Lierde
onder de pen
|
DE WAPENS ZWIJGEN ALS DE MENSEN DENKEN
|
November is de maand van de herdenkingen en daar waar
we de 1ste november langs onze dierbare overledenen lopen stoppen we de 11de
november aan het monument van de onbekende soldaat.
Bloemisten doen gouden zaken in de periode waar de dood bebloemd wordt en
door de jaren leggen we bloemen en kransen zonder er echt bij stil te staan.
Het is een gewoonte geworden de datum aan te kruisen op de kalender en er
zijn dag op af te stemmen.
Voor sommigen is de 1ste november te druk geworden en lopen we al een paar
dagen vroeger naar de zerken waar namen als herinneringen staan geschreven.
Voor de 11de november ligt het anders omdat de wapenstilstand inging op 11
november 1918 om 11 uur en dus kunt ge daar geen dag vroeger of later staan
hé.
Nee, ere aan wie ere toekomt en onze gesneuvelden van de grote oorlog met of
zonder naam mogen zeker niet op ontbreken in onze gedachten, evenals de oude
strijders van de tweede wereldoorlog die nog steeds op het appel zijn.
Voor deze die de oorlogen niet hebben meegemaakt is het graf van de
onbekende soldaat een monument waar het jaarlijks verzamelen is ter ere van
de gesneuvelden en zitten ze vaak op de eretribune te kijken naar de kolom
of herdenkingsmonument waar straks hoogwaardigheidsbekleders de grote
kransen komen leggen.
Sommige komen uit nieuwsgierigheid en bespioneren de aanwezigheid van
anderen die zich een weg banen tussen de nationale driekleur.
Toen ik een paar jaar geleden iemand naar de kolom van de onbekende soldaat
moest voeren viel het mij op hoe de eretribune overbevolkt in het droge zat
en de oude strijders en oud krijgsgevangenen het hondenweer trotseerden.
Het was niet de eerste keer dat ik mij verdiepte in die details die ik ook
bij een herdenking voor ogen kreeg.
Ook bij het monument van Albert I goot het op een dag water en kwam een
medewerker van het protocol met paraplu’s aandraven voor de genodigden, daar
waar de strijders van welleer terug in de regen zaten.
Het leek wel of het zo moest zijn en geen van allen die verroerde in dit
hondenweer.
Aandachtig luisterend naar de discours en stokstijf in houding bij het
spelen van het volkslied.
Nog steeds dragen ze hun land en hun strijdmakkers in hun hart en geen van
de jonge snotters van onze generatie die daar iets aan zal veranderen.
Toen ik onlangs onze koning Albert II de hand zag schudden van de
oud-strijders tijdens zijn bezoek aan Geraardsbergen, leken sommigen
emotioneel aangedaan, anderen droegen de herinneringen van de grote oorlog
in de vorm van medailles op de borst en er waren er zelfs die klaar waren om
terug ten strijde te trekken.
Het is mooi van de mens te herdenken die voor onze vrijheid zijn leven gaf
maar hoe vaak staan we er nog bij stil.
Stilstaan bij het feit dat vrijheid zo breekbaar is en dat het de gewone
mens is die het slag(cht)veld betreed.
We hoeven maar de tv aan te zetten en even te bladeren tussen alle
oorlogslanden waar ze hedendaags nog duizenden mensenlevens offeren voor een
vrijheid die vaak nog ver weg is van de onderhandelingstafel.
Met geblonken schoenen en gestreken maatpak stond ik daar aan het monument
voor deze die maanden in loopgrachten hadden doorgebracht.
Ik probeerde me even in hun plaats te zetten en terug te keren in de tijd.
Nee, ik kon niet meer dan door het verleden te stappen zoals de
geschiedenisboeken het mij hadden geleerd want zelfs thuis werd er niet veel
over de oorlog gesproken.
Te vreselijk, te kwetsend, te emotioneel en na al die jaren nog veel te
gevoelig en te pijnlijk.
En toch probeerde ik mij een beeld te schetsen volgens de beelden die ik
ooit voor ogen kreeg.
Tot boven de enkels in de modder waar het regenwater af en toe rood kleurde
bij het sneuvelen van hun strijdmakkers.
Schuilend, ingegraven, waar de vogels verdwenen waren en het enige gefluit
dat van kogels en bommen waren.
En na elk gefluit dachten ze met schrik aan moeder en kind of ook zij deze
dag zouden overleven.
Om het oorlogsverleden compleet te maken stond er tussen de oud-strijders
een krijgsgevangene die herkenbaar was aan de wit grijze gestreepte lompen
en die op het hoofd een muts droeg in dezelfde stof als zijn pak en waar met
zwarte cijfers een nummer op vermeld stond.
Dezelfde kledij die ik ooit in Breendonk had zien hangen en waarvan de
gruwel opgeslagen was in het menselijke lichaam dat hier nog fier naar de
kolom van het oorlogsverleden keek.
Waarschijnlijk met andere beelden in het achterhoofd die nog dagelijks een
marteling zijn.
11 november, een ceremonie waar een trompettist de gevoelens door merg en
been blaast.
Eens de huldiging was afgelopen vertrokken de meeste terug naar warmere
oorden terwijl een paar oud-strijders en de krijgsgevangene nog aan een
interview werden onderworpen om het dagelijkse nieuws te vullen.
Waarschijnlijk worden ze elk jaar opnieuw met dezelfde vragen geconfronteerd
en moeten ze voor de camera’s terug het verleden bovenhalen.
Een marteling die niet stopt en waar ze van hopen dat hun woorden de
draagkracht hebben om de mens doen stil te staan bij het woord vrede.
Hopend dat de beelden die we uit oorlogsgebieden krijgen niet tot het gewone
van ons dagelijkse leven gaan behoren.
Hopend dat de loopgraven en concentratiekampen nog juist bewandeld worden
als les voor deze die de oorlog nooit hebben meegemaakt.
Hopend dat er nooit meer oorlog zal zijn.
Hopend dat de mens inziet dat de onbekende soldaat veel meer is dan een
marmeren of stenen monument dat één keer per jaar onder de kransen of
bloemstukken ligt.
Groetjes chauffeurke
Terug naar 'Lierde onder
de pen'
Terug naar
homepage Lierde Online
|