Clippel,
De Clippel(e), (de) Klippel, Kluppels,
Cluppel(s)
1. Bijnaam voor een kluppelaar. Iemand
die zich verdedigt met een kluppel.
2. Bijnaam naar de gedrongen gestalte.
3. Naam uit het
Middelnederlandse clepel, clippel:
klepel van de klok. Beroepsbijnaam
voor de klokkenluider.
De oudste gegevens en de aktes met dank
aan
Christine Savat en
Michael Roekaerts. Meer info op hun
website.
XIV - XV - XVI - XVIII - Cluppels Niclaes, fs
Jan, ° ca. 1515 (Wakkerzeel ?), x met
Barbara Van Haeltert, deze
x 1 met Guilielmus Van Gobbelsrode.
R1628: Fo 191:
- 1 feb 1546: Jan De Witte zone wijlen Willems die brueder was van
Vranck wijlen De Witte nae doode ende aflijvigheijt desselfs wijlen
Vranckx, heeft ontvangen tot behoef van hem ende van Vranckx,
Hendrick, Philip, Anne ende Berbelen De Witte zijne broederen ende
zusteren ende tot behoef van Lodewijck, Jan, Aert ende Sebastiaen De
Witte kinderen Jacops wijlen De Witte onderhalf vd vande moelen van
Wijchmale onder Rotselaer
–
een ander vd vandezelfde molen toebehorende is meester Claes wijlen
ooms alias de capella ende tsurplus der selven moelen toebehorende
es de weduwe Lodewijck wijlen De Witte ende de voers Jan De Witte
verclaerde
…
- op deselven dag hebben de voors Jan ende Vranck De Witte
gebruederen den selven Vranck, hem verclaerde oudt te wesen 24
jaren, Henrick De Witte (18 j), Philips De Witte ontrent 20j ende
Berbel Switten ontrent 25 jr alle drije gebroeders ende zuster des
voers Jan ende Vranckx De Witte met consente willen weten ende ten
bijzijne Aerts Paeps ende Willem De Witte zone des voers wijlen
Vrancks als hun momboiren ende de selfe momboiren vanwegen den voers
Henricq, Philips ende Barbelen, tot desen & om des naerbes es te
moegen doen, bij de weth van Herent, ende dat bij acte daer aff
…
op 4 juli 1546 (datum? Sic) geauthoriseert wesende, ende Adriaen
De Medegreve x Anna Switten oock sustere des vors Jans, Vrancks,
Henricq, Philips ende Berbele De Witte alle kinderen Willems wijlen
De Witte, Jan Van Maelcote zone Mertens ende Willem De Colmer zone
wijlen Willems als momboirs ende inden name ende van wegen Lodewijck,
Jans, Aerts ende Sebastiaen De Witte, kinderen Jacops wijlen De
Witte tot des naerbes es te mogen doen bij de weth van Herent
gauthoriseert wesende (akte 7 jan 1545) hebben gederft de hellicht
van onderhalf dv vanden voers molen van Wijchmale aan Claes Cluppel,
zone Jans, x Berbele Van Haeltert,
Claes Cluppers sterfman
- in de marge: es te weten soe Jan De Witte zone wijlen Willems, die
zone was van Vranckx wijlen De Witte, ende Willem De Witte zone
wijlen Vranckx, ende Aert Paeps als momboir der onbejaerde kinderen
des voers wijlen Willes De Witte verclaert hebben dat int onderhalf
vd van des molen met toebehoorten, voer die derfinge des selfs
gericht waren, te weten de kinderen des voers Willems wijlen De
Witte elck in een sevenste deel, ende de kinderen Jacops wijlen De
Witte tsamen maer voer een sevenste deel (20 feb 1546).
18 feb 1562:
Dat comen sijn Jan Van Hoegaerden ende Huijbrecht Van Hoegaerden
sone wijlen Jans ende Anthoon De Raedemaecker x Elisabeth Van
Hoegaerden Jan Van Hoegaerden voors dochter ende noch Jan Meijnaert
x Margriet Van Hoegaerden oock Jans Van Hoegaerden dochter voor
Elisabeth Verhoeven we Jans De Bruijne
?
(Niclaes Cluppels ontleent leenman) hebben opgedragen aan heer
Niclaes Cluppels ten behoeve van Jakob, Henneken ende Barbara
Cluppels zijn broeders ende suster.
1570:
Condt ende kennelijck zij eenen yigelijcken die deselven sullen sien
off horen lesen dat wij Lodewijck Schoyte heere van Laken drossaert
des lants van Rotselaer Aert Wiggers Willem Goorts Lybrecht Vanden
berghe Ysaack Vanden Paenhuijse Jan De Pelsmaker Willem de Witte
ende Willem Poortmans schepen van Rotselaer, Lambrecht De Berthoz
rentmeester des lants van Rotselaer, Jacop Van Aerschot ende Gheert
Fobelets als kerckmeesters van Rotselaer henrick van aerschot ende
peeter vogels als heyligheestmeesters van Rotselaer Jan ende
hubrecht van Lantrop gebroederen anthonis de keppere ende Jacop de
Schrijnmakere ingesetenen van Rotselaer met consente van allen de
ingesetenen der banderije ende heerlijckheijt van Rotselaer op een
solempuelen sondach daertoe vergaedert zijnde ende hen te kennen
gegeven geweest zijnde de welcke in des naer beschreven staet
geconsenteert hebben sonder contradictie van niemanden hebben
geaccordeert gewilleceert ende geconsenteert gehadt accorderen
williceren ende consenteren bijdesen Nicolasen Cluppels ende Barbele
Van Haeltert sijn huysvrouwe ende hunnen erfen ende naecomelinghen
van nu voertaen ten eeuwigen daghen inne te maken te beheymen ende
te besluyreb alsulcken stuck beempts als de voors. Nicolaes Cluppels
ende Barbele Van Haeltert voors. vercregen hebben vande weduwe ende
erfge& wijlen Joos Van Wesembeke gelegen inde voors. heerlijckheijt
van Rotselaer int Hellichterbroeck tusschen den Demere ter eenre die
goeden der erfgen wijlen Jans De Witte ter tweeder die goeden der
voors. Nicolaes Cluppels ter derder die goeden der erfgen Huybrecht
Willems ende der erfgen wijlen Willems Aurogge ter vierder zijden
welcke voors. beemp plach te zijne eenen gemeynen manbroeck des
voors. Hellichterbroeck welcke voors.inne maken beheymen ende
besluijten de voors. Nicolaes Cluppels ende Berbel Van Haeltert sijn
huijsvrouwe hunne erfnen ende naecomelinghen jaerlijckx sullen
moeghen doen van half meerte tot Sinte Mertensmisse ende met
langhere in recompense van welcken accorde willecoeren ende consente
de voors. Nicolaes Cluppels ende Barbele Van Haeltert sijn
huijsvrouwe voor hunne erfnen ende naecomelinghen, den voors.
ingesetenen der heerlijckheijt van Rotselaer hebben gehoeft gehadt
ende geloven mits desen promptelijck inden voors. beempt te doen
maken ende stellen een loffleijcke arcke met eender ghoten inder
wijden van twee ende een half voeten bijmen de houtwercke met
sijnder bejourlijcken linghde om daerinne te ontfanghen ende
daerdoer te roelen tot allen tijden allen het watere soo van over
vloede als van hemelschen regen oft grontwater daermede tvoirs.
broeck soude moghen beschadicht worden. Ende hebben gelooft gehadt
ende geloven mits dese die voors. Arcke met haeren toebehoorten ten
eeuwighen daeghen te onderhouden op hunnen cost ende last, in sulcke
weghen dat die voors. ingesetenen van Rotselaer daervan egheenen
cost last oft schade hebben en sullen ende daer en boven hebben die
voors. Nicolaes Cluppels ende Barbele Van Haeltert sijn huijsvrouwe
gelooft gehadt ende geloven mits dese den dijck comende aende voors.
Arcke ende voorts lanx die voors. erfnen ten eeuwighen daghen soo
wel ende loffelijcken te repareren ende te onderhouden dat nyemant
vanden voors. gemeynten daer doer beschadicht of behindert en sal
wesen Ende tot versekertheyt vandes voors. is te doen/ Soo hebben de
voors. Nicolaes Cluppels ende Barbele Van Haeltert sijn huijsvrouwe
den voors. beempt opgedraghen met eenen halm in handen des voors.
drossaerts ende daeraff behoerlijcken verthegen, tot behoef vande
voors. ingesetenen, om daer aene te verhalene tghene dat bij den
voors. Nicolaes Cluppels Barbele Van Haeltert sijn huijsvrouwe off
hunne naecomelinghen benomen mocht wordden aenden voors. dycke oft
arcke te gebreken off in gebreke te wesen sonder overgelast in
kennesse.. Actum 16 mey anno 15 en 71.
R1604: Fo
87: 16 mei 1571:
Jooris De Witte in zijn naam ende Vranck De Witte als momboir van
Kathelijne De Witte dochter Jans wijlen De Witte x Kathelijne Van
Maelcote, in desen vervangende Janne Van Maelcote sijnen medemomboir
... verkopen aan Claes Cluppels x Berbele Van Haeltert een half dm
broecq gelegen int Hellichterbroeck tusschen Claes Cluppels, Hendrik
Dries, de Demer en de Leigracht.
R1604: Fo
123: 5 mei 1573:
Katherijne Rogmans we Henrick Willems x Wouter De Neutere heuren
tegenwoordighen man voor de tochte, deselve Kathelijne Rogmans als
curatesse met Adriaen Rogmans als momboir van Eustaes Pauwels
ende Lijsken Willems kinderen van die voors Henrick Willems x
Katherijne Rogmans geauthoriseert wesende bij de weth van Wesemaele
op 26 april ll
?
verkopen aan Claes Cluppels x Barbele Van Haeltert een half dm bempt
int Hellichtebroeck (Anne Aurogge).
R1604: Fo
124: 19 mei 1574:
Gooris De Witte, Vranck De Witte ende Jan Van Maelcote als momboirs
van Katherijne De Witte dochter wijlen Jans De Witte bekennen dat
Claes Cluppels zijn schuld (erfelijke rente) heeft afgelost?.
Wer1847:
Fo 62: mrt 1592:
Proc voor Nicolaes Cluppels den ouden
Nicolaes Jacop en Jan Cluppels gebroeders over een proces.
Onderstaande
aktes met dank aan Paul Peeters
BRON : Stadsarchief Leuven,
register nr. 7478, folio 183r°, akte dd. 10 februari 1586.
Transcriptie.
Item
Aerdt Van Meerbeke soene wijlen Willems,
woonen(de)
te Loeven(e), in p(rese)ntia, heeft geloeft en(de) geloefde midts
desen
costeloos en(de) schadeloos tontheffen
en(de)
indempneren derffgenaemen Berbels
Van
Haltert wed(uw)e wijlen Willems Van
Gobbelsrode
en(de) Claes(en) Cluppels ter ....
van
een(e) erffrinte van vijff carolus
gulden
erffel(ijck), d(aer)inne p(er)sonel(ijck) de
voors(creve)
wijlen Willem Van Gobbelsrode
en(de)
Claes Clippels voor scepen(en) van
S(olvi)t
ii stuyvers
... [n.v.] verbonden staen den ... [n.v.],
al
naerder blijcken(de) bijde brieve scepen(en)
brieven
d(aer)aff sijn(de) in date voors(creven),
geloven(de)
de selve rente jairl(ijcx) wel
en(de)
loffel(ijck) te betalen(e) volgen(de) de voors(creve)
constitutie
brieven d(aer)aff sijnde,
en(de)
de voors(creve) p(ar)tijen en(de) huere success-
euren
costel(oos) en(de) schadel(oos) als voor te
leveren
indempneren, obligan(do)
et
submitten(do),
cor(am)
Graven, Duffele, februarii xa., a(nn)o lxxxvi.
Commentaar.
Uit
de akte blijkt dat Barbara Van Haeltert eerst gehuwd was met Guilielmus
Van Gobbelsrode. De
familienaam is afgeleid van de gelijknamige plaatsnaam Gobbelsrode onder
Kortrijk-Dutsel.
In de onderstaande akte wordt melding gemaakt van
priester Nicolaus Cluppels, kapelaan van Wakkerzeel, en zijn broer
Jacobus Cluppels, beiden kinderen van Nicolaus Cluppels. Ook zij
waren blijkbaar naar Leuven gevlucht.
Bron : S.A.L., Inventaris
Cuvelier, register nr. 7864, fol. 109v°, akte dd. 10 oktober
1580.
Item heer Claes Cluppels, priester, cappellaen van
Wackerseele, ende Jacop Cluppels, ghebrudere(n), kinderen wijlen
Claes, nutertijt binnen deser stadt woon(ende), in p(re)sentien,
hebben bekint indivisim schuldich te sijn(e) Merten Hollants tot
behoeff van he(m) en(de) sijn(e) kinderen ende behoeff Olivieren
Hollants sone Peeters, sijns soens als hij leefde, p(ri)us ema(n)cip(avi)t,
twelff car(olus) g(uldens) te xx st(uyvers) stuck, munt(en) cours
en(de) loop in Brab(ant) hebben(de), erffel(ijcke) rente, alle jaer(en)
opden xen. octobr(is) te betaelen(e) ende inde stadt wissele van
Loven los en(de) vrij van x., xx., c. en(de) andere pen(ningen) te
leveren, erffel(ijck) in toecomende tijden, quolib(e)t ass(ecu)tum
ende ter manissen pandt te stellen, weert sijn(de) boven alle
co(m)meren d(ae)r vuytgaen(de) dobbel rente ende soo vele te doen(e)
dat den v(oor)s(chreven) Merten, sijn(e) erven en(de)
naercomelinghen v(oor)s(chreven) sal moghen ghenoch sijn, met
conditie dat de v(oor)s(chreve) bekinderen de v(oor)s(chreve) rente
va(n) v(oor)s(chreve) xii car(olus) g(ulden) erffel(ijck)
sullen moghen lossen ende quyten talle(n) tijden alst hen ghelieven,
elcken pen(ninck) d(ae)rvuyt met xvi gel(ijcke) pen(ningen) ac cu(m)
oblig(ando), submitten(do) ac renun(tiando) in for(m)a, cor(am)
Schuerbroot, Goerts, octobr(is) xa., a(nn)o 1580.
In de marge.
Item Peeter Wilthagen en(de) Lijsbeth Hollants,
ghehuysschen, voir de hellicht, Lambrecht Bodden voir een
vierdendeel en(de) Jan Calabers als procuratie hebben(de) van Anna
Hollants, zijn(e) schoonmoede(re), oock en(de) voir een vierendeel,
hebben altsamen bekint, soo zij bekennen midts desen, elck voir hun
v(oer)s(chreven) pairten en(de) deelen dese rente van xii carolus
gul(dens) aen hen volcomel(ijck) ghelost, ghequeten en(de)
affgheleet te zijn(e) als beken(nende) de capitale pen(ningen) der
zelver ontfanghen te hebben conste van(de) v(oor)s(chreve)
Niclas(en) Cluppels en(de) zijn(e) v(oor)s(chreve) broedere,
consenteren(de) d(aer)o(m)me inde cassatie van des(en) bekenne et
sic vacat, actu(m) septembris xxvii, 1606.
De volgende akte met vermelding van Jacobus en
Nicolaus Cluppels, beiden zonen van Nicolaus (x Barbara Van Haeltert).
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7861, fol. 343v°, akte dd. 26 april 1577.
Item Jacop Cluppels sone Claes, obligan(...),
etc(etera), heeft bekindt schuldich te zijn(e) heeren Claesen
Cluppels, prieste(re), broede(re) des voers(chreven) Jacops, vijff
carolus gulden te twintich st(uvers) mon(ete) den stuver tot drije
pl(e)c(ken), etc(etera), erffel(ijcke) rente, alle jae(re) opten
xxvien. aprilis te betalen(e) et in cambio quite et libere necnon a
x., xx. et c. d(enariis), quol(ibe)t ass(ecutu)m ad mo(bilia) pignus
sub Werchte(re) valens duplum et t(antu)m et poterit redimere quando
volverit queml(ibe)t denariu(m) exin(de) median(tibus) sedecim d(enariis)
cons(imilibus) ac cum, coram eisdem.
Hieronder nog een akte
met vermelding van Nicolaus Cluppels en zijn vrouw Barbara Van Ha(e)ltert,
wonende te Werchter.
Bron :
S.A.L., Inventaris Cuvelier,
register nr. 7469, fol. 590r., akte dd. 11 mei 1576.
Item, in
tegenwoirdich(eyt) des meyers en(de) schepen(en) van Loven(e)
naerbes(creven) gestaen hee(re) Jheronim(us) Vekem(ans), prieste(re),
woonen(de) int goidtshuys van heeren Percken, p(er) mo(nitionem),
heeft opgedrag(en) met behoorl(ijcke) verthijdenisse die goed(en)
en(de) grond(en) va(n) erffven naerbes(creven), te weten(e) yerst
xxvtich. roed(en) beempts hellichtwinnin(ge) aen(den) hee(re) v(an)
Rotselaer, gelijck die selve onbegrepen vand(er) maten gelegen zijn
onder Rotselaer int Hellichter Broeck tegen ove(re) Onser Liever
Vrouwen cappelle van Werchte(re), regen(ooten) die goed(en) Jozijne
Symoons ter eende(re), die goeden Huybrechts De Ketele(re) ter
tweede(re), die goed(en) der erffgen(aemen) Goerdts Loyx ter derde(re)
zijd(en) ende die goeden Claes Cluppels ter iiiie. zijd(en), item
noch xxvtich. roeden beempts, geleg(en) int v(oer)s(creven)
Hellichterbroeck, gelijck die selve insgel(ijcx) onbegrepen der
maten geleg(en) zijn bijde Deme(re) aldaer tusschen die goed(en)
Jans De Moor ter eende(re), die goed(en) Jans Van Hulselaer ter
tweede(re) en(de) die v(oer)s(creve) Demere ter derdere zijd(en),
exp(osito) soe is daerinne gegoedt Pauwels Van(den) Berghe ind(en)
name en(de) tot behoeff van(den) v(oer)s(creven) Claes(en) Cluppels
en(de) Barbele Van Haltert, zijn(e) huysv(rouw)e, woonen(de) te
Werchtere, p(er) mo(nitionem) et sat(is) et war(as) beyde die p(ar)cheelen
v(oer)s(creven) op sheeren recht van(den) gronde, tanq(uam) prout
jure, coram Liedekercke, Spira, maii xia.
Hieronder een akte met
vermelding van Nicolaus Cluppels (Clippels) en Barbara Van Ha(e)ltert.
Merkwaardig dat zij in het bezit werden gesteld van een eigendom
onder Veltem (als zij in Wakkerzeel woonden). Te voet
van Wakkerzeel naar Veltem is toch een eindje, of zouden zij van
Veltem afkomstig zijn
Bron :
S.A.L., Inventaris Cuvelier,
register nr. 7468, fol. 157r., akte dd. 20 december 1574.
Item in
tegewoirdicheyt des meyers en(de) scepen(en) van Loven(e) naebescr(ev)en
gestaen Machiel Maes sone wijlen Willems, woonen(de) te Bruessele,
Philips Coomans als speciael(ijck) en(de) onwederoepel(ijck) geco(n)st(itueer)t
zijn(de) tot des naerbescr(ev)en staet te mogen doen bij Catlijn(e)
Maes ten bij zijn(e) en(de) met co(n)sente Philips De Putte(re),
huers mans, blijcken(de) bij brie(ve)n van p(ro)curatien voer
Henricken Rogge als notaris en(de) zeke(re) getuygen, gepass(eer)t
in date des iien. aug(us)ti xvc. vier en(de) tzeve(n)tich, Magriete
Maes, zuster des voirs(creven) Machiels en(de) Catlijn(e) Maes, met
c(on)se(n)te, wille, weten(e) en(de) overstaen(e) Wouters Van(den)
Berghe, huers mans, en(de) Jan Vand(en) Ouwerborch met Adriaen(en)
Rogiers, beyde als mo(m)boirs bijd(er) weesm(eeste)ren des(er) stadt
tot des naebescr(ev)en es geco(n)stitueert en(de) geauctorize(er)t
zijn(de) van Heylwich en(de) Lijsbeth Maes blijcken(de) de v(oir)s(creve)
auctorizatie bij acte auctentyck in date des xiien. nove(m)bris a(n)ni
xvc. lxiiii, alle de voirs(creve) p(er)sonen ind(er) voirs(creve)
qualiteyt hebben opgedragen met behoirl(ijcke) v(er)thiedeniss(en)
een huys en(de) hoff metten backhuyse en(de) een(e) blocxken landts
en(de) allen a(n)de(re)n zijn(e) toebehoirten, groot ts(am)en o(m)trent
vijff viere(n)deelen o(m)begrepen van e(n)niger maten, alzoe tselve
goet gelegen is onder de p(ro)chie van Velthem tusschen des hee(re)n
strate aldaer in twee zijnden, de goeden hee(re)n en(de) m(eeste)r
Willems Boxhoren, raidt ons hee(re)n des con(incx), ter derd(er)
en(de) Jans Willems goeden ter ande(re) zijden, exp(osito) soe es d(aer)inne
gegoet en(de) geerft ten erffel(ijcken) rechte Claes Clippels, soe
ind(en)naeme van zij[n] selven als ind(en) naeme en(de) tot behoeff
van Barberen Van Haltert, zijn(e) huysvr(ouw)en, p(er) mo(nitionem)
et sat(is) ind(er) qualiteyt voirs(creven) et war(as) op dertich
stuv(er)s erffel(ijck) aend(en) autaer van S(in)te Laureys bynnen
der kercken van Velthem en(de) voerts op shee(re)n chijs van(den)
gronde, soe verre men bevindt daer eenige vuyt te gaen(e) et a(n)ders(sint)s
nyet, ta(n)q(uam) p(ro)ut jure, cor(am) Schore, Baerts, dece(m)br(is)
xxa.
Onmiddellijk volgend op de akte in de voorgaande
email gaat er nog een akte met vermelding van Nicolaus Cluppels
(Clippels), die hieronder wordt weergegeven.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier, register nr. 7468,
fol. 158r., akte dd. 20 december 1574.
Item alle de
voirs(creve) p(er)sonen ind(er) qualiteyt voirs(creven), in p(rese)ntia,
etc(etera), hebben geced(eer)t, getransporteert en(de) ov(er)gegeven,
cederen, transporte(re)n en(de) gheven over midts desen den voirs(creven)
Nicolaes(en) Clippels ind(en) naeme en(de) tot behoeff als voe(re)
alzulcke twee carolusg(uldens) te xx st(uvers) tstuck erffel(ijck)
als Laureys V(er)elst sone wijlen Loduwijcx en(de) El(isabe)t
Beckers, gehuysschen, eertijden, te weten(e) opten xxen. octobr(is)
xvc. lxvii p(er)sonel(ijck) voer scepen(en) van Loven(e) hebben
bekint gehadt sculd(ich) te zijn(e) Pauwels(en) Maes, geven(de) over
midts des(en) de brie(ve)n d(aer)aff zijn(de) ten selven rechte p(ro)ut,
cor(am) eis(em)
In de marge.
De quitan(tie)
van deen gegeven bij heeren Niclaesen Clippels h(abetu)r opde marge
van(de constitutie, gepasseert in 2a., wesen(de) van(der) daet
martii va., 1590.
Hieronder een akte met
vermelding van Nicolaus Cluppels en zijn eerste vrouw Barbara Van
Ha(e)ltert, wonende te Werchter. Twee opmerkingen met
betrekking tot deze akte. Er staat wel degelijk Waesmuysere,
wat zonder meer dient geďdentificeerd te worden als Waasmunster.
Verder staat er ‘een dach(mael) lants,
woonende te Werchte(re)’ Het is
niet meer of minder dan een lapsus van de klerk, want uiteraard
diende er te staan ‘een dach(mael)
lants, gelegen te Werchte(re)’.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7464, fol. 18r., akte dd. 11 juli 1570.
Item in jegewoirdicheyt des meyers ende der
scepen(en) van Loven(e) naebescreven gestaen joncffrouwe Anna Vander
Lynden dochter h(eer) Jans Vand(er) Lynden, ridders, huysvr(ouw)e
h(eer) en(de) m(eeste)r Pauwels Van Steelant, woonen(de) tot
Waesmuysere int lant van Waes, per mo(nitionem) heeft met consente,
wille, wete en(de) overstaen(e) desselfs haers mans opgedragen met
behoirlijcke v(er)thieniss(e) een dach(mael) lants, woonen(de) te
Werchte(re), regenoot de goeden Jans Van Aerschot in deene, de
goeden Claes(en) Cluppels ter tweed(er), tCleyn Terwe Lant aldaer
t(er) derder ende tGroot Terwe Lant ter vierd(er) zijden, liggende
onverdeylt metten goeden des v(oir)s(creven) Claes(en) Cluppels, exp(osito)
soe es d(aer)inne gegoet en(de) geerft ten erffel(ijcken) rechte
Barbel Van Haltert, huysvr(ouw)e desselfs Claes(en) Cluppels tot
behoeff van huer en(de) van(de) v(oir)s(creven) hue(re)n man, woonen(de)
te Werchte(re) voirs(creven) p(er) mo(nitionem) et sat(is) ind(ivisi)m
et war(as) voe(r) ombelast prout jure, cor(am) Lynden Goerts, julii
xiia.
Hieronder nog een akte met vermelding van
Nicolaus Cluppels, zoon van wijlen Joannes. Enkele afkortingen
waren niet duidelijk.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7855, fol. 237v., akte dd. 10 januari 1571.
Item, in p(rese)ntia villici, etc(etera), Peeter
Traetsens tot des naebescreven es te mogen doen, hebben(de) volcomen
macht, p(ro)curatie speciale en(de) irrevocabel bevel van Josijnen
Van Kelfs weduwe Joos(en) wijlen Van Wesenbeke en(de) van Marien Van
Weze(n)beke, hue(re) dochtere, naer vuytwijsen den instrume(n)te d(aer)aff
zijn(de), gepass(eer)t voer m(eeste)ren Jannen Van Kiesecom als
notaris ende sekeren getuyghen opten negensten januarii des
tegenwoirdichs jaers xvc. tzeve(n)tich, stijl van Brabant, alhier
gethoont ende gesien, heeft vuyt v(er)mogen vanden zelven en(de)
anderss(in)ts in ald(er) bester forme ende maniere, hem doenlijck
zijn(de), vuytgegeven ende bekint ten erve vuytgegeven te hebben(e)
Clase Cluppels sone wijlen Jans voer hem ende zijn(e) nacomelingen
de goeden naebes(crev)en, gelegen onder Rotselaer, te weten(e) yerst
een stuck broecx, gelegen int Helsterbroeck, houden(de) omtrent
drije dachmalen, regen(oten) de v(oir)s(creven) Claes t(er) eenre,
den Demer t(er) ande(re) en(de) dErcke ter iii. zijden, noch een
stuck broecx int voirscreven broeck, groot omtrent die vier(...)en
(?), regen(oten) den v(oir)s(creven) Demer t(er) eenre, de voirs(creven)
Claes Clippels ter ande(re), Henrick Dries ter iiie. en(de) Cornel(is)
Van G(er)ve(n) ter iiii. zijden, erffelijck te houden(e) ende te
besitten(e) opt recht ende co(m)mere d(aer)te voren vuytgaen(de), te
weten(e) dyerste parceel op vijff mol(evaten) haveren en(de) dander
op ˝ braspen(ninck) heeren chijs ende oyck d(aer)op dat de v(oir)s(creve)
twee parceelen belast souden mogen wezen met seke(re)n chijs,
bedragen(de) omtrent x st(uvers) ts(iae)rs aen(den) hee(re) van
Rotselaer, waeraff derffg(enaemen) Leerpeyns den last te dragen
hebben terminis debitis ende voerts meer op thien carolusgulden te
xx st(uvers) mon(ete) d(omi)ni ducis Brab(antie) p(ro)nu(n)c curren(tis)
erffel(ijcke) rente, alle jaere opten thiensten januarii te
betalen(e) den v(oir)s(creven) Peete(re)n Traessens en(de) Marien
Van Wese(n)beke, zijnd(er) huysvr(ouwen) en(de) hue(re)n nacomeli(n)g(en),
gehuysschen, infuturu(m) quite et libere, etc(etera), necnon a x.,
xx. ac c. d(enariis) jure et sub hiis sat(is) tam no(m)i)n(e)
proprio q(u...) (?) vigore dicti p(ro)curatorii oblig(ando), etc(etera)
et war(as) tanq(uam), behalven der v(oir)s(creve) Jozijn(e) inde
voirgen(oempde) rente huer tocht ende voerheffen ende tot meerder
vasticheyt den v(oir)s(creven) vuytgeveren vande voirs(creve) huer
rente respectivel(ijck) te doene p(ro)misit dictus Nicolaus oblig(ando)
singulis a(n)nis persolvere et in cambio quite et libe(re) ut sup(ra)
deliberare quol(ibe)t ass(ecu)tum et t(antu)m et pot(eri)t red(imer)e
q(ua)n(do) vol(verit) v(ideli)c(et) que(m)libet d(enarium) exin(de)
median(tibus) octodecim d(enariis) pred(ictis) cons(imilibus) ac
cum, verclerende de voirs(creve) p(ar)tien tpontgelt t(er) saken van
des(en) gerijsen(de) te staene ten laste van(den) v(oir)s(creven)
Clas(en), cor(am) Bucq, Goerts, januarii decima.
In de volgende akte wordt melding gemaakt van
Nicolaus Cluppels en zijn echtgenote Barbara Van Ha(e)ltert,
inwoners van Werchter, die hun schuld van een jaarlijkse rente van
twee karolusgulden en twee stuyvers hebben afgelegd aan de kerk van
het Groot Begijnhof te Leuven en hiervoor verder worden
kwijtgescholden door Cornelius Reyneri Vander Gouwen, pastoor van
voornoemde kerk, Jacobus Joordens en Petrus Calentijn, kapellanen
van dezelfde kerk, en Catharina Druys in naam van de scholieren van
die kerk.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuveliers,
register nr. 7461, akte dd. 12 februari 1567 fol. 340r., akte dd. 12
februari 1567.
Item heer ende m(eeste)r Cornelis Reyneri Vand(er)
Gouwen, licentiaet ind(er) heyliger godtheyt, prochiaen der kercken
vanden Grooten Baghijnhove bynnen Loeven(e), Jacop Joordens ende
Peeter Calentijn, p(res)b(yte)ren, capellaenen der zelver kercken,
ende jouff(rouw)e Cathlijne Druys inden name vanden scholieren der
zelver kercken, in p(rese)ntia, hebben bekindt ende geleden, kinnen
en(de) lijden midts dezen van Barbele Van Haltert, huysvr(ouw)e van
Nicolaes Cluppels, woonen(de) te Werchteren, aen hen inden naeme
ende qualiteyt voirscreven gelost, gequeten ende affgeleet te zijne
alsulcken twee carolusguld(en) te xx st(uvers) tstuck ende seven
gelijcke stuvers erffelijcke rente, vallen(de) jaerlicx opden ixen.
februarii als derffgen(amen) Peeters wijlen De Metsere der voirs(creven)
kercken jaerlicx gelden(de waeren vuyt zekere henre goeden ende
gronden van erfven, gelegen tot Werchte(re), nutertijt den voirs(creven)
gehuysschen toebehoiren(de), schelden(de) alsoo de voirs(creve)
persoonen respective inden name ende qualiteyt voirs(creven) den
voirs(creven) gehuysschen ende henre goeden voer de v(oir)s(creve)
re(n)te van twee carolusg(ulden) ende zeven stuvers v(er)bonden
volcomelijcken quyte, promitten(tes) nullat(enus) alloqui sed semper
sat(is) inden naeme ende qualiteyt voirs(creven) et war(as) p(ro)ut
olbig(ando) et submitten(do) ac renu(n)c(iando) in forma, cor(am)
Schore, Kelft, februarii xiia.
Hieronder volgt het testament van Nicolaus
Cluppels (De Cluppel) en Barbara Van Haeltert (Van Haltert). Het is
een interessant testament, omdat we vernemen dat zij niet drie maar
vier kinderen hadden. Er worden wel maar twee kinderen bij naam
genoemd, te weten zoon Nicolaus, die priester was, en hun dochter
Barbara. Bovendien blijkt uit de akte dat hun dochter Barbara
duidelijk tegen de zin van haar ouders was gehuwd met Zeger
Verstraten, wat zich ook liet gevoelen in het testament. Zij zou
immers met betrekking tot haar rechtmatig deel enkel het
vruchtgebruik hebben en nooit de naakte eigenares worden. Zij mocht
of kon haar rechtmatig deel dan ook niet verkopen of belasten met
een rente. Wanneer zij zou komen te overlijden voor haar man Zeger
Verstraten, dan zou deze laatste nooit het vruchtgebruik krijgen.
Men kan hier zonder meer besluiten dat zij duidelijk te kort werd
gedaan in de nalatenschap of eigenlijk onterfd werd. Men kan wel
vermoeden dat het niet boterde tussen Barbara en haar ouders.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7461, fol. 459v., akte dd. 18 mei 1568.
Wij, m(eeste)r Jan
Roelofs en(de) Gheert Van Griecken, scepen(en) van Loven(e), doen
condt een(en)yegel(ijcken) dat op heden datu(m) van desen voer ons
geco(m)pare(er)t zijn in prope(re)n p(er)soonen Claes De Clupper
en(de) Barbel Van Haltert, wettige gehuysschen en(de) ingeseten(en)
des dorps van Werchte(re), gaen(de), staende en(de) beyde hue(re)
vijff si(n)nen wel machtich zijnde, alzoe tselve openbaerl(ijck)
bleke, mercken(de) en(de) wel overdenckende der menschelijcker
natueren, broosheyt en(de) der menschen dagen cortheyt op deser
eerden ende dat nyet zekerder en is dan die doot en(de) nyet
onsekerder dan die ure der selver, willende en(de) begherende de
selve gehuysschen te eviteren en(de) te schouwen allen twisten,
discordie en(de) tweedracht, die tusschen hue(re) kynde(re)n nae hue(re)n
afflivich(eyt) ter zaken van hue(re) tijtelijcke goeden, bij hen
testateuren alchter te laten(e), souden mogen gereysen en(de)
opstaen, soe hebben de selve Claes De Cluppel en(de) Barbara Van
Haltert gesamender hant bij goeder rijper deliberatien en(de)
voerdachticheyt in aller bester manieren, vuegen ende forme van
rechte, dat zij alderbest consten ende mochten achtervolgen(e)
en(de) gebruycken(de) in des(en) zeke(re) bri(ve)n van octroye, hen
bij ons(en) genadigen hee(re) coninck Ph(i)l(ipp)e als hertoge van
Brab(ant) opten xiien. dach der maent van nove(m)bri a(nn)o xvc. lxv
v(er)lent, om te mogen disponeren van allen hu(n)nen leengoeden
en(de) allen ande(re)n, hoedanich die genoempt moegen zijn, gemaect
en(de) geord(onneer)t van hu(n)nen voirs(creven) tijtelijcken
goeden, hen van gode van hemelrijck v(er)leent, hen testam(ente)
en(de) vuytersten wille ind(er) manie(re)n naevolgen(de), willen(de)
vuyterlijck en(de) begheerde dat dit hen testamen(te) en(de) des(er)
tegewoirdig(er) vuytersten wille goet, vast, gestentich en(de) van
weerde zij en(de) blijve en(de) stede hebben, het zij bij manie(re)
van testamen(te), codicille oft anders, alzoe ende gelijckerwijs een
yegelijcx testam(ente)
christen menschen testamen(te) oft vuytersten wille alderbest van
weerde zijn soude mogen naed(en) gheestel(ijcke) en(de) weerelijcke
rechten, op dat hu(n)nen vuytersten wille soude mogen volbracht
wordden, nyettegenstaen(de) dat alle sole(m)niteyten) van rechte d(aer)toe
gerequire(er)t wesende, d(aer)inne nyet geobserveert en wae(re)n,
inden iersten hebben de voirs(creve) testateuren tsamenderhandt
wederoepen alle voergaen(de) testam(enten) en(de) codicillen, bij
hen voe(r) date van des(en) e(n)nichssins gemaect, de selve midt
des(en) cassere(n)de, doot en(de) te nyeuwte doen(de), voerts
bevelen de voirs(creve) testateuren hue(re) zielen, soe wa(n)neer de
selve van hue(re)n sterffel(ijcke) lichaem(en) scheyden zullen, gode
van hemelrijcke en(de) der glorioes(en) Maget Maria en(de) allen den
hemelschen henre en(de) hue(re) doode lichaem(en) der gewijdder
eerden, kiesende hue(re) sepulture inder prochien daer zij afflivich
zullen wordden, item voerts maken de voirs(creve) testateuren der
fabrycken van S(in)te Lambrechts kercke tot Luydick voe(r) hue(re)
onrechtveerdich goet oft zij e(n)nich hadden, d(aer)aff zij v(er)claeren
nyet te weten(e), twee st(uvers) eens, te betalen(e) bij hue(re)n
kynde(re)n nae dafflivich(eyt) van(den) lesten leve(n)de van hen
testateuren, willen(de) en(de) begheere(n)de alle hu(n)ne sculden,
kerckrechten en(de) ande(re) van hue(re) gereetste goeden nae hue(re)
afflivicheyt bij hue(re) geinstitueerde erffgen(amen) bet(ael)t te
wordden, voerts willen en(de) ordineren de voirs(creve) gehuysschen
en(de) testateurs dat hue(re) vier kynderen sullen gelijckelijck
en(de) hootsgelijck succede(re)n in allen den goeden, bij hen
testateuren achter te laten(e), soe wel inde haeffel(ijcke) als inde
leengoeden, chijsgoeden en(de) eygen goeden en(de) alle ande(re),
hoedanich die mogen zijn, egheen vuytgescheyden, de selve hue(re)
vier kynde(re)n daerinne hue(re) e(n)nige en(de) universele erffgen(amen)
kiesen(de), noemen(de) en(de) instituere(n)de, behalven dat hee(re)
Claes De Cluppel, prieste)re, hen sone, sal voer vuyt hebben twee
mudden rogs ontquytbaer erfpachts, die derffgen(amen) Putmans zijn
gelden(de), ende dat in reco(m)pense dat zijn mede erffgen(amen)
oyck sullen succede(re)n inde leengoeden, bij hen testateuren achter
te laten(e), dyes sal hij den anderen drije kynderen van hen
testateuren moeten gheven elcken van hen zesthien carolusg(ulden)
eens, met sulcker c(on)ditien dat hij de selve noch e(n)nige ande(re)
erfgoeden, op hem te succede(re)n, midts afflivicheyt van hen
testateuren nyet en sal moegen v(er)setten noch v(er)coopen, ten wae(re)
dat hij grooten en(de) merckel(ijcken) noot wae(re), wel v(er)staen(de)
dat de voirs(creven) hee(re) Claes de selve twee mudden rogs
noch
oyck nyet en sal mogen v(er)coopen, belasten noch oyck d(aer)aff
disponeren, maer dat de selve nae zijn(en) afflivicheyt sullen
succede)ren op zijn(e) naeste erffgen(amen), soe naed(er) lantrecht
behoert, ordineren(de) voerts midts des(en) wel expressel(ijck) dat
Barbara De Cluppel, gemerct zij haer ten houwel(ijcken) heeft
gegeven met Zege(re)n Verstraten en(de) dat tegen den danck van hue(re)n
ouders, in desen testateuren, soe zij verclaerd(en), sal alleenlijck
huer paert en(de) portie, dwelck huer in deylinge vallen zal naed(er)
afflivicheyt van hen testateuren, moegen gebruycken tochsgewijse,
haer midts des(en) interdiceren(de) die alienatie en(de) belastinge
van(de) selven goeden ende soe verre in hu(n)nen sterfhuyse yet
coopt, comen(de) totter so(m)men van negen rinsg(ulden), dat zij
tselve sculdich sullen zijn aen te leggen tot behoeff van(de) kynde(re)n,
behalven der voirs(creve) Barbara d(aer)inne hue(re) tocht,
willen(de) oyck dat in dijen de voirs(creve) Barbara De Cluppel voe(r)
den voirs(creven) Zegeren afflivich wordt, dat indijen gevalle de
v(oir)s(creven) Zeger aen(de) selve goeden gheen(e) tocht hebben en
zal dan voe(r) zoe vele hue(re) legittime es aengaen(de), maii xvii,
a(nn)o xvc. lxviii.
Uit dit
huwelijk:
Cluppels Niclaes,
° ca. 1540, priester, o.a. onderpastoor
in Wakkerzeel,
- 9 nov 1599: heer Nicolaes Cluppers (prebende) zone wijlen
Nicolaes, cappelaen des prochie kercke van Ste Huijbrechts te
Wackerzeele nae doode van zijn vaders voors te leene ontvangen die
helft van onderhalf vd vande watermolen van Wijchmael etc
...
sterfman Claesken Cluppels Jans sijn broeders sone out ontrent 15
jr.
- 9 aug 1606: Heer Nicolaes Cluppels verkoopt zijn deel inde molen
aan Frederick Van Hove den jongen zone Fredericks oudt ontrent 20
jaeren woonende tAntwerpen
- 20 juli 1637: het corpus vande stad Loven koopt die voors hellicht
van onderhalf vd vanden watermolen gelegen te Wijchmael mette
hellicht van onderhalf vd vanden sluijse iende tbedde totten tweeden
molen ende huijsinge & molengrecht appendentien ende deppendentien
metten vischerije van Mandenborgh tot die Maesvondele ende tgene
daer af dependeert.
R1605: Fo 1v: 16 mei
1600:
Niclaes Cluppels verkoopt een stuck erffen gelegen in Averijst aen
Jan De Neuter en sijn huijsvrouwe.
Wer1847:
Fo 20V: 11 ju 1601:
Jan Leerbijls uit krachte van testament van Anna Leerbijls voor heer
Nicolaes Cluppels dd 27 mrt 1592 tot behoef van Jan Van Langendonck
Willemsone x Maria Van Haecht, Jan Docx x Anna Van Langendonck den
hellicht van een half boender bempt int Wechterbroeck (erfgen
Wouter Verthiers).
Onderstaande aktes met dank aan Paul Peeters
BRON : S.A.L, Inventaris Cuvelier, register nr. 7482,
akte dd. 31.10.1589.
Transcriptie folio
124r°.
Item hee(re) Niclaes Cluppels, prieste(re),
sone Niclaes, woonen(de) nutertijt tot
Wackerzeele, hem sterckmaken(de) voer alle
zijn(e) medecomplicen, alle als derffgen(amen)
desselffs Claes, zijns vaders, diewelcke
hij geloeft in dijen te hebben(e), dat zij
dese guedin(ge) sullen lauderen ende
approberen ter manissen en(de) Anna De
Witte dochtere wijlen Jans, woonen(de)
te Loven(en), cu(m) tutore voer een vijffstedeel
die selve bij manisse hebben tsamen
opgedragen met behoerl(ijcke) verthijdenisse
een huysken met eene lege plecke
erffven, daeroppe insgelijcx oyck
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7866, fol. 51v°, akte dd. 7 oktober 1585.
Item heer Claes Cluppels, prieste(re), sone wijlen
Claes, in p(rese)ntia, etc(etera), heeft getransporteert Arnde De Rijcke
sone wijlen Laureys derffrente van zeven carolusgul(dens) tsiaers,
daervoe(re) verobligeert staen Merten Paeps sone wijlen Arndts en(de)
Marie Neggers, zijn huysvr(ouw)e, met schepen(en) brieven van Loeven in
date xva. novembris a(n)no xvc. lxxiiii in me(di)a aen Jasperen Smeets,
waeraff den voers(creven) h(eer) Clasen dactie is competeren(de)
volgen(de) den transporte, hem bij Marie Vernoyen, weduwe desselffs
Jaspers, daeraff voer schepen(en) van Loeven gedaen xix. aprilis a(n)no
xvc. lxxvii in me(di)a, quare contulit l(itte)ras cum omnibus arriragiis
exinde cess(e) eodem jure, geloven(de) de voers(creven) heer Claes
obligan(do) et submitten(do) ac renu(n)tian(do) den voers(creven) Arnde
De Rijcke altijt daeraff genoech te doen si quid minus ende dat voer
inne te staene dat is een goede en(de) duechdelijcke rente, nyet
verthiert oft belast prout, cor(am) Asca, Loenys, octobris vii.
In onderstaande akte wordt vermelding gemaakt van
priester Nicolaus Cluppels als zoon Nicolaus (x Barbara Van Haeltert).
BRON : S.A.L, Inventaris Cuvelier,
register nr. 7865, folio 104v°, akte dd. 20.04.1583
Transcriptie.
Item h(ee)r Claes Clippels, prieste(re), sone Claes,
in p(rese)ntia, etc(etera), heeft bekindt en(de) geled(en)
dat
Lambrecht Meynaerts, soe ind(en) name van
hem selven als der erfgen(aemen) van wijlen Barbele
Cale aen hem mits eend(er) so(m)me van penn(ingen) de
quib(us) sat(is) volcomel(ijck) gelost en(de) afgequet(en)
heeft vijventwintich st(uyvers) erffel(ijck), hem
co(m)peteren(de) vuyt
twee en(de) eenen halve(n) rinsg(ulden) erffel(ijck)
bij testamen(te)
van Eliz(abeth) wijlen Ghijsbrechts al(ia)s Scrijf
Scrijns van
en(de) vuyt xii car(olus) g(ulden) erffel(ijck), d(aer)voe(r)
Jacop
Vand(en) Rijne en(de) de v(oer)s(creve) Barbele Cale,
zijn
huysv(rouw)e, v(er)bonden staen met scepen(en) br(iev)en
van
Loeven(e) in date xvi. ap(ri)lis xvc. lviii,
geteekent Coste(re), aen(de) v(oer)s(creve) wijlen
Elizabeth
schelden(de) d(aer)af quyte, promitten(tes) non
alloqui sed sat(is) et war(as) oblig(ando), etc(etera),
ac
renu(n)c(iando) erga quoscu(m)q(ue) prout,
cor(am) Vrancx, Goerts, aprilis xx.
Hieronder nog een akte, volledig in het Latijn
opgesteld, met vermelding van Nicolaus Cluppels, priester en zoon van
Nicolaus (x Barbara Van Haeltert).
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7861, fol. 334r°, akte dd. 19 april 1577.
Item Maria Vernoyen relicta Jasp(ar)is quondam
Smeets, co(m)morans apud Wackezeel sub Werchte(re), in p(rese)ntia,
contulit d(omi)no Nicolao Cluppels, p(res)b(yte)ro, filio Nicolai,
hereditariu(m) redditum septem florenorum caroli singulis annis ad xvam.
septembris persolven(dis) pro quo obligati existunt Martinus Paeps et
Anna Neggers erga prefatum quondam Jasp(ar) mediantibus l(itte)ris
scabinor(um) Lovanien(sis) de data xv. novembris a(n)no xvc. lxxiiii,
quare contulit eodem jure, cor(am) Ympens, Wils, aprilis xixa.
Hieronder een akte met vermelding van Nicolaus
Cluppels (zoon van Nicolaus), kapelaan van Wakkerzeel.
Bron : S.A.L.,
Iventaris Cuvelier,
register nr. 8223, fol. 215v., akte van 14 maart 1574.
Item
Jan Verdonck sone wijlen Henricx, woenende te Wackerseele, oblig(antes)
et submitt(entes) in forma, heeft bekyndt Niclaesen Cluppels xxx st(uyvers)
te iii pl(e)c(k)en tstuck, monete curren(tis), erffel(ijcke) rinte, alle
jaer opten xiiiien. dach meert te betalen(e) ende inder stadt wissele
van Loven(e) los ende vrije van bede, schote, lothe, xe., xxe., ce. ende
alle andere pen(ningen) ende impositien te leveren infuturu(m) ass(ecutu)m
ad mo(nitionem) pignus valens duplu(m) et t(antu)m et pot(eri)t redimere
met twee ende twintich car(olus)g(ulden) te xx st(uyvers) tstuck inde
weerde voirs(creven) ac cu(m) ende is te wetene dat dit bekin gedaen is
ter causen ende in voldoeninge van zekere borchtocht, bijden voirs(creven)
Jannen gedaen voir Jannen van(der) Horst totter so(m)men van
sessentwintich car(olus)g(ulden) x stuyvers ter saken van(den) molen van
Wijchmale, daeraff de voirs(creven) Niclaes den selven Jannen Verdonck
met den voirscreven bekinne ende de quita[n]tie van xxii car(olus)g(ulden)
mits desen is quiterende, gelijck hij verclaerde, coram Berthijns,
Goerts, martii xiiii.
In de marge.
Jan
Van Langendonck, co(mm)issie hebbende van heer Niclaes Cluppels,
capellaen van Wackerseele, blijcken(de) bijde co(mm)issie, bij hem
onder(eeckent) den 19. octobris a(nn)o 1619, ondert(eeckent) N. Cluppels,
bekent dat Hans Verhaegen, metsere, aen heer Niclaes v(oir)s(creven)
gelost heeft dese dertich st(uyvers), int witte deser geteeckent,
consenteren(de) inde cassa(ti)e met beloefte van dese rente nyet meer te
eyschen onder ob(ligatie en(de) sub(missie) in forma, actum den tweeden
decembris anno 1619.
J. Van Langhendo[n]ck.
In de volgende akte wordt er melding gemaakt van
Nicolaus Cluppers, priester en inwonder van Wakkerzeel.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7504, folio 263r., akte dd. 12 mei 1614.
Item in tegenwoordich(eyt) der schepen(en) van Loven
naerbes(chreven) gestaen h(ee)r Niclaes Cluppels, p(res)b(yte)re, woonen(de)
tot Wackerseel, heeft bekindt ende bekindt midts desen te vollen
vernuecht ende gecontenteert te zijn van Gielis Stuyvers en(de) Josijne
Verlint, gehuysschen, woonen(de) tot Velthum, van alsulcken coop van
huys en(de) hoff als die voors(chreven) Niclaes aen(de) voors(chreve)
gehuysschen eertijts heeft v(er)cocht gehadt, gelegen tot Velthum voors(chreven),
gel(ijck) tsel(ve) bijden vader des voors(chreven) heer Niclaes was
v(er)cregen voor schepen(en) van Loven opden xxen. decembris libro xvc.
lxxiiii in hac camera, vercleren(de) op tsel(ve) goet nyet meer te
pretenderen, nu oft naemaels in eeniger manieren, obligan(do), submitten(do)
ac renun(tiando) in forma, eisd(em).
Hierbij een akte met vermelding van Nicolaus
Cluppels, pirester te Wakkerzeel. Het betreft hier de zoon van Nicolaus
fs. Joannes en zijn vrouw Barbara Van Haeltert.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7488, folio 391v., akte dd. 12 mei 1597.
Item heer Nicolaes Cluppels,
prister, woenen(de) tot Wackerzeel, heeft opgedraegen met behoirlijcke
verthijdenissse een huys met noch een erffve daer naest, daer noch een
huys plagh op te staene, gestae(n)
mett(en) hoff en(de) alle andere zijn(e)
toebehoorten, gestaen binnen Loven inde Augustijnstraete, regen(oten)
tgoidtshuys van(de) Augustijn(en) in twee zijd(en), wijlen Nackaerts, nu
m(eester) Jan de Laistre, ter iiire. en(de) die straete voor te vierdere
zijd(en), exp(osito) imp(ositus) Jan Cancelliers soene Franchois en(de)
Petronella Vander Hulst
Eelst, zijn(e) huyss(vrouw)e, et satis obligan(do),
submitten(do) ac renuntian(do) in forma, et waras op xxx stuyvers erffel(ijck)
ae(n) tgodthuys van(de) Augustijnen binnen Loven, tanqua(m) prout iure,
coram Roeloeffs, Broecke, maii xiii
xii.
Item es te weten dat de(n) rechtveerdigh(en) coop
van desen goede es gesloot(en) om en(de) voore die somme van hondert
achtentwintich rinsg(uldens) eens, daeraff die voors(chreve) gehuysschen
gelove(n) pro(m)ptel(ijck) oft binnen xiiii dagen naestcomen(de) te
betaelen en(de) die reste te Loven kermisse naestcomen(de) ass(ecu)tum
obligan(do), submitten(do) se et sua boven noch die ontcosten, bedraegen(de)
ontrint thien rinsg(uldens), cor(am) eisd(em).
In de marge.
Transpoort van des(er) bij manie(re) van opdracht,
ged(aen) bij Jan Cansmans tot behoeff Catlij(ne) Aurogge, h(abetu)r
januarii quarta 1600 in secunda.
Is gebleken bij
notariale
quitantie, gepasseert voor A. Van Heusden als not(ari)s en(de) getuygen
in date vii. feb(ruary) 1665 van(de) cassatie der rente, int witte deser
begrepen, et sic vacat volgens de quitantie v(er)leden bij Magdalena
Bollens, hoffmeestersse van het Cleyn Begijnhoff in date 29. juny 1664.
Cluppels Jacobus,
° ca. 1540, wellicht x 1 met
Anna Lerebyls (akte
daar), x 2 met
Elisabeth Schots, fa Willem, x 3 met
Clara
Verbiest,
SAL 6340/ B:
bedezetting Werchter °1597:
63. Jacop Cluppels eigenaer van huis & hof groot 3en half bunderen
en in hueringe sesse bunderen 3 dm ende het derdedeel van een bunder
soe lant als bempt, eenen ploegh, drij peerden ende vijf koijen.
Wer1847:
Fo 147v: 10 jun 1598:
Jan De Witte wijlen Willemsone x Barbara Schots heeft opgedragen
twee stukskens land opt Leepsvelt
(Jacop Cluppels als eertyts x Elisabeth Schots suster des vs
Barbele kinderen wijlen Willem Schots) aan Loijck Smets x Marie
Verstraeten.
H835: Fo
69v: 22 okt 1598:
Jan Leerbijls zone wijlen Willems uit Wakkerzeel heeft opgedragen de
helft van een rente van 6 rinsgl waerop de hellicht is toebehorende
aan Jacob Cluppels ook uit Wakkerzeel, op C verstorven door
Huijbrecht Verpaelt sone wijlen Vranckx beset sijnde op Peeter Smets
gewoont hebbende tot Keerbergen, volgens erfbrief moet betaeld
woorden door erfgen Barthollmeus Van Heetvelde.
Wer1848:
Fo 68: 30 aug 1607:
Willem Van Langendonck Janssone heeft bij mangelinge overgegoijt aen
Jakob Cluppels x Clara . . . een half bunder bempt gelegen onder
Wakkerzeel geheeten Cristiaenshoff hem bij testamente gemaeckt bij
Adriaen Van Langendonck Peeterssone (erfgen Jan Van Langendonck
Willemsone, die weesen Huijbrecht Verpaelt) in ruil voor een half
bunder bempt int Werchterbroeck.
In deze akte (met dank aan Paul Peeters) wordt
melding gemaakt van volgende personen :
- Clara Verbiest, weduwe van
Jacobus Cluppels, op dat ogenblik wonende te Kampenhout.
- hun overleden dochter
Barbara (Beycken) Cluppels, mogelijk geweest met Dionysius Stroobants
(zie info Jeanne Servranckx onder Kampenhout).
- hun dochter Maria
Clupopels, man van Joannes Van Langendonck, wonende te Wakkerzeel.
- wijlen Anna Cluppels, man
van wijlen Joannes Loosen (Van Loossen), wonende te Wakkerzeel.
- hun kleinkinderen Martinus
en Maria Loosen, kinderen van Joannes en Anna Cluppels, wonende te
Wakkerzeel.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7519, folio 90r., akte dd. 7 december 1629.
Item in tegenwoordicheyt des meyers en(de)
schepen(en) van Loven naerbes(chreven) naerbes(chreven) gestaen Thomas
Hernandes, vuyt crachte en(de) naer v(er)moghen van sekere procuratie
speciael, hem gegeven bij Clara Verbiest wed(uw)e wijlen Jacob Cluppels,
woonen(de) tot Campenhout, en(de) voorde wethouderen der heerlijcheyt
van Campenhoudt op heden date deser onder henne signaturen gepasseert,
alhier gesien en(de) gebleken, per mo(nitionem) heeft opgedraegen met
behoorl(ijcke) v(er)thijdenisse allen het paert en(de) deel, actie
en(de) pretensie, op haer consti(tuan)te eenichsints v(er)storven en(de)
op haer gedevolveert bij d' overlijden van wijlen Beycken Cluppels,
haere dochter, bij haer v(er)weckt metten v(oor)s(chreven) Jacob, haeren
man zaliger, soo onder Wackerzeel, Haecht, Thidonck als Rotselaer
gelegen, expos(ito) impos(iti) sunt Jan Van Langendonck en(de) Maeyken
Cluppels, sijne huysv(rouw)e, voor d' een hellicht ende Dionijs Kerincx
en(de) Elizabeth Loosen, sijne huysv(rouw)e, Marten en(de) Maeyken
Loosen kinderen Jans Loosen en(de) Anna Cluppels, henne ouders zaliger,
alle woonen(de) onder Wackerzeel, voor d' ander hellicht, per mo(nitionem)
et satis de voors(chreven) geconstitueerde ob(ligando) et sub(mittendo)
ac ren(untiando) personam et bona praedictae consti(tuen)tis in forma,
et waras opden gerechten heeren chijnsen sonder meer, item de v(oor)s(chreve)
partijen v(er)cleiren den rechtveerdighen coop te wesen om en(de) voor
de somme van vier hondert en(de) sessenveertich carolus guldens eens,
los en(de) vrije van pondtgeldt, goedinghe en(de) anderssins, de s(elv)e
somme te betaelen inde termijnen naerbes(chreven) te weten hondert
en(de) sessentwintich rinsg(uldens) te halff meert 1630 naestcomende,
item hondert ende thien rinsg(uldens) op jaersdach xvic. en(de)
eenendertich item gelijcke hondert ende thien rinsg(uldens) op jaersdach
xvic. en(de) tweeendertich en(de) de resterende hondert guldens op
jaersdach xvic. en(de) drijendertich, t' elcken jaere en(de) termijne
als schuldt met rechte v(er)wonnen, ob(ligando) et indivisim sub(mittendo)
ac ren(unciando) in forma, met conditie indyen de v(oor)s(chreve)
coopers bleven in gebreke en(de) veerthien daegen van eenighe der voors(chreve)
termijnen lieten overstrijcken, dat de voors(chreve) geconsitueerde de
s(elv)e goeden sal moghen promptel(ijck) vuytwinnen met condemnatie
voluntaire sonder eenighe dilay oft rechtvoorderinghe daeromme te derven
doen, coram S(ainc)t Victor, Willemaers, decembris viia., a(nn)o 1629.
Hierbij een akte met vermelding van Jacobus Cluppels
zone Nicolaus, inwoner van Wakkerzeel, en zijn dochter Anna, die gehuwd
was met Jan Loosen (Van Loosfelt/Van Looffelt). Het blijft een moeilijke
naam.
Bron : S.A.L,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7497 folio 127v., akte dd. 19 februari 1605.
Item in p(rese)ntie als voor gestaen Jacob Cluppels
sone wijlen Niclaes, woonen(de) tot Wackerseel, voorde tocht, Jan Loosen
als man en(de) momboir van Anna Cluppoels, door last ende procura(ti)e
der sel(ve), hem gegeven om des naerbes(chreven) staet te doene, gepass(eer)t
voorde weth van Leeuwe opden xviie. feb(rua)rii 1605, get(eeckent)
Van(der) Avoert, alhier gesien en(de) gebleken, p(er) mo(nitionem)
hebben opgedraeghen met behoorl(ijcke) v(er)thijden(isse) vijff
vierendeelen landts, gelegen tot Thieldonck opt Thieldonck Velt, regen(ooten)
Jan Van Meerbeeck in drije zijd(en) en(de) m(eeste)r Henrick Van
Diependael ter iiiie. zijd(en), item noch drije vieren(deelen) landts,
gelegen oock onder Thieldonck opt Brezijp, regen(ooten) den aultaer van
S(in)t Jan tot Thieldonck ter ie., tgoidtshuys van Terbanck ter iie.,
Jan Van Haechtum ter iiie. en(de) de leybeeck ter iiiie. zijd(en), exp(osito)
imp(ositus) est de voors(chreve) Jan Van Meerbeeck en(de) Jehenne Van
Maelcoty, zijn(e) huysvr(ouw)e, p(er) mo(nitionem) et sat(is) obligan(do)
et submitten(do) ac renun(tiando) in forma, et war(as) de voors(chreve)
vijff vieren(deelen) op sh(ee)ren chijns vanden gronde indyen daer iet
op is vuytgaende, en(de) de voors(chreve) drije vieren(deelen) ts(iae)rs
op ontrent een(en) st(uyver) hee(ren) chijns, tanqua(m) prout iure,
coram Vorst, Rivieren, feb(rua)rii xixa.
Nog een akte bij
De
Wijngaert.
Hier een akte met vermelding van Jacobus
Cluppels en zijn (derde) vrouw Clara Vander Biest (Verbiest). Clara had
ook kinderen, doch het is niet duidelijk of het hier gaat om kinderen
die zij had met Jacobus dan wel om kinderen uit een vorig huwelijk.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7488, folio 377r., akte dd. 24 maart 1597.
Item in
tegenwoordicheyt des meyers en(de) schepen(en) van Loven naebeschreven
gestaen m(eester) Lambrecht Van Winde vuyt crachte en(de) nae vermogen
v(an) zeekere procuratie speciael en(de) onwederoepel(ijck) bevel, he(m)
geg(ev)en bij Jannen Gillis en(de) Anna Coismans, gehuysschen, woenen(de)
binnen der stadt van Mechelen, al naeder blijcken(de) bijde procuratie
daeraff zijn(de), gepasseert voor Jan Van(der) Hoffstadt, openbaer
notaris, en(de) zeeckere getuyghen opd(en) xv. meert xvc.
zeventnegentich, alhier gesien en(de) gebleken, per mo(nitionem) heeft
opgedraegen met behoirlijcke verthijdenisse die hellicht van een stuck
landts, groot int geheel ontrint een bonder ombegrepen der maethen,
gelegen onder Thieldonck opt Cleyn Custervelt,
den selven
regen(oten) miijn(en) heer Van Heetvelde ter ire., derfgen(aemen) van
Aert Van Langendonck doude ter iire., Barth(o)l(omeu)s Van Zurple ter
iiire., Peeter Van Meerbeke ter vierdere zijd(en), exp(osito) imp(ositus)
est Jacop Cluppels soene wijlen Nicolaes en(de) Clara Van(der) Biedt,
sijn(e) huys(vrouw)e, tot behoef van hunne kinderen, te weten(e) dat die
voor kinderen sullen hebben die hellicht en(de) die die (!) voors(chreve)
Clara met huere kinderen voor dander hellicht, et satis vuyt crachte der
voors(chreve) procuratie obligan(do), submitten(do) et waras opde lasten
daer te vooren vuytgaende, coram Duffle, Roeloeffs, martii xxiiii.,
1597.
Hierbij nog een onvolledige akte met
vermelding van Jacobus Cluppels en zijn vrouw Clara Verbiest. Op het
einde werd de akte afgebroken. Als datum van de akte werd de datum van
de vorige akte genomen.
Bron : S.A.L.,
Inventaris Cuvelier,
register nr. 7488, folio 390v., akte dd. 10 mei 1597.
Item in
tegenwoordicheyt des meyers, schepen(en) ende eygengenooten
naebeschreven ges
van Loven naebeschreven gestaen Severijn Vand(er) Bruggen als geco(m)mitteerde
en(de) hebben(de) tot des naebeschreven staet, te mogen doen procuratie
speciael en(de) onwederoepel(ijck) bevel, hem gegeven bij Anna Coesmans
dochter wijlen Huybrechts en(de) van Barbara Smets, met consente, wille,
weten en(de) overstaen(e) van Jan Gillis, haeren man, woenen(de) tot
Mechelen, al naeder blijcken(de) bijde procuratie daeraff zijn(de),
gepasseert voor Jan Vander Hoffstadt als openbaer notaris en(de)
zeeckere getuyghen opd(en) opden (!) lesten aprilis lestleden, alhier
gesien en(de) gebleken, heeft opgedraegen met behoirlijcke
verthijdenisse en(de) ressche en(de) rijse die goeden naebeschreven, als
ierst seven vierendeel landts, wesen(de) eygengoet, gelegen onder
Thildonck te Balsgrecht, regen(oten) die taefel van(den) Heyligengeest
v(an) S(in)te Peeters binnen Loven ter ire., Peeter Van Meerbeke ter
andere zijd(en), die kercke van Rotselaer ter iiire. en(de) die voors(chreve)
Balsgrecht ter vierdere zijd(en), item noch drije dachmael
helffwinninghe, onder Wackerzeel geleg(en) opt Lipzervelt, regen(oten)
den Gaenden Wech ter ire., Willem Peeters ter andere zijd(en), derffgen(aemen)
Thomas Kerinx ter iiire. zijd(en), exp(osito)
ende hoe
imp(ositus) est Jacop Cluppels soene wijlen
Nicolaes en(de) Clara Verbiest, gehuysschen, tot behoeff, te weten(e)
dat die voor kinderen sullen hebben die hellicht en(de) die voors(chreve)
Clara mette naekinderen dander hellicht, hier waere(n) over ... [n.v.],
schepen(en) van Loven ende eygengenoote(n), item ... [n.v.], coram
quibus satis obligan(do), submitten(do) ac renu(n)tian(do) vigore quo
supra et waras deygengoede(n) voor eygengoed(en) en(de) die
hellichtwinni(n)ge(n) op erffhellichtwinninghe ... (?) prout ... [akte
afgebroken].
Uit dit huwelijk:
2. Cluppels Barbara, x met Dionysius
Stroobants,
Cluppels Anna,
x met
Van Loossen Jan,
° ca. 1565,
Uit dit huwelijk:
Loosen Merten, ° ca. 1600,
Loosen Elisabeth, ° ca. 1605,
Loosen Maria,
° ca. 1605.
Cluppels Maria, (°) Wakkerzeel 09.09.1586 (g.
Cluppels Nicolaus en Bloems Barbara), x met
Joannes Van
Langendonck,
aktes en verdere gegevens bij
Van Langendonck.
Cluppels Jan, x met ...
Uit dit huwelijk:
Cluppels Claes, ° ca. 1585, zie
akte hierboven,
Cluppels Henricus, ° ca. 1560, x met ...
Uit dit huwelijk:
Cluppels Niclaes, ° ca. 1584, x
met Anna Berghmans,
Cluppels ?,
Cluppels Barbara, XIII - XIV - XV - XVI.
XIII - XIV -
XV - Verstraeten Cristoffel (S),
° ca. 1550, x 1 met Cluppels
Barbara (S) (deze x 1
met broer Segerius Verstraeten
(S)),
x 2 met Maria Holemans,
deze x
2 met
Van
Lantrop Jan).
Meer info daar.
Een heleboel aktes i.v.m. dit gezin vind je in het parenteel
van Verstraeten Cristoffel.
Uit dit huwelijk:
1. Verstraeten Petrus,
(S4392
+ S12392 + S38904), fs
Segerius ?
1 Verstraeten Jacobus, XII - XIII - XIV.
Terug naar
startpagina Terug naar
startpagina stamboom