Trappistenbieren

TRAPPIST en/of ABDIJBIEREN :

Historie - Trappistenorde:

De Trappisten zijn een religieuze orde, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de zesde eeuw, toen vanaf 530 Benedictus van Nursia zijn regel begon te schrijven in het door hem gestichte klooster van Montecassino (Italië). Zijn volgelingen, Benedictijnen genoemd, zwermden uit over heel Europa. Na een hervorming in 1096 scheurden zich een deel van deze Benedictijnen af en vormden een nieuwe religieuze orde, de Cisterciënzers, genoemd naar het eerste klooster van deze observantie te Cîteaux in Boergondië. Vanaf 1664 ontstaat binnen deze orde een strekking, die de regel van Benedictus zeer strikt naleeft. Zij worden Trappisten genoemd naar de eerste abdij die deze observantie volgde, La (Grande) Trappe in Normandië. Vanaf 1892 wordt deze strekking in de Cisterciënzers een zelfstandige orde.

Historie van Trappistenbier:

De oudste verwijzing naar het brouwen van bier in kloosters vinden wij op een plan van de abdij van Sankt Gallen uit 820. Deze abdij in Duitssprekend Zwitserland beschikte toen reeds over een mouterij en een brouwerij. Het kloosterbrouwen verspreidde zich zeer snel over gans Europa, zodat naar het einde van de middeleeuwen nagenoeg iedere abdij over een eigen kloosterbrouwerij bechikte. In 1796 kwam er echter een abrupt einde aan dit alles. De Franse revolutionaire regering schaft de kloosters af en verkoopt hun eigendommen openbaar. Wanneer we nu over trappistenbier spreken, dan bedoelen wij daarmee de bieren, gebrouwen door de monniken in de abdijen die na 1796 gesticht of herbevolkt werden. Westmalle, gesticht in 1804 geniet de eer als eerste - in 1836 - bier te hebben gebrouwen, gevolgd door Westvleteren, gesticht in 1831, eerste brouwsel 1839. Later volgden Chimay, gesticht in 1850, eerste brouwsel in 1863, Rochefort, herbevolkt in 1887, eerste brouwsel in 1907 en Orval herbevolkt in 1926, eerste brouwsel in 1934. Oorspronkelijk brouwden deze abdijen slechts voor eigen gebruik, doch reeds in 1861 (Westmalle) en 1859 (Chimay) wordt gestart met de verkoop.
In 1686 sticht Petrus van Eijnatten uit Eindhoven in Achel (Limburg) een gemeenschap van kluizenaars Sinds die tijd is de Achelse Kluis een ware edelsteen in het Kempische landschap, een centrum van gebed, beschouwing. In 1845 stichten  monnikken uit het Trappistenklooster van Westmalle er een nieuwe vestiging maar werdt er geen bier gebrouwen. Maar sinds 1998/99  is ons land een Trappistbrouwerij rijker. Er wordt sinds dan eein Achel een lichte en een donker trappistenbier gebrouwen. Het bier kan men alleen ter plaatse aangeschaft of genuttigd worden in de opgekalfaterde oude paardestallen van de abdij.

Grenzend aan de gemeentes Moergestel, Hilvarenbeek en Tilburg  (Nederland), ligt in Berkel Enschot het Trappistenklooster "Onze Lieve Vrouwe van Koningshoeven" (De Schaapskooi). Omdat een van de broeders een zoon was van een Duitse brouwer, werd in 1884 besloten om over te schakelen op het brouwen van trappistenbieren  Begin 1999  besloten de directie van de brouwerij en de Paters Trappiste van "La Trappe" naar een partner te gaan zoeken. Voorwaarde om tot een overeenstemming te komen was dat de partner de traditie, receptuur en authenticiteit van de brouwrij zou respecteren. Bavaria te Lieshout voldeed volgens hen aan deze criteria en zo werd in april 1999 een samenwerking met deze brouwerij aangegaan. De Paters Trappisten blijven eigenaar van de merknaam La Trappe en controleren het brouwproces. Hierdoor kan La Trappe als trappistenbier door het leven blijven gaan (???). Het bier wordt nu dus niet meer in de abdij zelf gebrouwen en voldoet dus eigenlijk niet meer aan al onze eisen voor een "echt" Trappistenbier (zie punt 1 hieronder). Het bier zou dus eigenlijk bij de abdij- en kloosterbieren moeten geklasseerd worden. Er zijn nog abdijen in ons land, die bier hebben gebrouwen, doch zij hebben allen, reeds sedert jaren, hun brouwactiviteiten stopgezet. Enkele voorbeelden hiervan zijn o.a. Affligem, Maredsous, Beaumont, Tongerlo, etc. Ook deze abdijen gebruiken de betekening "Trappist" niet op hun bieren.

De benaming "Trappist" :

De naam " Trappistenbier " vindt zijn oorsprong bij de Cisterciënzers Trappisten van de abdij Scourmont in Chimay in België. In 1850 werd deze abdij gesticht door de monniken van de abdij van Westvleteren bij Poperinge.
In 1861 werd een brouwerij gebouwd in Scourmont en de naam Trappistenbier gegeven aan het bier dat door de monniken werd gebrouwen.
Indien de monniken van Scourmont de eerste zijn geweest om hun bier te commercialiseren, dan dient toch gezegd te worden dat Westmalle door de bevolking reeds als brouwerij was gekend. De biergist werd er immers verkocht aan de bakkers. In Westmalle wordt gebrouwen sinds 1836. In het jaar 1872 werd het bier ook aan particulieren verkocht, maar het is pas in 1920 dat de commercialisatie werd doorgevoerd.
" TRAPPIST " is dus geen naam voor het type bier, maar enkel een verwijzing naar de herkomst. De verschillende herkomsten zijn naast Westmalle ook nog Westvleteren, Achel, Chimay, Orval en Rochefort in België en verder de abdij van Berkel-Enschot (La Trappe) bij Tilburg in Nederland.
Al deze " Trappisten " hebben hun eigenheid, hun typische aroma´s en smaken, die geen van alle dezelfde zijn.
De benaming "trappistenbier" of  kortweg "trappist" mag uitsluitend gebruikt worden voor de bieren die voldoen aan volgende criteria:

1. De bieren moeten gebrouwen worden binnen de muren van een trappistenabdij: door de monniken zelf of door hun medewerkers, met respect voor de waarden die de monniken vertegenwoordigen.

2. De bieren moeten voldoen aan een aantal strikte kwaliteitsnormen. Kwaliteit staat boven winstmaximalisatie of uitbreiding van de productie.

3. Opbrengsten zijn bestemd voor het onderhoud van de abdijgemeenschap en worden verder ter beschikking gesteld van caritatieve doeleinden.

De enige 6 "echte" Trappistenbieren ter wereld zijn dus:
Chimay, Orval, Rochefort, Westmalle, Achel en Westvleteren.
NOTA: ook in Nederland wordt een z.g. "Trappist" op de markt gebracht nl. de "La Trappe" van Koningshoeven. Aangezien dit bier niet op de abdij zelf wordt gebrouwen is dit dus geen echt Trappistenbier maar wel een Abdij- of Kloosterbier. Zie ook " Kloosterbieren".

De Trappistenbieren:

1) CHIMAY :

Historie:

De Cisterciënzermonniken van Chimay moesten niet alleen in hun eigen levensonderhoud voorzien, maar ook in dat van hun stichtingen. Tevens dienden ze de werkgelegenheid in eigen streek te steunen. Daarom legden ze zich vanaf 1862 toe op de productie van Trappistenbier en -kaas. Dankzij hun typische karakter en de hoge kwaliteit vielen deze producten meteen in de smaak.

Chimay is een authentiek Trappistenbier: het wordt gebrouwen in een Trappistenklooster onder toezicht en verantwoordelijkheid van de monnikenorde. Chimay is ook de naam van 4 kazen. Hun echt unieke karakter is ontstaan uit een eeuwenoude vakkennis zodat iedereen valt voor hun smaak.

Verdere informatie over de Abdij Notre-Dame de Scourmont en haar monnikenorde kunt u vinden op: "www.scourmont.be."

Het bier:

Er worden hoofdzakelijk drie biersoorten geproduceerd. Men herkend de verschillende bieren aan de kleur van het flessencapsule en/of het ettiket. De soorten zijn de rode-. de blauwe- en de witte-chimay.

Chimay Rood 7°-33cl 

 

Hier Klicken

Chimay Rood 7°-75cl (Premiere)

Hier Klicken

 

De Chimay-Rood (Rouge) is het originele bier en wordt best, zoals alle anderen trouwens, fris maar niet te koud gedronken (10 - 15º C). De Chimay Rood (Rouge) bezit een stamwortsterkte van 15,5 Grad Plato en een alcoholgehalte van 7% Vol. Het is een koperkleurig bier met een roomachtig schuim met een standvastige smaak. Het is zacht en toch kruidig en fruitig zoet met een lichtzurige zweem van rode aalbessen.

Voor langdurige bewaring en rijping van de 75 cl -flessen zie Chimay - Blauw

 

Chimay Wit 8°  - 33cl.

Hier Klicken

Chimay Wit 8° - 75 cl  (Cinq Cents)

Hier Klicken

 

Deze elegante creatie bezit een stevige en droge grondsmaak. Dit bier is, niettegenstaande het relatief hoge alcoholgehalte van 8 % VOL en een stamwortgehalte van 17,35 Grad Plato, een lichte en slanke verschijning. De nasmaak geeft het uitgesproken hopkarakter van het bier weer en dit samen bij en met, een meer zurige ondertoon dan  de twee andere trappistsoorten.. Wordt best fris maar niet ijskoud gedronken. (10 - 15º C).

Voor langdurige bewaring en rijping van de 75 cl -flessen zie Chimay - Blauw.

 

Chimay Blauw 9°-33cl.

Hier Klicken

Chimay Blauw 9°-1.5l - Grande Reserve

Hier Klicken

 

De Chimay-Blauw is mijn favoriet onder de Trappistenbieren. Het is een sterk op wijn gelijkende Chimay-trappist. Dit bier heeft een goed kruidige en fruitige smaak. Een ideaal biertje om bv. in de winter voor de open haard te "verorberen". Het heeft een stamwortgehalte van 19,6 Plato en een alcoholgehalte van 9% VOL. Het produktiejaar wordt op het ettiket vermeld. Het bier in de grotere flessen wordt als "Grande reserve" bestempeld.

Het opslaan en rijpen ervan moet gebeuren in een koele en donkere ruimte, echter nooit in een ijskast.!!! Voor het langdurig opslaan gebruikt men best de 1,5 Ltr flessen en deze worden dan liggend of halfliggend opgeslagen. Opslagtemperatuur is, zoals bij wijn, 10 - 15º C. Breng ook een merkteken aan op de flessen zodat deze steeds in dezelfde stand kunnen herplaatst worden na een eventuele behandeling. Tijdens het serveren wordt dit merkteken, waartegenover al de droesem zich afgezet heeft, ook opwaarts gehouden tijdens het schenken en/of het liggen in een serveringsmandje. Wordt best fris maar niet ijskoud gedronken. (10 - 15º C).

 

Chimay Wit 8°-1.5l  (Triple)

Hier Klicken

 

Is hetzelfde bier als in de 33cl en 75 cl flessen. Deze elegante creatie bezit een stevige en droge grondsmaak. Dit bier is, niettegenstaande het relatief hoge alcoholgehalte van 8 % VOL en een stamwortgehalte van 17,35 Grad Plato, een lichte en slanke verschijning. De nasmaak geeft het uitgesproken hopkarakter van het bier weer en dit samen bij en met, een meer zurige ondertoon dan de twee andere trappistsoorten.. Wordt best fris maar niet koud gedronken.

Voor langdurige bewaring en rijping zie "Chimay - Blauw".

2) WESTMALLE

De Abdij der Trappisten Westmalle bestaat sinds 1794 en is gesitueerd ten Noord-Oosten van Antwerpen.Volgens aloude gewoonte brouwen de Trappisten er bier. Ook vandaag nog !
De monikken van Westmalle nemen de kunst van het bierbrouwen zeer ter harte. Door toe te zien op de leiding van de brouwerij, staan zij er borg voor dat deze traditie niet teloor gaat.
Bier dat in een trappistenklooster wordt gebrouwen, moet per definitie een kwaliteitsproduct zijn. Dat krijgt in Westmalle absolute voorrang op de expansie van de brouwerij.
Tot 1836 was de gewone drank van de monniken van Westmalle, zonen van abt de Lestrange, niets anders dan zuiver putwater.Wegens het invoeren van een decreet op 22 april van datzelfde jaar moesten de monniken overschakelen op de volksdrank van de streek, water, afgeroomde melk en bier.

De Brouwerij:

Om geen bier te moeten kopen werd besloten om dit zelf te gaan brouwen, daartoe werd op 1 augustus 1836 met de bouw van een brouwerij begonnen. Het bier werd aanvankelijk, helemaal niet, maar omstreeks 1860 sporadisch aan een of andere vriend van de abdij verkocht.
Op 2 september 1933 werd in het kapittel gestemd voor de bouw van een geheel nieuwe brouwerij. Op 5 februari 1934 begon men de fundamenten te graven, intussen bleef de bestaande brouwerij in werking. De bron van inkomsten was tevens een middel tot sociale hulpverlening en missiehulp.

De brouwerij produceerd het zogenaamd "klassieke" Belgische Tripelbier. Dit is een sterk maar lichtgekleurd met een dikke schuimkraag, sterk kruidig en een scherpte als dat van een tarwebier..
De abdij van Westmalle produceerd ook nog twee andere biertypes. het "gewone" bier dat eigenaardig genoeg "Extra" wordt genoemd en ons misleid om te denken dat het hier een extra sterk bier betreft hetgeen echter totaal onjuist is. Het was dit bier dat origineel geproduceerd werd (en wordt) om door de paters zelf gedronken te worden.

The "Dubbel" is een donkerkleurig Trappistenbier dat volledig van de Trippel verschild. De dubbel heeft dus een eigen smaak en karakter. Dit bier wordt door velen soms gedronken onder toevoeging van wat "smoss" (grenadine)...spijtig !
Het trappistenbier wordt zeer veel "nagemaakt" en één van de betere."valse" Trappisten is bv. het zg. "abdijbier" van De Smedt dat onder de naam "Affligem" op de markt is.Ik moet toegeven dat, na het drinken van een paar stevige, kruidige en alcoholsterke "Trappistjes", ik mij niet kan ontdoen van een droombeeld van zingende, dansende en drinkende monniken op weg naar de kappel voor het gezamelijk "gebedsrondje"

Trappistenkaas:

Minder, of tenminste slechts plaatselijk bekend is dat de monniken van Westmalle ook eigenhandig een Trappistenkaas bereiden. Honderdtwintig melkoeien van het ras ' Groningse Blaarkoppen ' staan in voor de benodigde verse volle melk van de allerbeste kwaliteit. Op traditioneel ambachtelijke wijze wordt hiervan door de monniken zelf een voortreffelijke kaas gemaakt, volkomen natuurlijk en uiterst voedzaam

De bieren:

Westmalle Dubbel 7°- 33cl 

Hier Klicken

 

Deze donkerbruine trappist bezit een licht-bloemig boeket en prikkelt licht- en aangenaam op de tong. Men proeft de geroosterde malt, mokka, zoethout, bessen, bananen en geroosterd brood.

Westmalle tripel 9°- 33cl.

Hier Klicken

Westmalle Tripel 9°- 75cl (Geschenkpakking)

Hier Klicken

 

Is een goudblond Trappistenbier met een kruidig aroma met volle hopsmaak. Iets bitter in de nadronk met een zweem van citroenen, sinaasappelen en caramel.

Wordt best fris maar niet ijskoud gedronken. (10 - 15º C).

Voor langdurige bewaring en rijping van de 75 cl -flessen zie "Chimay - Blauw".

3) LA TRAPPE  ("Onze Lieve Vrouwe van Koningshoeven") :

Overzicht bierbrouwerij en abdij  De KoningshoevenGrenzend aan de gemeentes Moergestel, Hilvarenbeek en Tilburg, ligt in Berkel Enschot het Trappistenklooster "Onze Lieve Vrouwe van Koningshoeven". Volgens de leer van St. Benedictus moeten de Trappisten door de het werk van eigen hand in hun levensonderhoud voorzien.

Het brouwen van bier was het dagelijks werk van de Paters Trappisten sinds 1884.
Aanvankelijk leefden de Paters Trappisten van de landbouw en veeteelt. Omdat de communiteit groeide, waren al snel de inkomsten niet meer toereikend. Omdat een van de broeders een zoon was van een Duitse brouwer, werd in 1884 besloten om over te schakelen op het brouwen van trappistenbier. Op de Abdij wordt ook likeur en kaas geproduceerd.

Vanwege de toenemende concurrentie in de speciaalbiermarkt en om La Trappe die aandacht te geven die het verdient, besloten de directie van de brouwerij en de Paters Trappisten begin 1999 naar een partner te gaan zoeken. Voorwaarde om tot een overeenstemming te komen was dat de partner de traditie, receptuur en authenticiteit van de brouwrij zou respecteren. Bavaria te Lieshout voldeed aan deze criteria en zo werd in april 1999 een samenwerking met deze brouwerij aangegaan. De Paters Trappisten blijven eigenaar van de merknaam La Trappe en controleren het brouwproces. Hierdoor kan La Trappe (volgens de paters aldaar) als trappistenbier door het leven blijven gaan. Volgens ons is het hierdoor een zuiver "abdij- of kloosterbier" geworden en zou de naam "Trappist" niet meer mogen dragen....!.

Het bier:

Het bier dat geproduceerd wordt gaat onder de naam "La Trappe. Het werd vroeger op de Abdij zelf gebrouwen maar wordt sinds 1999 uitgegeven aan de brouwerij Bavaria en aldaar onder licentie aangemaakt. Het is dus eigenlijk geen "echt" trappistenbier meer maar een Abdij-of klooster-bier. Er worden vier varianten geproduceerd: de "blonde" is een licht bier met een alcoholgehalte van 6 % Vol.

Verder is er een "Dubbel" met een alcoholgehalte van 6,5% VOL. De dubbel is een vol en kruidig bier en heeft een diep-rode kleur en een sterke schuimkraag, de tripel met 8 % alcohol is een iets sterker gekruid bier met hopkarakter. De "Tripel" is een een donkerblond bier met een fruitige, kruidige en bitterzoete nasmaak Deze Tripel is wel licht van kleur maar heeft niet dezelfde goudachtige kleur als een Westmalle Trappist. Tenslotte is er nog de La Trappe "Quadruple". Dit is een nieuwsoortig bier en wordt slechts iedere herfst geproduceerd. De smaak ervan is heel complexen het heeft een droge nasmaak.. Het alcoholgehalte ervan is ±10 % VOL.

4) ACHEL :

Historie:

Hamont-Achel is een fusiegemeente gelegen in het Noorden van Limburg, vlak aan de Nederlandse grens. Hamont-Achel is bekend om haar rijkdom aan groen.
Het eerste historische document waarin de naam Hamont vermeld is, dateert uit 1257. De oudste vermelding van Achel vindt men terug in de Pauselijke bul van 1139. Maar beide sites bestonden zonder twijfel al veel langer.
In de middeleeuwen vormden Hamont en Achel samen met het naburig gelegen Sint-Huibrechts-Lille de heerlijkheid Grevenbroek. Het domein was in handen van het kapittel van Sint-Servaas uit Maastricht. Een voogd had als taak het gezag van het klooster in de streek te doen handhaven.
Na een gewapend conflict verloor Grevenbroek in 1401 haar autonomie aan het prinsbisdom Luik. Vanaf de tweede helft van de 16de eeuw werd Hamont herhaaldelijk geplaagd met tegenslagen. Zware branden en plunderingen zorgden voor een grote emigratie, voornamelijk naar Nederland.
Tussen 1796 en 1910 was Achel de hoofdplaats van een kanton van zeven gemeenten. In 1977 fuseerden Hamont en Achel tot de fusiegemeente Hamont-Achel en heeft een kerk (eind 18de eeuw gerestaureerd, deels herbouwd tussen 1904 en 1911) met 16de-eeuwse delen. De Tomptoren (13de eeuw; gerestaureerd) is een overblijfsel van de burcht Grevenbroek.

De geschiedenis van de Achelse Kluis : (Sint Benedictus Abdij Achel)

Ergens in een uithoek van het Vlaamse land, verborgen tussen akkers en bossen op de grens met Nederland, ligt aan het water van de Tongelreep, de Achelse Kluis. Reeds drie eeuwen wordt deze plekgronds geheiligd door het "Ora et labora", bid en werk, volgens de geest van St. Benedictus
De Achelse Kluis is tot ver buiten de stad bekend. Haar oorsprong gaat terug tot de 17de eeuw. De vrede van Munster beëindigde de Tachtigjarige Oorlog tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Het verdrag verbood de uitoefening van de katholieke eredienst. Diverse noodkerken werden vlak over de grens opgericht. In 1656 bevindt zich dus in deze afzondering van het land van Achel, behorende tot het prinsbisdom van Luik, een gebedshuis voor de katholieken uit de vlaamse omstreken en het protestantse Nederland. In 1686 sticht Petrus van Eijnatten uit Eindhoven op deze plek een gemeenschap van kluizenaars Sinds die tijd is de Achelse Kluis een ware edelsteen in het Kempische landschap, een centrum van gebed, beschouwing en vandaar ook de naam "Achelse Kluis" (van kluizenaar).
In de 19de eeuw (± 1840) werden de gebouwen opgekocht door de Trappisten van Westmalle. De "Achelse Kluis" (sinds 1871 St.-Benedictusabdij) is een trappistenklooster dat in 1845 als priorij werd gesticht. De oorspronkelijke kloostergebouwen, daterend uit 1685, werden in 1945–1950 herbouwd.
In 1871 werd de Achelse Kluis een zelfstandige abdij. De orde leefde van het aanmaken van kaas en het kweken van groenten. Bier werdt er enkel gebrouwen voor eigen gebruik. In de periode van de eerste wereldoorlog geraakte de Abdij wat in verval en werdt door de Duitsers (?) gedeelteijk verwoest.
Na de tweede wereldoorlog begon men met de wederopbouw. Men wou vier gescheiden afdelingen bouwen maar slechts twee ervan werden gerealiseert. De paters van Achel herbegonnen met de landbouw, het kweken van groenten, het bakken van brood, aanmaken van kazen. Ook werd een kleinere meubelmakerij, een drukkerij en een winkel opgericht. Men kon dan ter plaatse, in hun winkel landbouwproducten, allerlei handwerk, CD's, boeken, brood en gebak en verschillende kazen aankopen. Door de grote wijzigingen en zware tijden in de landbouw werden grote delen van het landbouwareaal van de Abdij verkocht. Er bleef dan alleen nog de winkel en (hetgeen ons intresseerd) een kleine brouwerij en de Taverne over, om in het levensonderhoud van de Paters Trappisten te voorzien.
Door de enorme verhoging van de vraag naar het Trappistenbier, werden ook in Achel de brouwactiviteiten op een grotere schaal hervat in 1998. Het brouwen van bier was geen nieuwigheid in Achel. Historisch gezien werdt er altijd bier gebrouwen behoudens een "Kleinere" onderbreking van 1917 tot 1998. De geschiedenis van de Achelse trappist is er eentje van vallen en opstaan. Gedurende geruime tijd heeft de brouwerij van Hoegaarden "Achel trappist" onder licentie gebrouwen. In die periode verdiende Achel dus niet het logo van authentiek trappist 
Sinds 1998/99 wordt er opnieuw in het klooster gebrouwen en is Vlaanderen dus een "echte" Trappistenbrouwerij rijker.

Het bier:

Het was in 1998 juist 84 jaar geleden dat hier nog voor het laatst bier werd gebrouwen. Maar sinds 1998 kan men in Achel in de taverne weer een authentiek trappistenbier proeven, gebrouwen in de huisbrouwerij van de Achelse Kluis. Er wordt in Achel een lichte en een donkere versie van trappist gebrouwen die plaatselijk kan gedronken of aangekocht worden . Sinds 1998 wordt er opnieuw een authentiek abijbier gebrouwen.Sinds de zomer 2001 is de Achel "8" ook op fles te verkrijgen.

Trappist Achel 8 Blond:

 

Alcohol volume   8%

Kleur: Vossengeel.

Houdbaarheid bij 10 - 15º C  ± 2 jaar.

Flesseninhoud: 33 cl

Kommentaar: Achel 8 is een vol bier met een duidelijke smaak van hop en malt. Het is matig-bitter en zuurzoet bier dat middelmatig gehopt werd en aangemaakt met een licht gekaramelizeerde mout. Het bezit een stevige schuimkraag en is heel stabiel.

Wordt best bij 12-14º C gedronken.

 

De Brouwerij:

De brouwerij wordt geleid door Broeder Antoine die, volgens onze gegevens, de vroegere brouwmeester was in Westmalle, Westvleteren og Orval. Brouwmeester zelf is Broeder Thomas en hij staat garant voor de inmiddels vermaarde kwaliteit van het bier, dat alleen gerst, hop, gist en water bevat.
Hierboven ziet U een gedeelte van de brouwerij van Achel. Links ziet U de opslag en rijpingstanks van het Trappistenbier.

De Taverne en winkel:

De Taverne is gelegen in de hof van de Abdij en gelegen in de heropgemaakte oude paardenstallen van het klooster. Men tapt er drie soorten Trappistenbier, nl: de 4-, 5, en 6º. Door de begrensde opslagruimte kan men hier de bieren niet laten rijpen zoals in de andere Trappistenbrouwerijen en is het aanbod dan ook beperkter.
Sinds 2001 is de Achel 8º echter ook op fles verkrijgbaar. Voor de openingstijden van de Taverne en de winkel zie bovenstaand beeld.

5) WESTVLETEREN :

Van alle trappisten is het bier commerciëel verkrijgbaar. Voor het vijfde Belgische bierproducerende trappistenklooster, de St. Sixtus abdij in Westvleteren, geldt dat niet. Formeel zijn er twee plaatsen waar het bier verkrijgbaar is: de abdij zelf, en de staminee ertegenover (In de Vrede). Nu en dan kom je een kroeg tegen die het echte Westvleteren trappist ook verkoopt: en deze gaan dus, net als ik, het bier aan de abdij kopen.

Openingstijden in Westvleteren

opening_westvleteren.gif (53834 bytes)

Het beeld hier links is eigenlijk duidelijk genoeg. Er zijn drie soorten bier, dewelke door de paters genoemd werden naar het aantal "graden" alcohol van het brouwsel.. Die graden zijn niet gelijk aan het alcoholpercentage, maar er lijkt toch wel enige correlatie in te zitten: de 6º is ook 6%, de 8º is 8%, alleen de 12º voldoet niet helemaal aan de verwachting en blijft op 11% steken.

De bieren zijn uitsluitend te koop in het verkoopcentrum naast de abdij, openingstijden: 10-12u en 14-17u. Geen verkoop op vrijdagen, zondagen, op alle wettelijke vrije dagen, van 1 tot 14 januari en de week na de derde zondag van september. Niet alle soorten zijn altijd op voorraad. Bel daarom kort voor vertrek even met de biertelefoon: +32 57 40 10 57.
Maximaal 10 bakken per auto.

Adres: Sint Sixtusabdij, Donkerstraat 12, 8640 Westvleteren, Tlf. 057-400376 en 057/401420. website: http://www.sintsixtus.be.

 

Het bier: 

Westvleteren produceerd vandaag 4 biertypes die geklasserd worden volgens de "oude" Belgische graad-indeling als de 4-6-8 en de 12. De bieren zijn te onderscheiden door de kleur van de capsules die respectievelijk groen, rood, blauw en geel gekleurd zijn. Het had natuurlijk gemakkelijker geweest, indien de flessen voorzien waren van een ettiket ...!!!.

Westvleteren 4º (Groen)

:

De "4" heeft een groene capsule en heeft een alcoholsterkte van 4% VOL. Dit bier wordt alleen door de paters Trappisten geconsumeerd.

Westvleteren 6°: (Rood)

Het bier met de volle smaak

Lichter dan zijn familieleden, de 6°. Vergelijkend tussen de bieren onderling is dat wel te merken. Maar vergelijk de 6° met concurrenten zoals de "Westmalle" en de "La Trappe" van hetzelfde kaliber, en oordeel zelf.

De "6 Special" heeft een rode capsule en is normaal 5,8% sterk..

Westvleteren 8º: (Blauw)

Bier voor mannen !

Westvleteren 8° is een echt allround bier. Bitter genoeg om een goede dorst te overwinnen, zoet genoeg om er van te kunnen genieten, sterk genoeg om de genieter al tijdens het drinken aan de mogelijke gevolgen te herinneren.
Gooi daar nou geen grenadine in... Als de ingenieur-brouwer dat bedoeld had, had hij dat zelf wel gedaan.
De 8 "Extra" heeft een "blauwe capsule.en bezit  8,4% alcohol .Normale sterkte:  ± 8%
Kleur: Rood-bruin.
Smaak  gerookte maltsmaak, droog en een zweem van appelsienen

Serveren bij 12-14º C

 

Westvleteren 12º: (Geel)

Onderhevig aan imitatie !!!

Hoewel de 8º versie meestal mijn voorkeur geniet, is Westvleteren 12° een bier dat vaak als referentie wordt gebruikt.

De "12 Abbot" heeft een gele capsule en heeft een alcoholsterkte van 10,8%. Normale sterkte: 11.5% VOL. Dit bier is het meest bekende van de drie Trappistenbieren van Westvleteren.
Het is een donkerbruin en vol bier met een zeer droge, en kruidige smaak van geroosterde malt.
Het is een van de bieren waar men het moeilijkst kan aangeraken: het is namelijk bijna steeds uitverkocht...!

Serveren bij 12-14º C.

 

Westvleteren: Imitatie:

NOTA: Er is een brouwerij die "St. Sixtus" bier op de markt brengt. Hoewel de namen van hun bieren (Pater, Prior en Abt), alsmede de naam "St. Sixtus" en de locatie van de brouwerij in West Vlaanderen een relatie met de abdij in Westvleteren doet vermoeden, is dat in elk geval aan de smaak van het bier niet te merken. Een redelijk goede poging om Westvleteren 12º te imiteren is de donkere variant van het "Kasteelbier". Een direkte vergelijking tussen de beide bieren leveren in eerste instantie een verrassende gelijkenis op. De nasmaak van de ambachtelijke en "echte Trappist" van Westvleteren is echter heel anders en geniet duidelijk mijn voorkeur. Het Kasteelbier wordt waarschijnlijk in veel grotere hoeveelheden en met de nodige conserveringsmiddelen aangemaakt.

Beperkingen en prijzen :

Bij de abdij verkoopt men uitsluitend "bakken". Geen plastic kratten, maar houten bakken, gevuld met flesjes zonder etiket (alles wat je weten moet staat op de gekleurde capsuledop). Die bakken zijn in prijs niet of nauwelijks duurder dan commercieel verkrijgbare trappistenbieren in de gemiddelde winkel.
Bij "In de Vrede", in een klein winkeltje in het café, verkoopt men ook losse flesjes. Als er een bier ontbreekt bij de abdij, is het over het algemeen bij het café wel te krijgen. De prijzen zijn echter navenant.
Het assortiment van "In de Vrede" is uitgebreider: men verkoopt er ook kaas, paté en andere abdij-artikelen

6) ROCHEFORT :

De derde van de Trappistenkloosters in de Ardennen is gesitueerd in de nabeiheid van Namen. Het is een weinig bekende brouwerij en dit zeker in het buitenland. De brouwerij van de abdij van Notre Dame de Saint Remy in Rochefort is gesloten voor toeristen. Het is een plaats waar de rust niet verstoord wordt en broeder Pierre van de brouwerij alleen maar wil zeggen dat hij al dertig jaar in het klooster woont en dat een dag brouwen voor hem betekent: beginnen om half vier in de ochtend tot vijf uur in de namiddag. Verder zwijgt Rochefort. Het steekt schril af tegen de kleurrijke websites van de abdijen in Orval, Chimay, Westmalle, Westvleteren en de zuiver commerciële website van "La Trappe" in Nederland.

Het bier:

Er was een tijd dat het zeer moeilijk was om aan Trappistenbier van Rochefort te geraken. Tegenwoordig is het echter gemakkelijker en kan men de drie soorten bier die men hier produceerd ter plaatse aankopen.
De drie trappistsoorten van Rochefort zijn de 6-, 8- en 10º. Het herkennen van deze types is gemakkelijk door de verschillende kleuren  van de flessencapsules. Ook het ettiket vermeld door nummers (6 - 8 -10) de drie types (zie beeld hiernaast).
De nummers representeren het ongeveerlijke alcoholgehalte (+ 1) van de bieren. Zo is de "6" 7º sterk, de "8" 9º en de "10" heeft een alcoholgehalte van 11% VOL. (De sterkte wordt aangegeven volgens een schaal die vroeger in Belgié gebruikt werd). Een beetje eigenaardig maar het is nu eenmaal zo.

De enige Rochefort die ik tot heden "geproeft" heb is de "10". Deze trappist is een vol bier met sterke en roomige schuimkraag. Hij smaakt kruidig met een zweem naar donkere chocolade. Dit bier heeft een diepe donkere kleur. Volgens "geheime" informatie wordt het Rochefort-bier een beetje aangekruid met  korriander tijdens de produktie. Alle andere Trappisten-brouwerijen beweren dat men bij hen geen kruiden gebruikt, alhoewel ik dit ten sterkste betwijfel. Men mag gerust stellen dat ze allemaal korriander gebruiken en nog wel een paar andere "geheime" kruiden.....!!!

7) ORVAL :

De abdij van Orval is gesitueerd in de smalle vallei tegen de Franse grens en dicht tegen de plaats Florenville in Wallonië. Er wordt hier slechts één soort trappist gebrouwen. Dit kunt U proeven in een café dat op enkele honderden meters van de abdij is gelegen. Gezeten op houten banken kunt U er dus kiezen tussen Orval en Orval....pakken of laten .....hahaha! Het bier heeft een zeer droge smaak met een duidelijke nasmaak van karamel- of chocolade. Door de droge smaak van dit bier kan het als apperitief gedronken worden.

De plaats van het bier in de geschiedenis van Orval :

Gedurende de lange geschiedenis van Orval is er waarschijnlijk altijd een brouwerij geweest. Daarvan getuigen oude plannen, een precieze beschrijving van het fabricatieproces door een franciscaan, 300 jaar geleden en de naam van een plaats, "hoplochting" dicht bij het klooster. Bier brouwen was inderdaad de gewoonte in deze streken, die zich niet leenden tot wijnbouw. Bier stond in hoog aanzien omwille van zijn voedingswaarde : men noemde het "vloeibaar brood".

Vanaf 1529, wanneer keizer Karel de monniken toelating geeft een ijzersmelterij op te richten om de nodige inkomsten te verwerven om de grote oorlogsschade te herstellen, is de abdij van Orval altijd het toneel geweest van een economische activiteit, die belangrijker was dan nodig voor het levensonderhoud van de gemeenschap.Toen Orval uit zijn as herrees, na meer dan 130 jaar ruïne, vereistte de heropbouw van de abdij aanzienlijke financiële middelen ; de brouwerij werd opgericht om de rol van de vroegere ijzersmelterij over te nemen.

De brouwerij:

  • hoort toe aan de monastieke gemeenschap
  • ze bevindt zich binnen de muren van de abdij en haar commerciële doelstellingen zijn aangepast aan de waarden van  de gemeenschap (beperking van de productie en bijzondere aandacht voor de kwaliteit,...)
  • de inkomsten ervan ze worden besteed aan sociaal hulpbetoon en het onderhoud van de site.

De brouwerij werd in 1931 dus niet gebouwd om werk te geven aan de monniken, die toen reeds brood bakten en kaas maakten ; vanaf het begin werden leken in dienst genomen.

De bezoeken van de brouwerij worden voor de volgende gevallen voorbehouden : beroep van brouwers, mouters of bierverdelers (tot cafeuitbaters) ; werkdagen ; of op afspraak. Er worden dus geen normale mensen zoals ik en U toegelaten alhoewel wij de uiteindlijke verbruikers zijn van hun produkten ....!!!
 

Het bier :

De eerste meester-brouwer was een duitser, Pappenheimer genaamd ; hij is begraven op het kerkhof van Villers-devant-Orval. Hij en de Belg Honoré Van Sande, die tijdens diezelfde periode in de brouwerij werkte, liggen aan de basis van dit zo typische bier. Zij waren stoutmoedig : de combinatie van fabricatiemethoden die zij toepasten komen nergens elders voor. Verschillende van deze methoden, zoals het 'drooghoppen", zijn Enge1s.
Het aroma en de fijnheid van de smaak van het bier is dan ook meer te danken aan de hoppen en de gisten dan aan de gebruikte mouten.
Zowel het recept, het glas, de fles als het etiket, zoals wij die nu nog kennen, zijn nog dezelfde als in het begin van de jaren 30

Abdij- en/of Kloosterbier:

Een "graantje" meepikken::
Reeds sedert de vroege middeleeuwen werden de kloosterbieren tot de allerbeste gerekend. De kloosters werden immers in niets gehinderd om "kwaliteit" te produceren. Zij beschikten over grote eigendommen waarop zij zelf gerst konden kweken om te vermouten; zij beschikten over goed water omdat zij meestal gelegen waren aan een bron of een riviertje, ver van de "vervuilende" steden. In tegenstelling tot de brouwers die hun winstmarges trachten veilig te stellen of te vergroten, streefden deze kloosters geen winst na. Slechts het surplus werd verkocht. Door een naam te kiezen die naar een - al dan niet bestaande  abdij, heilige of pater verwijst, wil de brouwer een graantje meepikken van het imago van kwaliteit dat de Trappistenbieren hebben. Hieraan is niets verkeerd, maar zelfs het beste abdijbier is nog geen Trappist, zoals de beste schuimwijn, die kwalitatief beter kan zijn dan een champagne, geen champagne is.
De abdijbieren zijn, zoals de "echte" Trappistenbieren, over het algemeen van "hoge" gisting en van het type ale, dubbel, tripel of gerstewijn.Het grootste verschil tussen Trappistenbieren en Klooster- of Abdijbieren is dus de plaats van de productie en het toezicht op het brouwproces.

Abdijbieren vinden hun oorsprong binnen de muren van een abdij. De produktie van deze bieren vindt tegenwoordig echter niet meer plaats in een abdij en mogen zich daarom geen "Trappist" noemen. Dit is voorbehouden aan de zeven bovengenoemde echte Trappisten.
NOTA: De zg. Trappistenbieren (La Trappe)van de abdij De Koningshoeve in Nederland  heeft sinds april 1999 het brouwen van hun bier uitgegeven aan de buitenstaande brouwerij Bavaria te Lieshout (NL). Ook dit zg. "Trappistenbier" zou hierdoor de naam "Trappist" niet meer mogen dragen. Het moet eigenlijk als "kloosterbier" geklasseerd moeten worden. Ik voeg dit bier dus toe aan de onderstaande lijst van bekende Abdij- of Kloosterbieren::

ABBAYE DE BON  ESPERANCE ,   BORNEM ,  GRIMBERGEN, SINT-BERNARDUS,  STEENBRUGGE,  WITKAP, ENAME, AFFLIGEM,  CORSENDONK, HET KAPITTEL,  TONGERLO, FLOREFFE,  MAREDSOUS,  LEFFE,  POSTEL,  SINT-IDESBALD en LA TRAPPE (NL) .

Het oudste abdijbier is ontegensprekelijk "Witkap". Het werd reeds tijdens het interbellum gebrouwen te Brasschaat door Hendrik Verlinden, die als brouwingenieur gewerkt had bij de paters te Westmalle. Het bier kreeg de benaming Trappistenbier mee met de stilzwijgende toestemming van de abdij...(hahaha...). Later volgde Sint-Sixtus. Na W.O. II besliste de toenmalige abt van Westvleteren dat het werk in de brouwerij het monnikenleven niet te veel mocht beinvloeden. De verkoop van bier werd beperkt tot de winkel aan de poorten van de abdij en/of in het tegenover de abdij gelegen café "De Vrede". De commerciële productie van de bieren van de abdij werd vanaf 1946 toevertrouwd aan de brouwerij Sint-Bernardus te Watou en werd hierdoor dus een abdijbier.

In 1950 sluit de abdij van Affligem een akkoord met brouwerij De Hartog uit Antwerpen om aldaar hun bier te laten brouwen volgens de "Formula Antiqua Renovata". Vanaf 1970 neemt brouwerij De Smedt uit Opwijk de productie van de Affligem over. Deze bieren hebben nog een binding met een abdij, doch dat zal weldra veranderen. Nietegenstaande dit alles behoord het Abdijbier "Affligem" tot de "betere" soorten en kan het vergelijk met Trappistenbier wel degelijk doorstaan.
In 1954 start de brouwerij Lootvoet uit Overijse met het brouwen van Leffe, genoemd naar een Norbertijnerabdij die sinds 1796 verdwenen is. Vanaf 1958 brouwt Maes de Grimbergen, eveneens genoemd naar een Norbertijnerabdij die ook in 1796 afgeschaft werd.

De laatste jaren is het hek helemaal van de dam en bijna iedere brouwerij wil wel een eigen abdij- of kloosterbier op de markt brengen. Gedreven door de economische opbloei en de sterk stijgende consumentenuitgaven voor alles dat maar iets of weinig "speciaal" is dreven alle Trappistenbrouwerijen hun prijzen de hoogte in. Ook worden de productiequota relatief laag gehouden. Dit wekte natuurlijk de intresse van de andere gehaaide brouwerijen waarvan de meeste "kleintjes" maar net het hoofd boven water konden of kunnen houden. Het Trappistenbier wordt dus tegenwoordig zeer veel "nagemaakt". Dus, juist door hun grote populariteit graven de Trappistenbrouwerijen mee aan hun teloorgang en mischien zelfs.... ondergang !. Hopelijk niet natuurlijk want dit zou een enorm verlies zijn voor ons "Bierpatrimonium". Het zijn natuurlijk weer de onwetende consumenten die hierdoor, "een loer" gedraaid worden.....!!!!!
Ikzelf kan slecht één raad geven, koop alleen hetgeen Uzelf graag drinkt (niet teveel of te dikwijls...), al de rest is larrie en apekool.....SCHOL !

[Alcohol] [Grondbeginselen] [Praktisch Stoken] [Sterke Dranken] [Kruiden] [Likeuren] [Wijn & Bier] [Technisch] [Informatie]