Kerrinck, Ker(r)inckx
Patroniem uit de
heiligennaam
Quirinus.
XVI - Kerincx ..., ° ca.
1480, x met ...
Uit dit huwelijk:
1. Kerincx Jan x met Elisabeth Van Meerbeeck ?
Uit dit huwelijk:
Kerinckx Govaerde, is dit
Godefridus Kerinx, x Van
Langendonck Catharina, meer info bij Van Langendonck,
Hieronder een akte met vermelding van Godefridus (Goert) Kerincx,
zoon van wijlen Jan, die gegoed werd in een perceel land van 5
vierendelen, gelegen onder Wespelaar op het Broekveld. Hij had
het perceel gekocht van Livinus (Lieven) De Pelsmakere, zoon van
Henricus en en man van Petronella Van Espen(t).
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7854, fol. 182v., akte dd. 7 november 1569.
Item, in p(rese)ntia villici, etc(etera), Lieven
De Pelsmake(re) sone Henricx en(de) Petronelle Van Espent, zijn
huysvrouwe, hebben opgedragen met behoirl(ijcke) v(er)thijdenisse
een stuck lants, houden(de) omtre(n)t vijff vierendeelen, gelijck
tzelve ombegrepen der maten gelegen is onder Wespelaer opt
Broeckvelt, regen(oten) derffg(enamen) heeren Jans Van(den) Tymple
t(er) eenre, de tafele van Wespelaer t(er) ande(re) en(de) de strate
ald(aer) t(er) ande(re) twee zijden, in alder vuegen en(de) manieren
gelijck zij de zelve goeden v(er)cregen hebben alhier voer
schepen(en) van Loven(e) opd(en) xxiien. octobris lestleden tegen
Jannen V(er)herbruggen, exp(osito) imp(ositus) Goert Kerincx sone
wijlen Jans per mo(nitionem) vuyt sake van naderschap jue(re) et sat(is)
de eo q(uo) ip(s)i dicta bona citra tempus eorum acquisitionis non
alienarunt vendiderunt seu quonismodo hypotecaru(n)t, geloven(de)
oblig(ando) de v(oir)s(crev)en Goert den v(oir)s(creven) gehuysschen
te indemneren vand(er) gelueften van(de) jaerlijcxsche betalinge van
xxx st(uvers) erffel(ijck) bijd(en) zelven gehuysschen den v(oir)s(creven)
Jannen V(er)herbruggen int v(er)crijgen vand(er) v(oir)s(creven)
goeden gedaen tamq(uam) ass(ecu)t(um), cor(am) Bucq, Dormale, nove(m)bris
septi(m)a.
Kerinckx Peeter, x met
Catharina Van Haacht,
Onderstaande aktes
met dank aan Paul Peeters.
In de akte staat
Petrus Ke(e)rincx sone Joannes als echtgenoot vermeld van Elisabetha
Van Meerbeeck. De kans is reëel dat het gaat om voornoemde
Petrus.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier, register nr. 7470, fol. 157v., akte
dd. 14 januari 1577.
Item Peeter Keerincx
zone wijlen Jans en(de) Elizabeth Van Meerbeke, woonen(de) tot
Wackerzeel, zijn(der) huysvr(ouwe), in presentia, hebben bekindt
en(de) geleden, kinnen en(de) lijden midts desen Willem(en) Coremans
zone wijlen Robeerts en(de) Margriete Bohon, zijn(der) huysvr(ouwe),
woonen(de) te Loven(e), vier carolus gulden te twintich stuyvers
tstuck, munte nutertijt in Brabandt cours en(de) loop hebben(de),
erffelijcke rente, alle jaere opden vierthie(n)sten dach van
januario te betaelen(e) ende te Loven(e) inder stadt wissel, los
en(de) vrij van xe., xxe. en(de) honderste penn(inck) en(de) andere
lasten, ordinaris en(de) extra ordinaris, te leveren erffelijck in
toecomen(de) tijden quolibet assecutum ad mo(bilio) pignus apud
Wackerzeele valens et tantu(m) et poterunt redimere una vice cum et
median(te) xviem. denariis co(n)similibus ac cum, cor(am) Impens,
Wils, januarii xiiiia.
In de marge.
S(olvi)t.
Uxor no(n)
int(er)fuit sed maritus promisit p(re)stare, cor(am) eisd(em).
Item Guillam Coremans
heeft bekindt hem van(de) capitael pen(ningen) en(de) volle rente
voldaen te sijn(e) midts de hypoticatie gedaen tot behoeff
jonch(ee)r Cornelis Van(den) Kerckhove den xvien. ja(nua)rii xvc.
lxxxitich. in hac ca(mer)a.
Hieronder volgt
nog een akte met vermelding van Petrus Kerincx, zoon van Jan (en
vermoedelijk Elisabetha Van Meerbeeck). Ook hij was
blijkbaar tijdens de woelige jaren van Wakkerzeel gevlucht naar
Leuven binnen de iets veiligere stadsmuren. Hij gaf
verschillende goederen in pacht aan Daniel Timmermans (zoon van
Daniel) en Margaretha Van Campen. Waarschijnlijk was
Petrus Kerincx niet zo onbemiddeld. Hij had blijkbaar zo
veel eigendommen dat hij zijn regenoten niet (meer) kende, want
dikwijls werden ze niet vermeld. Het is een redelijk
lange, maar oh zo'n prachtige akte (echt een bijouke).
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier, register nr. 7470, fol. 224r., akte dd.
27 februari 1577.
Condt zij allen
lieden dat Peeter Keerincx zone wijlen Jans, nutertijt
woonen(de) tot Loven(e), heefft vuytgegheve(n) en(de) bekindt
midts desen vuytgegheven te hebben(e) aen Daneelen Tymmermans
sone wijlen Daniels en(de) Margriete Van Campe(n), zijn(der)
huysvr(ouw)e, beyde woonen(de) tot Wackerzeel, die insgelijcx
bekinden van voirscr(even) Peeteren opde naevolgen(de) conditien
aenveerdt te hebben(e) die goeden naebescreven, te weten(e)
zijn(en) huys metten hove, schuren, stallen en(de) alle anderen
zijn(der) toebehoirten, gelijck tzelve gestaen en(de) gelegen is
tot Wackerzeel inde Leepstraete, groot tzaeme(n) ontrent een
dachm(ael) met een dachm(ael) daer vast aen(e) gelegen,
toebehoiren(de) den Heylige(n)geest van Wackerzeel, met noch het
vierendeel van een(e) bloke, daerbij gelegen, groot indt geheele
ontrent een boender, tusschen de voirs(creve) Leepstraete in
deen(e) en(de) Jan Verdo(n)ck ter tweeder en(de) derder zijden,
item een halff boender landts, gelegen onder Wespelaer opt velt,
geheeten Missegem, besaydt met teruwe, tusschen ... [n.v.].
Item onderhalff
dachmael landts, gelegen opt Groot Daeldervelt, eensdeels met
rogge en(de) eensdeels met teruwe besaidt, tusschen ... [n.v.].
Item lxxv roeden
landts opt selve velt, oyck eensdeels met rogge en(de) eensdeels
met teruwe besaydt, gelegen tusschen ... [n.v.].
Item een halff
boender landts opt Leepscher Velt, besaydt met rogge, gelegen
tusschen die goeden der erffgen(aemen) joncker Jans de Laistre
in deen(e), de wed(uw)e Jaspaerts Smeets ter ander.
Item lxxv roeden
landts opt tzelve velt, oyck met rogge besaydt, gelegen tusschen
die goeden der voirs(creve) weduwe Jaspar Smets in deen(e),
derffgen(aemen) Jooris De Witte ter andere.
Item een dachmael
vijffthien roeden landts opt selve velt, met rogge oyck besaydt,
gelegen tusschen de voirs(creve) erffgen(aemen) De Witte in
deen(e), die wed(uw)e Goerdts Kerincx ter andere.
Item onderhalff
dachm(ael) landts erffhellichtwinninge, gelden(de) aen(den)
Heyligengeest van Wackerzeele, besaydt met rogghe.
Item noch een
dachmael landts, daerbij gelegen, den voirs(creven)
Heyligengeest toebehoiren(de), dwelck de voirs(creven) vuytgever
gehuert heeft en(de) alsoo die huere daeraff tzijn(en) laste
betaelen moet, besaydt met rogge.
Item sevenen(de)
een(en) dachm(aelen) landts opt zelve velt, medegereeckent het
Thienschuren Hoff, oyck bezaydt wesen(de) met rogge en(de) wel
en(de) loffelijck overscote(n), comen(de) aendt aertgat van(den)
velde ter eenre, ... [n.v.].
Item inden somer
aert eerst de drije deelen, wesen(de) ontrent drije
dachmaele(n), van(den) voirs(creven) bloke, achter tvoirscreven
huys en(de) hoff gelegen tusschen ... [n.v.].
Item alnoch drije
dachmaelen landts, gelegen opde Bijloocken tusschen die goeden
... [n.v.].
Item een
dachm(ael) landts, gelegen opd(en) Winckel tusschen die goeden
... [n.v.].
Item een halff
boender landts, gelegen opde Waeterlee tusschen die goeden ... [n.v.].
Item tderdendeel
van een boender landts, gelegen opt Cleyn Daeldervelt onder
Thieldonck tusschen die goeden ... [n.v.].
Item een groot
boender besloten landts, gelegen aent Rot tusschen die goeden
... [n.v.].
Item alnoch twee
en(de) een(en) halff dachm(aelen) landts, gelegen inde
Leepstraete voirs(creven) tusschen die goeden Gielis De Rijcke
ter eenre, de goeden Elizabeth Keerincx ter andere.
Den braeck aert,
ierst twee boendere(n) landts, besloten wesen(de), geheeten tRot,
tusschen die goeden ... [n.v.].
Item onder Haecht
inde Wijstraete twee parceelen, bij een aen een gelegen, tzaemen
groot ontrent een boender.
Item een dachm(ael)
landts, geleghen opde Hulst tusschen de goeden Jans Stevens in
deen(e), ... [n.v.].
Item alnoch op
tzelve velt een halff dachm(ael) landts, gelegen tusschen die
goeden Mathijs Mergarts in deen(e), die goeden Willems Van(den)
Bossche ter andere.
Specificatie
van(de) groesen en(de) maygers.
Ierst indt
Wackerzeel Gadt onder Haecht seven dachm(aelen) beempts, gelegen
tusschen de goeden ... [n.v.].
Item drije
dachmaelen beempts, gelegen op Diericx Wouwere tusschen die
goeden ... [n.v.].
Item daerbij
alnoch een halff boender beempts, gelegen nyet verre van(de)
voirs(creve) beempden tusschen die goeden ... [n.v.].
Item alnoch drije
dachm(aelen) beempts, genoe(m)pt Smeets Block, gelegen onder
Wespelaere tusschen die goeden ... [n.v.].
Item alnoch een
halff boender weyde, gelegen teghen over die voirs(creve)
wooninge, teobehoiren(de) der kercke en(de) Heylige(n)geest van
Wackerzeel, tusschen die goeden ... [n.v.].
Item alnoch een
halff boender maybe(m)pts, gelegen indt Werchter Broeck tusschen
die goeden der Zielmissen van Wackerzeel in deen(e), ... [n.v.].
Item alnoch een
halff boender, gelegen(e) indt Sursele tusschen die leygracht in
twee zijden, Peeter De Brievere ter derder.
Om die voirs(creve)
landen wel en(de) loffelijck te labeuren, te mesten en(de) te
besayen op zijn(e) getijdige voeren, gelijck wel winnen(de)
winnen boven en(de) beneden schuldich ende gehouden zijn te
doen(e), een(en) termijn(e) van sesse jaeren, beginnen(de) te
halff meerte naestcomen(de) en(de) zoo van jaere te jaere
vervolgens midts en(de) voerde hellicht van(de) vruchten daerop
wassen(de) en(de) de selve tusschen den voirs(creven) vuytgever
en(de) pachtere jaerlijcx halff ende halff te deylen(e) opt
velt, zoo wel van alle soorte van graen(en) als oyck van raepen,
dijer op gewonnen sullen wordden, behalven en(de) vuytgenome(n)
het stoppel cruyt, datmen nae tgraen, affgedaen zijn(de), zal
winnen inde stoppelen, daer van de pachter hebben en(de)
gebruycken zal de twee deelen en(de) de meester het derdendeel,
des zal de pachter voer vuyt hebben den boomgaerdt en(de) hoff
aent voirs(creve) huys met tvoers(creve) dachm(ael) daer aen
gelegen, dat de voirs(creven) vuytgever in hueringe is
houden(de) van(den) Heylige(n)geest aldaer, met oock het
vierendeel van(de) voirs(creve) bloke, daerbij gelegen, groot
indt geheele een boender, en(de) voer tgebruyck van(de) voirs(creve)
beempden ende weyden zullen de huerlingen voirs(creven) gehoud(en)
zijn jaerlijcx Sinte Merte(n)smisse te betaelen(e) vijfftich
rinsgulden en(de) jaerlijcx moeten onderhouden twee vercken(en)
van(den) voirs(creven) vuytgevere, die zij van halff meerte tot
Sinte Mertensmisse sullen laeten ghaen doen hueden en(de) gaede
slaen en(de) voirts meer opde andere co(n)ditien en(de)
voerweerden naevolgen(de), als ierst dat de voirs(creve)
pachtere(n) gehouden zullen wesen die vruchten van(de) voirs(creve)
landen te vueren inde schueren, te weten(e) dierste voerdere
inde schuere van heur(en) meestere, het tweede inde heure en(de)
zoo vortaen en(de) boven dijen tgraen, gedorsschen zijn(de), de
selve hellicht te moeten leveren tot Loven(e) oft tot Mechgelen,
behoudelijck dat die pachter(en) alsdan zullen den montcost
hebbenmetten peerden en(de) dat tfruyt, opde voirscr(eve) goeden
jaerlijcx wassen(de), tusschen den vuytgevere en(de) huerlingen
halff ende halff zal gedeyldt wordden, des sullen de pachteren
gehouden zijn de hellicht van(den) meestere hem thuys te
leveren, tzij te Loven(e) oft tot Mechgelen voirs(creven), item
de pachteren en sullen egheen gesach hebben aen eenich opgaen(de)
houdt, staen(de) aen(de) voirs(creve) goeden en(de) aengaen(de)
den tru(n)ck zal daeraff den vuytgever hebben die twee deelen
en(de) de pachter(en) het resteren(de) derdendeel, midts oyck
bij hen betaelen(de) het werckgelt van(den) selven houte, te
maeckene nae advena(n)t, maer sullen die pachteren gehouden zijn
thueren coste, zoo wanneer tzelve houte gemaeckt zal wesen, te
stellen(e) in eene mijte, item de pachteren hebben oyck geloefft
en(de) geloven bij desen die voirs(creve) landen in vueghen als
voirs(creven) is, ten heuren affscheyden alzoo wel en(de)
loffelijck besaydt te laeten(e) met goedt loffelijck zaygoedt,
item de voirs(creven) vuytgevere heefft geloefft jaerlijx tot
behulp van(de) voirs(creve) pachteren inden ooghst alleene te
stellen(e) een(en) persoon die hulpen zal die banden slaen, item
de voirs(creven) vuytgever heefft te hemwert en(de) tot zijnen
gebruycke gereserveert die kelder caemer indt voirs(creven) huys,
het onderste van(den) doffhuyse, den nyeuwe(n) stal aen(e)
schuere metten schelfft daerboven, met oyck een hoeffken, achter
tegen die Hulst en(de) die hellicht van(de) hoppecruythoff, item
de pachteren sullen oyck gehouden zijn die wanden, zoe van(de)
huysinghen, schueren, stallen ende andere, te onderhouden
van(den) onderste rychele nederweerts tot haeren coste en(de)
tot onderhoudinge van(de) daecken van(de) selve(n) huysingen
jaerlijcx te moeten leveren viertich busselen leverbaer wallems,
item de voirs(creven) vuytgevere heefft gereserveert en(de)
reserveert hem midts des(en) al o(m)me opde voirs(creve) goeden,
daer meest geraeden zal duncken te planten alle alsulcke boomen
alst hem believe(n) zal, item de pachteren zullen schuldich
en(de) gehouden zijn alle de straeten, beken, grachten en(de)
waeterloopen jaerlijcx wel en(de) loffelijck maecken en(de)
repareren thaeren coste en(de) oyck jaerlijcx te moeten ruymen,
verheffen en(de) veeghen alle grachten en(de) waeterloopen, aen
oft inde selve goeden liggen(de), zonder cost oft last van(den)
vuytgevere, op pene van tzelve gedaen te wordden(e) bijden
vuytgever ten coste van(den) pachtere, behaudelijck dat de
huerlingen zullen mogen zoo veele houdts ter minster schaeden
affhouden aen tzelve goet, om de voerseyde straeten te maecken
en(de) repareren, item de pachteren zullen schuldich en(de)
gehouden zijn allen de beempden te cuysschen en(e) reynigen, zoo
dat behoirt, te weten(e) seysen, reyn en(de) thaeren affscheyde(n)
zulcx reyn en(de) gecuyst laeten, item de pachteren zullen oyck
schuldich en(de) gehoude(n) zijn allen stroot, comen(de) van(de)
voirs(creve) landen van des(er) hoeven, te bringen inder voirs(creve)
hoeve en(de) tselve te slijten(e) met haere beesten en(de) zoo
te converteren in meste zonder eenich daeraff te mogen vercoopen(e),
wech te geven(e) oft vuyt te vueren(e), item dat de huerlingen
tot haeren proffijte hebben en(de) gebruycken sullen alle de
haegen, aen(de) erffve(n) staen(de), behoudelijcx dat zij die
sullen onderhouden, sulcx als dat behoirt, en(de) dat de selve
pachtere(n) sullen hebben en(de) gebruycken zoo veele willigen
strunck als sij behoeven sullen totten beheymen van(de) voirs(creve)
beempden en(de) anders oft voirder nyet en(de) den overen(de)
strunck zullen de meester en(de) pachters halff en(de) halff
proffiteren en(de) gebruycken, alle welcke conditie(n) en(de)
voirweerden hebben de voirs(creve) partijen malcanderen geloefft
te voldoen(e), obligan(do) et submitten(do) in forma, cor(am)
Goirdts, Wils, februarii xxviia.
Hieronder
weer een akte met vermelding van Petrus Kerincx, zoon van
Jan (en vermoedelijk Elisabetha Van Meerbeeck). Uit de
akte blijkt dat hij gehuwd was met Catharina Van Haecht.
Petrus Kerincx en Catharina Van Haecht hadden hun testament
op 7 januari 1572 (Brabantse stijl) gemaakt voor Petrus
Verhoeven, pastoor te Wakkerzeel. Een interessant
gegeven is dat onder de regenoten van het overgedragen half
bunder land te Wakkerzeel ook een Elisabeth (Lijsbeth)
Kerincx werd vermeld. Waarschijnlijk betreft het de
zuster van Petrus.
In de uitgave
van prior emeritus VERREES W., Necrologium 1129 – 1979.
Abdij van Park, Leuven, Heverlee, Leuven, 1979, staat
Pieter Verhoeven alias Wans met als sterfdatum 18 december
vermeld. Hij was priester, kanunnik en cellier van de
abdij van Park, kapelaan van Wakkerzeel en tevens pastoor
van Tervuren. Hij overleed in het jar 1574.
In de uitgave
van AERTS A., Wakkerzeel, het stille dorp, Haacht,
2005, staat het volgende vermeld m.b.t. voornoemde pastoor :
Petrus
Verhoes (1563-1574) alias Waus was tevoren enkele jaren
pastoor te Tervuren. Hij wijdde een deel van zijn
leven aan het bestrijden van de armoede en liet het mirakel
van de genezing van het paard van Willem Bols uit Haacht
registreren. Hij is gestorven op 8 december 1578.
Zowel wat de
schrijfwijze van de naam als de sterfdatum wijkt André AERTS
wel enigszins af met het uitgegeven orbituarium van prior
emeritus VERREES.
Bron :
S.A.L.,
Inventaris Cuvelier, register nr. 7470, fol. 281v., akte
dd. 19 april 1577.
Item in
tegenwoerdicheyt des meyers en(de) scepen(en) van Loven(e)
naebescreven gestaen Peeter Kerincx zone wijlen Jans,
nutertijt woon(ende) te Loven(e), zoo in zijn(en) eygen(en)
naeme als vuyt crachte van(den) testame(n)te, bij hem en(de)
Catlijn(e) Van Haecht, zijn(e) huysvrauwe, eenzaemelijck
gemaeckt en(de) gepasseert voer heer Peeter Verhoeven,
pastoir van Wackerzeel, en(de) zeecke[re]n getuyghen, in
date xviien. januarii xvc. lxxii stilo Brabantie, al naeder
blijcken(de) bijden zelven instrumente in date voers(creven)
et inseratur, per mo(nitionem) heefft opgedraege(n) met
behoirlijcke verthijdenissen een halff boender landts,
gelegen onder Wackerzeel opde Waterlee tusschen de goeden
van(den) taeffele van(den) Grooten Heyligengeest binnen
Loven(e) in deen(e), tsheeren straete ter andere, derffgen(aemen)
Aerdts Paeps ter derder en(de) de ghoeden des voirs(creeven)
opdraegers met die goeden der erffgen(aemen) Elizabet
Keerincx tzaemen ter vierder zijden, exp(osito) soo is
daerinne geghoedt en(de) geerfft ten erffelijcke rechte
Willem Vos inden naem en(de) tot behoeff der erffgen(aemen)
m(eeste)r Bartholomeus Van(den) Heedtvelde, in zijn(en) tijt
secretaris der stadt van Loven(e), per mo(nitionem) et satis
et war(as) op een(en) penninck boon(e) grondtchijs aen(den)
hertoge van Aersschot, tanquam prout jure, cor(am) Roeloffs,
Impens, aprilis xixa.
Hieronder een
akte met vermelding van Petrus Kerincx, zoon van Jan (en
vermoedelijk Elisabetha Van Meerbeeck). Uit de akte
blijkt dat hij gehuwd was met Catharina Van Haecht.
Petrus Kerincx en Catharina Van Haecht hadden hun testament
op 7 januari 1572 (Brabantse stijl) gemaakt voor Petrus
Verhoeven, pastoor te Wakkerzeel. Een interessant
gegeven is dat onder de regenoten van het overgedragen half
bunder land te Wakkerzeel ook een Elisabeth (Lijsbeth)
Kerincx werd vermeld. Waarschijnlijk betreft het de
zuster van Petrus.
In de uitgave
van prior emeritus VERREES W., Necrologium 1129 – 1979.
Abdij van Park, Leuven, Heverlee, Leuven, 1979, staat
Pieter Verhoeven alias Wans met als sterfdatum 18 december
vermeld. Hij was priester, kanunnik en cellier van de
abdij van Park, kapelaan van Wakkerzeel en tevens pastoor
van Tervuren. Hij overleed in het jar 1574.
In de uitgave
van AERTS A., Wakkerzeel, het stille dorp, Haacht,
2005, staat het volgende vermeld m.b.t. voornoemde pastoor :
Petrus
Verhoes (1563-1574) alias Waus was tevoren enkele jaren
pastoor te Tervuren. Hij wijdde een deel van zijn
leven aan het bestrijden van de armoede en liet het mirakel
van de genezing van het paard van Willem Bols uit Haacht
registreren. Hij is gestorven op 8 december 1578.
Zowel wat de
schrijfwijze van de naam als de sterfdatum wijkt André AERTS
wel enigszins af met het uitgegeven orbituarium van prior
emeritus VERREES.
Bron :
S.A.L.,
Inventaris Cuvelier, register nr. 7470, fol. 281v., akte
dd. 19 april 1577.
Item in
tegenwoerdicheyt des meyers en(de) scepen(en) van Loven(e)
naebescreven gestaen Peeter Kerincx zone wijlen Jans,
nutertijt woon(ende) te Loven(e), zoo in zijn(en) eygen(en)
naeme als vuyt crachte van(den) testame(n)te, bij hem en(de)
Catlijn(e) Van Haecht, zijn(e) huysvrauwe, eenzaemelijck
gemaeckt en(de) gepasseert voer heer Peeter Verhoeven,
pastoir van Wackerzeel, en(de) zeecke[re]n getuyghen, in
date xviien. januarii xvc. lxxii stilo Brabantie, al naeder
blijcken(de) bijden zelven instrumente in date voers(creven)
et inseratur, per mo(nitionem) heefft opgedraege(n) met
behoirlijcke verthijdenissen een halff boender landts,
gelegen onder Wackerzeel opde Waterlee tusschen de goeden
van(den) taeffele van(den) Grooten Heyligengeest binnen
Loven(e) in deen(e), tsheeren straete ter andere, derffgen(aemen)
Aerdts Paeps ter derder en(de) de ghoeden des voirs(creeven)
opdraegers met die goeden der erffgen(aemen) Elizabet
Keerincx tzaemen ter vierder zijden, exp(osito) soo is
daerinne geghoedt en(de) geerfft ten erffelijcke rechte
Willem Vos inden naem en(de) tot behoeff der erffgen(aemen)
m(eeste)r Bartholomeus Van(den) Heedtvelde, in zijn(en) tijt
secretaris der stadt van Loven(e), per mo(nitionem) et satis
et war(as) op een(en) penninck boon(e) grondtchijs aen(den)
hertoge van Aersschot, tanquam prout jure, cor(am) Roeloffs,
Impens, aprilis xixa
Het
onderstaande testament was opgesteld met een datering in
de Brabantse stijl. In de akte wordt aangehaald dat
Gregorius XIII in het eerste jaar van zijn pausdom was.
Hij werd geboren in Bologna op 01.01.1502 als Ugo
Buoncampagni en overleed te Rome op 10.04.1585.
Hij was paus vanaf 13.05.1572. Hij was de opvolger
van paus Pius V en hij werd opgevolgd door paus Sixtus
V. Paus Gregorius XIII voerde op 05.10.1582
de Gregoriaanse kalender in, de tijdrekening die bij
Plakkaat van 10.12.1582 ook in de Nederlanden van kracht
werd en die we nu nog gebruiken. Voordien volgde
men de Juliaanse tijdrekening. Ten gevolge van een
fout in de Juliaanse tijdrekening werden bij de
invoering van de Gregoriaanse kalender na 14.12.1582
tien dagen overgeslagen en was de onmiddellijk volgende
dag 25.12.1582. Opgelet, dit was zo in het
hertogdom Brabant en Zeeland, maar in andere gewesten
werd er pas later overgeschakeld naar de Gregoriaanse
kalender. In Gelderland Overijssel, Utrecht,
Friesland en Groningen was dit zelfs pas op het einde
van de 17e eeuw.
Als je de
datum van het testament in acht neemt, dan zou je denken
dat er een anachronisme is met de datum waarop Gregorius
XIII tot paus werd benoemd, maar dit is helemaal niet
zo. De datering van akten uit die tijd is echter
een complex gedoe. In de huidige Nieuwjaarsstijl
verandert het jaartal op 1 januari, maar dit is niet
altijd zo geweest. Zo is er bijv. ooit een
Kerststijl (verandering van het jaartal op 25 december)
en een Paasstijl (verandering van het jaartal op
Paasdag) geweest. De Paasstijl is echter een
beetje problematisch om reden dat Pasen niet altijd op
dezelfde datum valt. De Brabantse stijl is een
lichte variant van de Paasstijl, waarbij het jaartal
veranderde op of de dag na Goede Vrijdag. Het
gebruik van de Paasstijl had ook tot het gevolg dat de
jaren zelden hetzelfde aantal dagen telde.
Omdat de
Gregoriaanse kalender pas eind 1582 werd ingevoerd,
werden de akten in de jaren voordien gedateerd volgens
de Juliaanse kalender. Volgens de Juliaanse
kalender viel Pasen 1573 op zondag 28 maart. In de
Paasstijl betekent dit dat alle dagen vanaf 1 januari
tot de dag voor Pasen 1573 (of in de Brabantse stijl tot
Goede Vrijdag) nog behoorden tot het jaar 1572.
Gezien Gregorius XIII op 13.05.1572 tot paus werd
aangesteld en dat hij volgens het onderhavig testament
in zijn eerste jaar van zijn pausdom was, werd het
testament volgens onze huidige Gregoriaanse kalender in
werkelijkheid verleden op 17.01.1573.
Volgens de Juliaanse tijdrekening was het echter
17.01.1572.
Bron :
S.A.L.,
Inventaris Cuvelier, register nr. 7470, fol. 297r.,
vervolg van de akte dd. 19 april 1577 met een kopie van
het testament van 17 januari 1572.
Hier naer
volcht copie van(den) testame(n)te, inde voirs(creve)
goedinghe geme(n)tio(n)neert.
In no(min)e
d(omi)ni amen, allen den ghenen dit dit jegewoerdich
openbaer instrume(n)t oft testame(n)t en(de) vuytersten
wille zullen sien oft hoiren lesen, sijn condt en(de)
openbaer dat inden jaere van(de) geboerten deszelffs ons
heeren Jesu Christi duysent vijfhondert en(de) tween(de)tzeventich
stilo Brabantie indictio(n)e(m) prima den xviien. dach
vander maendt januarii tusschen vijff en(de) zesse uren
naerden noene inden iersten jaer des paeusdoems ons
Alderheylichste Vaeders in gode en(de) heere(n), heeren
Gregorius, bij Godts voersinnicheyt die xiiien. paeuws
van dijen naeme, in tegenwoerdicheyt van mij persoon
ende van(de) getuyghen hier onder gescreven, daer toe
geroepen en(de) zunderlinge gebeden, is geweest Peeter
Keerincx en(de) Catlijn Van Haeght, zijn(e) huysvr(ouwe),
woonen(de) inden dorpe van Wackerzeel inde heerlijckheyt
des hertochdoms van Aersschoth, Peeter Keerincx voerscr(even)
achter huyse ghaen(de), staen(de) en(de) wandelen(de)
opter aerden, en(de) Catlijn Van Haecht, voirs(creven),
sieck ligghen(de) op haer bedde, waeraff zij nyet aff
opgestaen en, is, alle beyde haere vijff sinnen, memorie
en(de) verstan(de) wel machtich zijn(de), zoo dat
claerlijck blijckte, aenmercken(de) der menschen
natueren, broosheyt ende ongestadicheyt en(de) die
daegen des me(n)schen cortheyt opter aerden en(de)
datter neyt zekerder en is den menschen dan die doot
en(e) nyet onzeeckerder dan die ure des doots,
willen(de) daero(m)me hunder zielen zaelicheyt met
maeckinge van hunnen testame(n)te voerder besorghen
en(de) om allen geschillen en(de) twisten die tusschen
yemanden wij, hij, zij, die vuyt zaecken van hunnen
ghoeden souden moghen gerijsen, die welcke Godt, van
hemelrijcke hun verleendt heeft en(de) noch bij zijnder
gratien mochte verleene(n), te schouwen(e) en(de) te
verhueden(e), hebben zij testateurs voers(creven) bij
rijpe deiberatie dit hun testame(n)t oft vuytersten
wille geordineert en(de) verclaert inder manieren hier
naevolgen(e), welck testament oft vuytersten wille
hebben die voirs(creve) testateurs begheert in allen
poincten en(de) articulen volbracht en(de) voldaen te
wordden, cracht en(de) valeur te hebben(e), goedt ende
van weerden te zijn(e) en(de) te blijven(e) naede
geestel(ijcke) en(de) weerlijcke rechten oft oyck
gewoonten in forme van testamente, codicille oft
vuytersten wille, alzoo dat best zal moghen geschien,
nyet teghenstaen(de) dat alle sole(m)pniteyten van
rechten, in desen nyet achtervolcht en zijn, nemen(de)
in sterckenissen van desen tot hunnen vordeele alle
previlegien, costuyme(n), usantie, hercomen,
geestelijcken en(de) werlijcken rechten, huer daertoe
dienen(de), inden iersten hebben die voirs(creve)
testateurs hun zielen als zij doer den wille ons lieffs
heeren van hunnen lichaeme scheyden zullen,
oydtmoedelijck bevelen Godt Almachtich, Marien, zijnder
gebenedijder moeder, en(de) allen goedts lieven
heylighen en(de) haer lichghaem(e) der gewijde aerdden,
item voerts maecken zij testateurs voer huer
onrechtveerdich goedt oft zij eenich hadden, dat zij
nyet en weeten, Sinte Ro(m)bouts tot Mechgelen vier
stuyvers eens, item de voirs(creve) testateurs, willen
en(de) begheren dat die lancxtleven(de) van hun beyden
die erffgoeden en(de) renten, bij hun vercreeghen, zal
mogen belasten, versetten, vercoopen en(de) zijn(en)
eygen(en) wille daer mede doen, die penninghen, van(der)
zelver belastinge oft vercoopinge comen(de), nae huere
belieffte en(de) discretien verthieren en(de) allesints
anders employeren, tzij bij quytinge van renten oft
co(m)meren, daermede zij belast zijn(de), oft die
lancxtleven(de), soude moghen belast wordden en(de) oyck
daeraff bij testame(n)te, codicille oft anderssints
disponere(n), zoo en(de) gelijck den lancxtleven(de) van
hun dat best believen en(de) goedtduncken zal, dits
geschiedt ten huyse van(de) voirscr(eve) testaeurs ten
daeghe, jaere, maendt tpausdoms indictie, dorps en(de)
hertochdo(m)s voirs(creven) in presentie van sijnder
mannen en(de) getuyghen Jan(nen) Leerbails, Anthonis
Bosschers en(de) Philips Opden Berch, daer toe geroepen
en(de) zunderlinge gebeden, en(de) hebben van mij
persoon begheert daeraff te maecken(e) een instrume(n)t
oft instrume(n)ten, testament oft testamenten, aldus
stondt ondergescreven, et ego Petrus Verhoeve(n),
presbiter religiosus Parcensis, professus pastor in
Wackerzeele, quia dict(um) ultime voluntatu(m)
dispositioni et ordinationi premissusq(ue) omnibus aliis
et singulis dum sic ut p(er)mittitur fiere(m) una cum
prenomite(n)tis testibus presens interfui eaq(ue) o(m)nia
sic fieri vidi et mandavi ideoq(ue) hoc presens publicum
instrume(n)tu(m) mane mea propria script(um) exinde
co(n)feci et in hanc publicam redegi formam signoq(ue)
et no(m)i(n)e meis solitis et consuetis subscripsi et
subsignavi in fidem robur et testimonium omnium
singulorum p(er)missor(um) rogatus et requisitus.
Bron
: S.A.L.,
Inventaris Cuvelier, register nr. 7470, fol.
320r., akte dd. 4 mei 1577.
Item
in tegenwoerdicheyt des meyers en(de) schepen(en)
van Loven(e) naebescr(even) gestaen Peeter Keerincx
zone wijlen Jans, nutertijt woonen(de) te Loven(e),
zoo vuyt crachte van(den) testamente, bij hem
opdraegher als wijlen Catlijn Van Haeght, zijn(e)
huysvr(ouwe) gemaeckt voer heer(en) Peeter(en)
Verhoeven als pastoor van Wackerzeel en(de) zeecker
getuyghen den zeventhiensten dach januarii a(n)no
xvc. lxxii stilo Brabantie, al naeder blijcken(de)
bijden zelven testamente in date voirs(creven) als
anderssints, per mo(nitionem) heefft opgedraegen met
behoirlijcke verthijdenisse drije vierendeelen
landts, geleghen opt Bredzijp Velt onder Thieldonck
tusschen de goeden Roelandt Staes in deen(e),
derffgenaemen Jans Van Maelcot ter andere, h(ee)r
en(de) m(eeste)r Anthonis Van(den) Heetvelde ter
derder en(de) tgoedt van(de) cappelrije van(der)
Beken ter vierder zijden, exp(osito) soo is daerinne
geghoedt en(de) geerfft ten erffelijcke rechte
Willem Vos inden naem en(de) tot behoeff Roelandt
Staes en(de) Catlijn(e) De Leeuwe, zijn(e) husvr(ouwe),
woonen(de) tot Thieldonck voirs(creven), per mo(nitionem)
et sat(is) et war(as) op een(en) penninck cheys aen
tcapittel van Sinte Peeters tot Loven(e), tanquam
prout jure, cor(am) Impens, Goerdts, maii iiiia.
Hieronder
nog een akte met vermelding van Petrus Kerincx, zoon
van Jan.
Bron :
S.A.L., Inventaris
Cuvelier, register nr.
7861, fol. 379v°, akte dd. 21 mei 1577.
Item, in p(rese)ntia vill(ici),
Peeter Keerincx sone wijlen Jans heeft opgedragen
met behoirlijcke v(er)thijdenissen een stuck landts,
groot omtrent drije vierendeelen, gelijck tselve
gelegen is onder Thieldonck opt Cleyn Kelfstervelt,
regenooten tGroot tKelfstervelt ter eenre, Peeter
Van Meerbeke ter andere, de wed(uwe) Jaspers Smeets
ter derder en(de) derffgenaem(en) Henricx De Vadde(re)
ter vierder zijden, exp(osito) imp(ositus)
Berthelmeeus Van Surple en(de) Anna sCuypers, zijn
huysvrouwe, per mo(nitionem) jure et satis obligan(do)
et waras voer ombelast prout, cor(am) Angelis, Wils,
xxi. maii.
Hieronder nog twee opeenvolgende
akten met vermelding van Petrus Kerincx, zoon van
Joannes en inwoner van Wakkerzeel.
Bijzondere opmerking.
In de vroegere akten vermeldde ik
steeds “ad mo(bilia)”, doch uit de tweede akte
blijkt nu dat dit “ad mo(nitionem)” moest zijn.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register 7468, fol. 293v., akte dd. 15 april 1575.
Item Peeter
Kerincx zone wijlen Jans, woonen(de) onder
Werchte(re), ter plaets(en) geheeten Wackerzeele,
heeft bekindt en(de) bekindt midts desen
joucffr(ouw)e El(isabe)t Vand(en) Velde wed(uw)e
wijlen m(eeste)r Jacops De Witte zesse
carolusg(ulden) te xx st(uvers) tstuck, mu(n)te
cours en(de) loop in Brabant nutertijt hebben(de),
erffel(ijcke) rente, alle jae(re) opden xven.
april(is) te betalen(e) en(de) te Loven(e) inder
stadt wissele los en(de) vrije te leveren, quolibet
ass(ecu)t(um) et ad mo(nitionem) pignus sat(is) apud
Werchte(re) p(re)d(icto) valens, etc(etera), met
c(on)ditien dat de voirs(creven) debiteur de
voirs(creve) rente van zesse carolusg(ulden) sal
mogen lossen en(de) quyten tallen tijden alst hen
gelieven zal teenre reys(en) en(de) elcken
carolusg(ulden) d(aer)aff met achtien(e) gel(ijcke)
penn(ingen) en(de) met volle re(n)te, obligan(do) et
submitten(do), cor(am) Berthijns, Goerts, april(is)
xva.
Senten(tiatum)
per pred(ictum) domicelle El(isabe)t Van(den) Velde,
cor(am) Gordts, Wilts, augisti xxvia., a(nn)o xvc.
lxxviii et est adducta, cor(am) eisd(em).
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register 7468, fol. 293v., akte dd. 15 april 1575.
Item Peeter
Keerincx sone wijlen Jans, woonen(de) tot
Wackerzeele, heeft bekyndt sculd(ich) te zijn(e)
h(eer) en(de) m(eeste)r Anthoenys(en) Van(den)
Heetvelde, canonick der collegiaeld(er) kercken van
S(in)t Baeffs tot Ghendt, vijff carolusg(ulden) te
xx st(uvers) tstuck, mu(n)te cours en(de) loop in
Brab(ant) hebben(de), erffel(ijcke) rinte, alle
jae(re) opden xv. april(is) te betalen(e) en(de) te
Loven(e) ind(er) stadt wissel los en(de) vrij te
leveren in futur(um) quolibet ass(ecu)t(um) et ad
mo(n)itio(n)em pignus sat(is) apud Wackerzeele
p(re)d(icto) valens et t(antu)m, met c(on)ditien dat
de v(oir)s(creven) bekynder de v(oir)s(creve) rente
van vijff carolusg(ulden) sal mogen lossen alst hen
believen zal teenen male, elcken carolusg(ulden)
d(aer)aff met zesthien gel(ijcke) carolusg(ulden)
en(de) met volle re(n)te, obligan(do) et
submitten(do), cor(am) eisd(em).
In de marge.
De bepandinge van
dese vijff r(insgulden) erffel(ijck) h(abetu)r
martii xviiie. l(ibr)o xvc. negentich in hac camera.
Op heden den
xxiii. maii a(nn)o xvic. twintich heeft ... [n.v.]
de quictan(cie) van dese vijff gul(den) erffel(ijck)
v(er)leden bij jo(uffrouwe) Alijt Peckius, staet
maii xviii a(nn)o 1620 in hac ca(mer)a et sic vacat.
Hieronder een akte met vermelding
van Petrus Kerinckx, zoon van Joannes en inwoner van
Wakkerzeel. Hij werd gegoed en geerfd in een
anderhalf dagmaal land op het Groot Daalderveld
onder Tildonk.
Bron :
S.A.L., Inventaris
Cuvelier, register nr.
7465, fol. 120r., akte dd. 22 oktober 1571.
Item in
jegewoirdicheyt des meyers van Loven(e), etc(etera),
gestaen Jan Verdonck sone Henricx, woonen(de) te
Wackerzeele, p(er) mo(nitionem) heeft opgedragen met
behoirl(ijcke) v(er)thieniss(en) onderhalff
dach(mael) landts, gelijck tselve o(m)begrepen
vand(er) maten gelegen is onder Thieldonck opt Groot
Daeldervelt tusschen de goeden vand(er) kercken en.
heyligegeest van Wackerzeele t(er) eenre, Jan De
Scrijnmaker ter ande(re), Adriaen Vand(er) Heyden
ter derder ende sheeren strate ter vierd(er) zijden,
exp(osito) soe es daerinne gegoet en(de) geerft ten
erffel(ijcken) rechte Peeter Keerincx sone wijlen
Jans, woonende te Wackerzeele voirs(creven), p(er)
mo(nitionem) et sat(is) et war(as) op sheeren
strate
chijs en(de) recht vand(en)
gronde ta(m)q(uam) p(ro)ut jure, cor(am)
Liedekercke, Winde, octobr(is) xxii.
Hieronder nog twee opeenvolgende
akten met vermelding van Petrus Kerinckx, zoon van
wijlen Joannes en inwoner van Wakkerzeel.
Daarnaast is er ook een vermelding van Egidius De
Rijck(e), zoon van wijlen Philippus en eveneens
inwoner van Wakkerzeel. Voor deze laatste heb
ik echter geen link kunnen vinden.
Bron :
S.A.L., Inventaris
Cuvelier, register nr.
7465, fol. 235r, akte dd. 19 maart 1571.
Item in tegewoirdicheyt des
meyers en(de) der scepen(en) van Loven(e),
etc(etera), gestaen Gielis De Rijcke sone wijlen
Philips, woonen(de) te Wackerzeele, in p(rese)ntia,
etc(etera), heeft opgedragen met behoirl(ijcke)
verthieniss(en) de tocht vand(en) naebescr(eve)n
goeden en(de) gronden van erven, te weten(e) een
huys en(de) hoff metten boegaerde en(de) anderen
toebehoirten, genaempt de Cleyn Biest, groot een
dach(mael), gelegen tot Wackerzeele voirs(creven)
aen tVoerbroeck tusschen de goeden Lijsbeths
Vand(en) Broecke in deene, de goeden der kercken van
Wackerzeele ter iid(er) en(de) sheeren strate aldaer
ter derd(er) en(de) vierd(er) zijden, item
onderhalff dach(mael) landts, gelegen opt Leepser
Velt tusschen den Middelwech ter eenre, de goeden
des Heylichs Gheests van Wackerzeele ter iid(er), de
goeden der erffgen(aemen) Thomaes(en) Kerincx ter
derd(er) zijden, item een stuck erfs , alzoe tselve
gelegen is, geheeten den Bruel, tusschen de goeden
Symons V(er)herbruggen in deen(e), de goeden der
erffgen(aemen) Jacops Goerts ter iid(er), de goeden
Catlijn(e) Capellaens t(er) iiid(er) en(de) sheeren
strate ter vierd(er) zijden, exp(osito) soe es
d(aer)inne gegoet de v(oir)s(creven) Peeter Keerincx
sone wijlen Jans, woonen(de) tot Wackerzeele
voirs(creven), p(er) mo(nitionem) et sat(is) et
war(as) tvoirs(creven) huys en(de) hoff op
zeventhien st(uvers) erffel(ijck) aen diversche
p(er)sonen, dande(re) p(ar)ceelen van erfven op
sheeren chijs en(de) recht vand(en) gronde ende noch
op vier carolusguld(ens) erffel(ijck) aen diversche
p(er)sonen ta(m)q(uam) p(ro)ut jure, cor(am) Winde,
Hoeven, martii xix.
Bron :
S.A.L., Inventaris
Cuvelier, register nr.
7465, fol. 235r, akte dd. 19 maart 1571.
Item p(re)d(ictus) Egidius De
Rijcke contulit dicto Petro Keerincx sex halstaria
siliginis et tredecim stuferos hered(itarium)
cens(um) et trescense singul(is) a(n)nis ... [n.v.]
p(er)solven(dis) pro quib(us) median(tibus)
l(itte)ris scab(inorum) Lovan(iensis) de data ...
[n.v.] p(er)sona(li)bi obligati existu(n)t
Ludovic(us) De Scrij(n)maker et eius uxor, quare
c(on)tulit) has easd(em) l(itte)ras eod(em) jure et
sat(is) de p(re)d(ict)o contulit obligan(do) et
submitten(do), cor(am) eisdem.
Hieronder nog een akte met
vermelding van Petrus Kerincx, zoon van wijlen
Joannes en inwoner van Wakkerzeel. Zij kwam in
het bezit van goederen onder Wakkerzeel, die aan hen
werden overgedragen door Marie Storms, echtgenote
van Jaspar Hergots en dochter van wijlen Joannes.
Deze laatste woonde met haar man te Boortmeerbeek,
maar waarschijnlijk was zij ook afkomstig van
Wakkerzeel.
Bron :
S.A.L., Inventaris
Cuvelier, register nr.
7464, fol. 77r., akte dd. 23 oktober 1570.
Item in jegewoirdich(eyt) des
meyers en(de) der scepen(en) van Loven(e)
naebescreven gestaen Marie Storms dochter wijlen
Jans met consente, wille, wete en(de) overstaen(e)
Jaspars Hergots, haers mans, woonende onder
Bortmeerbeke, p(er) mo(n)itio(n)em, etc(etera),
heeft opgedragen met behoirl(ijcke) verthieniss(e)
eerst een halff boender lants, soe tselve ombegrepen
vand(er) maten gelegen is te Wackerzeele onder de
prochie van Werchtere tusschen sheeren strate aldaer
ter eenre, de goeden van(der) grooter taefelen
van(den) Heyligegeest te Loven(e) ter iid(er), de
goeden Peeters Keerinx t(er) derder en(de) de goeden
der erffgen(amen) Philips wijlen De Rijcke, item
noch alzulcken recht, actie en(de) proprieteyt als
haer c(om)peteren(de) is in en(de) aen een
dach(mael) lants, gelegen insgelijcx te Wackerzeele
onder Werchte(re) tusschen de goeden der
erffgen(amen) van wijlen mij vrouwe Absoloens in
deene, sheeren strate aldaer ter ii. ende derde
en(de) de goeden van Cleme(n)tia sColvers t(er)
vierder zijden, exp(osito) soe es daerinne gegoet
en(de) geerft ten erffel(ijcken) rechte de
voirs(creven) Peeter Keerinx zone wijlen Jans,
woonen(de) te Wackerzeele, p(er) mo(ntionem) et
sat(is) de voirs(creven) gehuysschen ind(ivisi)m et
war(as) de voirs(creve) goeden op drije halsteren
rogs erfpachts oft dertich stuv(er)s, daer voe(re)
jaerl(ijcx) lijfpensie staen(de) ten lijve van
Catlijn(e) ... [n.v.] wed(uw)e Jans wijlen Storms
en(de) sheeren chijs van(den) gronde ta(m)q(uam)
p(ro)ut jure, cor(am) Buck, Dormale, octobr(is)
xxiii.
Hierbij een zeer interessante
akte m.b.t. Petrus Kerincx, zoon van Joannes (en
Catharina Van Haecht), want hieruit blijkt dat hij
niet vijf maar zeven kinderen had. Naast
Godefridus (Goordt), Anna, Petrus, Hubertus en
Joannes, was er ook nog een Remigius en een Thomas.
De datering is gebaseerd op de datum van de
voorgaande akte.
Bron :
S.A.L., Inventaris
Cuvelier, register nr.
7464, fol. 292v., akte
dd. 11 juni 1571.
Transcriptie.
Item Petrus Keerincx filius
quond(am) Joha(n)nis, c(om)morans
apud Wackerzeele, in p(rese)ntia,
etc(etera), ema(ncipavi)t Godefridu(m), Petru(m),
Hubertum, Johannem, Remigiu(m),
Thomam et Annam Keerincx,
suas proles, a pane suo modo
debito et c(on)sueto, quo facto
Cloet recond(uxi)t, cor(am)
eisdem.
In de marge.
S(olvi)t.
Uit dit
huwelijk:
Kerinckx Goordt - Godefridus,
Onderstaande akte
met dank aan Paul Peeters.
Bron : S.A.L.,
Inventaris
Cuvelier,
register nr. 7483 fol. 191r°, akte dd. 18.03.1591.
Item in tegenwordicheyt des meyers
ende schepenen van Loven naerbeschreven gestaen Goordt Keerincx sone
wijlen Peeters, woonende tot Wackerseele, bij manisse heeft
opgedraegen met behoorlijcke verthijdenisse de goeden naerbeschreven
ende ierst een huys ende hoff met sijne toebehoorten, gelegen onder
de heerlijckheyt van Haecht, groot t' saemen ontrent sesse dachm(aelen),
tusschen de leybeke in d' eene, de goeden Willems Van Langendonck
ter andere ende de Wijtstraete ter derdere zijden, wesende onbelast,
item alnoch een block, soo weyde als landt, geleghen aende selve
straete, groot ontrent drije dachm(aelen), oyck onder Haeght gelegen
tusschen t' goidtshuys van Perck goeden in d' eene, Merten De
Sluytere ter tweedere ende tsheeren straete ter derdere, belast
wesende met acht stuyvers t' siaers aende bruerschap van Sinte
Anthonis tot Rotselaer oft andere, item alnoch een block landts,
gelegen onder Wackerseel, groot ontrent een boender tusschen de
goeden des goidtshuys vande Halffstraete in twee zijden, het
Leepsche Velt ter derdere ende sheeren straete ter vierdere zijden,
item alnoch een block, gelegen aen t' selve block, groot insgel(ijcx)
ontrent een boender, regenoten tvoorgaende block in d' eene, t'
velt, geheeten de Hulst, ter andere, ende sheeren straete ter
derdere sijden, item een dachmael lants, gelegen opt Leepscher Velt,
regenoten Peeter Keerincx sone wijlen Goirdts in d' eene, t' sheeren
straete ter andere, item alnoch onderhalff dachmael lants, gelegen
opt Groot Daeldervelt tusschen de goeden der erffgen(aemen) Adriaens
Vander Heyden, causmaecker, in d' eene, de goeden vande taeffele
vanden h(eyligen) geest van Wackerseel ter andere ende sheeren
straete ter derdere sijden, exp(osito) imp(ositus) est Hans Van
Haecht inden naeme ende tot behoeff der erffgen(aemen) m(eeste)r
Bartholomeus Vanden Heetvelde, in sijnen tijdt s(ecreta)ris deser
stadt, per mo(nitionem) reddidit ende voorts eer op alsulcke vijff
rinsgul(dens) erffvelijck als Peeter wijlen Keerincx, vaeder
desselffs opdraegers als hij leeffde, opden xven.
aprilis
libro xvc.
lxxiiii
voor schepenen alhier bekendt heeft gehadt aen heer ende m(eeste)r
Anthonis Van Heetvelde ende inder stadtwissele van Loven, los ende
vrije, gelijck inde selve brieffven te leveren, in futurum tanquam
assecutum et satis obligan(do) et submitten(do) et waras opde lasten
voors(chreven) tanquam prout jure, met conditien dat de voors(chreven)
Goordt Keerincx ende sijne naercomelin(gen) de voors(chreve)
erffrente sal moghen lossen ende affquyten t' allen tijden alst hen
gelieven sal volgende de brieffven vanden voors(chreven) bekenne,
gelovende de selve erffrente jaerlijcx ten tijde ende termijne voors(chreven)
wel en(de) loffelijck te betaelen ende te leveren als voor mette
verloopen ter causen van dijen, veschenen tot date deser, tanquam
assecutum obligan(do) et submitten(do), coram Tymple, Luenis, martii
xviiia.
Sententiatum
per m(a)g(ist)rum Wilhelmum Vos, coram Angelis, Raveschot, januarii
xvii 1594.
Sententiatum
per m(agistrum) Laurentium Boosen, procur(ation)em relictae d(omini)
et m(agistri) Anthonii Vanden Heetvelde, coram Greve, Schutteput,
februarii xxviii, xvic..
In de marge.: De quictan(tie) van
dese vijff g(uldens) erffel(ijck) h(abe)tur maii xviii lib(ro) 1619
in hac ca(mer)a et sic vacat.
Hieronder een
akte waaruit blijkt dat Goert sone wijlen Peter nog een zuster
Anna had, die gehuwd was met Ingel (Engelbertus) Van Espen.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier, register nr. 7863 fol. 193r°, akte dd.
10 december 1579.
Item Goert
Keerincx zone wijlen Peeters, affirmerende hem oudt te zijn(e)
zevenentwintich jaeren, ende Anne Keerincx, zijnder zustere, met
consente, wille ende overstaene Ingels Van Hespen, haers mans,
hebben opgedraeghen met resche ende rijse die twee vijffste
deelen vanden goeden naerbescreven, eerst een halff boender
landts, eygens goets, ghelegen onder Wackerzeele, ter plaetsen
gheheeten opde Waterlee, regenooten derffgenaemen Goerts
Keerincx ter ee(n)re, Jan Leerebins ter andere, derffgenaemen
Symo(n)s Herbruggen ter derdder en(de) derffgenamen Heetvelts
ter vierder zijden, noch een dachmael eygens landths, gheleghen
onder Wackerzeele opden Winckele, regenooten Luyck De Rijcke ter
eenre, Anne Opden Berch ter andere ende Henrick Van Langendonck
ter derdder ende Peeter De Colmere ter vierder zijden, noch
drije dachmaelen beempts eygen goet, gelegen onder Haecht,
sheeren straete ter eenre, tclooster van Muysen ter andere ende
derffghenaemen Jans Goerts ter derdder zijden, noch een halff
boender landths eyghen goet, gheleghen onder Thieldonck opt
Daelder Landt, reghenooten Adriaen Verheyden ter eenre, Jan
Scrijnmaeckers ter andere en(de) derffghenaemen Heetvelts ter
derdder zijden, noch een dachmael landts eyghen goet, ghelegen
onder Wackerzeele op Leepstervelt, regenooten derffgen(aemen)
Goordt Keerincx ter eenre, Jan Van Hove ter andere en(de)
sheeren straete ter derdde(re) zijden, exp(osito) et Lijsbet
Porreau wed(uw)e Jans wijlen Gentsema imp(ositus) p(er) mon(itionem)
redd(idi)t et preterea sub duobus florenis caroli te twintich
stuvers tstuck tot drije plecken den stuyvere gherekent,
hereditarii reddit(us) singulis a(n)nis ad decimam decembris
p(er)solven(dis) quite et libere, etc(etera), nec no(n) a x., xx.
et c. denar(iis), hiis interfuerunt Liedekercke, Winde, tanqua(m)
scabini Lovanien(sis) et allodii consortes, item Johannes Francq
et Berwouts similiter allod(ii) consortes, qui hec rogan(tes)
quod faciu(n)t, cor(am) quib(us) sat(is) indivisim obligan(do)
et submitten(do) et war(as) pro vero allodio promitten(tes)
insup(er) et cum eis Inghel Van Espen indivisim ut sup(ra) et in
cambio quite et libere ut sup(ra) quol(ibe)t ass(ecutu)m et casu
quo pignora et t(antu)m et poter(unt) red(ime)re quan(do) vol(verunt)
videlicet que(m)libet denariu(m) exin(de) median(tes) sedecim
denariis cons(ortes) ac cu(m) decembris decima.
Senten(tiatum)
p(er) Augustinum Impens tanq(uam) procur(atorio) predicte et
coram Caverson, Schutteput, junii xvii, 1598.
Hieronder een akte van schuldbekentenis met
vermelding van Godefridus (Goerdt) Kerincx en zijn zuster Anna
(x Engelbertus Van Espen), beiden kinderen van Petrus.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7473, fol. 90v., akte dd. 2 december 1579.
Item Goerdt Keerincx sone wijlen Peeters,
Ingelbeert Van Espen sone wijlen Jans en(de) Anna Keerincx,
zijne huysv(rouw)e, in p(rese)ntia, hebben bekindt ende bekinnen
midts des(en) indivisim schuldich te zijn(e) Guille(m) Coremans
sone wijlen Robeerts ende Margriete Bohon, gehuysschen, woonen(de)
te Loven(e), twee carolusg(ulden) te xx st(uyvers) tstuck, munte
nu tertijt cours ende loop hebben(de), erffelijcke rinte, alle
jae(re) opd(en) iien. decembris te betalen ende inder stadt
wissele van Loven(e) los ende vrije, etc(etera), oyck van xe.,
xxe., ce. en(de) alle ande(re) pen(ningen), zoe geimponeert als
te imponeren(e), te leveren, erffel(ijck) in toecomen(de)
tijden, quolibet ass(ecutum) ad mo(nitionem) pignus apud Herent
aut Wackerzele valens duplum et t(antu)m et poterunt redimere
quandocu(m)q(ue) volverint una vice, elcken carolusg(ulden)
daeraff met sesthien gel(ijcke) carolusg(ulden), mu(n)te voers(creven)
ac cum, obligan(do) et submitten(do) in forma, coram Winde,
Luenis, decembris iia., xvc. lxxix.
In de marge.
Op heden den xven. januarii xvc. lxxxi heeft
Guille(m) Coremans bekindt midts de hipothecque bij Ingelbeert
en(de) zijn(e) huysv(rouw)e gedaen van iiii ½ £ tot behoeff
jonckh(ee)rs Cornelis Van(den) Kerckhove vuyt dese twee rinsg(ulden)
gelost te zijn(de) de thien stuyvers tsiaers alsoe dat dese
voertaen(e) maer en blijft dertich stuyvers, orcond(en) mijns
naems hier onder gestelt.
Op heden desen xxi. maii 1596, soe bekindt
Guillam Coremans dese twee rinsgul(den) erffel(ijck) bij Goerd(en)
Keerincx gelost, gequeten ende affgeleet te zijne,
consenteren(de) alsoe inde cassatie van desen, actum ut supra.
Gillam Corema[n]s.
Kerincks
Anna, x met Ingel (Engelbertus) Van Espen fs Joannes,
Hieronder
(met dank aan Paul Peeters)
diverse aktes. De eerste akte maakt melding van Engelbertus
Van Espen en haar echtgenote Anna Kerincx, dochter van Petrus.
In de tweede akte wordt hiervan geen melding meer gemaakt, maar deze
heeft alleszins betrekking op de eerste akte. De wijze waarop
Anna Kerincx vermeldt wordt, nl.
tegenwoerdige huysvrouwe Engelbeerdts Van
Espen, laat vermoeden dat deze laatste
tenminste voor een tweede maal gehuwd was.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7474, fol. 143r°, akte dd. 16 januari 1581.
Item Anna Keerincx dochter wijlen Peeters,
tegenwoerdige huysvrouwe Engelbeerdts Van Espent, ten bijzijn(e),
met consente ende overstaende des zelfs Ingelbeerdts, haers mans,
nutertijt zijnde binnen deser stadt, per mo(nitionem), heeft
opgedraegen met ressche ende rijse de hellicht van twee boenderen
besloten beempts, eygen goet, gelijck den zelfven geheelen beempt
gelegen is onder Herent, daer aff dandere hellicht is toebehoirende
den erffgenaemen meester Henricx Van Haecht, regenoiten vanden
geheelen beempt de goeden meester Henricx Van Dieppendaele in deene,
de Hooch Beeck ter andere, de goeden des goidtshuys van Bethlehem
ter derder, derffgenaemen meester Jans Tzestich ter vierder ende de
weduwe ende erffgenaemen joncher Adriaens van Duffele ter vijfder
zijden, ende heeft daer inne gegoedt ende geerft ten eygenen rechte
Severijnen Vander Bruggen inden naeme ende tot behoef joncher
Cornelis Vanden Kerckhove als getrout hebbende joufvrouwe Marie Van
Halle weduwe Jans Taelmans, per mo(nitionem) ende voirts meer op
alsulcke vier carolus gulden te twintich stuyfvers tstuck ende thien
gelijcke stuyfvers, erffelijcke rente, daerinne Janne ende Jacop
Raes, gebruederen, met Jannnen Danielsen, haeren borge, personelijck
verbonden staen aenden voirscreven wijlen Jannen Taelmans in eenen
erffpacht ende rente van ... [n.v.] mudden roghs ende sesse rinsg(ulden)
erffelijck voir schepen(en) van Loven(e) den negensten dach augusti
a(n)no xvc. lxix in tertia, daer aff de zesse rinsgulden erffelijck
zijn gequeten den xxiiii. decembr(is) lest leden, al naeder blijcken(de)
bijden gescrifte marginael, staende opt voirscreven originael
contract, hier hebben over geweest Ravenschot, Goerdts, schepenen te
Loven(e) ende eygenoiten, item Joos Carpenthiers als stadthoudere
des lieutenants des meyers van Loven(e) ende Willem Vos, oyck als
eygengenoiten, voir welcke voirscreven schepenen ende eygengenoiten
hebben de voirscreven opdraegeren indivis(im) geloeft genoech te
doene, soo verre bij desen iedt te luttel oft te naeuwe gedaen waere
ende de voirscreven goeden gewarandeert voir vrije eygen goet prout,
met conditien dat de voirscreven gehuysschen de voirscreven
erffrente zullen mogen lossen ende affquytten tallen tijden als hen
geliefven zal teendre reysen, elcken carolus gulden daer aff met
zesthien gelijcke carolus gulden ende met volle rente, volgende de
originale constitutie briefven, gelovende de voirscreven erffrente
van vier carolus gulden ende thien stuyfvers ten tijde ende termijne
voirscreven, wel en(de) loffelijck te betaelen(e) volgende de zelfve
originale constitutie briefven in forma, quolibet asseccut(um),
obligan(do) et submitten(do), actum januarii xvia., a(n)no lxxxi.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7474, fol. 144v°, akte dd. 16 januari 1581.
Item is te wetene dat dese voirscreven belastinge
wordt gedaen in plaetse van alsulcke vier rinsgulden tsiaers vuyt
acht rinsgulden erffelijck, staende te quyttene den penninck
achthiene, daer inne personelijck voir schepen(en) van Loven(e)
verbonden staen Willem Coremans ende zijne huysvr(ouwe) den xxviiien.
novembris anno xvc. lix in media aen Mathijsen Reyniers, die welcke
acht rinsgulden bij scheydinge ende deylinge gebleven en(de)
gevallen zijn Jacomijne Moons dochtere wijlen Goerdts, daer moeder
aff was ... [n.v.] Reyniers, tegen haere mede erfgenaemen voir
schepenen van Loven(e) den ... [n.v.] ende bijder zelfver met
Willem(en) Wolfs, haeren man ende momboir, voir schepenen van
Loven(e) den xven. junii anno xvc. lxxvtich. in tertia camera,
getransporteert tot behoef Jans Daneelssen ende Jans De Pape, in
volle voldoeninge van zekere transactie, begrepen inden voirscreven
contracte van xva. junii xvc. lxxv voirscreven, cor(am) eisdem.
In de marge.
S(olvi)t.
Nog een akte met vermelding van Anna Kerincx,
echtgenote van Engelbertus Van Espen.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7474, fol. 145v°, akte dd. 16 januari 1581.
In presentia, heeft bekindt ende bekindt midts
desen gelost ende gequeten te zijne bij Guilliamme Coremans alzulcke
vier rinsgulden vuyt acht rinsgulden erffelijck, daer inne de zelfve
Guilliamme ende zijne huysvrouwe verbonden staen voir schepenen van
Loven(e) den xxviii. novembris xvc. lix aen wijlen Mathijsen Reynier,
daeraff dactie was competerende Jannen wijlen Danielssen cum suis,
al naeder blijckende bijden voirscreven co(n)tracte ende oyck midts
de realizatie van iiii ½ rinsgulden, hier voire gedaen bij Anna
Keerincx ende heuren man tot behoeff joncher Cornelis Vanden
Kerchove, schellende den voirscreven Guilliamme zijnder huysvrouwe
ende alle anderen deser behoefvende vanden voirscr(even) vier
rinsgulden metten verloopen ende vollen pachte volcomelijck quytte,
promitten(do) inder qualiteyt voirscreven den zelfven daer voir in
geenen rechte noch daer buyten aen te spreecken, maer altijts
genoech te doene, soo verre bij desen iedt te luttel oft te naeuwe
gedaen waere, prout, obligan(do) et submitten(do) cor(am) eisdem.
Nog een akte waarin melding wordt gemaakt van
Engelbertus Van Espen en Anna Kerincx, wonende te Kampenhout.
In de akte vernemen we dat Engelbertus zoon was van Joannes.
Bron
: S.A.L., Inventaris Cuvelier,
register nr. 7862, fol. 210v°, akte dd. 29 november 1577.
Item Ingelbeert Van Espen
sone wijlen Jans en(de) Anna Keerincx, zijne huysv(rouw)e, woonen(de)
te Campe(n)hout, obligan(tes), recognoverunt indivisim Mathie
Palsters filio quonda(m) Jeronimi et Magriete Hasaerts, eius uxori,
no(m)i(n)e ad opus Petri Daneelis et Marie Palsters, suorum
liberorum unu(m) florenu(m) caroli te xx st(uferos) monete etc(etera),
pronu(n)c curren(tis), tot drie pl(e)c(ken) den stuver gerekent,
erffel(ijcke) rente, alle jaere opten xxix. novembris te betaelen et
in cambio quite et libere, quol(ibe)t ass(ecu)tum ad mo(bilia)
pignus sub Campe(n)hout vel eo circa vale(n)s duplum et tantu(m) et
poter(unt) redime(re) quando vol(verint) v(ideli)c(et) que(m)libet
denariu(m) exinde median(tibus) sedecim denariis p(re)dictis) co(n)similibus
ac cu(m) salva p(er)ceptio(n)e et libera dispositione dictorum
Mathie et Margarete, eius uxoris, cor(am) Griecken, Malcote, nove(m)bris
xxix.
Bijgaand een akte met vermelding van Engelbertus
Van Espen zone Joannes en zijn vrouw Anna Kerincx, inwoners van
Wilder onder Kampenhout.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7891, folio 439r., akte dd. 13 mei 1617.
Item in teghenwoordicheyt des meyers en(de)
schepenen van Loven naerbeschreven ghestaen Enghelbert Van Espen
zone wijlen Jans ende Anneken Keerincx, ghehuysschen, woonen(de) te
Wilre onder Campenhout, bij manisse, etc(eter)a, hebben opghedraghen
met behoorelijcke verthijdenisse de goeden naerbeschreven, als te
weten eerst een dachmael bemps, geleghen te Ruysbroeck onder
Campenhoudt voorschreven, reghenooten Jeroon Crabbeel ter eenre,
Geert t' Sergijsels ter tweeder, Nijs Crabbeel ende de Weesbeke ter
derdere ende vierdere zijden, item een dachmael landts, ghelegen
aldaer opt Hoochvelt, reghenooten Nicolaes De Vos ter eenre, Nijs
Crabbeel ter tweedere, Willem Vander Zijpe ter derdere ende den
Varenwech van Ter Elst naer Ruysbroeck ter vierder zijden, item noch
een dachmael landts, geleghen opt Dorpnel Velt, reghenooten t'
goidtshuys van Betanien in twee zijden, Merten Verrijt ter derdere
ende de kercke oft Heylighen Gheest aldaer te vierder zijden, item
drije vierendeelen landts opt Wildervelt inde Voorts, reghenooten
die Borchgravens in twee zijden, Jeron Crabbeel ter derdere ende
Guill(am)e Van Overbeke binnen Brussel ter vierder zijden, ende de
voorschreve transportanten daer uyt behoorelijck ontgoet ende
onterft zijnde ende Anthonis De Pottere inden naem ende tot behoeff
van sPaus Collegie alhier binnen Loven daerinne behoorel(ijck)
gegoet ende gheerft zijnde ter manisse, etc(eter)a, heeft van weghen
als voore die voors(chreve) transportaten allen de voorschreven
goeden wederom overghegheven om die te houden ende te besitten opt
recht ende commere daer te vooren op uytgaende, als te weten op s'
heeren chijns vanden gronde, ten behoorelijcken ende ghewoonelijcken
tijde ende termijn te betalen, ende voorts ende voorts (!) meer op
sesse carolus guldens te twintich stuyvers 't stuck, munte in
Brabant cours ende loop hebbende, erffelijcke rente, alle jaere op
heden datum van desen te betalen ende inder stadt wissele van Loven,
los ende vrij, oock van xe., xxe., ce., mindere ende meerdere
penninghen, te leveren tot behoeff der voorschreven Collegie vanden
Paus, erffel(ijck) in toecomende tijden als schult met recht
verwonnen, iure et satis die voorschreven transportanten indivisim
obligan(do) et submitten(do) in forma, et waras ut supra, ende om
die vande voorschreven Collegie vanden Paus vande voorschreve
erffrente van sesse carolus guldens ende vande jaerlijcxsche
betalinghe der zelver noch beter te verzekeren, zoo hebben de
voorschreve ghehuyschen, in desen transportanten, indivisim et
insolidum gheloeft, ghelijck zij geloven midts desen, de selve rente
alle jaere ten tijde ende termijne voorschreven wel ende lofelijck
te betalen ende leveren, los ende vrij als voor, t' elcken termijn
als verrijcte schult, obligan(do) et submitten(do) in forma ut supra,
met conditien dat zij de selve rente sullen lossen ende affquyten t'
allen tijden alst hen ghelieven zal t' eender reyse teghen den pen(ninck)
sesthiene ende met volle rente, coram eisdem et eodem.
Ook de onderstaande akte blijkt identiek te zijn
aan de akte in het register 7891. De akte maakt melding van
Engelbertus Van Espen en zijn vrouw Anna Kerincx, inwoners van
Wilder onder Kampenhout.
Bron : S.A.L.,
Invetaris Cuvelier,
register nr. 7890, folio 249v., akte dd. 13 mei 1617.
Item in
tegenwoirdicheyt des meyers en(de) schepen(en) van Loven
naebescreven gestaen Engelbert Van Espen sone wijlen Jans en(de)
Anneken Keerincx, gehuysschen, woonen(de)
tot te Wilre
onder Campenhout, bij manisse, etc(etera), hebben opgedragen met
behoorel(ijcke) verthijden(isse) de goed(en) naebescreven, als te
weten ierst een dachm(ael) bempts, geleg(en) te Ruysbeeck onder
Campenhout v(oer)s(creven), regenoten Jeroen Crabbeel ter eenre,
Geert tSergijsels ter tweeder, Nijs Crabbeel en(de) de Weesbeke ter
iiier ede ter iiiier. zijd(en).
Item een dachm(ael) lants, geleg(en) aldaer opt
Hoochvelt, regen(oten) Nicolaes De Vos ter eenre, Nijs Crabbeel ter
tweedere, Willem Van(den) Zijpe ter derder ende d(en) Varenwech van
ter Elst naer Ruysbeeck ter vierd(er) zijd(en).
Item noch een dachm(ael) lants, geleg(en) opt
Dorpnelvelt, regen(oten) tgoidtshuys van Betanien in twee zijd(en),
Merten Verrijt ter derder en(de) de kercke oft Heyligegeest aldaer
ter vierd(er) zijd(en), item drije vierendeel lants opt Wildervelt
inde Vorste, regenoten die Borchgravens in twee zijd(en), Jeroen
Crabbeel ter derder en(de) Guill(am)e Van Overbeke binnen Brussel
ter vierd(er) zijd(en), ende de v(oer)s(creve) transportanten
daervuyt behoorl(ijck) ontgoet en(de) onterft zijn(de) ende Anthonis
De Pottere ind(en) naem en(de) tot behoeff van sPaus Collegie alhier
binnen Loven daerinne behoorel(ijck) gegoet en(de) geerft zijnde bij
manisse, etc(etera), heeft van weg(en) als voere de voers(creve)
transp(or)tanten allen de v(oer)s(creve) goed(en) wederom
overgegeven om die te houden en(de) te besitten opt recht en(de)
co(m)mere daer te voren op vuytgaen(de), als te weten op shee(ren)
chijns van(den) gronde ten behoorel(ijcken) en(de) gewoonel(ijcken)
tijde en(de) termijn(e) te betalen ende voerts meer op zesse
carolusg(uldens) te xx st(uyvers) tstuck, munte in Brabant cours
en(de) loop hebben(de), erffel(ijcke) rente, alle jaere op hed(en)
datum van des(en) te betalen en(de) inder stadt wissele van Loven
los en(de) vrij, etc(etera), oyck van xe., xxe., ce., minde(re)
en(de) meerdere pen(nigen), te leveren tot behoeff der v(oer)s(creve)
Collegie van(den) Pauws, erffel(ijck) in toecomen(de) tijd(en) als
schult met rechte verwonnen, iure et satis die v(oer)s(chreve)
transp(or)tanten ind(visi)m oblig(ando) et submitt(endo) in forma,
et waras ut sup(ra), ende om die van(den) voers(chreven) collegie
van(den) Paus van(de) voers(creve) erffrente van zesse carolusgulden
en(de) vande jaerelijcxe betalinge der zelver noch beter te
verzekeren, soo hebben de voers(creve) gehuysschen in desen
trransportanten indivisim et insoliudm geloeft, gelijck zij geloven
mits desen deselve rente alle jaere ten tijde en(de) termijn(e)
voers(creven) wel en(de) loffel(ijck) te betalen en(de) leveren, los
en(de) vrij als voere, telcken termijn als v(er)reyckte schult,
oblig(ando) et submitt(endo) ut sup(ra), met conditien dat zij de
selve rente zullen mogen lossen en(de) affquyten tallen tijden alst
hen gelieven zal teender reyse tegen den pen(ninck) zesthiene en(de)
met volle rente, coram eisdem et eodem.
Hierbij een akte met vermelding van Engelbertus
Van Espen zone Joannes met zijn vrouw Anna Kerincx dochtere Petrus,
inwoners van Wilder onder Kampenhout. Daarnaast wordt ook Joannes
(Hans) Van Hal(le) als zoon van Engelbertus en Anna Berckmans
geciteerd.
Het is eigenlijk onvoorstelbaar hoe dikwijls er
letters in woorden werden vergeten en woorden onnodig werden
herhaald.
Bron :
S.A.L., Inventaris Cuvelier,
register nr. 7888, folio 182v., akte dd. 3 maart 1614.
Item
in tegenwoirdicheyt des meyers ende schepen(en) van Loven
naebeschreven gestaen, Ingel Van Espen sone wijlen Jans ende Anna
Kerincx dochtere wijlen Peeters, sijne huysvrouwe, woonende onder
Wilre onder Campenhaudt, p(er) mo(nitionem) hebben opgedraegen met
behoirl(ijke) vertijdenisse die goeden naebescreven, ierst huys ende
ende (!) hoff mette schuere, stallinge, boomghaert ende alle andere
sijn(e) toebehoirten, groot tsamen ontrent een halff bonder,
geleghen te Wilre onder Campenhaut voorschreven, g[e]heeten die
Slodde, reg(eno)ten derffgenaemen Bernarts Joostens ter eendere,
Daniel Verrijckt ter iie. ende sheeren strate ter derdere sijden,
belast met drije cappuynen sheeren chijs ende ontrent neghen
stuyvers, oock chijs, item een dachmael landts, luttel min oft meer,
gelegen inde voorschreven prochie van Campenhaut opt Hooch Velt
tusschen die goeden der weduwe wijlen Wouters Berckmans in deen
sijde ende die goeden heer Niclaes De Vos, schepenen van Mechele[n]
in dandere, commende metter derder sijden aende goeden Merttens
Verrijt voor ombelast, item noch een daechmael landts, luttel min
oft meer, gelegen inde voorschreven prochie opt Ruysbekervelt oft
Dorpelvelt inde Zijpen tusschen die goede des goidtshuys van
Betanien in deen sijde ende die goeden wijlen heer Dionijs Puttemans
ter andere, commende metter derder sijden aende goeden die waeren
Stevens Corbeel ende nu sijn Dionijs Stroobants, ende metter vierder
sijden aende goeden des voorschreven Mertens Verrijckt, bijde
voorschreven gehuysschen respective vercreghen ende gecocht voor
schepenen van Campenhaut, exp(osito) ende Hans Van Hal inden
H
naeme ende tot behoeff van Anna Berckmans weduwe wijlen Ingels Van
Halle, sijnen vader ende moeder, inde voorschreven goeden ten erffel(ijcken)
rechte gegoet ende geerft sijnde, per mo(nitionem) reddidit sub iure
prius terminis debitis ende voorts meer op eene voor[t]ane rente van
drije carolusguldens te xx stuyvers tstuck, munte in Brabant cours
ende loop hebbende, erffel(ijcke) rente, allen jaere op heden datum
deser te betaelen ende tot Heverle bij Mechelen ten woonhuyse der
voors(chreve) Anneken Berckmans, haere naecomelinghen oft actie van
haer hebbende, los ende vrije, oock van(de) xe., xxe., ce., mindere
ende meerdere penninghen ende impositien, ordinaris oft
extraordinaris, innegestelt oft inne te stellen, te leveren erffel(ijck)
in toecomen(de) tijden, quolibet assecutum iure et sub his satis die
voorschreven opdraegeren gehuysschen indivisim obligan(do),
submitten(do) ac renuncian(do) in forma et waras ut sup(ra) ende om
die voorschreven Anneken Berckmans vande voorschreven rente van
drije carolusguldens erffel(ijck) ende jaerl(ijcxe) betaelinghe
de[se]r noch beter te verseekeren, soo geloeven midts desen die
voorschreven gehuysschen daer voor verbindende ende obligerende
hunne respective persoonen ende goeden in forma ende submitterende
der jurisdictien des meyers ende schepenen van Loven, die selve
rente jaerlijcx ten tijde ende termijn voorschreven wel ende loffel(ijck)
te betaelen ende los ende vrij tot behoeff als boven, te leveren in
futurum quolibet assecutum casu quo pignora et tantum, met conditien
dat die voorscchreven opdraegeren de selve rente sullen moghen
lossen ende affquyten tallen tijden alst hen gelieven sal teender
rijsen ende elcken gulden daeraff met sesthien gelijcke guldens ende
met volle rente prout, coram Schore, Nijverseel, martii iiia., anno
1614.
Hierbij een akte met vermelding van Engelbertus
Van Espen en zijn vrouw Anna Kerincx dochtere wijlen Petrus,
inwoners van Kampenhout.
Bron :
S.A.L., Inventaris Cuvelier,
register nr. 7888, folio 444v., akte dd. 23 januari 1615.
Item
in teghenwoirdicheyt des meyers ende schepen[en] van Loven
naerbeschreven gestaen Anna Kerrincx dochtere wijlen Peeter ende
huysvrouwe van Ingel Van Espen met consente, wille, weete ende
overstaen desselffs Ingels, haers mans, woonende tot Campenhout,
hebben opgedraeghen met behoirl(ijcke) vertijdenisse die goeden
naerbeschreven, ghelegen tot Waeckerseel ende daer ontrent, ierst
een dachmael landts, weesen(de) een besloten block, ghelegen tot
Waeckerseel voorschreven, reg(enoo)ten die Hulst ter ie., het
Liepservelt ter iie. ende Geert Kerincx in dandere twee sijden,
gheheeten het Lantsheeren Block, item noch een halff boender landts,
ghelegen inde Liepstraete, reg(enoo)ten Jan De Wolff ter ie., die
Hulst ter iie., die straete ter derdere ende Jan Lerbeyls ter iiiie.
sijden, beyde belast met sheeren chijs, item noch een halff boender,
gelegen opt Liepsevelt, reg(enoo)ten tgoidtshuys van heeren Perck
ter ie., jo(ncker) Heetvelt ter iie., Rogier Van Leemput ter iiie.
ende sheeren strate ter iiiie. sijden, belast met vier halseren
coren aen(den) H(eyligen) Gheest van Wackerseel, twee halsteren
terwen aen daermen van Waeckerseel ende sheeren chijs, item noch een
daechmael, gheleghen int Huersel
Velt, reg(enoo)ten tclooster van
Cortenberch ter eenre, Aert Paeps ter iie., den Heylighen Gheest van
Waeckerseel ter iiie. ende die Lueps ter vierdere sijden, belast met
heeren chijs, item noch een derdendeel van een boender, ghelegen opt
Cleyn Daeldervelt, reg(enoo)ten Claes Goorts ter eenre, jo(ncker)
Heetvelt ter iie. ende sheeren strate ter iiie. sijden, oock belast
met sheeren chijns, exp(osito) imp(ositi) sunt Goert Kerincx ende
Margriete Strobants, ghehuysschen, woonende onder Haecht, per mon(itionem)
et satis die voorschreven opdraegeren indivisim obligan(do),
submitten(do) ac renuncian(do) in forma et waras ut sup(ra) tanquam
prout, coram Duffle, Leunis, januarii xxiii., anno 1615.
Item
is te weeten den coop vande voorschr(ev)en goeden te bedraegen ter
sommen van vier hondert sesthien guldens eens los gelt, soe van
pontgelt als anderssints, twelck sal staen ten laste vande cooperen,
eisdem eodem.
Hierbij een akte met vermelding van Engelbertus
Van Espen en zijn vrouw Anna Kerincx. In de hoofdakte werd ten
onrechte Maria Kerincx vermeld, maar uit de daarop volgende
procuratie dd. 26 februari 1590 blijkt duidelijk dat het gaat om
Anna Kerincx.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
Inventaris Cuvelier, register nr. 7484, folio 96r., akte dd. 18
september 1591.
Item in tegenwoirdicheyt des meyers ende
schepenen van Loven naebescreven gestaen Willem Vos vuyt crachte van
seeckere speciaele ende onwederroepelijcke procuratie, hem gegeven
bij Ingelbert Van Espent ende Marie Kerincx, sijne huysvr(ouwe),
ende gepasseert voer m(eeste)r Coenraert Silvius ende seeckere
getuyghen den xxvien. dach february anno xvc. negentich, al naerder
blijckende bijden instrumente daeraff zijnde in date voirs(creven),
alhier gesien, gebleken ende hiernaer geinsereert, de selve vuyt
crachte ende nae vermoghen voirs(creven), per mo(nitionem) heeft
opgedraeghen met behoirl(ijcke) verthijenissen een stuck lants,
groet drije dachmaelen, geleghen inde prochie van Haecht ter
plaetsen, geheeten den Diericx Wouwer, tusschen die straete in deene,
die goeden m(eeste)r Anthonis Vanden Heetvelde ter tweedere ende
iiie. ende die goeden vanden aultaer van Sinte Huybrechts, inde
kercke van Sint Jacops te Loven gefundeert, ter vierdere zijden, exp(osito)
impositus est m(eeste)r Michiel Van Villeers inden naeme ende tot
behoeff des voirscreven m(eeste)r Anthonis Vanden Heetvelde, per mo(nitionem)
et satis vuyt crachte voirs(creven) et waras op vijff pe(n)nin(gen)
Lovens, tanquam prout iure, obligan(do) et submitten(do, coram
Angelis, Greve, septembris xviiia., 1591.
Hiernae volght die procuratie, daeraff hiervoer
mentie is gemaeckt.
Op heden den xxvien. dach der maent van
februario int jaers ons heeren xvc. ende negentich voer mij openbaer
notaris ende den getuyghen hiernaer genoempt, compareerden die
voersinnighe Ingelbert Van Espent met Anna Kerincx, zijn(e)
huysvrouwe, hebben bekint v(er)cocht te hebben m(eeste)r Jan
Schellekens, alhier p(rese)nt ende bekinde gecocht te hebben een
stuck lants, groet drije daghmaelen, geleghen inde prochie van
Haecht, ter plaetsen geheeten den Diericx Wouwer, tusschen die
straete ter eenre, m(eeste)r Anthonis Van Heetvelde ter andere, de
voirs(creve) Anna sKerincx ter derdere ende goeden heer ende m(eeste)r
Anthonis Vanden Heetvelde ende die goeden vanden autaer van S(in)te
Huybrechts, inde kercke van S(in)t Jacops te Loven gefundeert, ter
vierdere zijden, voir ende omme seeckere somme gelts, waervan zij
bekinden v(er)nuecht ende voldaen te wesen, waranderende tselve
stuck lants op vijff pe(n)nin(gen) Lovens, daerop als op alle
commeren vuytgaen(de), constitueren(de) onwederroepel(ijck) Willem
Vos, m(eeste)r Jooris Roberts, m(eeste)r Michiel Van Villeers ende
elcken van hen om te compareren voer meyer ende schepenen van Loven
ende aldaer tvoirs(creven) stuck lants op te draeghen ende daerinne
te doene ende laeten goyen en(de) erffven den voirs(creven) m(eeste)r
Jan Schellekens oft ymanden anders bij hem te noemene, met allen
solempniteyten van rechte daertoe behoirende, gelijck zij
constituanten allomme present wesende, selve soude moghen doen,
alwaert oyck zoe dat de saecke speciaelder procuratie behoeffde dan
voirs(creven) staet, gelovende onwederroepel(ijck) voer goet, vast
ende tallen daghen van weerden te houden allen het ghene des bijde
voirs(creve) geconstitueerde ofte eenighe van hen int ghene des
voirs(creven) es gedaen ende gebesoingneert sal wordden op v(er)bintenisse
van henne p(er)soonen ende goeden, present ende toecomende, dits
aldus gedaen tot Loven ten woenhuyse van mij notaris ondergescreven,
daerbij ende over waeren die eerbaere p(er)soonen Peeter Van
Tongeren, woenende tot Werchter, ende Ph(i)l(ip)s Silvius, als
getuyghen hiertoe geroepen ende gebeden, aldus stont ondergescreven,
ende ick Coenrardt Silvius, openbaer not(ari)s, bijden Raede van
Brabant gead(m)itteert ende secretaris der universiteyt van Loven,
hiertoe oyck v(er)socht.
Nog een akte bij Van
Langendonck
Keerens - Kerinckx Petrus, Hierbij twee
opeenvolgende akten met vermelding van Petrus Kerincx, zoon van
wijlen Petrus en inwoner van Wakkerzeel. Het zijn twee akten
in het Latijn, vol met afkortingen en beslist geen sinecure om die
voluit te schrijven. Vermoedelijk wordt hier de zoon bedoeld
van Petrus Kerincx en Catharina Van Haecht.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7464, fol. 188v., akte dd. 21 februari 1570.
Item Petrus Keerincx filius quondam Petri, c(om)morans
apud Wackerzeele, in p(rese)ntia, etc(etera), p(ro)misit Adriano
Vand(er) Heyden, caligatori, co(m)moran(s) Lovanii, p(er)ficere et
adumplere o(mn)es et singulas promissio(n)es, conditio(n)es et co(n)ve(n)tio(n)es
c(on)script(is) in l(itte)ris scab(inorum) Lovan(iensis) de data
martii xxviii. a(nn)o xvc. lxviii quibus hec p(rese)s l(itte)ra est
a(n)nexa necnon hered(itariam) (?) transam uni(us) modii silig(inis)
in eisdem l(itte)ris c(on)script(is) singul(is) a(n)nis bene et
legal(ite)r p(er)solvere et deliberare quite et libere in o(mn)i mod
et forma p(ro)ut in eisdem l(itte)ris c(on)tine(n)t quolib(et) ass(ecu)t(um)
in qua hered(itari)a trecensa obligag(us) existit Johannes Goerts et
t(antu)m obligan(do) et submitten(do), cor(am) Buck, Dormale, feb(rua)rii
xxia.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7464, fol. 188v., akte dd. 21 februari 1570.
Item pred(ictus) Johannes Goirts filius quond(am)
Jacobi, c(om)moran(s) apud Wackerzeele, in p(rese)ntia, etc(etera),
recog(novi)t se debe(re) p(re)d(ic)to Petro Keerincx qui(n)quagi(n)ta
flor(enos) carol te xx st(uvers) tstuck mo(ne)te curren(tis) semel
ad mo(nitionem) p(er)solven(dis) ta(m)q(uam) ass(ecu)t(um) sub c(on)ditio(n)e
co(n)sueta et q(uo)d se poterit in for(m)a l(itte)re ap(ar)t obligan(do)
et submitten(do), cor(am) eisdem.
Keerens
Hubertus, x met
Margaretha Vander Linden, In de akte wordt
melding gemaakt van Hubertus Kerincx, zoon van wijlen Petrus en
inwoner van Kampenhout. Ik ga er van uit dat het hier gaat om de
zoon van Petrus en Catharina Van Haecht. Blijkens de akte was
Hubertus gehuwd met Margaretha Vander Linden (NIEUW).
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7500, folio 256r., akte dd. 2 juni 1610.
Item, in p(rese)ntia
villici, etc(etera), gestaen Huybrecht Kerincx zone wijlen Peeters,
woonen(de) tot Campenhaut, voorde tocht ende Hendrick Van(der)
Linden als moederl(ijcke) momboir van(de) kinderen van wijlen Marg(rie)te
Van(der) Linden, des voors(chreven) Huybrechts overleden(e) huysvr(ouw)e,
voor derffelijckh(eyt), per mo(nitionem hebben tsamen ogedraegen met
behoorl(ijcke) v(er)thijden(isse) die goeden naebes(chreven), ierst
te weten een huys en(de) hoff met allen zijn(e) toebehoorten, alsoo
tsel(ve) gestaen en(de) gelegen es tot Wackerseel inde Leepstraete,
groot ontrent een dachm(ael), met noch een block daeraen geleghen,
groot ontrent drije dachm(aelen, regen(oten) sh(ee)ren straete ter
ie., Hans Verhaeghen ter iie. en(de) iiie., ende den H(eyligen)
Geest van Wackerseel ter iiiie. zijden, item onderhalff dachm(aelen)
lants, gelegen ond(er) Wespelaer opt Misseco(m)velt, regen(oten)
mijn h(ee)re Van(der) Straten ter ie. en(de) Cornelis Verdijen ter
ande(re), item alnoch drije dachm(aelen) bempts, oock onder
Wespelaer, gelegen aen(de) Leepst, regen(oten) de voors(chreve)
Leepst ter ie., jo(uffrouw)e Heetvelde ter ande(re) en(de) sh(ee)ren
straete ter iiie. zijden, item noch een dachm(ael) landts vuyt drije
dachm(aelen) landts, waeraff Aerdt Paeps die twee deelen heeft,
gelegen opd(en) Hulst, regen(oten) den voors(chreven Paeps ter ie.
en(de) Willem De Witte ter andere zijden, item een stucxken landts,
gelegen opt Groot Daeldervelt, regen(oten) jo(uffrouw)e Van(den)
Heetvelde ter ie., de wed(uw)e van Willem Peeters ter andere en(de)
Christiaen Houwijck ter iii. zijd(en), item een halff boend(er)
landts, gelegen opt Leepservelt, regen(oten)
Willem
Ingel Van Espen ter ie., derffgen(aemen)
Wouther Gobbelijns ter iie. en(de) sh(ee)ren straete ter iiie.
zijden, exp(osito) imp(ositi) sunt Rogier Van Cleemput zone wijlen
Peeters, zoo tot behoeff van hem sel(ven) als tot behoeff van Marg(rie)te
Goossens, zijn(e) huysvr(ouw)e, woonen(de) tot Wackerseele, et sat(is)
de voors(chreven) opdraege(re) ind(er) qua(litey)t als vore, obligan(do),
submitten(do) ac renun(ciando) in forma, et war(as) tvoors(chreve)
ierste p(ar)cheel, te weten tvoors(chreven) huys en(de) hoff met sh(ee)ren
chijs aen(den) h(ee)re van Rotselaer op twee penn(ingen) Lovens,
tderde paert van een(en) capp(uyn) en(de) noch met een jaergetijde
dat wijlen h(ee)r Jooris, pastoir, metten cuester van Wackerseele
daerop gefundeert hebben, daermen jaerl(ijcx) voor betael[t] v st(uyvers)
en(de) het voors(chreven) block met xviii penn(ingen) Lovens en(de)
drije capp(uynen), het derde
derde parcheel met drije halsteren corens aen het Groot Bagijnhoff
alhier bynnen Loven en(de) op sh(ee)ren chijns, item de voors(chreve)
dachm(aelen) bempts belast met sh(ee)ren chijns, item het vijffde
parcheel met ses penn(ingen) Lovens en(de) op het derdendeel van
een(en) capp(uyn), item het seste parcheel, belast met sh(ee)ren
chijns onder die heerlijckh(eyt) van(den) Lauwerdriesch, item het
viie. en(de) leste p(ar)cheel met sh(ee)ren chijns en(de) noch op
een(en) penn(inck) Lovens aen jo(uffrouw)e Baussele tanquam prout
iure, coram eisd(em).
Item partijen v(er)cleren den rechtveerdighen
coop te wesen om en(de) voor die so(mm)e van acht hondert rinsg(u)l(dens)
eens sonder die hooghen daerinne begrepen, volgende die conditie
daervan zijnde en(de) xx g(u)l(dens) lijffcoop, eisd(em).
In de akte wordt
melding gemaakt van Hubertus Kerincx (zoon van wijlen Petrus en
inwoner van Kampenhout). In de akte wordt ook verwezen naar de akte
dd. 02.06.1610 (zie S.A.L., Inventaris
Cuvelier, register nr. 7500, folio
256r.).
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7893, folio 338r., akte dd. 10 december 1621.
Ite(m) in tegenwordich(eyt)
des meyers en(de) schepenen van Loven naebeschreven gestaen Rogier
Van Cleemput sone wijlen Peeters en(de) Margriet Goossens, zijne
huyvrauwe, woonende onder Wackerzeele, p(er) mo(nitionem) hebben
opgedraghen met behoorlijcke v(er)thijdenis alle en(de) iegewelcke
alsulcke goeden ende gronden van erven als sij opdragheren v(er)creghen
hebben alhier voor meyer en(de) schepenen van Loven opden tweeden
juny a(nn)o 1610 in deerste camere teghen Huybrecht Kerinx en(de)
consorten, nader aldaer in henne reg(eno)ten gespecificeert ende die
sij opdraghren alhier houden voir geinsereert, expositis ende Merten
Coosmans sone wijlen Aerts imposito p(er) mo(nitionem) reddidit opde
laste[n] ende commeren daer te vorens vuytgaende, in hen
voirschreven vercrijch vuytgesteken, item op neghen guldens
erffelijck aen(de) heeren cappellanen van S(inte) Peeters alhier,
bij hen opdragheren zedert hen voirs(chreven) v(er)crijch daerop
gehaelt sonder meer, terminis debitis et consuetis p(er)solvendis
ende voirts meer op eene vortaene rente van drij carolusguldens te
xx stuyvers tstuck, munte in Brabant cours ende loop hebbende,
erffelijcke rente, allen iaere opten thiensten january te betalen,
daervan den eersten valdach sal zijn den thiensten january toecomen(de)
1622, ende inde stadt wissele van Loven, los ende vrij van allen
beden ende impositien, oick van x., xxen., c., mindere en(de)
meerdere penningen, te leveren tot behoeff als boven, erffelijck in
toecomende tijden, telcken termijn als schult met recht verwonnen,
iure et satis die voirs(chreve) opdragheren obligantes, submittentes
ac renunciantes in forma et waras als boven ende tot meerder v(er)sekerheyt
soo geloven mits desen die voirs(creve) gehuysschen indivisim die
selve rente iarlijx ten tijde ende termijn voirs(creven) wel ende
loffelijck te betalen ende los ende vrije tot behoeff als boven te
leveren, quolibet assecutum et casu quo pignora et tantum onder
obligatie, submissie ende renunciatie als boven, met conditien
dat
die selve rente te mogen lossen tallen tijden teender rijsen teghen
den penninck zesthien ende met volle rente, coram Schoer, Vander
Heyden, x. decembris 1621.
Ite(m) es te weten dat die v(oir)s(chreve) rente
van drij guldens wort bekent in plaetze van eene andere rente van
twee guldens, v(er)loopen van acht iaren, als die v(oir)s(creven)
Coosmans bij transport van m(eeste)r Andries de Croy was hebbende
ten laste van derffg(enaemen) wijlen Jans Kerinx en(de) Lijzabeth
Schrijemakers d(aer)entegen (?) volgende die constitutie daervan
zijnde de data x. january lib(ro) xvc. lxviii in ia., welcke rente
van twee guldens ten respecte vande voirs(chrev)en bekentenis van
drij guldens erffelijck, mits desen es dootte ende te nyete, ende
inde cassatie vande welcke die v(oir)s(chreven) Coosmans, alhier
present, oick es consenterende, alles volgens den instrument
notariael daervan zijnde, gepass(eer)t vorden n(o)t(a(ri)s
Ghijseleers ende sekere getuygen opden 28. january 1621, alhier
gesien ende volcomentlijcken gebleken, eisdem eodem.
Keerens
Joannes,
Kerincx
Remigius,
Kerincx
Thomas,
Kerincx Lijsbeth, XV,
2. Verpaelt Huijbrecht.
XV - Leerbijls Willem
(M18952 + S25048),
° ca. 1510, + > 1598,
x met Kerincx Lijsbeth,
zij x 2 met Jacob Goorts (deze x 1 met Anna
Van Beringen), x 3 met Vranck Verpaelt.
Onderstaande akte met dank aan Christine
Savat:
H835: Fo 69v: 22
okt 1598:
Jan Leerbijls zone wijlen Willems uit Wakkerzeel heeft
opgedragen de helft van een rente van 6 rinsgl waerop de
ghelicht is toebehorende aan Jacob Cluppels ook uit Wakkerzeel,
op C verstorven door Huijbrecht Verpaelt sone wijlen Vranckx
beset sijnde op Peeter Smets gewoont hebbende tot Keerbergen –
volgens erfbrief moet betaeld woorden door erfgen Bartholomeus
Van Heetvelde.
1545:
Jan Leerbyls, Willem Leerbyls van zynen lande opt Vakenvelt
1545: Jan Bijstervelt van een dm
beempts wijlen Lysbethen Leerbyls gelegen int Helchterbroeck
tusschen Joesen Vander Hofstadt ter eendre ende Jan Van Pangate ter
ander syden
1545: Geerdt Leerbyls
In het begin van de 16de eeuw bezaten
de erfgenamen van Willem Leerbyls (zoon van Simon) drie vierendeel
wyngaerts te Bexem onder den Ruyterbergh in Rotselaar: 1542: Geerdt
Leerbijls van 3 vierendeel wijngaert.
BMB237: 21 feb
1579:
Jan Leerbijls verkoopt een dm & thien
roijen lants gelegen onder die prochie van Wespelaer opt Broeckvelt
(erfgen Jan De Rijcke) aen Dierick De Moor x Joanna Van
Paepenbroeck.
Wer1847: Go
87v: 22 mrt 1591:
Jan Leerbijls in eigen naam en in naam van Govaerde en Peeter
Kerinckx kinderen zijns ooms,
ende Nicolaes Goorts zone wijlen Jacops hebben klacht gedaan en
gedaagt voor gebrek aan betaling een erfelijke rente bij de we Joes
Kerincs geheeten Margriet Van Nijpe tot behoef van Philips De Rijcke
Raessone gedaan op een huis en hof.
Aert De Schrijnmaecker meijer van
Werchter in den naem van zijn zelven ter eendere en in plaetse van
Henrick De Schrijnmaecker sijn outsten broeder ende Elisabeth De
Schrijnmaecker zijn sustere daer man en
momboir af was Jan Kerincx Goort sone, ter derder, ende
Margriet Van Langendonck die huijsvrouwe geweest es van Eloij De
Schrijnmaecker ter vierder en Jan Leerbijls met eenen momboir hem
met recht verleent Lodewijck Smets in de naem van Anneken Leerbijls
sijne dochter daer moeder af was Berbel De Schrijnmaecker ter
vijfder sijde .. om te deylen alsulcken erfgoederen als hen
verstorven zijn van Jan De Schrijnmaker ende Joanna Van Beringen
gelegen tot Wackerzeel.
?
Cristiaen Joossens x Heilken
Schrijnmakers is gequeten van Janne Leerbijls als erfgen van Anna
Leerbijls sijn dochter dewelkce Anna de we Heijlken hadde gemaeckt
twintig stuijvers erfelijck.
Wer1847: Fo 20V: 11 ju 1601:
Jan
Leerbijls uit krachte van testament van Anna Leerbijls voor heer
Nicolaes Cluppels dd 27 mrt 1592 tot behoef van Jan Van Langendonck
Willemsone x Maria Van Haecht, Jan Docx x Anna Van Langendonck den
hellicht van een half boender bempt int Wechterbroeck (erfgen
Wouter Verthiers).
Wer1847: Fo
119: 11 apr 1595:
Jan
Leerbijls zone wijlen Willem draagt op tot behoef van Jan Mergaert x
Margriet Van Goubergen zeker
…
oft cant met een stuksken lants daaraan gelegen groot 14 roeden
onder Wakkerzeel.
SAL 6340/ B:
bedezetting Werchter °1597:
93. Jan Leerbijls eijgenaer van huis
& hof groot mette land ende bempt drij bunderen een dm, huert ses dm
bempt en heeft een ploeg, twee paarden en vier koeien.
Wer1847: Fo
154v: 17 feb 1599:
Peeter (?) Vandenputte x Anna
Baddelijns voor de tocht voor een derdedeel in de naerbes goeden,
Jan Fobelets en Lodewijck Smets als geede momboirs van Hansken &
Jenneken Schrijnmakers wettige kinderen van wijlen Aert De
Schrijnmaker dmai Anna Badelijns voor de erfelijkheijt voor een
derdedeel,
item Jan Leerbijls als erfgen
testamentaire van wijlen Anna Leerbijls zijn dochter was die hij
behouden hadde van Barbara Schrijnmakers zuster was van wijlen
Aerden De Schrijnmaker voor een derdedeel, oock mede de vs Leerbijls
als erfgen testamentair van wijlen Hendrik De Schrijnmaker zijn oom
was (schepen van Loven dd 14 okt 1571).
Wer1875: Fo
284:
- 26
feb 1545: Coenraedt Van Vlasselaer zone wijlen Jans heeft gederft
die hellicht van twee en half dm lant opt Leepservelt onder
Wakkerzeel
–
de wederhelcht toebehorende Jacob Goorts
–
aan Willem Lederbijl den jongen zone Willems
- 22 jan 1547:
Jan Kerincx als momboir van Jan & Anna Lederbijls kinderen
wijlen Willems na de dood van hun vader
- 30 okt 1596: Jan Leerbijls na de
dood van Jan Kerincx 18 mrt 1611: Jan Leerbijls x Catharina De
Custer heeft opgedragen de helft van twee en half dm land opt
Lipsevelt als onderpand van een rente uit handen van Cornelis Moelen
woonende in den Wijngaert tot Loven
- 14 feb 1628: Willem Leerbijls heeft
ontvangen na de dood van Jan Leerbijls zijn vader.
WSP1949: 9 mrt
1601:
Catlijn Ceusters x Jan Leerbijls
verkoopt onderhalf dm opt achterste Broeckvelt aen Roelant Van Mol x
Elisabeth Diericx.
WSP1949: 7 feb
1624:
Christiaen Verschoer x Elisabeth
Leerbijls, dochter van Jan Leerbijls x Catharina De Coster, hebben
ontvangen van mr Jan Bogaerts rentmr van Ste Peeters tot Mechelen de
som van 150 gl en betalen een rente en hebben verbonden een dm
genoemt het Rode Bempdeken, Jan Leerbijls & Catlijn De Coster
verbinden een besloten block goet coren lant oijck gelegen in
Wespelaer ter Hulst.
WSP1949: 8 feb
1624:
Jan Leerbijls x Cathlijn De Coster
hebben geapprobeert de bekentenisse van een erfelijcke rente als
Christiaen Verschoer x Elisabeth Leerbels hunnen respective
schoonsoen ende dochter den vij deser maent hebben bekent quod
attestot Jan Leerbijls scabinus Werchterensis.
AVT2: 27 juli 1672:
Lucas Mertens Niclaesone geboren in
Wakkerzeel 67 jaar heeft geattesteert dat hij twelf jaer out wesende
dat hij opt Groot Terwelant heeft gehoogst op een stuk land groot
een half bonder welkce alnoch toebehoorde de we Lantrop altoen
besaeyt was geweest met terwe en dat aldaer was gecomen Willem
Lerebels sone Jans jongman sijnde inden naeme van sijnen voors vader
(coster sijnde van Wakkerzeel?) die alstoen gecomen is opt voors
half boender om die ceusterschooven te haelen ende dat Jan Van
Lantrop aldoen meijer tot Werchter die tselve lant toebehoorde
alsdaer opt selve lant sijnde bij sijn Werckblock seggende tegen den
voors Lerebels nempt uwen schoven daerop soo sij tegen daerde lagen,
dwelck den voors Lerebels oock heeft gedaen ende daer mede en wegh
gegaen.
Idem
heeft Jan Verpaelt sone Peeters geboren in Wakkerzeel en 57 jaar
verklaart dat hij C oudt sijne twelf of 13 jaeren gesien heeft dat
Willem Lerebels Jansone met sijnen sone Jan Lerebels op twerwelant
tsamen hebben die cuesterschooven vergadert
…
Item
Jan Van Leemputten 54 jr inden jaere 1636 op een stuk land int grot
terwelant welcke sijns C vaders was labeurende woonende tot Haecht
ende hem toebehorende twee stukken lants groot samen drij dm dat hij
alsoo metten wagen het graen quamp haelen voor zijn voors vader ende
dat aldaer gecomen es Willem Lerebels cister tot Wakkerzeel en om
sijne schooven te haelen die hij alsdan heeft mede gedragen.
Goert Leerbijls Janssone wijlen
diemen heet inde tusschen ..
Lijsbeth Gooris ter andere sijden
(jaar?)
H851: Fo 78:
- 4 mei 1499: Jan Vanderherbrugge
Aertsone heeft na de dood van Geert Vanderherbrugge ontvangen drij
vd bempts int Schoubroeck ts Willem Wants ende Hendrik De Plecker
- 17 nov 1516: Mathijs Hobbouts sone
Aerts ontvangt na de dood van Jan Vanderherbrugge zijn oom drij
vd...
- 21 jul 1552: Mathijs Hobbouts sone
wijlen Aerts heeft gederft drij vd aan Vranck Verpaelt
- 15 nov 1579: Jan Leerbijls zone
wijlen Willems daer moeder af es Lijsbeth
Kerincx ontvangen
voor hem en voor Huijbrecht Verpaelt zone wijlen Vranckx Verpaelt
ende de voors Lijsbetten Kerincx zijns half broeders (sic) bij
doode des voors Vranckx Verpaelt drij vd
- 23 jan 1598: op 26 aug ll is tegen
Jan Leerbijls in deijlinge gevallen die voors drij vd bempt doende
Remeijs Van Haecht den eed van trouw.
Rotselaar? Fo 289:
- 26 juni 1531: Willem Lederbijls
zone Willems heeft na de dood van Jacops wijlen Lederbijls ten bij
zijne ende met consente des voors zijns vaders, ontvangen twee
mudden rogs mate van Loeven, staende bepant soe de voorschreven
Willem verclaerde op sesse dachm lants gelegen te Varent in de
prochie van Thieldonck (Kathlijne Van Beringen x Jan
Vandendriessche) ende noch een dachmael lants gelegen opter Berckt
(mr Jan Van den Heetvelde) item noch op een half dm lants oijck
onder Thieldonck gelegen, opden Borstinkc, Willem Lederbijl ter
eenre, toebehorende Simon Verherbruggen ende noch op een half dm
lants, Henrick De Witte oijck opde Bortinck, den voor Simon ter
eenre, item noch op een dachmael lants gelegen opten Berckt, Jan
Drijdons ter eenre, Merten Wiege ter derder, item noch op een dm
lants oijck opde Borstinck gelegen, Willem Geldens (Merten Smacx,
Jan wijlen Van Breezijp) item noch op een dm lants derselfs Jans
wijlen Van Breezijp, den voors Merten jre, Willem Gielis ter ander,
doende den voors Willem met consent van zijn vader hier af
behoorlijcke hulde ende eedt van trouwen
- 22 jan 1547: Jan Kerincx als
momboir tot behoef van Jans ende Anna Lederbyls naer dode des voors
Willems wijlen huns vader om dit leen tusschen hen naer leenschen
rechte gedeylt te worden, blijvende nochtans den voors Jan
Lederbijls sterfelijck man van desen leene, ontfangen twee mudde
rogs erfpacht te heffene op sesse dm lants, gelegen te Varent inde
prochie van Thieldonck (Catlijne Van Beringen x Jan
Vandendriessche) ende noch op meer andere goeden hier voor al
naerder blijckende
- 30 okt 1596: Jan Leerbijls heeft
selve de persoen nae doode desvoers Jans gedaen behoirl hulde ...
- 10 meert 1599: ??? bekent hem van
en vuijt twee mudden rogs leenrinte bepant & besedt op een dm lants
(Adriaen Vanderheijden, de zielsmisse van Wackerzeel, meester
Anthonis Van Heetvelde) gelost en gequeten sijn bij Thomas
Vernoijen
- 10 meert 1599: (Jan Leerbijls en
Willem De Schrijnmaker) Thomas Vernoyen heeft verkoopt aan Claes
Goorts x Clementie Van Maelcote het voors leengoet
- 9 sept 1619: Clementia Maelcote we Niclaes
Goorts heeft te lene ontvangen na de dood van haar man
?
sterfman Anthoon Goorts oudt 25 jr.
Andere aktes bij
Leerbels.
Uit dit huwelijk:
1a. Leerbijls Joannes, XIV (M9476 + S12524),
Lerebyls Anna, x wellicht met
Jacob Cluppels, meer info bij Cluppels,
1b. Goorts Anna,
Goorts Jan,
Goorts Nicolaus,
Goorts Thomas,
Goorts Susanna,
3. Verpaelt Huijbrecht.
Terug naar startpagina Terug
naar startpagina stamboom
|
|