint met een moord in het Louvre
    2. Wie is Leonardo da vinci?
      een Italiaans schilder
    3. Wanneer leefde hij?
      einde van de Middeleeuwen, begin nieuwe tijd (1452-1519)
    4. Medische verdienste?
      ontleden van menselijke lichamen, om ze beter te kunnen schilderen
    5. Belangrijkste schilderijen?
      Mona Lisa, topstuk renaissance
      de mens van Vitruvius, met de verhoudingen van de gulden snede, en de anatomisch meest correcte tekening uit die tijd volgens Dan Brown
      Het laatste avondmaal
  8. Eiffeltoren (Tour Eiffel)
    1. wereldtentoonstelling: 1889
    2. sterkste figuur: driehoek
    3. met antenne 319 meter
    4. warme dagen: 15 cm langer
    5. restaurant Jules Vernes
    6. 1665 treden nar de 3° verdieping
    7. buste van Gustave Eiffels
    8. lift

 

Opleiding tot gediplomeerd verpleegkundige                                                                                  HBO Verpleegkunde Ic dien Roeselare