Jenever - Gin

Jenever of Genever:

De Jenever, Geniëver of Genever is sinds eeuwen omgeven door een waas van mystiek. Dit is altijd in stand gehouden door de jeneverproducenten. In feite is er nooit iets mysterieus bij geweest behalve de kruidenverhoudingen. Nu er geavanceerde analyse apparatuur bestaat is ook dit laatste tot het verleden gaan behoren.

In België spreekt men van "Jenever" (met J), in Nederland houdt men het bij "Genever". Genever wordt in Holland aanzien als hun nationale drank. Het is echter zo dat deze befaamde drank is ontstaan in het begin van de 13e eeuw in Belgisch Limburg (toen Vlaanderen) en meer specifiek in de streek rond Hasselt. Jacob Van Maerlant schreef reeds in 1266 reeds dat jenever, gemaakt met de jeneverbes, veel geneeskundige eigenschappen bevat. Deze drank is goed tegen buikpijn of krampen van de ingewanden. Dit sterke geloof in de geneeskundige krachten van de jeneverbes vindt men terug in talrijke vlaamse geschriften. Ook Dodoens beschreef jenever als een remedie tegen pest in zijn "Cruydeboeck" van 1554. Echt tegengesproken is dit nooit.
In Nederland ontwikkelde de "Genever-cultuur" zich rond de jaren 1600. Waarschijnlijk werdt er hier en daar in Nederlands Limburg ook al vroeger genever aangemaakt. De echte bakermat ervan lag echter in de streek rond Hasselt.

Veel jeneverflessen uit de tijd van de slavenhandel (Oost-Indische Compagnie...) liggen ook nu nog nog in Afrika. In die tijd was het de gewoonte om de Afrikaanse slaven met jenever dronken te voeren, waardoor het inschepen werd vergemakkelijkt. De vrouwen die hierna alleen achterbleven dachten dat "de witte goden" hun echtgenoten hadden ontvoerd. In Afrika zijn veel flessen bewaard gebleven, omdat op het etiket van de fles zo'n blanke man was afgebeeld: voor de Afrikaanse vrouwen van toen was dat een godheid en werd de fles bewaard en aanbeden.
Er waren er in de loop der tijden wel ogenblikken dat het verbruik van jenever zo uit de hand aan het lopen was, dat de overheid maatregelen moest nemen. Men deed dat door op de productie  belastingen te heffen zodat de politiekers (deze hebben "geestrijke" dranken nochtans broodnodig...) hieraan hun zakken konden vullen. Er is in de verlopen eeuwen dus niet veel veranderd op de politieke arena….! Er werd in ieder geval niet minder om gedronken....of gelachen !

Wij gaan hier beschrijven hoe deze drank wordt geproduceerd (of kan gemaakt worden....). 

OUDE WERKWIJZE VOOR AANMAKEN VAN BESLAG.

Deze werkwijze wordt niet of nauwelijks meer toegepast door een zelfbrouwer. Tegenwoordig worden kant en klare paketten aangekocht en of gewoon en suikermengeling toegepast (zoals ikzelf).

HET MOUTEN :

In de voorbewerking van het graan ondergaat het gerst - de grondstof voor het jenevermout - een specifieke bewerking: dit noemt men het mouten. Het doel van deze bewerking is het aanwezige zetmeel te splitsen (inverteren), zo verkrijgen we maltose of moutsuiker (geldt voor vele granen en vruchten).De gerstkorrels worden gekweekt in water. Vroeger voerde men deze bewerking uit in met tegels bekleedde stenen bakken, nu gebruikt men doorgaans open roestvrije stalen kuipen (of in ons geval een gewone open plastieken bus). Men perst geregeld lucht in de kuipen om het gerst rijk aan zuurstof te maken (bus zo nu en dan schudden..), omdat dit de kieming bevordert. De nu volledige doorweekte gerst wordt uitgespreid over een grote tegelvloer in een donkere ruimte. Zo komen de gerstkorrels tot ontkieming. Deze ontkieming duurt naargelang het seizoen twee à drie dagen.
De gerst wordt regelmatig besproeid om de vochtigheidsgraad op peil te houden. Als de bladkiem 3/4 van de lengte van de korrel heeft kan het proces gestopt worden. Vervolgens wordt het gekiemde graan naar de zg. "denning" gebracht. Op de denning wordt het gekiemde gerst uitgespreid. De denning is een ruimte met open maar toch afgeschermde ramen. Hier komt het gerst in contact met de buitenlucht en voltrekt zich het kiemproces, terwijl de buitenlucht zorgt voor het begin van het droogproces. De gekiemde gerstkorrels worden hierna gedroogd in de zg. "Eest". De gekiemde gerst wordt op de eestvloer verspreid. De eestvloer is meestal een vloer uit geperforeerde stalen platen waardoor verwarmde lucht wordt geperst. De gekiemde gerstkorrels worden zo door verhitting gedroogd bij ongeveer 50° C . De hete lucht  zorgt dat de korrels droog worden "geföhnd" en de kiempjes van de gerstkorrels afgeblazen worden. Tijdens het drogen worden de korels dikwijls gekeerd om een betere droging te verkrijgen. Hierdoor wordt ook het kiemen gestopt. . Deze gedroogde en uitgekiemde gerst wordt  "groenmout" genoemd.

HET MALEN EN BESLAAN :

 

Het droge gerstemout wordt nu "gebroken" en gemengd met andere gemalen granen, meestal met rogge en/of mais; en ook met tarwe. De mais moet echter nog eerst "voorgekookt" worden. De gemalen mais wordt hierbij eerst gesuspendeerd in water van  50 - 73° C en daarna gaargekookt.bij  ± 90 graden. Na afkoeling tot 60-63 graden wordt de groenmout en het gemalen rogge (en soms ook tarwe) toegevoegd. Enzymen zetten de zetmelen om in vergistbare suikers. Deze vermenging wordt uitgevoerd in de gewenste dosis. Normaal 1/3 moutgerst, 1/3 gemalen tarwe en 1/3 gemalen mais en/of rogge. Door het malen wordt het graanomhulsel gebroken en worden de cellen verscheurd; zo komt het zetmeel vrij. Deze zetmeelstoffen bevatten de noodzakelijke koolhydraten, waartoe ook de verschillende suikersoorten behoren.  Voor de meeste doeleinden kan volgend maisch-schema aangehouden worden:

Universeel maischschema

52°C

10 minuten

63°C

40 minuten

73°C

20 minuten

78°C

3 minuten

De hiergenoemde tijden zijn exclusief opwarmtijden. De temperatuurstijging bij de tussentijdse verwarming hoort 1°C per minuut of meer te zijn. Het hier aanbevolen maischschema wordt ook gebruikt voor het brouwen van bier.

Het basisprincipe van maischen is dus dat de enzymen in de moutkorrels het aanwezige zetmeel omzetten in suiker. Dit vindt plaats in de brouwketel waar het water een temperatuur heeft van ± 50 °C. Bij deze temperatuur worden de enzymen in de moutkorrels geactiveerd. Na enige tijd wordt de temperatuur verhoogd tot 63 °C en later naar 73 °C zodat er ook andere enzymen actief worden voor een nog betere versuikering. Het zetmeel en de eiwitafbrekende enzymen werken optimaal op verschillende temperaturen. Zo kan men door een bepaalde temperatuur korter of langer te handhaven de afbraak van de stoffen beïnvloeden. Zetmeel wordt afgebroken tot dextrines, maltotriose, maltose en dextrose, zoals eerder reeds gezegd kortweg suikers genoemd. Afbraakprodukten van eiwitten zijn aminozuren, nodig voor de voeding van gist.

Indien geen mais wordt gebruikt worden de verschillende gemalen graansoorten in heet water gemengd (geweekt) tot een beslag in de zg beslagkuipen.. Men stort het gemalen graan, meestal rogge, gemout gerst en tarwe in water met een temperatuur van ongeveer 50° C en verhoogd de temperatuur daarna naar 63° C . Afhankelijk van de "stoker" wordt daarna nog verhit tot 73° C en 78°C.  Hierbij worden de zetmeelstoffen omgezet zetten in suikers. Dit chemisch-proces zelf wordt diastase genoemd. Het beslag wordt meermaals (soms voortdurend) doorgewoeld (beslagen) in een zg. macerateur (van franse màcerer = Nederlands "weken" of "zacht maken"). Bij het beslaan wordt de basis belegd van de uiteindelijke smaak van de jenever. De verhouding tussen de verschillende graansoorten bepaalt of de jenever een ruwe of een zoete smaak zal hebben: meer rogge meer ruwe, meer mout meer zoete smaak. Eens dit proces afgelopen (na circa 1 uur afhankelijk van de soorten graan) wordt het beslag terug afgekoeld tot ongeveer 25°C om met de volgende stap in de alcoholproduktie te starten.

MODERNE WRKWIJZE:

Meng ± 2kg suiker per 10 liter water en laat dit enkele dagen op temperatuur komen en alles goed oplossen. Roer het geheel zo nu en dan eens om. Bij gebruik van moderne gisten kan het suikergehalte hieraan aangepast worden.

 HET GISTEN:

Wanneer het beslag voldoende afgekoeld is, wordt er gistaan toegevoegd. De hoofdgisting wordt hierdoor ingezet. Houd temperatuur liefst tussen 20º C en 28º C tijdens de fermentatie. Houd er rekening mee dat de temperatuur van het beslag tijdens het gistingsproces ± 8º C kan stijgen!. De beste starttemperatuur is dus ± 20º C. Gans het beslag pruttelt en borrelt door het bio-chemisch proces. Er wordt alcohol gevormd. De temperatuur van het beslag stijgt een paar graden terwijl de diastase langzaam verder verloopt. Na verloop van tijd (± 7 tot 14 dagen) is de hoofdgisting uitgewerkt.

 

 

 HET DISTILLEREN :

 

AFSTOKEN VAN DE STOOKWIJN (Eerste distillatiefase):

Bij gebruik van een moderne ketel is dit tegenwoordig de eerste distillatie van de stookwijn  Dit stoken heeft als doel vooreerst de voorloop te scheiden van het "hart". De stookwijn wordt daarvoor op ± 69 -70º C opgewarmd en de geproduceerde drank (methylalcohol) wordt verwijderd..
Na het verwijderen van de voorloop wordt de temperatuur op ± 87 - 88º C gebracht en volledig afgestookt. Het alcoholgehalte van het eindprodukt is in deze fase 88 - 92 %.  Deze alcoholsterkte wordt daarna naar 30 - 40 % teruggebracht door aanlenging met zuiver water. alvorens de tweede distillatiefase aan te vangen na afkoeling en overheveling..

Bij goed geregelde apparaten (zoals het onze..) en bij gebruik van een  "suikerbeslag" is meestal één enkele "voorstook" en één "na-stook" ruim voldoende om een goede kwaliteit te verzekeren.  Bij gebruik van een op gerst- en andere granen geproduceerde stookwijn zijn meestal drie tot vier afstookbeurten noodzakelijk.

Zie distillatieketel "Pedro2" als voorbeeld van een voor dit doel gekonstrueerde ketel. Voor een direkte overgang aktiveer de onderlijnde titel.

2e DISTILLATIE EN SMAAKZETTING:

Alvorens met de einddistillatie aan te vangen  worden eerst bepaalde kruiden in het afstoomvaatje van de stijgbuis aangebracht. Het is nu dat men bijvoorbeeld ook de gedroogde en vermalen wortels van de gele gentiaan toevoegd aan de kruidenmengeling. De hoeveelheid ervan hangt af van de smaak die men wil bekomen. Een normale hoeveelheid is (max) 0,1 tot 0,25 gr per 10 liter. Andere gebruikte kruiden zijn o.a. jeneverbes, koriander, Sint Janskruid, engelwortel, anijs, oranjeschillen, kaneel, nootmuskaat, kruidnagelen, gember en Citrusschillen. Dit "uittrekken" tijdens de laatste distillatie-omgang wordt normaal alleen toegepast bij de industrieël vervaardigde jenever. Voor een goed uitgeruste "moonshiner" is deze werkwijze geen enkel probleem. Door het aanpassen van de kruidenmengeling en de hoeveelheid van elk kruid in de mengeling kan men de smaak van het eindprodukt naar eigen wensen aanpassen.

Het afstoken geschied op volle sterkte.. Ikzelf begrens de temperatuur op 90 - 92º C. Dit om het eindprodukt niet te waterachtif te maken. Na het afstoken heeft de geproduceerde drank een alcoholsterkte van ± 55 - 65 vol%. en wordt bij de eindbewerking aangepast door toevoeging van gedistileerd en/of zuiver water tot de gewenste drinksterkte. Die is normaal voor Jenevers 30 -40 vol%.

Minder goed uitgeruste thuisproducenten kunnen de kruiden ook eerst aftrekken (macereren) op ± 40% sterke alcohol en deze essence aan de afstookwijn toe te voegen aan de af te stoken alcoholmengeing van de 2e distillatie tot te voegen. Dit is de werkwijze die men kan toepassen als het distillatietoestel geen aftrekvaatje in de stijgbuis bezit.

Het aftrekken op fles en daarna filteren is geen aangewezen oplossing. Het eindprodukt wordt hierbij meestal veel te bitter en dit zelfs als men de vermalen wortels van de gele gentiaan weglaat.

EINDBEWERKING:

Bij stokerijen, waar men het "vieux système" (oude werkwijze) toegepast, wordt de alcohol versneden tot de gewenste smaakverhouding en aangelengd met water tot het vereiste volumepercentage. Het distillaat wordt op drinksterkte gebracht met zuiver water. Caramel kan worden toegevoegd om oude jenever te onderscheiden van jonge jenever en krijgt hierdoor de licht-vale kleur die "ouderdom" moet sugereren.
Daarna laat men de jenever nog enige tijd rijpen in houten (meestal eiken) vaten. Naarmate de rijping langer duurt zal de jenever beter gaan smaken en.krijgt de gelagerde drank nog meer kleur, smaak en een zachtere afdronk. Het "lageren" op vat gebeurd tegenwoordig ook op roestvast-stalen vaten. Hierop is dan een speciale ontgassings-installatie aangebracht. In de vaten zijn dan houtkrullen van diverse houtsoorten aangebracht, meestal van eik. Door een pompsysteem wordt de drank in de vaten voorzichtig en zeer langzaam rondgepompt om het rijpen en ontgassen te bevorderen. Anderen gebruiken dan weer het zg. "solera"-systeem en hevelen de drank dan over van het ene naar het andere vat. De toegevoegde hoeveelheid houtkrullen bedraagd meestal slechts ± 10 tot max 25 gram per liter. Het "rijpen" op hout wordt echter niet altijd toegepast.

De wet bepaald dat aan industriel vervaardigde oude jenever en graanjenever uit een minimum hoeveelheid moutwijn ( 20%) moet zijn vervaardigd. Korenwijn bevat meestal een grotere hoeveelheid moutwijn en heeft een duidelijke moutwijn- en  kruidensmaak. De toevoeging van  kruiden en de "rijping" ervan op vat, vindt zijn oorsprong in het willen verzachten van de ruwe smaak van de graanalcohol. Via filters, om eventuele onzuiverheden tegen te houden, worden de flessen met dit heerlijk produkt gevuld.

Tegenwoordig is het heel eenvoudig om de smaak en "veroudering" van dranken aan te passen door produkten zoals in sherry gedrenkte eikn schilfers en,of "Oak ou Vin". Voor meer informatie hierover zie hoofdstuk " Smaakverbetering" in hoodstuk Öuderdom en Kwalieit". Voor een direkte overgang aktiveer de onderlijnde titel (op klikken).

JONGE EN OUDE JENEVER :

Er is principieel onderscheid te maken tussen oude en jonge jenever. Vroeger bestond er slechts één term: nl Jenever (Genever) en daarmee uit !. Nadat, onder stimulering van de overheid, de melasse-alcohol (melasse is een afvalprodukt van bietsuikerwinning) op de markt kwam is de term "jonge jenever" ontstaan. Dit zou dus eigenlijk "nieuwe jenever" moeten heten. De meeste  Jenevers worden tegenwoordig geproduceerd of samengesteld met graan- of melasse-alcohol die eerst wordt aangelengd tot deze de gewenste sterkte heeft. Vervolgens wordt de drank nogmaals overgehaald . Minimaal 20% van de Oude Jenever moet uit moutwijn bestaan. Voor jonge, of beter "Nieuwe jenever" bestaat deze bepaling niet.

Rond 1900 begon men bij de bereiding van Jenever zuivere graanalcohol van 96% te gebruiken, terwijl voor die tijd de basis van de Jenever altijd uit zuivere Moutwijn bestond. De zuivere graanalcohol, was veel neutraler van smaak en geur dan Moutwijn en zo ontstond er een heel ander type Jenever. De "nieuwe Jenever" werd "Jonge Jenever" genoemd en won snel aan populariteit. De oorspronkelijke Jenever werd daardoor "Oude Jenever". Ook rond deze tijd  wordt er naast Graanjenever ook Jenever, bereid met alcohol gedistilleerd uit  suikerbieten-melasse gebruikt. Beiden worden als Jonge Jenever verkocht, waarbij de toevoeging "graan" uitsluitend voorbehouden is aan Jenever die uit graanalcohol bereid is.
Er zijn 4 verschillen tussen Oude en Jonge Jenever: 1) Oude Jenever bevat minimaal 20% moutwijn. Voor Jonge jenevers geldt deze bepaling niet. 2) Bij de bereiding van Oude Jenever worden meer jeneverbessen gebruikt. 3) Oude Jenever is licht gezoet met caramel en is hierdoor ivoorachtig van kleur. 4) Oude Jenever heeft meestal een hoger alcoholpercentage.

Als basis voor de  "Jonge Graanjenever" dient een mengsel van zuivere graan-, soms gemengd met Moutwijn en een kruidendistillaat, gedistilleerd uit o.a. de Jeneverbes, de Angelicawortel, en het St. Janskruid. Er kunnen bestanddelen toegevoegd en/of weggelaten worden. Zo heeft elk merk van Jonge Jenevers zijn eigen samenstelling en dus ook zijn typerende smaak. Jonge Jenever dewelke bereidt is uit alcohol gedistilleerd uit suikerbieten of melasse wordt op identieke wijze samengesteld. Vandaag mag men stellen dat meer dan 90% van de Jonge Jenevers uit melasse-alcohol is gemaakt. Jonge Jenever is helder, ongezoet en heeft een alcoholpercentage van rond de 35 %.  Het alcoholpercentage van Oude Jenever is meestal ± 37,5 %. Toch wordt er Oude Jenever verkocht met een hoger alcoholpercentage, zoals vroeger altijd het geval was. Het woord "oude" (of jonge) heeft dus maar weinig (of niets) met ouderdom te maken….! De benamingen jong en oud hebben dus enkel bertekking op het tijdstip van hun "ontstaan".

FLES-AFSLUITINGEN en ETIKETTEN:

In december 1934 was er op de zogenaamde pilferproefsluiting (methal closier capsule = schroefdop) al patent verkregen doch deze werd pas in de jaren vijftig gebruikt.
Een voorbeeld hoe vooruitstrevend de jeneverbaronnen soms waren zijn de zaagsneden in de etiketten van vroeger. Om te kunnen registreren hoe oud een geëtiketteerde fles met inhoud was, werden er door sommige bedrijven in het Limburgse en ook in Nederland reeds rond 1850, kleine inkepingen gemaakt in een voor die productie bedoelde stapel etiketten. Een etiket van het lot werd dan in een boek geplakt waardoor de producent aan elke fles kon zien hoe oud deze was en uit welk vat de inhoud afkomstig was. Een soort vroege "Quality Control". Spijtig genoeg wist alleen de producent zelf het etikett te vertalen door vergelijk ervan met het etiket in zijn plakboek. Slechts veel later werden internationale afspraken gemaakt.
U ziet de streepjes- of barcode is ouder dan u denkt! Komt hier misschien de naam BAR-code vandaan ....hahaha!

Slechts weinige jenevers geven informatie over de werkelijke samenstelling of inhoud ervan. Één van de weinige merken waarop we een  inhoudsopgave aantroffen was de "Extra Notermans" jenever. De inhoud ervan bestond voilgens de opgave uit: alcohol, moutwijn, jeneverextract, suiker en caramel (E150). Niet volledig "zuiver" op de graad dus....maar wel aangeboden in een mooie stenen kruik....kwestie van originaliteit en ouderdom uit te stralen.....!!! De meeste Jebevermerken geven, voor de "oude" jenevers altans, de vermelding "5 jaar oud" weer op de fles of kruik.
Bijna geen enkele vermeld het feitelijke productiejaar van de drank en/of de rijpingstijd op vat. Is het nu de fles of de drank die 5 jaar oud is.....?????

HET GLAS:

Jenever wordt meestal puur gedronken. In deze moderne tijd wordt jenever dikwijls "verprutst" met ijs of gemixt met o.a. cola...wat een zonde...!.                                                                                          Waaruit wilt u het liefst uw genever drinken? Een jeneverglas zult u wellicht zeggen, maar er zijn zo ontzettend veel jeneverglaasjes. De "vingerhoed" is erg bekend. Het glas lijkt op een overmaatse vingerhoed . Dat dit glas perfect is voor huishoudelijk gebruik mag duidelijk zijn. Ook de glaasjes, waaruit normaal de "Hasseltse koffie" (of andere) wordt gedronken passen uitstekend.
Veruit het best is echter het zogenaamde "nosing-glass". Dit is een groot glas op een voet dat in  België en Nederland een "schoorsteenglas" wordt genoemd.
Een echt goede drank, daar moet je van kunnen genieten en dat doe je, door er naar te kijken, er aan te ruiken, zien hoe hij aan het glas hangt, wat voor een kleur hij heeft, en uiteraard welke smaak. Glas helpt of vervolmaakt de daarin geschonken inhoud. Een dun glas, wat hoger op zijn voet, wat wijd in de taille en taps toelopend naar boven, zodat de neus zijn werk kan doen. Hebt u thuis geen schoorsteenglas doe de jenever, moutwijn of korenwijn dan in een wijnglas en sluit deze tijdelijk af met een kartonnen- of kunststof viltje. Besnuffel, nadat u het glas even heeft "gewiegd" of gedraaid, de inhoud en u zult zien en ruiken dat een goede jenever kwalitatief zeker niet hoeft onder te doen voor een "prijzige" malt-whiskey.
Uiteraard wordt jenever nooit geserveerd vermengd met water, gekoeld met ijsblokjes, of uit de diepvries gehaald.....! In sommige streken  wordt er een theelepel suiker in het glas gedaan. Vele oudere en doorwinterde "Jenever-neuzen" steken eerst een suikerklontje in de mond alvorens de borrel "achterover" te kieperen...... SCHOL!

ABSINTH-JENEVER: Bijwerkingen en vergiftigingen zijn bij normale absinth-jenever niet te vrezen. De, met dit kruid gemaakte absinth-jenever, is echter in de meeste landen verboden. Sommige soorten bevatten namelijk heel veel van de etherische olie thujon, dat tot vergiftigingen kan leiden (overgeven, darmkrampen, nierbeschadigingen, stoornissen centraal zenuwstelsel). Thuyon werdt vroeger ook  misbruikt als arbortus-middel. Er bestaan tegenwoordig echter ook absinth kruiden die de giftige stof thuyon niet meer bevatten. Men moet hier echter voorzichtig mee zijn. NIET gebruiken indien men niet volstrekt zeker is van de oorsprong ervan...!!!

Gin:

Op hun strooptochten tijdens de dertigjarige oorlog ontdekten Engelse soldaten de Jenever of Genever. Zij "verengelsten" de benaming eerst tot "Ginniver" en uiteindelijk gewoon tot "Gin". Zij dronken het vooral vóór ze ten strijde trokken. Menige "held" uit die tijd wist de dag nadien zelf niet meer waar hij had "uitgehangen" of wat hij had uitgespookt...!
In 1689 verhoogde de pas aangetreden Engelse koning Willem de Derde de invoerrechten op Franse wijn en cognac, zodat het stoken van gin in Londen razend populair werd. Als gevolg daarvan, zorgde alcoholverslaving voor nog grotere ellende bij de verpauperde bevolking van de stad. In 1729 nam de Engelse regering maatregelen om de consumptie van gin binnen de perken te houden. Maar al hun voorschriften konden de populariteit van de drank niet de kop indrukken, integendeel !. Het Victoriaanse Londen was straatarm. Voor velen was het drinken van gin de enige manier om aan het grauwe bestaan te ontsnappen. Dit was trouwens ook het geval met de bevolking van België en Nederland. Deze hielden zich echter aan "Jenever" of gewone brandewijn...!!!

Uiteindelijk kwam de productie van de Engelse gin in handen van een klein aantal familiebedrijven, die meer aandacht gingen besteden aan de kwaliteit en natuurlijk de opbrengst van het goedje. Ze vestigden zich in buitenwijken van Londen, waar onder de kleibodem bronnen met zuiver water aangeboord konden worden. De gedaanteverwisseling van de gin was onder meer te danken aan Alexander Gordon. Gordon was een landeigenaar van Schotse afkomst, die in 1769 een distillerie opende in de Londense wijk Southwark. Enkele jaren later bracht hij de eerste London Dry Gin op de markt, gebaseerd op de verfijning van oudere recepten. Alexander Gordon wilde op die manier zijn belofte nakomen dat hij Londen zou verlossen van de inferieure gin die er tot dan toe geproduceerd werd. Het nieuwe recept van Alexander Gordon zette de norm voor de productie van kwalitatieve gins. Als embleem gebruikte Gordon de kop van een monsterachtig zwijn, dat op de wapenschilden van zijn voorouders stond.
Tegenwoordig worden over de hele wereld meer dan twee flessen Gordon's per seconde geconsumeerd. Alle Gordon's gin die in de wereld verkocht wordt, komt van het productiecentrum in Laindon, een stadje in de buurt van Londen. Een van de originele distilleerketels is nog steeds in perfect operationele staat, beweert het bedrijf. Het ding heet Old Tom, dateert uit de tijd van koning George de Derde en is dus meer dan tweehonderd jaar oud.

Gordon's Dry Gin is kunnen uitgroeien tot de nummer één gin in de wereld dankzij de uitgestrektheid van het Britse imperium tijdens de negentiende eeuw. De kolonialen dronken toen massaal Indian Tonic Water met kinine om zich te beschermen tegen malaria. Ze merkten dat een scheutje gin de drank een flink stuk pittiger maakte. De "Gin-Tonic"-coctail  is nog steeds de meest gedronken drank in bijna alle tropische gebieden. Ondertussen is gin verder geëvolueerd en is een elitair drankje geworden, ideaal voor vele cocktails en populair op blitse feestjes. De gin is vooral populair bij mensen tussen 35 en 44 jaar die een hoger inkomen hebben. 

Sinds Charles Gordon II in 1899 overleed, is de band tussen de drank en de familie Gordon volledig verdwenen. Gordon's Dry Gin is nu onderdeel van de drankengroep United Distillers (UD), bekend van onder meer Johnnie Walker whisky. Moedermaatschappij van UD is Guinness, dat onlangs fusioneerde met het concurrerende drankenimperium Grand Met, dat onder meer J&B, Smirnoff, Bailey's en Malibu in de merkenportefeuille zitten heeft.
Gin wordt nog steeds geproduceerd zoals genever (of Jenever). Het woord "Gin" is dus, zoals reeds gezegd, gewoon de afkorting en ver-engelsing van het woord gen ever. Tijdens het "op smaak brengen" worden echter een deel andere kruiden gebruikt. Gordon's gin (een van de bekenste merken) is op smaak gebracht met jeneverbessen uit Toscane. Andere ingrediënten die gebruikt worden, zijn korianderzaad, de bast van acacia en kaneel, citroenschillen, zoethout, liswortel, bittere-sinaasappelschillen en gember. Dus, als U Genever (of Jenever) kunt maken kunt U ook Gin produceren….! Het alcoholgehalte van gin is, zoals bij oude genevers, ± 38 - 43 Vol%.

[Alcohol] [Grondbeginselen] [Praktisch Stoken] [Sterke Dranken] [Kruiden] [Likeuren] [Wijn & Bier] [Technisch] [Informatie]