betogingHalle

verderterug



Te grabbel gegooid .


In Indonesië is het niet anders.
Het Indonesische staatsburgerschap wordt de kandidaat nieuwe Indonesiër in de schoot geworpen.

De buitenlander die de Indonesische nationaliteit wil verwerven moet wel een blanco strafregister voorlegggen, ook uit het land van herkomst.
De bankrekeningen moeten wel eventjes getoond worden.
Enige rupiah's op het spaarboekje staan ook niet slecht: Met de luttele som van 20 000 $ ben je erbij. Heden is vierhonderdduizend frank toch niet veel meer dan niets. Te betalen, niet door de staat, maar aan de staat. Contant. Als kleine tegemoetkoming mag je als kandidaat - immigrant een exaampje afleggen.

Dit kleine proefje bestaat uit vier deeltjes :

1 . De officiële landstaal moet je vloeiend spreken, lezen en schrijven. Een Indonesisch opstel maken en een kwartier met de scheidrechters praten.

2 . De kennis van de Indonesische vaderlandse geschiedenis.
Wie is Prins Diponegoro in 1825 ?
Wie was de beroemde Gajah Mada in 1450 ?
Een paar vraagjes over over het Majapahit rijk van de veertiende eeuw.
In ieder geval zo vanzelfsprekend als de Stomme van Portici en zijn geroemde voortvloeisels.

3 . De vijf principes van de Indonesische grondwet moeten gekend zijn.
Dit wil zeggen, niet van horen zeggen. Niet ergens in het achterhoofd, maar uitwendig.
'Jantje zag als eieren o zo groot eens pruimen hangen, ' is onjuist, verkeerd dikkement mis !
Letterlijk, woord voor woord: 'Jantje zag eens pruimen hangen o als eieren zo groot,' zó horen de vijf principes voorgedragen !

4 . Zonder muzikale begeleiding het volkslied zingen .

Als alle (!) strofen uitgezongen zijn ligt het nieuwe staatsburgerschap binnen handbereik. Indonesië wil van geen dubbele nationaliteit weten. Nog even bij de Belgische ambassade het Belgische paspoort inleveren en er vriendelijk bedanken voor de grote genoten eer.


Nieuwe grote Prijsvraag :
Door de eis het volkslied te kunnen zingen bezondigt een land zich aan grove discriminatie.

A. Juist ! Omdat er geen schijn van kans op nationalisatie wordt gegeven aan de sukkels die wegens psychische blokkades hun lippen niet vaneen krijgen voor het zingen van een nationaal volkslied.
Wie meent dat antwoord A juist is, belt naar het nummer 0800 1234567 van het Vlaams Miniszerie van Mobiliteit.

B. Juist ! Omdat iedere teletubbie over dezelfde rechten moet beschikken als de normale mensen.
Wie meent dat antwoord B juist is, belt naar het nummer 0800 2345678 van het Socialistische Pinkiewinkie Promotieteam.

C. Verkeerd ! Slechts als het volkslied de lof zou zingen van tanden en klauwen i.p.v. mosselen met frit is er sprake van discriminatie en racisme.
Wie meent dat antwoord C juist is, belt naar het nummer 0800 3456789 van het VCVV&BK (Vlaamse Culturele VolksVerlakkers & BroekenKakkers).

Hoofdprijs : drie solsleutels, vijf notenbalken en een Belgisch vlagje.
Tiende tot tienduizendste prijs : Een gratis busreis aangeboden door pinkiewinkie in De Stad met Smaak.

© 6 oktober 2002

Mits een kleine inspanning kunnen Vlamingen die het BELG-heten beu zijn , aldus binnen enige jaren hun identiteitskaart inruilen in Djakarta. Ten proeve van de de exotische sfeer aldaar, twee mooie verhalen dankbaar overgenomen van Dirk Vleugels.

Een zondagnamiddag in Bandung


Het liep tegen vier uur en alles was rustig zoals het past op een zondagnamiddag in een stille straat.
Mijn meid Rina hurkte naast de ingang van de keuken. Ze was aan het eten.
Met haar rechterhand duwde ze rijst en kip in haar mond.
Rina dacht dat ze ongeveer twintig jaar was. Haar ouders waren haar geboortejaar ook al vergeten. Dat gebeurt dikwijls in de kampung, dorpjes waar twee, soms drie kalenders tegelijk in gebruik zijn. Je hebt de oeroude Javaanse kalender en de Gregoriaanse, en dan nog de moslim jaartelling.

Ik luisterde naar barokmuziek in de woonkamer.
Verder weg klonken slierten Indonesische popsongs uit een radio en dan plots als een zwarte olievlek dreef de stem van de muezzin over alle deuntjes. Een halve minuut later viel de muezzin van de andere moskee in. Er ontstond een perfekte kakafonie. De barokmuziek en de popsongs waren niet meer te horen.
De kerels van de moskees deelden schreeuwend mede dat Allah groot is en Mohammed zijn profeet.
Vooral 's morgens is het om razend uit je bed te springen en een granaat naar die schreeuwtenten te gooien. Ik word elke morgen wakker om kwart voor drie bij het eerste gehuil en wanneer ik een half uur later weer ingeslapen ben beginnen ze opnieuw.
Kunnen ze hun godsdienst niet in stilte beleven ?
Eén van mijn vrienden is er erger aan toe dan ik. Hij woont in Jakarta naast een moskee en tegenover een protestantse kerk.
Als de moskee zwijgt, begint het vijftigkoppig kerkkoor onder begeleiding van een elektrisch orgel psalmen te zingen. 's Zondags komt er nog het gebeier van de kerkklokken bij.
Wanneer het religieus lawaai begint kan mijn vriend zelfs niet meer telefoneren, want hij hoort de stem van zijn correspondent niet.

Nu hoorde ik boven het geschreeuw van de moskee een barse mannenstem brullen tegen Rina.
Had er iemand gebeld? Rina zal de ingangspoort open gedaan hebben.
Nieuwsgierig ging ik kijken.
Een armoedig geklede man hield op met tieren tegen Rina en richtte zijn aandacht en een scherp geslepen sikkel op mij.
Ik ben geen held, maar ik bleef kalm.
Met een lichte trilling in mijn stem vroeg ik waarom hij zo boos was.
Met zijn sikkel gebaarde hij naar Rina.
"Mijnheer heeft mijn vrouw zwanger gemaakt!", riep hij.

Zijn woorden sloegen in als de pointe van een goede mop.De situatie was zo grappig dat ik geen schrik meer had. Ik kon mij niet langer inhouden. Ik begon te lachen. Niet gewoon lachen, nee, ik lachte bulderend en overvloedig en ik plooide bijna dubbel. Het was al grappig dat hij mij zo beleefd aansprak, maar dat kan een Indonesiër niet laten, de beleefdheid tegenover een oudere en een werkgever zit ingebakken in hun taal en kultuur, maar ik vond het nog veel grappiger dat hij dacht dat ik haar zwanger had gemaakt.
Hij kon natuurlijk niet weten dat ik net een jaar geleden een vasectomie had ondergaan. Het zou mij trouwens verbaasd hebben indien hij zou weten wat een vasectomie is.

Stomverbaasd keek de man mij aan. Ik zag opperste verwarring in zijn ogen.
Ik hikte nog na van het lachen, hield mijn buik vast en keek oprecht vrolijk in zijn ogen.
"Kom, geef die sikkel maar hier," zei ik. "Wat wil je drinken? Thee? Koffie? Arak? Bier?"
Gehoorzaam als een afgerichte hond gaf hij mij de sikkel.
Hij rook geen angst meer en voelde intuitief aan dat ik nu de bovenhand had.
Ik trok hem mee naar mijn woonkamer en bood hem een stoel aan.
Rina viel terug in haar rol van pembantu (huisbediende) en serveerde thee en voor mij een bier.
Niemand sprak een woord.
Ik keek even naar Rina. Ze was de laatste tijd inderdaad molliger geworden. Zou ze dan toch zwanger zijn? Maar van wie?

Toen begon ik mijn toespraak.
Ik sprak hem aan met mas, dat betekent "broer", een heel beleefde manier van aanspreken in het Indonesisch.
De man schuifelde een beetje ongemakkelijk op de stoel. Hij zat duidelijk liever op de grond.
Ik maakte hem duidelijk dat ik zoveel gewillige vriendinnen heb dat ik niet eens keek naar zijn vrouw. Om hem niet te beledigen vermeldde ik terloops dat zijn vrouw weliswaar niet lelijk was, maar dat ik toch niet geinteresseerd was in haar. Ik gooide er ook een islamitisch-moreel sausje over door een paar verzen van de Heilige Koran te citeren - in het Arabisch. Zoiets heeft altijd succes bij Islamieten.
De man ontspande en slurpte van zijn thee.
Hij had alleen maar geknikt en nog geen woord gezegd.
Het was voor hem niet zo eenvoudig om zich uit te drukken in het Indonesisch want zijn moedertaal was Soendanees. Laag-Soendanees, want het Hoog-Soendanees begreep ook hij niet, net zomin als ik.

"We gaan een akkoord sluiten." zei ik in het Indonesisch, "Als het kind er uitziet als een halfbloedje, als het een indo is, mag je mij vermoorden, OK? Kom terug binnen een maand of zeven."
Hij knikte.
Eindelijk opende hij zijn mond om zich te verontschuldigen voor zijn woest gedrag en dan vroeg hij mij beleefd toelating om weer te vertrekken.

Hij was nog maar net de deur uit of ik stond al in de keuken.
"Rina," zei ik, "Wie heeft je zwanger gemaakt?"
Rina lachte verlegen en zei niks.
Ik wist nu dat ze mij niks zou zeggen. Aandringen had geen zin.
Ze glimlachte het soort nietszeggende glimlachjes die zo typisch Indonesisch zijn en die mij soms razend maken.
Ik keek even naar haar met andere ogen.
Zoals ze daar voor mij stond met haar blik op de grond gericht in een sarong die haar mollig buikje omhulde was ze eigenlijk helemaal niet lelijk.
Maar wie had haar dat mollig buikje bezorgd ?

Ongeveer zeven maanden later was Rina klaar om te bevallen. Rond die tijd moest ik naar Jakarta vliegen om een zakenman uit Nederland te ontmoeten.
Ik gaf haar een hoop geld zodat Rina kon bevallen in een ziekenhuis. Gretig nam zij het geld aan en wenste mij goede reis.

Drie dagen later kwam ik terug thuis.
Rina had het geld op zak gestoken, natuurlijk had zij geen geld verspild aan dokters en zij was bevallen in mijn garage met de hulp van een oude vrouw uit de buurt. Haar zoontje zag er honderd procent Indonesisch uit. Een flinke en gezonde Indonesische baby.

Haar man heb ik nooit meer weer gezien. Rina ook niet. Twee dagen na de bevalling was zij plots verdwenen.

Mijn tuinman ook.



© Dirk Vleugels


Een meisje uit de kampung


Ze lagen samen in bed. Het meisje sliep nog. De toerist was wakker geworden van de warmte. De gammele airconditioning gaf hortende stootjes koude lucht, lang niet genoeg om de hitte te verdrijven. De toerist greep zijn polshorloge van het nachtkastje. Het was acht uur. De zon stond al hoog aan de hemel.
Het meisje werd wakker. Ze glimlachte en streek even over zijn hoofd.
Hij was vijfenveertig jaar oud maar al kaal. Zij was ongeveer twintig jaar.
Hij kende niet eens haar naam en zij wist ook niet hoe hij heette noch uit welk land hij kwam. Dat kon geen van beide iets schelen.

"Makan!" zei ze.
Hij begreep haar niet.
Ze wees met haar wijsvinger naar haar mond.
Ah! Ze wil iets eten, dacht hij.

Hij kon geen woord Indonesisch en zij kon enkel Indonesisch en Javaans.
De enige taal die ze allebei verstonden was het ritselen van bankbiljetten.

Hij had gisteren teveel gedronken. Zijn maag was nog ongesteld. Een ontbijt nemen zou hem zeker doen kotsen. Hij maakte haar met gebarentaal duidelijk dat zij eten mocht bestellen voor haarzelf, maar dat hij alleen maar zou drinken.
Het meisje nam de telefoon op en sprak in haar onbegrijpelijke taal. Dan verdween zij in de badkamer.
Hij ging op het bed liggen en rookte een sigaret.

Een kwartier later bracht een jongen een nasi goreng en twee koppen koffie.
Het meisje kwam uit de badkamer, volledig gekleed, en viel op de nasi goreng aan alsof ze drie dagen niet gegeten had. Vork en lepel raakte ze niet aan. Ze at met haar rechterhand.

Hij keek naar haar en voelde zich niet op zijn gemak. Het was vervelend om zijn pleziertje van één nacht gewoon te zien eten. Net of zij al jaren met hem getrouwd was.

Hij drukte zijn sigaret uit, nam een slok van de koffie, greep zijn broek en ging naar de badkamer. Hij sloot de deur en haalde dan zijn portefeuille uit zijn broek. Hoeveel zou hij haar geven ? Hij had geen idee van de gangbare prijzen voor een nachtje. Twee dagen geleden zat hij nog thuis in een voorstad van Londen. Gisteren was het meisje gewoon met hem meegegaan. Over een prijs was niet gesproken. Dat kon hem toen ook niet schelen. Hij was veel te dronken en ook te geil geweest om te onderhandelen over de prijs van een nacht plezier.
Hij nam een besluit. Dertig dollar zou vast wel voldoende zijn maar hij had alleen biljetten van honderd op zak en al het Indonesisch geld had hij uitgegeven in de bar waar hij haar ontmoet had.
De goedkope kamer met de slechte airconditioning had hij al betaald toen hij de vorige avond dronken binnengekomen was met zijn arm rond het meisje.
Wat nu ?
Met haar naar een geldwisselaar of een bank gaan wilde hij niet. Het meisje moest eruit, uit zijn ogen, zo vlug mogelijk. Hij wilde terug naar zijn kamer in het Hilton. In deze primitieve badkamer wilde hij niet baden. Dan maar honderd dollar, niks aan te doen. Hij trok zijn broek aan en verliet de badkamer.

Het meisje keek hem glimlachend aan toen hij zijn T-shirt aantrok.
Hij haalde een biljet van honderd dollar boven en drukte het in haar hand.
Het meisje schrok, lachte breeduit, lief, keek hem dankbaar aan en zei iets.
Hij probeerde te glimlachen en streelde even aarzelend over haar lange haren.

Dan opende hij de deur en liep de gang in, naar de uitgang, met lange passen. Zij trippelde vlug achter hem aan, maar ze kon hem niet volgen, hij was al een eind de straat in toen ze hem riep. Hij keek niet eens om.
Hesti was haar naam. Hesti Kartika. Zoals alle Indonesiërs had zij geen familienaam. Gewoon twee voornamen. Zij kwam uit een piepklein dorpje in Oost Java en ze onderging hetzelfde lot als zovele dorpsmeisjes : na een jaar huwelijk en een baby was haar man ervandoor met een andere vrouw. Ze wist dat ze hem nooit meer terug zou zien. Ergens had ze gehoord dat hij naar Balikpapan vertrokken was, en ook zijn tweede vrouw en nog een baby in de steek had gelaten. Balikpapan, in het zuidoosten van Indonesisch Borneo is een oliestad. Daar valt veel geld te verdienen in de chemische nijverheid, dat wist zelfs Hesti.
Haar baby had ze achtergelaten bij haar moeder. Dat deden andere meisjes ook. In Java zijn er veel grootmoeders die hun kleinkinderen opvoeden.
Natuurlijk wist haar moeder niet dat Hesti geld verdiende met sex. Haar moeder geloofde dat haar mooie dochter kamermeid was in een duur hotel in Bali en goed geld verdiende.

Hesti had in haar dorp de lagere school uitgelopen. Ze kon dus lezen en schrijven en ze kon een aantal verzen van de Heilige Koran in het Arabisch opdreunen, maar ze begreep nauwelijks de betekenis ervan.
Verder wist ze niets.
Ze had nog nooit gehoord van Caesar of Einstein, ze wist niet dat er in de twintigste eeuw twee wereldoorlogen waren uitgevochten, dat er in Cambodia een genocide was gebeurd, dat Beethoven en Bach prachtige muziek hebben gecomponeerd, dat het staatshoofd van Engeland geen president doch wel een Koningin is, kortom, ze was zo onwetend dat ze zelfs niet eens de geschiedenis van haar eigen vaderland kende, behalve dan dat Indonesie onafhankelijk geworden is door de Nederlanders er uit te schoppen, maar op een landkaart kon ze niet eens de ligging van haar eigen land vinden laat staan aanwijzen waar Nederland of Europa zich bevindt.

Ze kende wel een heleboel Indonesische popsongs uit haar hoofd.
En ze wist ook dat honderd Amerikaanse dollars een heleboel geld was.
Ze keek nog eens naar het groene bankbiljet. Hoeveel Rupiah zou ze daar voor krijgen bij de geldwisselaar ?

"Hey Hesti!" riep een stem achter haar rug. "Banyak duit niyee?"
Hesti schrok. Daar stond haar vriendin Yuli te grijnzen.
"Ja, veel geld." antwoordde Hesti.
"Kom mee," zei Yuli, "Ik heb een heerlijke kerel ontmoet. Hij komt uit Australië. Kom, we gaan samen eten"

Hesti ging mee. Ze wuifden naar een bemo, een klein busje dat in Bali het openbaar vervoer is en ze reden naar Denpasar.
De Australiër zat al te wachten in het restaurant.
Hesti en Yuli gingen aan tafel zitten.
Yuli kon een beetje Engels spreken, net genoeg om over onbenulligheden te praten.

Ze aten hun buik vol. Hesti zei niet veel want ze verstond geen woord van de conversatie.
Toen zei Yuli : "We gaan even de auto halen. Die toerist heeft een auto gehuurd."
Yuli en de Australiër verlieten het restaurant.
Toen kwam de ober met de rekening.
"Ik wacht op mijn vriendin" zei Hesti.

Een uur later was Hesti verplicht de rekening te betalen. Ze had enkel dat biljet van honderd dollar bij.
"Dat kunnen we hier ook wisselen," zei de Chinese eigenaar van het restaurant.
Hij gaf haar een hoopje rupiah's.
Hesti wist niet eens dat de maaltijd twintig dollar had gekost en dat de baas haar het equivalent van twintig dollar had teruggegeven. Zestig dollar had die Chinees in zijn zak gestoken.

Ze verliet het restaurant, wuifde naar een passerende bemo, stapte in, en reed naar haar armoedig kamertje.



Een verhaal van Dirk Vleugels




verderterug

Terug naar tof.at.tf

betogingHalle