Lierde onder de pen


IK BEN OPGENOMEN


De miniatuurfoto's kunnen worden aangeklikt voor vergroting; voor de terugkeer naar deze pagina gebruik je de browser <- terugkeerfunctie.

Laat u vooral niet misleiden door de titel want sommigen zouden kunnen denken dat ik opgenomen ben voor de bevalling van een niersteen of dat ze mij in één of andere instelling zouden opnemen.
Ja, ik mag hier fier bekennen dat ik opgenomen ben als grootmeester tijdens de kapitteldag van Manneken-Pis.
Opgelet, denk nu niet dat ge zomaar grootmeester kunt worden hoor!
Nee nee, er zijn verschillende vereisten om opgenomen te worden in de orde van de bekendste plasser van ’t stad.
Ofwel moet ge een baard of buik hebben en als ge dat al niet hebt is men best van bij de artistieke wereld aan te leunen ofwel een heel speciale te zijn.
Voor mij zou het dus heel moeilijk worden en daarom heb ik een jaar stage moeten lopen om te bewijzen dat ik het waardig was om opgenomen te worden.
In feite was het geen makkelijke keuze want ik kon ook nog kiezen om een “madeule” van de Leopoldsorde te krijgen en zo opgenomen te worden in de orde van Leopold maar na lang nadenken kwam ik toch tot het besluit dat ik Leopold nooit echt goed heb gekend en dus koos ik maar voor het broederschap van Manneken-Pis.
Ik was tijdens mijn stage mijn oor eens gaan te horen leggen om te zien wat zo’n grootmeester allemaal moet presteren en daar kreeg ik te horen dat ge van onnozel “chauffeurke” gebombardeerd wordt tot ambassadeur van het Manneken-Pis.
Jawadde, dat was daar al zo serieus als op mijn werk maar dan met meer vrienden en minder politiek.
Omdat de huidige grootmeesters graag wisten welk vlees ze in de kuip kregen moest ik ook een c.v opsturen om mij een beetje voor te stellen en vooral om te weten of ik wel goede zeden had in mijn gedrag.
Op zondag 8 juni was de kapitteldag en was het dan zover.
Ik was s’morgens al nerveuzer opgestaan dan anders en had mijn lief nog eens gevraagd om de voorkant van mijn broek te strijken om er toch een beetje presentabel uit te zien.
Mijn wenkbrauwen nog eens gekamd en de streep in mijn haar schoon recht getrokken.
Het wil dan altijd lukken dat er iets misgaat of ontbreekt en op zo een dag dat iedereen verlangt dat ge blinkt en goed riekt was mijn fles parfum toch wel leeg zekerst!
gelukkig stond er daar nog wat luchtverfrisser in de badkamer om de “final tutch” te geven.
Rond 10u begaf ik mij naar het stadhuis en nadat ik nog eens naar het Manneken-Pis was gaan kijken (want ge weet maar nooit dat ze er mij een vraag over zouden stellen) beklom ik de antieke trappen van het stadhuis.
Druppelsgewijs kwamen de genodigden binnen en ook de gezellen en gezellinnen die zouden opgenomen worden in de broederschap, allemaal hadden ze hun schoonste pak aangetrokken en daaraan alleen kon je al zien dat het een speciale gebeurtenis is.
Toen iedereen had plaatsgenomen deden de grootmeesters hun intrede en na een paar speeches van voorzitter en prins zouden ze mij wel naar binnen roepen.
Eindelijk was het zover en moest ik mij daar een weg banen tussen de massa en daar stond ik dan vooraan.
Grootmeester Karel de Pelsmaeker had daar een schoon gedicht gemaakt en na de tweede strofe was ik daar al wreed aan het blozen.
Als vervolg is het dan de gewoonte dat één van de grootmeesters uw c.v komt voorlezen om u aan het publiek voor te stellen maar in mijn geval waren ze waarschijnlijk wat beschaamd en kon ik mijne c.v zelf voorlezen.
Gelukkig zaten er een paar tussen die zich herkenden en blijkbaar dezelfde diploma’s en lijdensweg des levens hadden ondergaan.
Nadat prins Olaf mij daar een schoon kostuum had cadeau gedaan moest hij nog juist een klop op mijn schouders en mijne kop geven met een zwaard dat zo groot is dat het buiten de wetgeving van de wapenwet valt.
Voila, ik was nu opgenomen als volwaardig grootmeester en kon daar direct beginnen met het voorlezen van de zweer van het broederschap dat volgens mij deels in het oud “Giesbaargs” en het nieuw Latijn was opgesteld en de nieuwe gezellen en gezellinnen lazen luidkeels mee zodat ook zij hun trouw zweerden aan ons latoenen Manneken.
Marcel Neuvremont vroeg nog wel eerst een minuut stilte ter nagedachtenis van het museum dat voor enige tijd zijn deuren sluit maar omdat tijdens de kapitteldag de nadruk op kort ligt was het ook maar een minuutje van een paar seconden.
Och…zoals ze bij ons zeggen,” het is de geste die telt”.
Nadat Prins Olaf een man en een vrouw symbolisch tot gezel en gezellin had geslagen konden de medailles uitgereikt worden om zo het broederschap met 41 gezellen en gezellinnen te vergroten.
Na het ceremoniële gedeelte wou Marcel ook nog eens het zwaard ter hand nemen en hij sloeg daar toch wel één van de geschonken chocolatten Mannekens tot gruizelementen, het Manneken lag daar nu te grabbel waarna iedereen opzoek ging naar het lekkerste stuk.
Met hun lippen vol chocolat namen de genodigden plaats tussen de andere vangers voor de sokkel van ons Manneken om zo de beste plaats te hebben tegen dat de Manneken-Pis worp van start zou gaan.
Met de handen in de lucht stonden ze klaar om de eerste of tweede prijs te vangen die toch goed zijn voor een gouden Manneken-Pis en voor een Manneken op ware grootte.
De grootmeesters gooiden naar de massa en dat er gevangen werd dat het een lieve lust was hoef ik hier niet te vertellen.
Nadat de prijzen waren uitgereikt aan de gelukkige vangers kon de receptie van start gaan om daarna af te zakken naar het restaurant om daar niet alleen te genieten van het eten maar ook van een sappig verhaal over een konijn met pruimen.
Och,…ik zou nog uren kunnen schrijven maar het beste is van zelf eens af te zakken naar een kapitteldag en ik kan nu al zeggen dat het volgend jaar wreed speciaal zal worden want dan verjaard niet alleen de broederschap maar ook ons Manekken-Pis.
Dus afspraak volgend jaar op de volgende kapitteldag!

Groetjes chauffeurke



Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online