(van) Loo, Van Loe, Lo, Van Looy, Van Looij, Van Loey, Van Loy(e), Van Loij,
Verloo, Verlooij,
Plaatsnaam afkomstig van
Lo. Lo: open plaats in het bos, bos, open land, weide, bosje.
Deze naam ontstond op heel wat plaatsen.
Verloo Everaert (S),
x met ...
Uit dit huwelijk:
Verloo Willem.
Verloo Willem, ° ca. 1530, x met
Pauwelijn De Cremer.
Leengoederen Schriek en Grootlo (Karel Lemmens).
Achtste Perceel, Henneweysheyde:
17.07.1586: Willem Verloo Everaertssone bij coope van vs (Jan
Claes Willemssone).
09.08.1608: zijn zoon Willem Verloo x Catharina Schrijns na +
vader.
18.03.1634: zijn zoon Jan Verloo na + vader.
15.07.1634: Aerts Smets bij cope van vs.
23.06.1644: zijn zoon Philips Smets na + vader.
23.06.1644: Aert Gyselincx van Haecht bij coope van vs.
06.09.1659: zijn zoon Adriaen Gijselincx 27 j. in broederlijk en
zusterlijke rechten.
Hier weer een boeiende akte
(met dank aan Paul Peeters) met vermelding van Paulina s'
Craemers (De Craemer/De Cremer/Cremers) als weduwe van Guilielmus
Verloe (Verloe) met haar zonen Joannes en Guilielmus Verloe. Haar
man was vermoedelijk wel uit de buurt van Keerbergen. Ik
veronderstel dat echter dat haar zoon Guilielmus uitweek naar Lier
en dat zijn moeder mee naar Lier ging of later bij hem te Lier
introk. Haar zoon Guilielmus moet omstreeks 1583 geboren zijn,
vermits hij in 1618 ca. 35 jaar oud was. Paulina en haar zoon
Guilielmus waren alleszins nog in leven op 14.02.1626.
Bemerk dat Artus sone Everaerts eveneen in Lier
woonde. Het is wel merkmaardig dat in de akte geen sprake is van
Everaert. Was hij reeds overleden of had hij zijn deel van de
erfenis al gehad ?
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 8247, folio 319r., akte dd. 29 augustus 1618.
Item in tegenwoordicheyt des meyers, schepenen
ende eygen(genoten) van Loven naergen(oempt) is gecompareert Paulyna
s' Craemers, weduwe van wijlen Willem Verloe, cum tutore, voorde
geheele tochte der goeden naerbeschreven, daervan de proprieteyt is
gedevolveert op Jan ende Willem Verloe, haere kinderen, ende met
haer den voors(chreven) Willem, oudt omtrent dertich jaeren, soo hij
verclairde, voor de proprieteyt vande hellicht der selve goeden,
inwoonende met sijne moeder voors(chreven) binnen der stadt van
Liere, hebben opgedraghen eerst die geheele tochte en(de) die
hellicht vande proprieteyt van twee boenderen landts, eygens goets,
liggende inde prochie van Campenhout opt Cleyn Veldeken, regenot(en)
in twee zijden aen Onser Liever Vrouwen Sengen (?) tot Mechelen, de
goeden Jaspars wijlen Van Horick ter iii. ende sheeren straete ter
iiii. zijden, vercregen voor schepenen van Campenhout den 28.
augusti 1600 tegen Jan Janssens en(de) consorten, item vijff dach
van vijff dachmaelen beempts, liggende binnen Keerbergen over den
Langenvoort tusschen de beke aldaer ter i., sheeren straete ter ii.,
den prelaet van Grimbergen ter iii. ende t' cloister van Blijenberch
ter iiii. zijden, vercregen tegen Phlips Marotelle voor schepenen
van Keerberghen den den 18. octob(ris) 1577, item van een
stuck beempts, groot omtrent twee boenderen, liggende tot Keerbergen
met een block voordelcant, regenot(en) de cure aldaer ter i.,
derffgenaem(en) Phlips De Vleeschouwere ter ii., derffge
tgoidtshuys van Grimberghen ter iii., derffgen(aemen) Phl(ip)s
Rombouts Van Orshaegen ter iiii. ende de Dijle ter v. zijden,
vercregen tegen Anthoine Gooten den 16. augusti 1586, belast met iii
penn(ingen) chijns, item van drije dachm(aelen) beempts, gelegen
onder Keerbergen int Voorbroeck, regenot(en) de pastorie van
Keerbergen ter i., het Wijlbempdeken ter ii., belast met ii penn(ingen)
Lovens, item den voors(chreven) Willem draecht noch op eene rente
van acht guld(ens) erff(elijck), die ten behoeve van hem staet
gereserveert ten laste Jans Lindts, woonende tot Haecht, op zekere
erve, de nu betimmert wesende tot Keerberge met wettige
bescheede, gepasseert voor int laethoff van Grimberghen onder
Keerberghen ligg in date 13. meerte 1617, liggende de selve
erffve regenot(en) het Mastijnstraetken ter i., het Mastijnbeemdeken
ter ii., den heere van Keerbergen ter iii. ende sheeren straete ter
iiii. zijden, expositis impositus est iure hereditario et allodiali
m(eeste)r Hubertus Sodalis vuyt laste ende ten behoeve van heere
ende m(eeste)r Gillis du Bay, doctoor ende professeur inder
heyligher godtheyt, per monit(ionem) quo facto idem reddidit
terminis, als te weeten de drije twee eerste parceelen voor
vrije, eygen ombelast ende het iii. met het vierde opden chijns,
hier voore gespecificeert ende die rente voor deuchdelijc, niet
belast noch veralieneert, tanqua(m) prout ende voorts meer op eene
voortaene rente van vijffentwintich guld(ens) siaers te xx st(uyvers)
den gulden ende te drije plecken Brabants elcken stuyver gerekent,
jaerlijcx te verschijnen opden date deser, daervan het eerste jaer
sal verschijnen den xxix. augusti 1618 xvic.
negenthien ende soo voorts van jaere te jaere te leveren binnen
deser stadt Loven, los ende vrije van x., xx., c., mindere ende
meerdere rente penn(ingen) ofte andere subventien,
ingestelt oft inne te stellen infuturum quolibet assecutum et sub
hisce satis et waras obligantes et submittentes se suaque insolidum
ac renun(ciantes), signantelijcken de voors(chreve) Paulyne
privilegio s(enatus) c(onsul)ti vell(eiani), haer voorgehouden,
itemq(ue) tsamen nove constitut(ioni) de duobus reis et aliis in
forma, promittentes insuper oblig(ando) ac et submitt(endo)
ac renunc(iando) prout in forma supra, de voors(chreve)
rente jaerlijcx loffelijc te betaelen ende in deser stadt, los ende
vrije te leveren infuturum assecutum et casu quo ad mon(itionem)
alia sub disce et tantu(m) prout, met conditie van te mogen lossen
teender reysen, elcken penn(inck) met xvi gelijcke penn(ingen) ende
met volle rente, pr alles losgelts, binnen Loven los en(de)
vrije te leveren als voore, his interfuerunt Impens, Loomans,
schepenen ende eygengenoten van Loven, itemq(ue) d(ominus) praetor,
et Hermans, itidem allodii consortes Lovanien(sis) quiquidem hec
quod faciunt coram quibus satis et waras ut supra, actum augusti 29.
1618.
In de marge.
De quytinghe van dese rente gedaen bij Paulina
Creemers en(de) Willem V(er)loo, habetur xiiiien. februarii 1626 in
prima, sic vacat.
Uit dit huwelijk:
Verloo Anna, x met Nicolaes Leerse,
Verloo Everaert, ° ca. 1565, x met
Anna Walravens, fa Merten.
Uit dit huwelijk:
Verloo Willem,
Verloo Artus.
WRT1875 fo 556.4:
- 18 feb 1613: Cornelis Walravens woonende tot Amsterdam verkoopt
alsulcken gedeelte als hij competerende is in elf boenderen bempt
gelegen te Werchter bij sijnen vader vercregen tegen Philip Caulier
na S+D voor schepenen van Aerschot anno 1612 aen Everaert Verloo.
- 26 jan 1625: Willem Leerse als momboir vande onbejaerde kinderen
wijlen Everaert Verloo heeft te leene ontfangen alsulcken gedeelte
als den voors Everaert heeft gecompeteert stellende als sterfman
Aerdt Verloo.
- 19 apr 1660: Artus Verloo sone Everaerts woonende in Lier heeft
opgedraegen twee stucken bempt groot int geheel vier bunderen
genoemt den Hooghdonck enden Neerdonck constituerende samen twee
volle leenen ten behoeve van Jan Baptista Verstrepen sone Jans .
Verloo Jan, ° 1586,
Verloo Willem.
Verloo Willem, ° ca. 1560, x met
Catharina Schrijns.
Uit dit huwelijk:
Verloo Catharina,
Verloo Jan, x (niet H, Nieuwr!, ) met
Pasteels Anna, (fa Joannes x Barbara Lechy),deze
x 2 mer Arnoldus Van Rijn,
De onderstaande schepenakte geeft heel wat bijkomende nieuwe
inlichtingen prijs over Anna Pasteels, vrouw van Joannes Verloy
(Verloo). De info begint bij :
Joannes Pasteels x Anna Verstrepen x Arnoldus
Vanden Rijn (Anna wonende te Rotselaar).
Kinderen van Joannes Pasteels en Anna Verstrepen
:
- Joannes Pasteels x
Barbara Lechy (ook Van Lechy/de Lechy), wonende te Rotselaar.
- Anna Pasteels x Joannes
Verloy, wonende te Haacht.
Anna Pasteels (x Joannes Verloy) is dus de
dochter van Joannes en Barbara Lechy en de stiefdochter van Arnoldus
Vanden Rijn.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7886, folio 17v., akte dd. 12 juli 1610.
Item in tegenwoirdicheyt
des meyers ende schepen(en) van Loven naerbescreven gestaen Anna
Verstrepen, ierst weduwe Jans wijlen Pasteels ende nu tegenwoirdige
huysvrouwe Ardts Van(den) Rhijn, woonende tot Rotselaer, voirde
tocht, ende Jan Pasteels, haren soone, met Barbara Lechy, zijne
huysvrouwe, oock woonen(de) te Rotselaer, voirde proprieteyt, ende
deselve Jan Pasteels, oock van wegen ende inden naem des voors(creven)
Ardts Van(den) Rijne uyt crachte van zeeckere procuratie, bijden
voors(creven) Aerden, hem tot des naebescreven staet te doene,
gegeven, gepasseert voir meyere en(de) schepenen van Rotselaer opden
xen. july 1610, gelijck tselve bleke bijden instrument daeraff
zijnde, bijden voirscreven meyere ende schepenen respectivel(ijck)
onderteeckent, alhier gesien ende getoont ende waer van den teneur
van woirde te woirde is volgende, luydende aldus, op heden datum den
thiensten july 1610 soo is gecompareert voor meyer ende schepenen
der baenderijen van Rotselaer Aert Vanden Rhijn ende Anna
Verstrepen, zijne huysvrouwe, als tochtersse van eenen huyse,
gelegen tot Ophem, regenooten sheeren straete in twee sijden ende
noch een cleyn straete loopende naerden Wijngardt ter derdere,
derffgenamen Cathlijn Ouroghs ter iiiire. zijden, ende den voors(creven)
Ardt ende zijne huysvrouwe Anna ghe
geven consent ende volle macht Jannen Pasteels, haeren sone,
onwederoepel(ijck) om te belasten tvoors(creven) huys ende hoff met
alle die goeden die der voors(creve) Anna Verstrepen aen competeren
mochten, soo veele als den voors(creven) Pasteels versoeckt oft
versoecken sal als sij sullen comen ter plaetsen daert versocht sal
worden, aldus gedaen ter p(rese)ntien van Jan Foblet en(de) Geert
Gielis, schepenen, ende Laureys Van Kriekinghem, meyer, actum als
boven, ten daege, maendt ende jaere voorscreven ende onder gescreven
ende geteeckent aldus, Laureys Van Krieckingem, meyer, item noch
twee marcken oft handtteecken, deen wesende
van het
handteecken van Jan Foblets ende dander het handtteecken van Geert
Gilis, beyde schepenen van Rotselaer voors(creven), ende Anna
Pasteels, sustere des voors(creven) Jans, huysvrouwe Jans Verloy,
met consente, wille, weete ende overstaene des voors(creven) Jans,
haers mans, woonende te Haecht, oock voorde proprieteyt, per mon(itionem)
hebben opgedragen met behoirl(ijcke) vertijden de goeden
naerbeschreven, ierst
al gelegen te Rotselaer voors(creven), te weeten ierst zeecker erve
ende boogardt, gelegen te Rotselaer, ter plaetsen geheeten Opheem,
groot ontrint een halff dachmael der maeten onbegrepen, regenooten
sheeren straete in twee zijden, Antheunis De Scrijmaecker ter
derdere ene Jan Pasteels ter vierdere zijden, bijden voors(creven)
wijlen Jan Pasteels ende Anna Verstrepen v(er)cregen voor meyer
en(de) schepenen van Rotselaer opden iersten april anno xvc.
xciitich., belast met xiiii st(uyvers) erffel(ijck) aenden H(eyligen)
Geest tot Rotselaer, item noch een halff boender bempts, gelegen tot
Rotselaer over de sluyse, regenoten derffgen(aemen) Jans wijlen De
Witte ter eenre, Matthijs De Proest ter tweedere, de Dijle ter
derdere ende die Vestenstraete ter vierder zijden, voor scepenen van
Rotselaer v(er)cregen opden iien. may anno xvc. xciiii, belast met
sheeren chijs sonder meer, item noch een halff boender bempts
onbegrepen der maete, gelegen oock aldaer boven den moolen, geheeten
den Omkeer, regenoten de Dijle in ii zijden, m(eeste)r Matthijs De
Proost ter derdere ende Aert Van(den) Rhijn ter vierdere zijden,
vercregen voor scepenen van Rotselaer opden xiiiien. may 1609 tot
behoeff des voors(creven) Jans ende Anne Pasteels van Antheunis
Diercx van Dessels en(de) Cathlijn Van(den) Bossche, belast met een
halff mol(evat) gerste, een halff mol(evat) even ende tve. [5e]
paert van twee ganssen, item noch een block landts, gelegen
rontsomme in sijne grachten, groot een halff boender, liggende
aldaer in dEyer straete, daer een huys plach op te staen, regenooten
jo(ncker) Raes Van Grave ter eenre ende tweedere, de strate ter
derdere en(de) zeeker jouffrouw Van Bruessele ter vierdere zijden,
belast met viii st(uyvers) sheeren chijns ende xii ½ st(uyvers)
aenden voors(creven) Van Grave, noch drije vieren(deelen) bempts,
gelegen int Hellichter Broeck, regenoten derffgenamen Ardts Van
Langendonck ter ire., Jan Vrients ter tweedere ende Jooris Van
Arsschot ter iiire. zijden, belast met sheeren chijs, vercregen van
Merten Franssens ende Catlijn Van Bettenrode, noch vijff
vierendeelen landts, gelegen tot Rotselaer opden Wijngaert,
regenoten sheeren straete in twee sijden, Willem Van Arschot ter
derdere ende Peter Vanden Zande ter vierdere zijden, onbel(ast),
item noch een huys ende hoff met alle zijne toebehoirten, gestaen te
Rotselaer bijder moolen aldaer, groot een boender ombegrepen der
maten, regenoten de straete aldaer in twee zijden, Jaspar De Witte
met een halff boender landts ter derder ende Peeter Vanden Rijne ter
iiiire. zijden, belast met zesse rinsgul(dens) erffel(ijck) sonder
meer ende die voors(creve) opdragers respective vuyte tocht ende
proprieteyt van(de) voors(creve) goederen ontgoet ende onterft
zijn(de) ende heer ende m(eeste)r Jan Paludanus, doctoir inder heyl(iger)
godtheyt ende pastoir der parochie kercke van S(in)te Peeters te
Loven, ende heer ende m(eeste)r Samuel Loyaerts, oock doctoir inder
godtheydt ende pastoor van S(in)te Michiels kercke te Loven, beyde
als proviseurs vander fundatie wijlen heer Jans Quynen ab Hasselt
inden naem ende tot behoeff van(der) selver fundatien daerinne
gegoeyt en(de) geerft zijnde bij manisse des voors(creven) meyers
en(de) hebben van wegen als voor alle deselffve goederen den
voorgen(oemden) opdrageren wederom overgegeven om die in tocht ende
erffelijckheyt bij hem gehouden ende beseten te worden opde voors(creve)
chijssen ende commeren daer van oudt als voir op uytgaende, al ten
behoirl(ijcke) ende gewoonl(ijcke) tijde ende termijn(e) te betaelen
ende voirts meer op elff carol(us) gul(dens) te xx stuyver[s] t'
stuck, munte in Brabant cours ende loop hebbende, ende vijff gel(ijcke)
stuyvers erffel(ijcke) rente, alle jaer opden xiien. july te
betaelen ende inder stadt wissele van Loven, los ende vrije van
allen beden ende impositien, soo ordinariss als extraorinar(iss),
oock van(de) xe., xxe., ce., mindere ende meerdere penninghen, te
leveren der voors(creve) fundatie, erffel(ijck) in toecomen(de)
tijde, telcken termijne als schult met recht overwonnen, iure et
satis die voors(creve) respective opdrageren indivisim obligan(do)
et submitten(do) et waras ut supra ende om der voorgen(oemde)
fundatie noch meer ende bat te verseekeren, soo geloven midts desen
die voornoem(de) opdrageren onbesundert, onversceyden ende elcken
voir al de selve rente van x rinsgul(dens) v st(uyvers) erffelijck
alle jaeren ten tijde ende termijn(e) voors(creven) wel ende loffel(ijck)
te betaelen ende te leveren, los, vrij ende tot behoeff als boven,
quol(ibe)t ass(ecutum) obligan(do) et submitten(do) hunlieden
respective persoonen ende goeden, ruerende ende onrueren(de),
present ende toecomende, met conditie dat zij deselffve rente sullen
mogen lossen ende quyten tallen tijden alst hun gelieven sal teen
reysse, te weten elcken gul(den) erffel(ijck) daeraff met xvi gel(ijcke)
gul(dens) ende met volle rente, ende hieraff hebben die voors(creven)
Jan Pasteels ende Barbara Van Lechy gelooft den voors(creven)
anderen hunne mede consoirten costel(oos) ende scadeloos te
garanderen ende indemneren, ende es te weten zoo die voors(creve)
heeren proviseurs vercleerden de penningen, daermede dese rente
gecreert ende gecocht wort, gecomen te zijn van alsulcke x gul(dens)
erffel(ijck), affgeleyt ende gequeten bij Machiel Crabbeels tegen
den penninck xviii, coram Duffle, Maes, julii xii., 1610.
Sententiatum per Carol(um) Van(der) Noot uti
receptorem d(i)ctae fundationis quynae pro defectu melioris
assignationis et securitatis huius redditus undecim florenor(um) et
quinque stuferorum, coram Brecht, Leunckens, ja(nua)rii xx., 1612.
Uit dit huwelijk:
Verloo Arnoldus,
(°) Haacht 11.01.1611,
Verloo Adrianus,
(°) Haacht 03.11.1613,
Verloo Clara,
(°) Haacht 07.08.1616, x Haacht ...02.1636 met Van Hove Jan,
fii in Haacht,
Onderstaande akte met dank aan
Christina Savat
H837:
Fo 116v: 23 jul 1687:
S+D
voor kinderen en erfgen van wijlen Jan Van Hove x Clara Verloo
-
Everaert Van Hove geasst met Servaes Vloebergh als momboir over
zijn kinderen behouen van wijlen
Joanna Janssens
-
Guilliam Vandeputh x Elisabeth Van Hove te vooren we Jaecques
Coremans geasst met Peeter Coremans
als momboirs over
Jaecques
kinderen.
Verloo Everardus,
(°) Haacht 05.02.1620, x 1 (niet H, DD, Wes, Wak, W, ) met
Maria Caermans - Keermans - ...,
x 2 (niet H, DD, Wes,
Wak, W, ) met Cornelia Thijs,
Onderstaande akte en commentaar met dank aan Paul
Peeters
Hieronder een akte met vermelding van Clara
Verloo (x Jan Van Hove) en haar broer Everardus Verloo (x Maria
Caermans/Keermans/Keremans xx Cornelia Thijs). Het slot van de
akte bleek te ontbreken. Everardus Verloo woonde aanvankelijk
in Haacht, maar na het overlijden van zijn eerste vrouw week hij uit
naar Leuven. Hij huwde een tweede maal op 20.05.1662 te Leuven
(Sint-Geertrui) met Cornelia Thijs. Volgens de akte behield
Everardus van zijn eerste en tweede vrouw samen vijf kinderen.
Hiervan heb ik er vier kunnen terugvinden.
Van zijn eerste echtgenote behield hij alleszins
:
- Joannes Verloe, ged.
Haacht 24.02.1657 (moeder heet Keermans);
- Maria Margaretha Verloy,
ged. Haacht 05.06.1659 (moeder heet Keremans);
Van zijn tweede echtgenote behield hij alleszins
:
- Everardus Verloey, ged.
Leuven (Sint-Geertrui) 30.01.1667;
- Carolus Verlooc, ged.
Leuven (Sint-Geertrui) 09.12.1668.
Vermoedelijk dient het ontbrekende kind in zijn
tweede bed gesitueerd te worden, gezien de grote tijdspanne tussen
de tweede huwelijksdatum en de doop van Everardus Verloey junior.
Bron
: S.A.L., Inventaris Cuvelier,
register nr. 8269 fol. 392r°.
In
tegenwoordicheyt der heeren meyers ende schepenen van Loven
naerbeschreven gestaen den clerck Coecx ingevolge van sijne
procuratie, hem als thoonder deser gegeven, om den naervolgenden
contracte behoorelijck te vernieuwen, waervan den teneur is
volghende van woorde tot woorde.
Comparerende op heden
desen sesthiensten february 1671 voor mij notario ende die getuygen
naerbeschreven Everaerdt Verloo, innegesetene der stadt Loven,
getrauwt geweest sijnde met Maria Caermans ende daernaer met
Cornelia Thijs, vande selve tsaemen behouden hebbende vijff
kinderen, den welcken vuyt crachte ende naer vermoghen vande
authorisatie der heeren weesmeesteren van die stadt Loven in date
den xvien. january lestleden naer voorgaende advies van die naeste
vrienden des comparants in date den vierden januarius te voorens,
heeft bekent deughdelijcken vercocht, gecedeert ende getransporteert
te hebben, vercoopt, cedeert ende transporteert midts desen, aen
ende ten behoeve van Jan Van Hove ende Clara Verloo, wettige
gehuysschen, innegesetenen van Haeght, een stuck landts, soo tselve
gelegen is tot Haeght voors., groot drije dachmaelen onbegrepen der
maete, regenoten den acceptant ter eenre, het begijnhoff van
Mechelen ter tweedere, s' heeren straete ter derdere sijden, Peeter
Smets ter vierdere sijden, vrije ende eygen goet, ende dat voor
drije hondert ende negentich guldens boven eene rente van
vijffentwintich guldens capitaels, hem comparant competerende vuyt
crachte van scheydinge ende deylinge die midts desen sal doodt ende
te nyet blijven ende gecasseert, aen welcke somme van drije hondert
ende negentich guldens corten eerst eene rente van hondert guldens
capitaels die de acceptanten jaerelijckx sulen betaelen tot behoeve
van sr. Jan De Haese oft sijns actie hebbende alle jaeren thaeren
valdaege tot ontlastinge des vercoopers, behaudelijcken dat die
verloopen sullen worden betaelt, die verschenen sijn tot in october
1670 incluys, item eene rente van hondert guldens capitaels ten
behoeve van het clooster van die Grauwsusters binnen Loven, waervan
die verloopen te verscheynen in meert toecomende, oock moeten worden
betaelt bijden cooper ofte bijden cooper vuyt die voors. penninghen
ende het surplus der voors. coopsomme, die voors. lasten ende
verloopen affgetrocken, is alsnu comptant aenden vercooper voldaen
gelijck den selven bekent midts
desen, midts het welck den
comparant het selve landt ten vollen recht ende sonder eenige
reserve heeft gecedeert ende getransporteert ten behoeve der voors.
acceptanten ten behoeve der voors. acceptanten, consenterende dat de
selve daerinne behoorelijcken sullen worden gegicht ende gegoeyt
voor schepenen van Loven, Haeght ende allomme daer het die
acceptanten gelieven sal, constituerende tot dijen eynde N. ... [n.v.]
ende een ieder thoonder deser ten eynde om die voors. goedenisse
validelijck te moghen doen met gelofte van garandtschap in forma.
Actum binnen Loven ter presentien van sr. Henrick
De Haese ende van Jan Vervoort, getuygen, tot desen geroepen,
hebben. die compt. ende den eersten acceptant dese geteeckent,
onderstont mij present als notaris ende was onderteeckent M. Keyens,
ingevolge vande voors. procurae. soo heeft den voors.
geconstitueerden den bovengeschreven contracte notariael in alle
sijne pointen, clausulen en. articulen met alle solemniteyten van
rechts wegen daer toe gerequireert, herkent ende vernieuwt, mede
eentsaementlijck opgedraeghen met behoorelijcke verthijdenisse het
voors. stuck landts, breeder inden bovengeschreven contracte gemelt,
ende den voors. Everaerdt Verloo behoorelijcken daer vuyt ontgoeyt
ende onterft sijnde, soo is daer inne gegoeyt ende geerft per
monitionem jure et satis den procureur Keyens inden naeme ende tot
behoeff van Jan Van Hove ende Clara Verloo, gehuysschen, et satis
den voors. opdraegere nomine quo supra et waras het voors. stuck
landts voor vrije ende onbelast, obligando, submittendo ac
renuntiando in forma, coram ... [n.v.].
Verloo N,
(°) Haacht 23.07.1623,
Verloo Petrus,
(°) Haacht 14.03.1627,
Verloo Philippa,
(°) Haacht 06.12.1630.
Smets Arnoldus,
° ca. 1580, + Haacht
11.10.1636, x Haacht 24.09.1606 met
Catharina Verloo.
Een heleboel aktes i.v.m. dit gezin vind je in het parenteel
van
Smets Arnoldus.
Uit dit huwelijk:
Smets Cecilia, (°)
Haacht 18.08.1607,
Smets Adriaan, (°) Haacht 29.12.1609,
Smets Everardus, (°) Haacht 28.12.1611, x (niet H, ) met De
Rijck - De Reyck Maria,
deze x 2 Haacht 23.01.1655 met Lambrecht Bolles - Bollen,
Uit dit huwelijk:
1. Smets Catharina, (°) Haacht 04.09.1636,
Smets Guilielmus, (°) Haacht
07.10.1637,
Smets Rumoldus, (°) Haacht 29.01.1639,
Smets Petronella, (°) Haacht
26.02.1645,
Smets Everardus, (°) Haacht 15.08.1646,
Smets Gertrudis, (°) Haacht 25.11.1648,
Smets Barbara, (°) Haacht 05.04.1651,
Smets Arnoldus, (°) Haacht 11.02.1653,
2. Bolles Henricus, (°) Haacht
27.12.1655,
Bollen - Bogaerts Joannes, (°) Haacht
13.03.1659,
Smets Guilielmus, (°) Haacht 16.02.1613, molenaar in Herent,
Smets Petrus, (°) Haacht 01.09.1616,
Smets Jan, (°) Haacht 23.06.1619,
Smets Philippus, (°) Haacht 09.11.1621.
Terug naar
startpagina Terug naar
startpagina stamboom