Familienamen

                                                                                                                             

 A | B | C |  D E F | G | H I J | K | L | M | N O | P Q | R | S | T U | V | W X Y Z

Andere D-bladzijden  D | Del | Do | Du | EF

 

 

 

Terug naar intro 

Het grootste deel van onderstaande info is een selectie uit: Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk (grondig herziene en vermeerderde uitgave) (Dr. Frans Debrabandere - L.J. Veen /Het Taalfonds 2003).

(de) Dobbelaar, -aer(e), -eer(e), -er, Dobbelare, -eir(e), -aire, -eer(s), Doblaerre, Dobbelmann, Doubleman, Dobbelsteen, -stein(ne), -steyn, Dobelstein, Doberstein, Doblestain(e), -stène, Dobluste(i)ne

Bijnaam van de dobbelaer of beroepsnaam voor de maker van dobbelstenen.

 

Dobbels, Doebbels, Doub(b)el, Doubels

1. Uit het Middelnederlandse dobbel: dobbelspel. Bijnaam voor een dobbelspeler.

2. Bijnaam uit het Middelnederlandse bnw. dobbel: dubbelhartig, vals.

 

Docx, Dock(s), Dockx, Docq, Dox, Doek

Patroniem, knuffelvorm van de Germaanse voornaam Doc(h)o.

 

Doelder (de(n)), Dolder(s)

Familienaam uit het werkwoord doelen: op het doel schieten. Bijnaam voor een lid van de schuttersgilde).

 

Doem, Doem(p)s, Doum, Dohm, Dome, Dôme, Döme, Doom(e), Dom(me), Dommes, Dom(p)s, Dooms(t), D'hooms

Patroniem, Limburgse verkorte vorm van Adam.

 

Does Van der

Familienaam uit de plaatsnaam Ter Does die voorkomt van ca. Zuid-Holland tot West-Vlaanderen.

 

Dohen, Dohin, Doheyn

Naam uit de plaatsnaam Ohain (Waals-Brabant en Nord).

 

Doignies, -i(e), -ée, -y, Dognies, -ie(z), -ier, -y, -é(e), -ez, Donie(s), -i(s), Donni, Donny, Dony(e), -ys, Douny

Naam uit de plaatsnaam Oignies (Pas-de-Calais, Namen), Aiseau (Henegouwen), Hogni in Wattrelos (Nord), Doignies (Nord) of Ogny in Archon (Aisne).

 

Dolfyn, Dolfeyn, Dolfen, Dolfin, Doffijn, -yn, Dofin, Dolphijn, -yn, -in, -en(s), Dalving, -inck

1. Afgeleid van het Middelnederlandse dolphijn, dalfin = dolfijn.

Beroepsnaam naar het dier dat wellicht fungeerde als huisnaam of uithangbord.

2. Mogelijk ook knuffelvorm van de Germaalse voornaam Adolf, Ru/odolf, Diedolf.

 

Dolleman, Dolman(s), Dullemans

Bijnaam voor een gek, een domkop.

 

Dom

1. Zie Daems.

2. Zie Dom(b).

3. Patroniem uit de Germaanse voornaam dôm.

 

Dom(b)

Bijnaam uit het Middelnederlandse dom(b): dwaas.

 

Domburg (Van)

Naam uit de plaatsnaam Domburg (Zeeland).

 

Dommel(e)n)) Van, Vandommel(e)(n), Van Dommelle

1. Familienaam uit de plaatsnaam Dommelen (Noord-Brabant),

2. Of naar de riviernaam de Dommel in Neerpelt (Limburg).

 

Donck (van), (van de(r)) Donk, Doncq, Donckx, Donks, Van der Donck(t), -Don(d)kt, Verdonk, Verdonc(q), Verdoenck, Verdonck(t), Verdoucq

Familienaam afgeleid van de zeer verspreide plaatsnaam Donk: vroeger verklaart als een zandige hoogte in een moerassig terrein. Volgens Van Osta zou de oorspronkelijke verklaring echter een moerassige depressie zijn.

 

Donder De, Donders, Dunder, Donner(s)

Bijnaam uit donder. Mogelijk bijnaam voor iemand met een zeer zware (donder)stem.

Of beroepsbijnaam voor bv de stadsartillerist.

Of misschien bijnaam voor een arm of lelijk iemand, een arme donder?

 

Dong(h)en (van)

Familienaam uit de plaatsnaam Dongen (Noord-Brabant).

 

Donick Van, Van Donni(n)ck, Van Donin(c)k, - incx, Vandoninck

Familienaam uit de plaatsnaam Donik/Dornik in Geel (Antwerpen).

 

Donker(s), Doncker(s), Donckel(e), Don(c)kels, De Donker, De Doncker(e), Dedoncker, Den Don(c)ker, De Doncquers, De Doncken, Dun(c)ker, Dünker, Dunkel

Bijnaam naar het Middelnederlandse donkel, donker: duister, somber, onbekend.

 

Donkerwolke, -woch, Don(c)kerwol(c)k(e), Donekerwolke, Donkerwold

Bijnaam uit een lijfspreuk of voor iemand met een somber karakter.

 

Donvil(le)

Naam uit de plaatsnaam Onville (Meurthe-et-Moselle) of uit Donville (Manche).

 

Doolaeg(h)e (van), Doolage, D'hoolaege, Van Dovlaeghe, Doolaegue, Dolhaeghe, Verdoolaeg(h)e

Familienaam uit de plaatsnaam (Middelnederlands) Do(o)lage: moeras, slijkpoel.

1281 Katarina de Doelage - Aarsele (Haes.).

 

Doom

Zie bij Doem en bij Ooms.

 

Dooreman(s), Doreman(s), Dorreman, Dorman(s), -mann, -mant, Duermans, Deurmans

Naam uit het Middelnederlandse dore, d(e)ure: deur. Beroepsnaam van de deurwachter.

 

Doorent Van der/den, Verdoor(e)nt, Van der Dood(t), -Do(o)t, Verdoot, Verdood(t), Verda(e)t

Naam uit de plaatsnaam Ter Dorent: plaats waar doornstruiken (bramen) groeien.

Dit o.a. in Beveren, Bazel (Oost-Vlaanderen), Opwijk, Anderlecht, Heembeek, Pepingen (Vlaams-Brabant).

 

Doorn(e) Van (den), Van (den/r) Dooren, Vanendorde, Verdoren, Vandoorne, Van den Doorent, Van Dooren, Van (den) Doren, Doorn, Van Dor(n)

1. Familienaam uit de verspreide plaatsnaam Doorn: braamstruik, hagedoorn, sleedoorn, ...

2. Zie ook (van) Deurne.

 

Doorni(c)k Van

Familienaam uit de plaatsnaam Doornik (Henegouwen en o.a. Gelderland).

 

Doorselaer(e) Van, Van Doorslaer(e), -laar, -laert, Van Doorsselaer(e), Van Doorrslaere, (van) Dorselaer, Van Dorslaer, Van Dorsselaer(e), -aar, Van Dorsseleer, Van Doosselaer(e), -aar, -aers, (van) Dosselaer(e), Van Dooselaere, (van) Doussela(e)re, (van) Doesselaere, Van Doeselaer, -laar, Do(o)tselaere, Dhoostelare, D'Hoostelaer(e)

Familienaam afgeleid uit de plaatsnaam Doorselaar in Eksaarde: laar met doornstruiken.

 

Doorsele, Doorzeele, Van Doorsele

Naam uit de plaatsnaam Door(n)zele in Evergem (Oost-Vlaanderen).

 

Dooy De, De Dooij

Brabantse vorm voor De Dode. Bijnaam voor een bleek, ziekelijk, vreemd uitziend persoon.

 

D'Orchimont, Dorchymont, D'Orchymont, Dorcimont, Dornsimond, -ont, Dorssemont, -ent, Dosimont, -mau

Familienaam uit de plaatsnaam Orchimont (Namen).

 

Dorelot, Deurloo, Duerlo(o), Duurloo

1. Bijnaam uit het Oudfranse dorelot: haarlok op het voorhoofd van mannen. Van daaruit evoleerde het tot lieverd, liefje.

2. Beroepsbijnaam uit het Oudfranse dorelotier: lintenwever.

 

Doris(sen), Doresse

Patroniem, verkorte vorm van de Griekse heiligennaam Theodorus.

 

Dormael Van, Van Do(o)rmaal, Van Doormael, -malen, (van) Dormal(s),  Dormael(s), De Dormale, Duermael, Van Dooremaalen

Familienaam uit de plaatsnaam Dormaal (Dorn-male) (Vlaams-Brabant en Noord-Brabant).

 

Dorme, Doorme, Dhorme, D'Homme

Naam uit de veel voorkomende plaatsnaam D'Ormes: plaats waar (Franse) orme (olm, iep) groeit.

 

Dormont, d'Ormont, Do(o)remont

Naam uit de plaatsnaam Ormont in Kain (Henegouwen), Buire-au-Bois (Pas de Calais) of in de buurt van Trier (Duitsland).

Dorpe Van (den), Vandorpe, Van (den) Durpe, Van Dorp, Van Deurp, Van den Deurpen, Van den Deulpen

Naam uit de verspreide plaatsnaam Dorp: akker, hoeveland, landgoed, dorp, dorpsplein.

 

Van den Dorpel, Van den Durpel, Van den Deurpel

1. Familienaam naar het Middelnederlandse dorpel, deurpel: dorpel, grens, landpaal.

2. 18 de eeuwse vondelingennaam naar de vindplaats (o.a. in Leuven).

 

Dorsthorst (te), Dorshorst (te), Dors(t)

Familienaam uit de plaatsnaam Te Dorsthorst: in Lichtervoorde, Harfsen, ... (Gelderland). Wellicht in oorsprong de naam van een boerderij (dors(t): achterzijde, moed en horst: uit vogelhorst, via versterking, vaak naar boerderij).

 

Dort (van)

Familienaam afgeleid van de plaatsnaam Dort = Dordrecht in Nederland.

 

dos Reis Montrond Salgado

Spaanse of Portugese (drie)dubbele familienaam.

dos Reis: koningen.

Montrond:wellicht uit een plaatsnaam (plaats nog onbekend).

Salgado:naam uit sal: zout, maar ook wit. Wellicht bijnaam "De Witte".

 

Dosquet

Naam uit het (Verviers) Waalse doskèt: groot stuk brood. Ook afgeleid van dos: rug. Bijnaam voor iemand met een hoge rug. De naamvarianten komen voor langs de Maas (Le Dosket (1543) in Ans - Le Doskuet (1586) in Hoei).

 

Dossche, Dosse, zie Heusch.

 

Dossin: zie Dozin, Daussaint en Douch(a)in.

 

Dötsch, Dotsch, Doetsch, Dütsch

1. Duitse familienaam (regio Bamberg), knuffelvorm uit de voornaam Dietrich (zie bij Diederik).

2. Of bijnaam uit de Duitse dötsch: onbeleefd,...

 

Doucet, -é, -ez, Dousset, Do(u)chet, -ez

1. Bijnaam uit het Franse doux voor iemand met een zacht karakter.

2. Mogelijk ook Patroniem uit de Latijnse heiligennaam Dulcis: zacht.

 

Douch(a)in, Doucin, Dossin

Bijnaam uit doux: zacht. 

 

Douchy, Douchi, Douchie(s), Doucy, -ij, Doucie, Dous(s)y, Doussis, Dochy, Dossi, Duc(h)i, Ducy, Dusi

1. Naam uit de plaatsnaam Douchy (Nord, Pas-de-Calais, Aisne, Loiret).

2. Zie ook Dauchy.

 

Dournez, Dorné, -e(z), Durnez

Familienaam uit het Zuidfranse dourne: kruik. Bijnaam of beroepsnaam.

 

Douterloigne: zie Doutrelui(n)ge.

 

Doutrelui(n)gne, Doutreligne, d' Outreligne, Doutreleigne, Douterlui(n)gne, Douterluighe, Douterlu(n)gne, Doutrelu(n)gne, Douterloigne, Doutreloigne, Doutrelon(g), Doutrelen, Doutrelandt

1. Familienaam uit D'outre (le) Ligne: een waternaam in Doornik.

2. Of uit D'outre La Luigne: een waternaam in Luingne (Lowingen in Henegouwen).

 

Dozin, Dos(s)in, Duzijn, Dozinel

Naam uit het Oudfranse dozain: inhoudsmaat (1/12 of 12). Verwijzing naar een beroep ?

 

Draayer, Draaier, Drayer, Draeyers, Dreijer, Dreyer(s), Dreier, Drijmans

Beroepsnaam van de houtdraaier.

 

Dragon(e), Dracon, Dragonneau

1. Patroniem de Germaanse voornaam Drago.

2. Of uit het Franse Dragon: draak. In dit geval bijnaam naar een huisnaam of voor een vaandrig (die droeg St.-Joris met de draak).

 

Drap(p)ier, Drapiez

Beroepsnaam van de drapenier, lakenfabrikant, lakenwever of lakenkoper.

 

Dreelinck, Drielinck(x), Driegelinck(x)

Bijnaam uit het Middelnederlandse dretelinck, dreelinck: troetelkind.

 

Dresseleer(s), -aer(t)s, Dressalaers, Dress(e)ler, Dreseler

Familienaam uit de beroepsnaam dreselaer: houtdraaier, meubelmaker.

 

Dreumont, Drumont, Drummond

1. Patroniem, Romaanse vorm van de Germaanse voornaam drug (drogo)-mund of van truth-mund.

2. Familienaam uit de plaatsnaam Dreumont in Marbais en Tilly (Waals-Brabant).

3. Vervorming van De Reumont. Zie bij Reumont.

 

Driege, Drieghe, Driech, Drigue, Dreige

1. Familienaam uit het Middelnederlandse dri(e)gen: hechten, rijgen. Beroepsnaam van kleermaker of naaister.

2. Uit het werkwoord driegen: bedriegen. Bijnaam voor een bedrieger.

 

Driehuijzen, Driehuizen, Driehuis

Familienaam uit de plaatsnaam Driehuizen (of variant) in Opdorp, Baasrode, Balen-Neet en op diverse plaatsen in Nederland.

 

Drieman, Van Drie

Nederlandse naam uit de buurt Drie op de Veluwe, tussen Ermelo en Garderen.

 

Driel Van, Van Drielen, Van Triel, Van Treel

Familienaam uit de plaatsnaam Driel (Gelderland).

 

(van den) Dries(se), Vandendries, Van den Driesch(e), Van den Dris(s)che, Van den  Driessche(n), Van den Drieske, Van den Driesen, Van den Dris(se), Van den Drice, Van den Dreschs, Van den Driexhe, Van den Driest, Von den Driesch, Waendendries, Van Dries, Van Dris(s)e, Van Dries(s)che, Van Driessen, Van Driessch, Van (den) Driesshe

Familienaam afgeleid van de zeer verspreide plaatsnaam dries: gemeenschappelijke weidegrond, driesprong van wegen, dorpsplein, gerechtsplaats, braakland.

 

Drijver De(n), De Dryver(e), Drijvers, Dryvers, Diver

Beroepsnaam van een drijver: ezeldrijver, schapendrijver, ...

 

Drioul(e), Drijoel, Dryoel(s), Dryhoel

1. Knuffelvorm uit de voornaam Andreas.

2. Mogelijk ook afgeleid uit de plaatsnaam Les Dryolles in Hargimont.

 

Droeshou(d)t, Droeshaut, Droshout, Droushoudt

Naam uit de plaatsnaam Droeshout (troebel bos) in Opwijk (Vlaams-Brabant).

 

Drogenbroe(c)k Van, Van Droog(h)enbroe(c)k, Van Droogbroeck, Van Droogenbrock

Familienaam uit de plaatsnaam Drogenbroek (drooggelegd moeras) in Woluwe (Brussel) of Droogbroeck in Hoeselt (Limburg).

 

Drogné, Droogné, Dro(o)gne

1. Naam uit de plaatsnaam Rognée (Namen).

2. Zie ook Droinet.

 

Droinet, Dro(o)gné, Dro(o)gne

Patroniem uit de voornaam Drouin.

 

Dromme Van, Van Drom(e), Van Droemme, Vandroemme

Familienaam uit de plaatsnaam Daeromme: thoff daer omme (Bekkerzeel), (: hof van Ginderomme, om de hoek).

 

Dronghen Van

Familienaam uit de plaatsnaam Drongen (Oost-Vlaanderen).

 

Droogsma

Friese patroniem uit de (wellicht) voornaam Droon/Droog (oorsprong nog  onbekend).

 

Drouet, Draouet, Drouhait, Druet, -ez, Druwé, -ez, Drevet

Patroniem uit de Germaanse voornaam Drogo/Drug.

 

Droulans, Droolans, Druylan(t)s, -lan(d)t, Draelant(s), Dralan(t)s, -lands, Draelens, Draulans

Familienaam uit de plaatsnaam Draland in Neerlinter en Oplinter (Vlaams-Brabant).

 

Drubbel(s)

Bijnaam uit het  oude werkwoord drubbelen: trippelen, dansen, huppelen, touwtje springen. Een beweeglijk iemand...

 

Druits, Druijts, Druyts, Truyts

Bijnaam uit het Middelnederlandse druut: vriend, minnaar.

 

Drummen

Naam uit de plaatsnaam (De) Rummen (Vlaams-Brabant - nu deel van Geetbets).

 

Drymael

Verschrijving van Dormael.

 

Druwé, -ez, -ée

1. Zie Drouet.

2. Samentrekking van Deruwé: zie Deruez.

                                                             

Andere D-bladzijden  D | Del | Do | Du | EF

 A | B | C |  D E F | G | H I J | K | L | M | N O | P Q | R | S | T U | V | W X Y Z

Wil je de betekenis van jouw familienaam kennen ? Stuur een mailtje!  

Er zijn slechts drie voorwaarden:

- vermeld in je mailtje waarom je het wil weten,

- beperk je tot één of een paar namen.

- vermeld ook even hoe je op mijn site terecht kwam.

 

Soms moet je even geduld hebben: er zijn nogal wat aanvragen.

Kijk a.u.b. eerst of de gezochte naam er niet opstaat (bv. De Grote bij Groot, Verbeeck bij Beek en bv. Vranckx bij Frank). Zo bespaar je mij heel wat werk.

 

Literatuur:

De betekenis van toponymische samenstellingen (J .Van Loon - Onomastica neerlandica 1981)

Etymologisch woordenboek der Nederlandsche Taal (J. Vercoullie - Van Rysselberghe & Rombout 1925)

Huizinga's complete lijst van namen (A.Huizinga - Tirion 1998)

Middelnederlandsch handwoordenboek (J. Verdam -  Uit. Martinus Nijhoff 1949)

Middelnederlandse spraakkunst ( Dr. A. Van Loey - Wolters-Noordhoff 1980)

Toponymisch Woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (voor 1226) (Maurits Gysseling - Belg. interuniversitair centrum voor neerlandistiek 1960)

Vondelingen en hun naamgeving (L.De Man - Onomastica neerlandica 1956)

Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk (grondig herziene en vermeerderde uitgave) (Dr. Frans Debrabandere - L.J. Veen /Het Taalfonds 2003)