Verwijzingen

(click op een foto)


I.Vincke




gallerij











































TERUG

Korte geschiedenis van de knaagdiermalaria

 
In de inleiding, "Malarialogie in Vlaanderen", en in het "Kort Historisch overzicht" van de malaria hebben we reeds verteld hoe belangrijk de ontdekking van knaagdiermalaria geweest is voor het wetenschappelijk onderzoek inzake deze belangrijke ziekte.
De eerste aanleiding tot die ontdekking was een eigenaardige observatie. In een niet door mensen bewoond biotoop, namelijk de eerder smalle gallerijwouden van de Katanga (zie foto), stelde Dr. Ignace Vincke (foto) soms de aanwezigheid vast van malariaparsieten bij een mug die zich ook alleen in die speciale omgeving ophield, namelijk Anopheles dureni. Vraag was welke de gewervelde eindgastheer van deze malariasoort kon zijn. Het was een vraag die, tussen het vele andere werk door, Ignace Vincke jarenlang bleef intrigeren,  hij wilde absoluut het antwoord kennen en het moest in die speciale omgeving te vinden zijn. Nu kan het aantal kandidaat zoogdieren in die langgerekte woudgallerijen relatief beperkt zijn maar er is er alvast een bij, die vrijwel nooit iemand te zien krijgt. Het betreft een kleine boomrat die zich op veilige hoogte aan alle zicht onttrekt (foto verder). Ze behoort tot de familie van de Gramnomys. en dat zou uiteindelijk de finale gastheer blijken te zijn.
Door systematisch te werken en koppig vol te houden, is het Vincke en zijn medewerkers in 1948 eindelijk gelukt, om een eerste stam te isoleren en de  wereld van het malaria-onderzoek te geven waar ze zolang op hoopte: een plasmodiumsoort die laboratorium-knaagdieren kon infecteren en een perfect "parallellisme" vertoonde met de menselijk soorten.
Vincke noemde de nieuw ontdekte eencellige malariaparasiet Plasmodium berghei, naar Dr. L. Van den Berghe, toenmalig hoofd van het I.R.S.A.C.  ( Institut pour La Recherche Scientifique en Afrique Centrale)
Later, in 1952, isoleerde Vincke een stam die morfologisch duidelijk verschilde van Plasmodium berghei. Hij stuurde het isolaat aan Prof. Dr. Rodhain van het Instituut voor Tropische Geneeskunde te Antwerpen, die over de middelen beschikte om de stam grondig te bestuderen. Het bleek om een nieuw plasmodium te gaan, dat door J. Rodhain beschreven en gepubliceerd werd als Plasmodium vinckei.
Later werden in nog andere Afrikaanse landen stammen van knaagdiermalaria ontdekt en beschreven, o.a. in Nigeria, de Centraal Afrikaanse Republiek, Kameroen en Kongo-Brazzaville.
Hoewel ze terecht werden beschreven als nieuwe soorten of subspecies leunden ze morfologisch altijd aan bij, hetzij P.berghei, hetzij P. vinckei.