Lierde onder de pen


ROND HET HALFROND


Zoals elk jaar opende op de tweede dinsdag van oktober het parlementaire jaar.
Een traditie die in ere wordt gehouden en sommige jaren kijk ik er meer naar uit dan andere jaren.
Het is de dag dat de premier de “state of the union” komt voorlezen en daarvan kan men de meeste lijnen de dag nadien lezen in alle kranten.
De dagen die volgen debatteren voor en tegenstander van verschillende partijen over de inhoud en ook dat kan men gedurende dagen volgen in de media.
Ik hou meer van de details en van het leven achter de coulissen.
Terwijl het personeel van de kamer zwembroek en strand terug geruild hebben voor maatpak en bureel trekt het politieke leven zich terug op gang.
Achter de muren van het paleis der Natie is het precies een mierennest dat onder het oog van de koningin in de vorm van hoogwaardige titeldragers druk aan het werk is.
De poetsdienst wrijft het vakantiestof weg en doet de marmeren vloeren zodanig blinken dat meerderheid en oppositie hun kunnen spiegelen tijdens het nieuwe parlementaire jaar.
Na het verlof worden de lege vuilbakken leeggemaakt en het kalenderblokje wordt met de natte vinger terug op datum gezet.
In feite een geluk dat de poetsdienst dagelijks de ronde doet en het paleis doet schitteren in de soms grijze wetstraat.
Het contrast in woorden van poetsdienst en al deze die hoger staan op de ladder is soms groot maar steeds heb ik met veel respect opgekeken naar die dienst die zich zeer vroeg ’s morgens aan het werk zet om de politieke resten op te kuisen.
Een emmer, een dweil, een stoffer of vuilblik het kan zo onnozel lijken maar zonder zou het Paleis der Natie verre van schitteren.
De mensen van de koffiekamer spoelen de thermossen uit en vullen de glazen kannen met zwarte vloeistof die menig politieker wakker houd.
Sommigen lippen hem zwart en anderen houden hun zoet met een vleugje melk of een klontje suiker.
Koffiekarren rijden door de gangen om aan elke deur op de rem te staan en na het bijtanken van tas of glas terug met gierende banden te vertrekken.
Ondertussen laten secretaressen hun vingers zweven over het klavier en verschijnen voor de gewone mens soms onverstaanbare teksten op het scherm.
Agenda’s voor vergaderingen worden uitgetypt en bodes lopen heen en terug om met papieren teksten de E-mail voor te zijn.
Omslagen met hoofdtitel “dringend” doen me vaak aan het feuilleton van “de collega’s” denken hoewel ik het hier dan wel in een ernstige aflevering moet schetsen .
Ja, ge kunt niet geloven hoeveel leven er in en rond de wandelgangen is.
De enigen die er stil en stokstijf bijstaan zijn de borstbeelden van de eerste ministers rond het halfrond,de meeste als herinnering gekapt in witte marmer op zwarte sokkel, aangekeken door de kamervoorzitters waarvan de jaren ingekaderd zijn en de barstjes als rimpels verschijnen op kunstig geschilderde doeken.
Ja, het is in de schaduw van dit alles dat de diensten van het parlement hun ding doen.
In feite is het parlement een bedrijf op zich en staat men er niet echt bij stil hoeveel verschillende diensten het politieke huis rechthouden.
Schilders, loodgieters, schrijnwerkers, elektriekers, chauffagisten, drukkers, magazijniers, poetsers, bodes, obers, afwassers en chauffeurs om er maar een paar te noemen van deze die zich dagelijks inzetten rond de wandelgangen van de kamer.
Het is maar een fractie van de diensten want daar rond pent ook het geschreven en administratieve werk zich een weg met namen als, tolken, beknopt verslag, griffie, quaestuur en nog vele andere diensten die onder het administratieve gedeelte vallen.
Je kan het zo gek niet bedenken of het is gehuisvest onder de koepel van het halfrond.
Ik denk zelfs dat vele volksvertegenwoordigers niet weten dat er ooit een verantwoordelijke voor de kelder was die de onderaardse gangen in orde hield en op regelmatige tijdstippen de muizen uit de vallen ging verwijderen.
Het parlement is veel meer dan een politiek huis waar wetten gestemd worden en burelen volgestapeld liggen met wetsvoorstellen en artikels allerhande.
Het is ook een overkoepeling van anekdotes waar elke werknemer zijn bijdrage in heeft.
Door het grote aantal werknemers en de om de vier jaar herverkozen vertegenwoordigers lopen we vaak bekende gezichten tegen het lijf waar we niet altijd de naam van weten.
Och…het parlementaire huis is geen uitzondering en ook hier worden koosnaampjes,nicknamen of bijnamen gegeven om sommigen herkenbaar te maken.
En hoe eigenaardig het ook is van sommigen weten we onmiddellijk over wie het gaat als men maar de bijnaam noemt.
En dan is er die tweede dinsdag van oktober waar rond 14u30 een hels gerinkel door de gangen giert.
De bel van het halfrond die met lang of kort gerinkel het begin of het einde van de plenaire vergadering aankondigt.
150 verkozenen nemen hun plaats in op de groene zitjes om er het volgende parlementaire jaar onder het waakzame oog van de kamervoorzitter te vergaderen.
Sommigen dragen nog een bruin kleurtje mee uit de vakantieperiode, anderen zien er maar bleekjes uit omdat ze hun verlof opgeofferd hebben aan vergaderen in crisisperiode.
Een bont schouwspel waar partijkleuren onzichtbaar naast elkaar zitten en waar het soms hemden of dassen zijn die de kleur van de partij verraden.
Ja, het parlementaire jaar is terug van start gegaan en we hadden al van de eerste week prijs met een paar late vergaderingen.
Ook dat maakt deel uit van de kamer en zoals het in sommige statuten staat geschreven dat men steeds beschikbaar moet zijn en ook nog eens aanwezig volgens de noodwendigheid van de dienst wil dat zeggen dat we in feite onmisbaar zijn.
Ja, dat geeft pas een goed gevoel te weten dat er zonder het leven in en rond de coulissen geen politiek leven zou zijn.
In feite ben ik nog mijn eigen dienst vergeten in de bloemetjes te schrijven en dat is deze van de chauffeurs.
Een aparte bende waar we met een handvol mensen en evenveel wagens ten dienste staan van onze leden.
Nee, ik moet mijn eigen dienst niet meer verbloemen dan anderen maar het mag toch eens gezegd worden dat na jaren alles zo gewoon en vanzelfsprekend gaat lijken.
De opdrachten, de uren, het risico en de verantwoordelijkheid is een pakket waar niemand nog bij stilstaat.
Gelukkig genieten we nog het respect van deze die we vervoeren en ontdekken we niet alleen de volksvertegenwoordiger of het personeelslid maar ook de mens in de wagen die soms schuilgaat achter zijn titel en dat geeft ons zeer veel voldoening.
In feite komt het cursiefje over het begin van het parlementaire jaar er op aanvraag van één van die leden die vaak achter mij zitten.
-Awel chauffeurke, nu het parlementaire circus terug begonnen is weet ge weer wat schrijven zekerst.
-Euh…ja ik moet er eens over peinzen.
-Maar allé jong,ge moet maar rond u kijken en ge kunt een boek schrijven.
-Euh…awel dat is nog geen slecht gedacht zie.
-Ja, en je mag zo af en toe ne keer iets over mij schrijven ook als ’t plezant is.
In feite lees ik al zoveel namen van deze die ik vervoer dat de andere diensten een beetje in de schaduw komen te staan of dat we ze gewoonweg voorbijlopen.
Temeer we nooit met zekerheid weten wanneer in dit kleine landje verkiezingen op het programma staan wil ik dan ook geen reclame maken voor één bepaald persoon en zou ik over 150 leden apart moeten schrijven (wat nog kan komen).
Nee nee, ik wil alvast bedanken voor de inspiratie en de goede tip en hoop met dit cursiefje de mens in de coulissen van het parlement wat in het spotlicht te zetten omdat ze veel meer doen dan het licht aan en uit doen.

Groetjes chauffeurke





Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online