Brandewijn

BRANDEWIJN, SCHNAPPS, BRÄNNVIN , EAU-DE-VIE, :

De naam Brandewijn is ontstaan in de periode dat wijn als basis diende voor alcoholbereiding. Reeds in de 11e-12e eeuw werd in grote delen van Europa wijn verstookt tot Brandewijn. Brandewijn gestookt uit de toenmalig minderwaardige witte wijnen lag aande basis van het ontstaan van het latere "Cognac" (zie Cognac). Dit distillatieproces is de aanleiding geweest tot het stoken van Moutwijn.
Brandewijn is een waterhelder destillaat van moutwijn bereid uit graan dat tot ontkiemen is gebracht en vervolgens tot gisting, waarna de daardoor ontstane licht alcoholische vloeistof wordt gedistilleerd tot zuivere alcohol. Als basis voor Brandewijn wordt deze zuivere alcohol gebruikt. .
Tegenwoordig wordt ook alcohol gebruikt die gedistilleerd is uit suikermelasse (restpulp na productie van suiker uit suikerbieten of suikerriet). Enkel tijdens de eerste distillatie wordt de voorloop afgescheiden. Deze alcohol wordt daarna een tweede maal gedistilleerd na toevoeging van voldoende zuiver water. Meestal wordt de drank tijdens deze fase over kruiden en/of vruchten getrokken voor de smaakzetting ervan. Hierbij wordt de afstooktemperatuur niet, of zeer weinig geregeld. Ikzelf begrens de afstooktemperatuur op ± 90 - 92º C om het eindresultaat niet te waterachtig te maken..
De drank wordt daarna op drinksterkte gebracht door aanlenging met gedistilleerd water. Voor een voorbeeld van een distillatieketel zie "Distillatieapparaat Pedro 2". Voor een direkte overgang aktiveer de onderlijnde titel (op klikken).

De pittige en kruidige smaak en karakteristieke geur wordt veroorzaakt door meegestookte perzikpitten. Normaal alcoholgehalte is 35-40 Vol%. De drank wordt normaal niet opgeslagen op eiken vaten om te rijpen. Brandewijn kan een suikergehalte hebben van maximaal 20 gram per liter. De drank is kleurloos. Brandewijn was vroeger in Nederland een goedkope en populaire drank, vooral op het platte land. De drank werd meestal puur en koel gedronken met een klontje suiker.. 

In de Scandinavische landen wordt deze gedistilleerde drank Brännvin of  Brennvin genoemd. In Duitsland is dit de alombekende "Schnapps". Zo is bv. ook Vodka (of Wodka) eigenlijk een uit Rusland afkomstige brandewijn,  gestookt op basis van aardappel- of graanwijn. In grond en bodem zou men zelfs Genever tot de Brandewijnen kunnen rekenen! Tenslotte is ook deze geproduceerd vanuit een moutwijn. Alleen de smaakzetting is anders. Brandewijn wordt gekruid en ongekruid aangemaakt. Vodka en Korenwijn zijn pricipieel dus "ongekruide brandewijnen".

In Italië wordt een bepaalde soort brandewijn "Grappa" genoemd. Het is daar de algemene benaming voor het resultaat van de distillatie van druiven, of delen daarvan of de resten, zoals : de schillen, en de lege tros, het is wat overblijft na het persen van de druiven door de wijnproducent. De distillatie creëert een wijnlikeur met ongeveer 40% alcohol. Ieder type druiven geeft zijn eigen smaak. De kwaliteit van het uitgangsmateriaal, de stookwijze en de stoker bepalen de kwaliteit van de grappa. Er zijn grappa's van gemengde druiven en van slechts één soort druif, die dan "monovitigne" worden genoemd; In Frankrijk heten monovigne's "marc" , in Duitsland "trester", in Spanje "aguardiente", en in Portugal "aguardiente de bagaceira". Het zijn dus allemaal brandewijnen die gemaakt werden door de resten na het persen, zoals stelen, pitten en schillen, te distilleren.

Brandewijn speelt een belangrijke rol bij het maken van Advocaat en vele dranken of likeuren op basis van vruchten. Boerenjongens is een typisch voorbeeld van Brandewijn met rozijnen. Historisch gezien is brandewijn een van de oudste produkten maar bezit geen Europese definitie. De commerciële betekenis ervan (inclusief vruchtenbrandewijn) is de laatste tijd belangrijk minder geworden. 

INMAAKBRANDEWIJN:

Met behulp van Brandewijn werd vroeger op grote schaal vruchten ingemaakt. Dat vereiste veel handigheid met suiker en water. De lepe distillateurs speelden hierop in en bracht de Inmaakbrandewijn op de markt. De basis voor de "Inmaakbrandewijn" is Brandewijn waaraan per liter minstens 100 gram suiker en ook wel natuurlijke smaakstoffen, zoals Vanille, zijn toegevoegd.

Inmaakbrandewijn moet minstens 28% alcohol bevatten. De inmaakbrandewijn is kleurloos of lichtgeel en heeft veelal een vanillesmaak. Steeds meer wordt deze drank naast het gebruik voor inmaak, direkt voor consumptie gebruikt. Men dient hem dan koel te serveren.

OPMERKING: Er moet aandacht aan worden geschonken dat bij gebruik van inmaakbrandewijn voor inmaak van vruchten het alcoholpercentage nog verder zal dalen doordat sap en misschien ook water wordt toegevoegd. Als daardoor de alcoholsterkte daalt tot minder dan 15%, zal de inmaak snel verloren gaan door gisting en bederf. 

 

ALCOHOL BLANCS - VRUCHTEN BRANDEWIJNEN:

"Alcohol Blancs" is de Franse benaming voor de klare brandewijnen die gemaakt werden met fruit als basisgrondstof (dus geen melasse). Deze drank wordt bij ons als vruchten-brandewijn op de markt gebracht. Dit dranktype wordt vervaardigd door distillatie van de bessen of  fruit (echter geen druiven) in een alambiek-ketel. Indien men een drank aanmaakt met druiven als grondstof wordt dit "Brandy" ( bv. Cognac) genoemd. Op de keper beschouwd is calvados in principe ook een "alcohol blancs"...! De drank moet veel van het aroma ,smaak en het karakter van de oorsponkelijke vruchten behouden. De gebruikte productnaam duidt meestal op het type van de gebruikte vrucht bv:.

  • Kirsch = kersen
  • Framboise = frambozen
  • Poiré = peren
  • Mirabelle = pruimen

[Alcohol] [Grondbeginselen] [Praktisch Stoken] [Sterke Dranken] [Kruiden] [Likeuren] [Wijn & Bier] [Technisch] [Informatie]