Het Kasteel van Trazegnies

Trazegnies was de zetel van een machtig, vrij en frank heerschap en ook het begin van een van de meest bekende families van Europa: sommige heren van Trazegnies namen deel aan de kruistochten, één van hen was maarschalk van Frankrijk onder de regering van Lodewijk IX, een andere trouwde bij volmacht op bevel van Karel de Vijfde met princes Isabella van Portugal, Jan III werd Ridder van het gulden Vlies benoemd en anderen kregen hoge ambten van Gouverneurs van de Nederlanden.

Het huis van Trazegnies bezat een kasteel dat zijn naam waardig was. Van de vesting die door Gilles I gebouwd werd, bestaan nog alleen romaanse kelders voort die een zeldzame getuigenis zijn van de XIde eeuw.

De vesting werd vernield en verbrand in 1554 door de troepen van de Koning van Frankrijk Henri II. Het geheel werd weer opgebouwd aan het einde van de XVIde eeuw maar het onderdeel van het ingangskasteeltje is een overblijfsel van de XIIIde eeuw. In het begin van de XVIIde eeuw liet Gillion-Othon van Trazegnies (illustratie)

een prachtig hoofdgebouw oprichten, dat het juweel van het huidige kasteel is en een uniek voorbeeld in België van de Louis XIII stijl in de bouwkunst.

Toen de laatste markies Alexandre stierf, erfde zijn nicht de bezitting die ze later overdeed aan een kolenmaatschappij die het goed in percelen verdeelde en dan aan particulieren verkocht die het goed in 1913 aan de staat overdeden. Na het instorten van de hoektoren in 1922 bleven alleen de grondvesten met de Gotische kelder over. Daar kan men de centrale peiler zien met het typisch Gotisch lijstwerk van de XIde eeuw. Kapiteel met onderbroken vlakken, zuil monostijl volledig in de lokale blauwsteen. Deze zuil ondersteunt de ribben die het gewelf in zes delen verdeelt.

En 1926 stortte bijna het verlaten kasteel in en men wilde het fotograferen en dan slechten.

In die tijd werd de verenigin "De Vrienden van het kasteel" gesticht onder de verantwoordelijkheid van de architect Marcel Simon. Het doel was de restauratie, de bewaring, het onderhoud en inrichting van het kasteel en het park. Een gigantisch consolidatiewerk werd dadelijk aangevat en de meest dringende restauratiewerken werden uitgevoerd. Het is pas na de tweede wereldoorlog dat het hoofdgebouw Louis XIII gerestaureerd werd en dat de enige overblijvende koektoren uit de XVIde eeuw heropgericht werd.

In 1972 werd het schitterende kasteetje dat de kasteeltoegang vormt en dat dreigde in te storten, gerestaureerd. Ook de kapel, de bibliotheek en twee zalen werden in hun oorspronkelijke staat hersteld. In een van de zalen kan men een zeer mooie penant van de XVIIIde eeuw bewonderen en in de andere zaal een schoorsteenmantel in blauwsteen en typische Renaissance stijl van begin XVIIde eeuw.

Een campagne van opgravingen door de waalse gemeenschap gefinancieerd die drie jaren in 1997-1998 en 2000 gebeurde heeft de verdedigingsgracht kunnen situeren die de middeleeuwse wal volgde en de aanwezigheid van een escarpe heeft de hoekgebouwen kunnen laten terugvinden en zo een origineel verdedigingsysteem aan de voet van het ingangskasteeltje kunnen laten ontdekken.

In 2002, 2003 en 2004 werden grote restauratie en versterlingswerken gerealiseerd: ze hadden ook als doel het gebouw te rehabiliteren om het een cultureel belang in de streek te geven.

Twee nieuwe moderne zalen en de zaal van het kasteeltje waarvan de ruimte tot het dak open is, kunnen voor tentoonstellingen en culturele manifestaties gebruikt worden. Men heeft de oude structuren in hun echtheid geëerbiedigd maar de nieuwe elementen die toegevoegd werden zijn modern.

De nieuwe inrichting van het park die in 2004-2005 gerealiseerd werd, geeft aan het kasteel een luister sinds de XIXde eeuw verloren. De sporen van de opgravingen werden op de grond gematerialiseerd : een dolomieweg volgt de droge gracht die het kasteel omringde en de primitieve wal uit de XIIIde eeuw wordt door een beukenhaag gesignaleerd. Een plataan die bijna drie honderd jaar oud is, in het midden van het voorplein, werd als merkwaardige boom van België geklasseerd.

De huidige vereniging van de "Vrienden van het kasteel" heeft als doel het kasteel te doen leven door de organisatie van culturele activiteiten zoals : tentoonstellingen,concert, theater,Kerstmismarkt, Papier en boekmarkt, geleide bezoeken ,...

De salons zijn met Louis XV en Louis XVI meubels versierd en met een verzameling van porseleinen van Doornik, zilverwerk, Chinese voorwerpen. We bezitten ook een museum, uniek in België "Leven en Werk van onze Voorouders": onder het XVIde eeuwse timmerwerk ziet men een belangrijke en merkwaardige verzameling van 3.000 werktuigen en voorwerpen uit het einde van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste eeuw die 40 ambachten voorstellen.

In de nieuwe zalen is er een uitstalling van beroemde artiesten zoals:

- Jean Ransy, de kunst van het symbolisme

- Albert Mascaux, impressionistische

- Roméo Dumoulin, kenner van het volksleven

In het kasteeltje is er een tentoonstelling van schilderijen en beeldhouwwerk van Charles Delporte, de aanschouwer die zijn kunstwerken in de vijf werelddelen voorstelt.

 

Elk jaar organiseren we tentoonstellingen met verschillende thema's :

-"Henri Beyaert, architekt"

-"De Gulden Vlies, prinsennet"

- "Het Tapijtwerk van Bayeux"

- "Leven en Werken op de waterwegen in het verleden"

- "Oude werktuigen van Wallonië"

- "De familie Simon uit Trazegnies, drie generaties van architekten "

-"De Heren van Trazegnies, geschiedenis van een vrijplaats "

- "Verfijnde wreedheid, wapens uit Azië"

- "Leven en Werk van onze Voorouders" verwijzing naar het museum

- "Trazegnies, wandeling in het verleden" - tentoonstellingen van postkaarten

 

De geleide bezoeken gebeuren gedurende de hele zomer d.w.z. vanaf 1mei tot 30 september van 14;30 tot 17;30 alle zaterdagen, zondagen en feestdagen - U zult met een gids het kasteel, zijn talrijke zalen, zijn kelders, zijn park en zijn restaurant ontdekken.

Het Kasteel van Trazegnies staat daar ondanks de schade die het heeft ondergaan als een getuige van een prachtig verleden, trouw aan zijn motto " Tan Que Vive".