(de) Dobbelaar, -aer(e), -eer(e), -er, Dobbelare, -eir(e), -aire, -eer(s), Doblaerre, Dobbelmann, Doubleman, Dobbelsteen, -stein(ne), -steyn, Dobelstein, Doberstein, Doblestain(e), -stène,
Dobluste(i)ne
Bijnaam van de dobbelaer of beroepsnaam voor de maker van dobbelstenen.
Dobbels, Doebbels, Doub(b)el, Doubels
1. Uit het Middelnederlandse dobbel: dobbelspel. Bijnaam voor een dobbelspeler.
2. Bijnaam uit het Middelnederlandse bnw. dobbel: dubbelhartig, vals.
Docx, Dock(s), Dockx, Docq, Dox, Doek
Patroniem, knuffelvorm van de Germaanse voornaam Doc(h)o.
Doelder (de(n)), Dolder(s)
Familienaam
uit het werkwoord doelen: op het doel schieten. Bijnaam voor
een lid van de schuttersgilde).
Doem,
Doem(p)s, Doum, Dohm, Dome, Dôme, Döme, Doom(e), Dom(me),
Dommes, Dom(p)s, Dooms(t), D'hooms Patroniem,
Limburgse verkorte vorm van Adam.
Does Van der
Familienaam
uit de plaatsnaam Ter Does die
voorkomt van ca. Zuid-Holland tot West-Vlaanderen.
Dohen, Dohin, Doheyn
Naam uit de
plaatsnaam Ohain (Waals-Brabant en
Nord).
Doignies, -i(e), -ée, -y, Dognies,
-ie(z), -ier, -y, -é(e), -ez, Donie(s), -i(s), Donni, Donny,
Dony(e), -ys, Douny
Naam uit de
plaatsnaam Oignies (Pas-de-Calais, Namen), Aiseau
(Henegouwen), Hogni in Wattrelos (Nord),
Doignies (Nord) of Ogny in Archon
(Aisne).
Dolfyn, Dolfeyn, Dolfen, Dolfin, Doffijn, -yn, Dofin, Dolphijn, -yn, -in, -en(s), Dalving, -inck
1. Afgeleid van het Middelnederlandse dolphijn, dalfin = dolfijn.
Beroepsnaam naar het dier dat wellicht fungeerde als huisnaam of uithangbord.
2. Mogelijk ook knuffelvorm van de Germaalse voornaam
Adolf,
Ru/odolf, Diedolf.
Dolleman, Dolman(s), Dullemans
Bijnaam voor een gek, een domkop.
Dom
1. Zie Daems.
2. Zie Dom(b).
3. Patroniem uit de Germaanse voornaam
dôm.
Dom(b)
Bijnaam uit het Middelnederlandse dom(b):
dwaas.
Domburg (Van)
Naam uit de plaatsnaam Domburg
(Zeeland).
Dommel(e)n)) Van, Vandommel(e)(n), Van
Dommelle
1. Familienaam uit de plaatsnaam Dommelen
(Noord-Brabant),
2. Of naar de riviernaam de Dommel in
Neerpelt (Limburg).
Donck (van), (van de(r)) Donk, Doncq, Donckx, Donks, Van der Donck(t), -Don(d)kt, Verdonk, Verdonc(q), Verdoenck, Verdonck(t), Verdoucq
Familienaam afgeleid van de zeer verspreide plaatsnaam Donk: vroeger verklaart als een zandige hoogte in een moerassig terrein. Volgens Van Osta
zou de oorspronkelijke verklaring echter een moerassige depressie zijn.
Donder De, Donders, Dunder, Donner(s) Bijnaam uit donder. Mogelijk bijnaam voor iemand met een zeer zware (donder)stem.
Of beroepsbijnaam voor bv de stadsartillerist. Of misschien bijnaam voor een arm of lelijk iemand, een arme donder?
Dong(h)en (van)
Familienaam uit de plaatsnaam Dongen
(Noord-Brabant).
Donick Van, Van Donni(n)ck, Van
Donin(c)k, - incx, Vandoninck
Familienaam uit de plaatsnaam
Donik/Dornik in Geel (Antwerpen).
Donker(s), Doncker(s), Donckel(e), Don(c)kels, De Donker, De Doncker(e),
Dedoncker, Den Don(c)ker, De Doncquers, De Doncken, Dun(c)ker, Dünker, Dunkel
Bijnaam naar het Middelnederlandse donkel, donker: duister, somber, onbekend.
Donkerwolke, -woch, Don(c)kerwol(c)k(e),
Donekerwolke, Donkerwold
Bijnaam uit een lijfspreuk of voor iemand met een
somber karakter.
Donvil(le)
Naam uit de plaatsnaam Onville (Meurthe-et-Moselle)
of uit Donville (Manche).
Doolaeg(h)e (van), Doolage, D'hoolaege, Van Dovlaeghe, Doolaegue, Dolhaeghe, Verdoolaeg(h)e Familienaam uit de plaatsnaam
(Middelnederlands) Do(o)lage: moeras, slijkpoel. 1281 Katarina de Doelage - Aarsele (Haes.). Doom Zie
bij Doem en bij Ooms.
Dooreman(s), Doreman(s),
Dorreman, Dorman(s), -mann, -mant, Duermans, Deurmans
Naam uit het Middelnederlandse dore, d(e)ure: deur.
Beroepsnaam van de deurwachter.
Doorent Van der/den,
Verdoor(e)nt, Van der Dood(t), -Do(o)t, Verdoot, Verdood(t), Verda(e)t
Naam uit de plaatsnaam Ter
Dorent: plaats waar doornstruiken (bramen)
groeien.
Dit o.a. in Beveren, Bazel
(Oost-Vlaanderen), Opwijk, Anderlecht, Heembeek,
Pepingen (Vlaams-Brabant).
Doorn(e) Van (den), Van (den/r) Dooren, Vanendorde, Verdoren, Vandoorne, Van den Doorent, Van Dooren, Van (den) Doren, Doorn, Van Dor(n)
1. Familienaam uit de verspreide plaatsnaam Doorn: braamstruik, hagedoorn, sleedoorn, ...
2. Zie ook (van) Deurne.
Doorni(c)k Van
Familienaam uit de plaatsnaam
Doornik (Henegouwen en
o.a. Gelderland).
Doorselaer(e) Van, Van Doorslaer(e), -laar, -laert, Van Doorsselaer(e), Van Doorrslaere, (van) Dorselaer, Van Dorslaer, Van Dorsselaer(e), -aar, Van Dorsseleer, Van Doosselaer(e), -aar, -aers, (van) Dosselaer(e), Van Dooselaere, (van) Doussela(e)re, (van) Doesselaere, Van Doeselaer, -laar, Do(o)tselaere, Dhoostelare, D'Hoostelaer(e)
Familienaam afgeleid uit de plaatsnaam Doorselaar in Eksaarde: laar met doornstruiken.
Doorsele, Doorzeele, Van
Doorsele
Naam uit de plaatsnaam
Door(n)zele in
Evergem
(Oost-Vlaanderen).
Dooy De, De Dooij
Brabantse vorm voor De Dode.
Bijnaam voor een bleek, ziekelijk, vreemd
uitziend persoon.
D'Orchimont, Dorchymont,
D'Orchymont, Dorcimont, Dornsimond, -ont,
Dorssemont, -ent, Dosimont, -mau
Familienaam uit de plaatsnaam
Orchimont (Namen).
Dorelot, Deurloo,
Duerlo(o), Duurloo
1. Bijnaam uit het Oudfranse
dorelot: haarlok op het voorhoofd van mannen.
Van daaruit evoleerde het tot lieverd, liefje.
2. Beroepsbijnaam uit het
Oudfranse dorelotier: lintenwever.
Doris(sen), Doresse
Patroniem, verkorte vorm van
de Griekse heiligennaam
Theodorus.
Dormael Van, Van
Do(o)rmaal, Van Doormael, -malen, (van)
Dormal(s), Dormael(s), De Dormale,
Duermael, Van Dooremaalen
Familienaam uit de plaatsnaam
Dormaal (Dorn-male)
(Vlaams-Brabant en Noord-Brabant).
Dorme, Doorme, Dhorme, D'Homme
Naam uit de veel voorkomende plaatsnaam D'Ormes:
plaats waar (Franse) orme (olm, iep) groeit.
Dormont, d'Ormont, Do(o)remont
Naam uit de plaatsnaam Ormont in Kain
(Henegouwen), Buire-au-Bois (Pas de Calais) of
in de buurt van Trier (Duitsland).
|
Dorpe Van (den), Vandorpe,
Van (den) Durpe, Van Dorp, Van Deurp, Van den
Deurpen, Van den Deulpen
Naam uit de verspreide
plaatsnaam Dorp: akker, hoeveland, landgoed,
dorp, dorpsplein.
Van den Dorpel, Van den Durpel, Van den Deurpel
1. Familienaam naar het Middelnederlandse dorpel, deurpel: dorpel, grens, landpaal.
2. 18 de eeuwse vondelingennaam naar de vindplaats (o.a. in Leuven).
Dorsthorst (te), Dorshorst (te), Dors(t)
Familienaam uit de plaatsnaam Te Dorsthorst: in Lichtervoorde, Harfsen, ... (Gelderland). Wellicht in oorsprong de naam van een boerderij (dors(t): achterzijde, moed en horst: uit
vogelhorst, via versterking, vaak naar boerderij).
Dort (van)
Familienaam afgeleid van de plaatsnaam Dort = Dordrecht in Nederland.
dos Reis Montrond Salgado
Spaanse of Portugese
(drie)dubbele familienaam.
dos Reis: koningen.
Montrond:wellicht uit een
plaatsnaam (plaats nog onbekend).
Salgado:naam uit sal: zout,
maar ook wit. Wellicht bijnaam "De Witte".
Dosquet
Naam uit het (Verviers)
Waalse doskèt: groot stuk brood. Ook afgeleid
van dos: rug. Bijnaam voor iemand met een hoge
rug. De naamvarianten komen voor langs de Maas
(Le Dosket (1543) in Ans - Le Doskuet (1586) in
Hoei).
Dossche, Dosse, zie Heusch.
Dossin: zie Dozin,
Daussaint en
Douch(a)in.
Dötsch, Dotsch, Doetsch,
Dütsch
1. Duitse familienaam (regio
Bamberg), knuffelvorm uit de voornaam Dietrich
(zie bij
Diederik).
2. Of bijnaam uit de Duitse
dötsch: onbeleefd,...
Doucet, -é, -ez, Dousset,
Do(u)chet, -ez
1. Bijnaam uit het Franse doux
voor iemand met een zacht karakter.
2. Mogelijk ook Patroniem uit
de Latijnse heiligennaam Dulcis: zacht.
Douch(a)in, Doucin, Dossin
Bijnaam uit doux: zacht.
Douchy, Douchi, Douchie(s),
Doucy, -ij, Doucie, Dous(s)y, Doussis, Dochy,
Dossi, Duc(h)i, Ducy, Dusi
1. Naam uit de plaatsnaam
Douchy (Nord, Pas-de-Calais, Aisne, Loiret).
2. Zie ook Dauchy.
Dournez, Dorné, -e(z), Durnez Familienaam uit het Zuidfranse dourne: kruik. Bijnaam of beroepsnaam.
Douterloigne: zie Doutrelui(n)ge.
Doutrelui(n)gne, Doutreligne,
d' Outreligne, Doutreleigne, Douterlui(n)gne, Douterluighe, Douterlu(n)gne, Doutrelu(n)gne, Douterloigne, Doutreloigne, Doutrelon(g), Doutrelen, Doutrelandt
1. Familienaam uit D'outre (le) Ligne: een waternaam in Doornik. 2. Of uit D'outre La Luigne: een waternaam in Luingne
(Lowingen in Henegouwen).
Dozin, Dos(s)in, Duzijn,
Dozinel
Naam uit het Oudfranse dozain:
inhoudsmaat (1/12 of 12). Verwijzing naar een
beroep ?
Draayer, Draaier, Drayer, Draeyers, Dreijer, Dreyer(s), Dreier,
Drijmans Beroepsnaam van de houtdraaier.
Dragon(e), Dracon,
Dragonneau
1. Patroniem de Germaanse
voornaam Drago.
2. Of uit het Franse Dragon:
draak. In dit geval bijnaam naar een huisnaam of
voor een vaandrig (die droeg St.-Joris met de
draak).
Drap(p)ier, Drapiez
Beroepsnaam van de drapenier,
lakenfabrikant, lakenwever of lakenkoper.
Dreelinck, Drielinck(x), Driegelinck(x)
Bijnaam uit het Middelnederlandse dretelinck,
dreelinck: troetelkind.
Dresseleer(s), -aer(t)s,
Dressalaers, Dress(e)ler, Dreseler
Familienaam uit de
beroepsnaam dreselaer: houtdraaier, meubelmaker.
Dreumont, Drumont,
Drummond
1. Patroniem, Romaanse vorm
van de Germaanse voornaam
drug (drogo)-mund of van truth-mund.
2. Familienaam uit de
plaatsnaam Dreumont in Marbais en Tilly
(Waals-Brabant).
3. Vervorming van De Reumont.
Zie bij Reumont.
Driege, Drieghe, Driech, Drigue, Dreige
1. Familienaam uit het Middelnederlandse dri(e)gen: hechten, rijgen. Beroepsnaam van kleermaker of naaister.
2. Uit het werkwoord driegen: bedriegen. Bijnaam voor een bedrieger.
Driehuijzen, Driehuizen, Driehuis
Familienaam uit de plaatsnaam Driehuizen (of variant) in Opdorp, Baasrode, Balen-Neet en op diverse plaatsen in Nederland.
Drieman, Van Drie
Nederlandse naam uit de buurt
Drie
op de Veluwe, tussen
Ermelo en Garderen.
Driel Van, Van Drielen, Van
Triel, Van Treel
Familienaam uit de plaatsnaam
Driel (Gelderland).
(van den) Dries(se),
Vandendries, Van den Driesch(e), Van den Dris(s)che, Van den Driessche(n), Van den Drieske, Van
den Driesen, Van den Dris(se), Van den Drice, Van den Dreschs, Van den Driexhe, Van den Driest, Von den Driesch, Waendendries, Van Dries, Van Dris(s)e, Van Dries(s)che, Van Driessen, Van Driessch, Van (den) Driesshe
Familienaam afgeleid van de zeer verspreide plaatsnaam dries: gemeenschappelijke weidegrond, driesprong van
wegen, dorpsplein, gerechtsplaats, braakland.
Drijver De(n), De Dryver(e), Drijvers, Dryvers, Diver
Beroepsnaam van een drijver:
ezeldrijver, schapendrijver, ...
Drioul(e),
Drijoel, Dryoel(s), Dryhoel
1.
Knuffelvorm
uit de voornaam Andreas.
2. Mogelijk ook afgeleid uit de plaatsnaam Les
Dryolles in Hargimont.
Droeshou(d)t, Droeshaut, Droshout, Droushoudt
Naam uit de plaatsnaam Droeshout (troebel bos)
in Opwijk (Vlaams-Brabant).
Drogenbroe(c)k Van, Van Droog(h)enbroe(c)k, Van
Droogbroeck, Van Droogenbrock
Familienaam
uit de plaatsnaam Drogenbroek (drooggelegd
moeras) in Woluwe (Brussel) of Droogbroeck in
Hoeselt (Limburg).
Drogné,
Droogné, Dro(o)gne
1. Naam uit
de plaatsnaam Rognée
(Namen).
2. Zie ook
Droinet.
Droinet,
Dro(o)gné, Dro(o)gne
Patroniem uit
de voornaam Drouin.
Dromme Van, Van Drom(e), Van Droemme,
Vandroemme
Familienaam uit de plaatsnaam Daeromme: thoff daer omme (Bekkerzeel), (: hof van Ginderomme, om de hoek).
Dronghen Van
Familienaam uit de plaatsnaam
Drongen (Oost-Vlaanderen).
Droogsma
Friese patroniem uit de (wellicht) voornaam Droon/Droog (oorsprong nog onbekend).
Drouet, Draouet, Drouhait, Druet, -ez,
Druwé, -ez, Drevet Patroniem uit de Germaanse voornaam Drogo/Drug.
Droulans, Droolans, Druylan(t)s, -lan(d)t, Draelant(s), Dralan(t)s,
-lands, Draelens, Draulans Familienaam uit de plaatsnaam Draland in Neerlinter en Oplinter (Vlaams-Brabant).
Drubbel(s)
Bijnaam uit het oude werkwoord drubbelen: trippelen, dansen, huppelen, touwtje springen. Een beweeglijk
iemand...
Druits, Druijts, Druyts, Truyts
Bijnaam uit het Middelnederlandse druut: vriend, minnaar.
Drummen
Naam uit de
plaatsnaam (De) Rummen
(Vlaams-Brabant - nu deel van Geetbets).
Drymael
Verschrijving van Dormael.
Druwé, -ez, -ée
1. Zie Drouet.
2. Samentrekking van Deruwé: zie Deruez.
|