Lierde onder de pen


OORLOG BEGINT MET VREDE EN EINDIGT ER OOK MEE


Vaak zit ik zo te denken aan mijn jeugdjaren in korte broek en aan de tijd waar spelen nog spelen was.
Cowboy en indiaantje spelen waarbij er eerst een half uur gevochten werd om te zien wie de goede en de slechte zouden zijn.
De ene met een hoed van Zorro op zijne kop en de andere met een pluim van één van ons kiekens in zijn haar.
Bij Sinterklaas die als Heilige man mocht beschouwd worden konden we dan al ons oorlogsgerief bestellen en liepen we daar binnen het jaar rond met speren en revolvers.
Om af en toe eens af te wisselen gingen we dan oorlogje spelen en werd de hoed vervangen door een plastieken helm en een camouflage kostuum die van bij dezelfde Heilige kwam.
Met beschilderde gezichten trokken we dan ten strijde in het oorlogsgebied dat niet verder lag dan de tuin, het kiekenkot en de dichtbijgelegen velden.
Zonder kogels schoten we luid al roepend van pang…pang…boem en om het echt te doen lijken moest er daar af en toe ene doodstil blijven liggen zonder te lachen.
We zochten schutting achter de houtstapel of de drinkbak voor de koeien en heel af en toe wierpen we handgranaten in de vorm van appels of peren.
’t Was maar als er zo ene een appel tegen zijne kop kreeg of dat we met een houten mes iemand tussen de ribben staken dat we pas echt gekwetst waren met een blauw oog of een splinter in onze vinger.
Soms trokken we ten aanval en namen we echte hindernissen zoals we op tv hadden gezien.
We sprongen over de kiekendraad waarbij deze tegen de grond ging en de kiekens op de vlucht sloegen en haalden dan de vijand uit zijn schuilplaats als krijgsgevangene nadat deze ons had bekogeld met een paar eieren.
Het kwam er vooral op aan het oog van de generaal te ontwijken in de vorm van mijne pa of bompa bij de schade aan het kiekenkot want anders was het pas echt oorlog.
Sluipend onder de prikkeldraad van de weide moesten we de koeienstronten ontwijken die er als mijnen lagen en ook de beek was een geduchte hindernis als de oorlog iets verder van huis woede.
Alles was aanwezig in onze fantasie die ons in een oorlog deed belanden zonder echt te weten wat oorlog was.
Het vaandel dat niet meer was dan een tak met een “onderlijveke” aan werd dan geplant op de veroverde grond van de buurman die plots door het spel van zijne zoon zijnen eigendom was kwijtgespeeld.
Minuten konden we ons stil houden om daarna met luid geroep en getier ten aanval te trekken waarbij we door al de verschillende kreten niet meer wisten of het nu de 1ste of de 2de wereldoorlog was.
Soms deed het lawaai de vijand sneller vluchten dan onze wapens omdat een halfgebroken plastieken zwaard gesigneerd met “made in Japan” geen enkele soldaat de daver op het lijf joeg.
’s Avonds trokken we dan moegespeeld terug naar huis waar bompa mij verwelkomde met ne stamp onder mijn gat omdat ik zijn kiekens de stuipen op hun pluimen had gejaagd en waar oma als verpleegster mijn schrammen en blauwe plekken moest verzorgen.
Ja, waar is de tijd hé?
Eigenaardig hoe ik er plots moest aan denken toen ik met mijne pot chrysanten naar het kerkhof liep en voorbij een perk met gesneuvelden van de grote oorlog kwam.
De harde realiteit die hier stil begraven lag ver van het oorlogje spelen die voor ons maar een spel leek te zijn.
Een spel waar de jeugd niet bij stilstaat hoe het er in de realiteit aan toe ging.
Soldaten die iemands kind waren en die een echt vaandal en land gingen verdedigen om de kinderen van later de kans te geven te spelen in vrede.
Duizenden mensenlevens werden geofferd tijdens de oorlog die mensonwaardig was.
Stilstaand in loopgraven, vaak wachtend op de dood waarvan iedereen met zekerheid wist dat het geen spel kon zijn.
Met opengesperde ogen lagen ze te baden in het bloed dat ooit aan iemands handen moet hebben gekleefd en die met zekerheid wist dat oorlog geen spel was.
Bijna in het gelid lagen ze daar aan mijn voeten waarbij het witte marmeren kruis de stilte doorbrak en door mijn hoofd schreeuwde dat het nooit meer oorlog mocht zijn.
Maar hoeveel oorlogen zijn er ondertussen al geweest ergens ter wereld?
Hoeveel keer is er al niet geroepen geweest om die vrede waar blijkbaar niet iedereen naar snakt?
Hoeveel keer is het al niet gezegd dat oorlog geen spel is?
Ja, en daar stond ik dan met mijn gedachten en mijne pot chrysanten aan het graf van een onbekende die zijn leven had gegeven voor een vredevolle toekomst.
Ten strijde tegen de vijand en gesneuveld voor het vaderland zo staat het met witte letters op zwarte graniet.
En ik…ik was bijna beschaamd dat we nooit echt zijn blijven stilstaan tijdens een spel waarvan we de realiteit niet kenden.
Dat we in vredestijd oorlogje speelden zonder echt te beseffen aan wie we de vrede te danken hebben.
Ja, de geschiedenis verdwijnt stilletjes met de jaren terwijl ook de oud-strijders hun laatste zuchten laten.
In 2014 zal het honderd jaar geleden zijn dat de 1ste wereldoorlog begon en hoeveel jeugd zal er dan geïnteresseerd zijn om de jubileumuitgave te lezen?
In een wereld waar zelfs de speelgoedwapens echt lijken en waar men digitaal over het oorlogsveld kan reizen staan weinigen er nog bij stil dat er een grens ligt tussen spel en realiteit.
En ik…ik heb mijne pot chrysanten maar afgezet bij een onbekende van de grote oorlog, al was het maar uit respect dat ze hun leven hebben gegeven zodat ik in vredestijd “oorlogje”kon spelen.

Groetjes chauffeurke






Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online