grootmoeders eiland
een springtrapje lager
vanwaar ik hiphop verdween
een flikflak over bed
in spiegels
een meter hoge ik
tippend op tenen
legplank krikkrak
op strekhoogte
tussen mikmak
kriskras een handtas
klik klak klikslot
zondagsgeur
van handschoenen en missaal
van wierook en te kerke gaan
ze zag me warm
in astrakan staan, tientjes
lichtgevend rond de hals
ik dacht dat de deur een oog was
hoor ik haar, staat zij daar
ze lachte marmeladerood
ze geurde naar perenstroop
saffraan en boenwas
ze hoorde spelden vallen
©Marleen De Smet
|
|