Sonate (1998)
voor fluit en piano
De sonate bestaat uit de drie traditionele delen; snel traag snel.
Het eerste deel is geschreven in een sonatevorm, ttz een expositie, een doorwerking en een reëxpositie. In navolging van Johannes Brahms bestaat de expositie uit meerdere themas en wordt de doorwerking reeds voor een groot deel in de voorstelling van de themas gedaan. Na een relatief korte doorwerking komen de themas in omgekeerde volgorde terug in de reëxpositie.
Het tweede deel vormt een meditatieve overgang naar de finale. Het trage tweede deel is in contrast met het vorige deel een harmonisch veel statischer gebeuren waarin slecht een paar modulaties voorkomen. De schrijfwijze is lineair en overwegend pianissimo waardoor een zachte communicatie met de luisteraar gemaakt wordt.
Tot slot volgt zeer bruusk een heftige, energieke finale waarin op dynamisch en technisch vlak het uiterste van de uitvoerders wordt gevraagd.
B. Cox (nov. 2003)
|
|