pixel

verderterug
Oorspronkelijke teksten en tekeningen uit Rommelpot;
een verdwenen omstreden deels satirisch tijdschrift uit de naoorlogse jaren.
Bestreden omwille van zijn staatsvijandige houding,
' flamingantisch , ultra -rechts , oerkatholiek ,...'.
Tijdsdocumenten, documentatie voor alle gezindheden.
Een vergeten aanvulling van schoolse geschiedenis.
rommelpot1

Wij eisen een Vlaamse Minister van Justitie

(De Standaard, 28 Juli 1949)


«Daarom steunen wij, met al de aandrang waarover wij beschikken, wat HET HANDELSBLAD schrijft in zijn hoofdartikel van 27 d.d. :

    « Dat er eindelijk, vijf jaar na de bevrijding, eens een Vlaams Minister van Justitie moge komen die tijdens de oorlog weliswaar een 100 t.h. onberispelijke houding heeft aangenomen doch die langs de andere kant nog breed genoeg kan denken om oog te hebben voor de vraagstukken waarvoor diegenen waren gesteld die hier tijdens de oorlog verantwoordelijkheid te dragen hadden. Is er zo iemand ? Het is geenszins onze bedoeling drukking uit te oefenen op de keuze die door M. Eyskens voor Justitie zal worden gedaan. Het gaat er in tegendeel alleen om het argument te weerleggen als zou er in het ganse parlement niet zo'n dergelijk exemplaar te vinden zijn. Dergelijke kandidaat voor justitie, die de Vlamingen zeker zou voldoen, is trouwens zeer gemakkelijk te vinden: we nemen bij voorbeeld slechts M. De Vleeschauwer, voorzitter der C.V.P.-groep van de Kamer. Hij was minister in de Londense regering, doch toonde zich na de bevrijding als een man die zowel het goed als het kwaad van iets kan zien en zeggen.

      Soortgelijke aanduiding aan Justitie zou reeds vele Vlamingen die zich nog steeds wantrouwig afvragen of de verruimingspolitiek der C.V.P. wel werkelijkheid is, reeds heel wat beter stemmen tegenover de formule die door de regeringsvormer thans wordt uitgewerkt».



    Ter intentie van deze niet steeds goed ingelichte journalisten, die blijkbaar niet weten dat de voorzitter van de C.V.P.-kamerfractie een Londenaar is. net ten zelfden titel als de andere Londenaars, die in Kongo zijn gangen is gegaan en waarover eveneens een officieel rapport zal moeten opgemaakt zijn, dat hem zeker niet tot eer strekken zal, publiceren we thans weer een stuk van een oud-koloniaal. Hieruit zal wel blijken dat «de Berten»(* Alber De Vleeschauwer) een man is die een en ander moet doen vergeten. Een die, net zoals de anderen, niet zo graag heeft dat de vuile was worde gemaakt van de Londenaars. En wat zijn ijverige koningsgezindheid betreft ? Rions un peu.

rommelpotje



Nadat de Heer De Vleeschauwer, vluchtend Minister van Koloniën, te Londen aangespoeld was en er, met zijn drie spitsbroeders, de Wettige Belgische Regering vertegenwoordigde, was een zijner eerste daden het zenden van volgend telegram naar Kongo:
«Verplicht iedereen zich aan te melden als vrijwilliger voor de Kongolese strijdkrachten of voor gewapende dienst in Engeland.»
Dit telegrammetje was een meestervondst : het heeft gedurende de ganse oorlog de mond gesnoerd aan alle oppositie of ieder vrij woord vanwege de blanken in Kongo. Werden eerst in khaki-plunje gestoken : al de sukkels zonder bescherming, wier vrouw begeerd werd door of wiens neus niet aanstond aan een der potentaatjes, die met wellust en willekeurig de scepter hebben gezwaaid in hun ambtssfeer van 1940 tot 1945.

De rest bleef aan liet gewone werk. Maar niet te veel en te uitbundig Vlaams spreken, hoor. Of U niet laten ontvallen dat Charles de Gaulle toch niet helemaal de verdiensten had van Jeanne d'Arc. Of niet aan uw vrouw vertellen dat gij toch wel een lichte twijfel had over de wettelijkheid der handelingen van de bende Pierlot & Co. Want de muren hadden oren.

Er bestond een zekere verordening N° 62, die veroorloofde dat men de bak werd ingedraaid zonder onderzoek, voor de ganse oorlog, als men maar iets zegde of deed - zelfs, thuis - dat niet strookte met de officiële waarheid van Londen, of die heren mishaagde. Daarenboven kreegt gij dan een oproepingsbevel: ofwel gingt gij uw karkas met geestdrift offeren voor de terugkeer op de Troon van Z.M. Hailé Selassié, ofwel mocht gij de schitterende falanks "vrijwilligers» in Albion gaan vervoegen, met het prettig vooruitzicht of getorpilleerd, of door bommen naar de kelder gezonden te worden, voor men goed halfwege was.


Men kon ook 'stik' antwoorden. Dat hebben er duizenden gedaan die in neutrale landen vertoefden, - buiten de greep van onze Londense usurpatoren. Maar in Kongo was dit voorzien Een krijgsraadje gaf U op een recordtempo een op voorhand bepaald eerbiedwaardig aantal jaren kot. En liet gij uw vel niet in een negergevangenis, dan kwaamt gij vroeg of laat, onder dwanggeleide, toch in legerdienst van het edele Engeland. Onnodig U dus te vertellen, dat, in Kongo, de publieke opinie steeds 100 % aan de zijde van Pierlot heeft gestaan en dat noch Rijckmans, noch De Vleeschauwer veel tegengesproken werden door hun blanke onderdanen...

EENS TOCH LIEP HET MIS,
EN HET WAS WERKELIJK GRAPPIG...

EERSTE SCHUIFJE:


Een Vlaamse - of course - kolonist, die geen persona grata was "pour défit d'opinion " kreeg zekere dag, vanwege zijn provinciegoeverneur, een van die fameuze oproepingsbevelen ten geschenke. Die kolonist, een oud-ambtenaar, wist dat in de simili-mobililisatiewet, bijeengeflanst door de Londenaars, een bepaling stond dat de oproeping moest gedaan worden door het recruteringskantoor van Londen. Hij bleef daarom kalmpjes zitten en gebaarde van pijken aas. Na een paar weken geduld deed de Provinciegoeverneur door gewapende zwarte soldaten een inval doen in het huis van de kolonist. Die was in de rimboe, maar het hele huis werd ondersteboven gekeerd en afgezocht. Toen de kolonist thuis kwam, werd hij aangehouden, in 't gevang opgesloten, en later met geweld in een vliegtuig gestopt en weggevoerd. Voilà, zegde de Goeverneur , en hij klopte het stof van zijn pollekens...




TWEEDE SCHUIFJE.

Maar de vrouw van de kolonist diende klacht in bij 't gerecht, tegen Mijnheer de Goeverneur, wegens
1) Machts-misbruik.
2) Gewelddaden.
3) Onwettelijke huiszoeking.
4) Willekeurige aanhouding en dito opsluiting.
Nu, wat men 't Gerecht noemt in Kongo is een zeer mank broertje van het wereldbefaamd Belgisch Gerecht. Als gij een ervaren koloniaal eens smakelijk wilt doen lachen, spreek dan over de "onkreukbaarheid en de onafhankelijkheid" van het koloniaal gerecht. De beste mop heeft geen betere uitwerking.
Maar er zijn op alle regels uitzonderingen. In heel Kongo was er misschien nog één magistraat die geen bevelen aanvaardde en recht deed volgens zijn geweten, en de échte Wet, - die van voor 28 Mei 1940. En de gelukkige vrouw was juist bij deze magistraat terecht gekomen.
De magistraat deed een onderzoek, achtte de feiten bewezen, en dagvaardde de schuldige. Deze glimlachte eens medelijdend, en verroerde geen vin.

INTERMEZZO.

... Vooraleer verder te gaan, nog dit : vergeet niet, Rommelpotters, dat in Kongo alles veel groter is dan in België. Bijv. : een Europese boom zou in een Kongolees bos een stumperige dwerg schijnen ; de horens van een koe zijn er tienmaal langer dan hier ; de Schelde is een beekje in vergelijking met de Kongostroom, enz.
Zo gaat het er ook met de grootheidswaanzin der mensen. Een ketelslager waant er zich minstens een ingenieur. Een onbenullig officiertje voelt zich een soort van Monty. Een gewestbeambte aanziet zich als de evenknie van Rijkaard de Clercq, en een postchef zou menen de Lode Cracybeckx eer aan te doen door hem «collega» te noemen. En een Provinciegoeverneur dan ? Wel, die is, als Hiro Hito, een zoon der zonnegodin, voor wiens aanschijn alles buigt en verbleekt...

DERDE SCHUIFJE.

De kwestieuze Provinciegoeverneur was dus op een mooie morgen bezig voor de spiegel zijn elegant figuur te bewonderen, en vroeg zich juist af op wie hij eigenlijk het best geleek : Napoleon, Alexander de Grote of Nabuchodonosor.
Komt nu daar zijn secretaris, zonder kloppen, binnenstuiven en zegt, bleek en ontdaan : «Mijnheer de Goeverneur, gij zijt daar zo even veroordeeld tot twee jaar bak ... Zijne Hoogwaardige Excellentie is wit, groen, blauw en purper geworden, hetgeen goed past voor een zonnegod, maar slecht is voor de gezondheid. Hij heeft alle deuren van zijn paleis doen grendelen, en heeft drie volle dagen buikloop gehad, uit schrik voor «onmiddellijke aanhouding».

VIERDE SCHUIFJE.

In die dagen was er Minister van Koloniën, een cevepeken, die van zichzelf zegt dat hij «geen onrecht kan verdragen».
Het was een mooie gelegenheid om een rechtvaardige Rechter geluk te wensen, die recht deed geschieden zonder aanzien des persoons.
Gebeurde dat ?
Ja, zo ongeveer.

De Minister in kwestie heeft de Nestor der Magistraten stante pede en eigenhandig afgezet, onder verplichte residentie doen plaatsen... het recht op pensioen - na twintig jaar voorbeeldige dienst in de Koloniale Magistratuur - ontzegd !
Hij heeft het RECHTVAARDIG VONNIS nietig doen verklaren door een onderdanig tribunaaltje...
Mooi hé?

VIJFDE EN LAATSTE SCHUIFJE.

Maar er is een nog koddiger staartje...
Tijdens de oorlog verbleef in Kongo een schatrijk senator die, met de rest, lopen was gegaan, zich verveelde en het bestierf van lust zich met het beleid der koloniale zaken bezig te houden, maar van den Berten niets in de pap te brokken kreeg, en daarvoor ferm bonen frette.
Mirakel ! In 1946 wordt deze schatrijke senator Minister van Koloniën in de Volksfrontregering... in de plaats van Berten.
Een zijner eerste werken was het in eer herstellen van de goede rechter, aan wie hij al zijn verworven rechten deed terugschenken ! ! !
De Berten heeft er bijna het delirium van gekregen. Hij heeft geïnterpelleerd en gesakkerd in de Kamers om tóch maar gelijk te krijgen. Robert Godding lachte hem vierkant uit en alles bleef zoals geschikt.
Ziet gij, Rommelpotse vrienden, als er een gebaar van gerechtigheid geschiedt komt het zeker niet van een cevepeken.

EN DE ARME KOLONIST, ZULT GIJ MIJ VRAGEN?

Wel, er is aan mijn geschiedenis een «happy end" gelijk in een sprookje.
Die kolonist was intussen, na maandenlang vertoeven in allerlei negergevangenissen, heelhuids in Engeland aangekomen.
Hij werd er weliswaar ongeschikt voor legerdienst verklaard, op grond van tropische ziekten en volslagen myopie (hetgeen men natuurlijk ook in Kongo had kunnen vaststellen). Maar Mijnheer de Goeverneur had voldoening: de sukkel was gans geruïneerd, was uit Kongo weg, en stond op straat...
Un géneur de moins.
Men bood hem te Londen aan dienst te nemen in - schrik niet - wat men noemt de Veiligheid van de Staat ! ! Echt.
De jongen heeft eens fijntjes geglimlacht, en is de straat opgegaan. Hij heeft zich door eigen werk een mooie situatie verworven in Engeland en is, God betere het, bezig Brits staatsburger te worden, geloof ik. Rechter Campill leeft op zijn renten en drinkt monkelend zijn pintje leeg, als hij die geschiedenis vertelt : Tchin-tchin, Mundele Zusi à la santé de Ngai Moko !
Goeverneur Noirot heeft sindsdien een hekel gekregen aan 't goeverneren : " Imagine-toi, mon cher, deux ans de boite à MOA ! ! !" Hij is hereboer geworden.
En de Berten heeft noch het verhoopte Ministerzeteltje, noch het gedroomde Staatsministerschap, Als straf moet hij, tot het einde van zijn dagen, doen alsof hij wenst dat koning Leopold III zou terugkeren...

Lokota Te.





verderterug

Terug naar tof.at.tf

betogingHalle