Kort Historisch
overzicht
Van in de verre oudheid zijn er aanwijzingen naar
malaria, Alexander De
Grote zou eraan gestorven zijn en bij sommige Egyptische mummies werd
de aanwezigheid van malaria antigeen aangetoond.
Niettemin werd de historische en economische impact van deze
belangrijke plaag door historici zwaar onderschat. Legers zijn erdoor
gedecimeerd geworden en op omvangrijke bevolkingsgroepen werd door de
voortdurende koortsaanvallen en sterftes een zware druk uitgeoefend.
Misschien is het te wijten aan het feit dat de ziekte
als dusdanig
moeilijk met preciesie te omschrijven was, men heeft het over
wederkerende koortsen, derde-
en vierdedaagse koortsen
en elders over moeras- of polderkoortsen. Een verband met de
aanwezigheid van water en moerassen is er af en toe duidelijk
gelegd ("mal
aria" is Italiaans voor "slechte lucht", allicht boven
moerassen), maar er zijn geen verwijzingen naar insecten als
overbrengers. Zelfs toen in 1880
de eencellige parasiet in het bloed ontdekt werd,
had men nog altijd geen flauw idee van de overbrenger. Pas in 1897 kon
de rol
van de mug als overbrenger worden aangetoond.
Daarmee was de cirkel verre van rond want de malariasoort waarmee de
overbrenging via de mug werd aangetoond was die van vogels, en hun
bloed is sterk verchillend van dat van zoogdieren. Bovendien behoorde
ook de overbrengermug tot een totaal andere groep als deze die een rol
speelt bij de mens.
Er werden in de eerste helft van de twintigste eeuw vele tientallen
soorten malaria ontdekt, tenminste als we die naam algemeen gebruiken
voor ziekten die bij mens en dier veroorzaakt worden door Plasmodia,
de eencellige parasiet die teruggevonden wordt in het bloed van de
"eindgastheer". Die soorten zijn zeer specifiek: malaria van antilopen
kan niet worden overgebracht naar apen of omgekeerd. Een van
de gevolgen daarvan is dat het moeilijk is om vergelijkingen te maken
tussen wat zich precies afspeelt bij de verschillende diersoorten.
De Plasmodia
kennen bovendien
een zeer complexe cyclus, zowat de meest uitgebreide van alle Protozoa (eencelligen).
Zo is er een vrij ingewikkelde cyclus, met
verschillende gedaanteverwisselingen in de mug, en in de gewervelde
eindgastheer zijn er nog eens twee cyclussen, ook weer met de nodige
gedaanteverwisselingen.
Een en ander had als gevolg dat het tientallen jaren in beslag zou
nemen vooraleer alle details van de cyclus aan het licht zouden komen.
vooral het ontbreken van een dierlijk model voor wat zich bij de mens
afspeelt, werd als een schrijnend tekort aangevoeld. Er zijn weliswaar
een paar Plasmodia
van apen die dicht in de buurt komen, maar apen komen bezwaarlijk in
aanmerking
als ideaal laboratorium proefdier. De betrokken vorsers waren het er
over eens dat eigenlijk alleen
een handelbare malariasoort van kleine knaagdieren, en de bijhorende
mug-vectoren tot valabele observatie's en voldoende
cijfermateriaal kon leiden.
In 1948 kon P.C.C. Garnham in Londen, na zeer
moeizaam werk en
observatie's voor het eerst de levervormen
bij de mens aantonen en net in datzelfde jaar
zorgt Ignace Vincke voor de ontbrekende
schakel die een
wereldwijde impuls zou geven aan het doorgedreven laboratoriumonderzoek
betreffende malaria.
Zoals in de inleiding reeds verteld betrof het hier een malariasoort
van kleine knaagdieren die sterk pathogeen bleek voor o.m. witte
muizen, het laboratoriumdier bij uitstek. Het gebruik van dit schaalmodel was
sindsdien essentieel voor duizenden wetenschappelijke
publicatie's, die beslist een beter inzicht hebben gegeven in
de problematiek van
deze wereldwijd verspreide parasitemie.
Niettemin blijft er veel werk voor de boeg: de vraag naar nieuwe
medicamenten blijft actueel door de verworven weerstand van de parasiet
tegenover tot hiertoe succevolle geneesmiddelen. Er wordt verder
gewerkt aan de mogelijk ontwikkeling van vaccins, wat zeer complex
blijkt, gezien de vele gedaanteverwisslingen van het Plasmodium gedurende
de verschillende cyclussen. Het genoom van
de
verschillende soorten en stammen dient verder uitgediept, enz, enz
Men zal er gedurende deze eeuw wellicht in slagen de ziekte hier en
daar terug te
dringen, zoals dat destijds gelukt is in Europa en Noord Afrika, maar
uitroeien beslist niet!