--------------------- Granaat 6/3/4 ------------- ik heb mijn zwart pak aangetrokken, een bruiloftsgast in vol ornaat, een bleke bruid wist mij te lokken met felle lippen van granaat. ik vroeg : hoe heet jouw echtgenoot? zij zei : "'k ga trouwen met de dood. de dood is trouw, berekenbaar, hij laat me nooit alleen, hij is niet enkel bij de baar, van mijn gezucht mist hij niet één. hij is mijn eerste toeverlaat, dus voor hem verf ik mij granaat, want als de liefde is de dood, mijn dichtste, diepste echtgenoot." ---------------------------- Granaat 6/3/4 versie 2 ------------- ik heb mijn zwart pak aangetrokken, -een bruiloftsgast in vol ornaat,- een bleke bruid wist mij te lokken met felle lippen van granaat. ik vroeg : "hoe heet jouw echtgenoot?" zij zei : "'k ga trouwen met de dood. de dood is trouw, berekenbaar, hij is niet enkel bij de baar, hij laat me nooit of nooit alleen, en van mijn zuchten mist hij geen. hij is mijn eerste toeverlaat, dus voor hem verf ik mij granaat, want als de liefde is de dood, mijn tomeloze echtgenoot." --------------------------------------- moeders ogen na vergeefse operatie I. Twee heren met een verrekijker beobachten het Landschaft schön en ik zie met mijn nieuwe bril de berkenstammen vlammen, rijker dan toen ik met jou wandelde en jij me wees op 't spel van 't licht. Nu kan jij met de beste wil ter wereld geen handbreed meer zien dan met de ogen van de hoge- re machten die ik langzaam dien, gewiß an jedem neuen Tag. II. Mijn moederke, je lijdt geen pijn meer waar je bent daar in den hoge, artrose en ontkalkte botten, zij deren jou geen zier meer nu. 't Is waar, de verre lentedeun hoor je niet meer met eigen oren, je leeslamp is nu nutteloos, geen stijlfiguur kan je bekoren. Maar kijk en zie dit kloppend hart, het blijft je helemaal behoren, Von guten Mächten ganz geborgen. Aachen 15/4/4 --------------------------------- Moederdag --------- dag moeder, hoor je me? meiklokjes voor jou, zie je ze? er is geen leven na de dood, zegt mijn zoon. wijs hem terecht. ik wil nog naar je graf. misschien is het leeg en sta jij er in wit gewaad naast te lachen? moeder dag, zeg ik, en kijk verwonderd naar de wonden die je handen niet ontsieren, zoen je hand hoofs en teder. dag moeder. stil ga ik huiswaarts, vertel het niemand. de pinte 10/5/4