Verwijzing

(click op de foto)


boomrat






















































TERUG

Plasmodium berghei als onderzoeksmodel

 
Het bleek zeer eenvoudig om in laboratorium omstandigheden grote hoeveelheden besmet bloed te bekomen, het volstond om iedere week een beetje bloed te nemen bij een bemet dier en daarmee eem aantal nieuwe te infecteren, om na enkele dagen over grote hoeveelheden besmette rode bloedcellen te beschikken. Aanvankelijk was dan ook veel onderzoek uitsluitend gericht op bloedvormen: biochemische en immunologische studies, zoeken naar potentiële geneesmiddelen, enz. Het herhaald "mechanisch" overzetten van besmet bloed naar nieuwe gastheren is echter niet de natuurlijke gang van zaken en dat heeft op de lange duur zijn consequenties, daarom waren de meer creatieve onderzoekers, in het begin van de zestiger jaren, op zoek naar de mogelijkheid om een "cyclisch" model, dier->mug->dier->mug, op punt te zetten. Ook voor Prof. Vincke was dit een prioriteit want het was de enige manier om onderzoek te verrichten op de mug- en levervormen.
Vermits de natuurlijke mugvector Anopheles dureni totaal ongeschikt leek voor laboratoriumomstandigheden diende een valabele vervanger gezocht en verder diende men alle parameters inzake temperaturen en vochtigheid perfect  te kunnen nabootsen. De inmiddels , door uitsluitend "mechanische overdracht" verouderde isolaten van P. berghei bleken bovendien niet langer geschikt voor overdracht via muggen, het kwam er dus op aan te proberen nieuwe isolaten te bekomen in het intusen zeer woelige Katanga.
Dankzij de nauwkeurige aanwijzingen van Prof. Vincke slaagde Dr. Meir Yoeli van de New York University school of Medicine er in 1964 in, om een nieuwe stam te isoleren maar hij was niet geneigd om het precieuze materiaal wereldwijd ter beschikking te stellen. Toen dit stilaan duidelijk werd besloot Dr. Vincke dat hij dan zelf maar een initiatief moest nemen en in 1965  lukte het zijn medewerkers een vers isolaat te bekomen, Plasmodium berghei ANKA, en daarmee in Antwerpen de cyclische transmissie te verwezenlijken via Anopheles stephensi. Dit nieuwe isolaat werd ter beschikking gesteld van al wie daar naar vroeg en is in de daaropvolgende jaren de belangrijkste geworden van alle isolaten.
De eerste zorg van Prof. Vincke was nu de cyclische transmissie zodanig te optimaliseren dat grote hoeveelheden sporozoieten konden bekomen worden die dan, in gekende hoeveelheden konden worden aangewend, om in de gewervelde eindgastheer de levercyclus op gang te brengen.
Daarover meer in onze verwijzing (foto): het op punt zetten van een perfect schaalmodel dat wereldwijd kon worden aangewend.