Lierde onder de pen


CULINAIR HOOGSTANDJE AAN DE VISVIJVER


De lente was nog gene vette en het leek wel of het landschap aan tropische toestanden onderworpen werd.
’t Leek wel of de moessonregen ons had ingehaald en hier en daar was zelfs een windhoos te bespeuren.
Ja, en als er al eens een droge dag tussen zat moest ne mens ervan profiteren hé.
Maar onlangs ben ik nog eens gaan vissen en in vakjargon speelt het voor de echte visser geen rol wat voor weer het is en men zou zelfs de neiging hebben dat hij liever regen heeft.
Awel ’t was op zo een dag dat men niet echt goed wist welk weer het zou worden dat ik naar een visvijver trok.
’t Was al meer dan een jaar dat ik mijn visgerief nog van de zolder had gehaald en ’t was bij het openen van mijnen visbak dat ik zag dat ik de laatste keer (dus een jaar geleden) vergeten was van mijn doos maden uit te gieten.
Ja, veel kon ik er niet meer mee doen en een forel eet ook liever vers voer hé.
Ne mens denkt altijd dat hij een vroege vogel is en dat ge daar uwe eerste zult staan aan de oever van de vijver om de beste plaats in te nemen maar blijkbaar zijn er die niet gaan slapen of die daar aan de vijver zelf slapen.
Maar bon een echte visser lokt de vis en dan speelt de plaats niet echt een rol.
Ik geniet vooral van de rust en de kalmte en het is heerlijk de nevelslierten boven het wateroppervlak te zien hangen.
De merel fluit zijn deuntje en de mussen zitten al te wachten tot er een paar maden of meelwormen ontsnappen.
Telkens ik ga vissen duurt het wel even voor ik in orde ben want ik moet eerst die lijnen uit elkaar halen die ik het jaar ervoor gestropt heb.
Een nieuwe dobber plaatsen met bijgepast lood en dan is het moment aangebroken om een paar kronkelende maden aan het haakje te hangen.
Het molentje van de vislijn wordt opengezet en met een grote zwier lanceer je de vislijn voorwaarts waarop uwen dobber de eerste keren meestal voor je voeten beland omdat dat molentje al meer dan een jaar niet gesmeerd is en het meer hapert dan afrolt.
Na een paar keer lukt het wel en dan vliegt de fel gekleurde dobber door de lucht om iets verder in het water te plonsen.
De lijn nog even aanspannen en dan is het wachten geblazen tot de vis komt bijten.
Meestal vis ik met twee lijnen en terwijl de dobbers ronddobberen maak ik alles klaar tegen dat ik de vis kan binnenhalen.
Een buisje om de haak uit de vis te verwijderen en een hamer om hem daarna met de klop van de hamer zijn laatste rustplaats in mijne viskorf te geven.
Plots schiet mijnen buurman daar van zijne stoel, neemt zijn vislijn ter hand en nadat hij daar ne snok aan die vislijn gegeven had begint hij het molentje op te draaien waarna iets later onder zijn dobber een schone forel verscheen.
Dat is zo een moment waar ne mens ziet dat er wel degelijk vis op de vijver zit en waar men de hoop iets te vangen zeker ziet stijgen.
En ja, nog geen vijf minuten later had mijn andere buurman ook prijs en al even gehaast sprong hij daar recht alsof zijn vrouw hem had bevolen om zeker met iets naar huis te komen voor het avondeten.
Ook rechtover mij aan de andere oever gingen de dobbers onder en haalden ze op regelmatige tijdstippen iets naar boven.
Maar ja dat waren habitués en mij hadden die vissen al meer dan een jaar niet meer gezien en waarschijnlijk bijt een vis liever in een vertrouwde meelworm dan in een vreemde pier hé.
Regelmatig haalde ik mijn vislijn binnen om wat vers voer aan de haak te hangen en telkens weer gooide ik met een grote zwier de dobber vele meters voor mij uit.
Ik veranderde ook af en toe van diepte zoals mijn grootvader het mij in de tijd had geleerd en ik haakte af en toe wat kunstvoer aan de haak omdat ook de vissen in een tijd van modernisme leven.
Tegen de middag was er al heel wat vis gevangen en dan bedoel ik vooral bij de buren die naast mij zaten.
Maar mij kan het allemaal niets schelen of ik nu iets vang of niet het is mij vooral om de rust te doen en hoe minder ik vang hoe minder vis ik moet kuisen.
Rustig zat ik mijn boterhammen met choco naar binnen te spelen en als ge zo een ganse morgen bezig geweest zijt met maden en regenwormen aan uwe haak te hangen dan smaakt uwe choco toch totaal anders hé.
Terwijl ik daar zat te eten schoot het mij plots te binnen dat het tegenwoordig wreed de mode is om insecten te eten en op tv zag ik al een paar keer hoe sommigen ook meelwormen naar binnen speelden.
Potverdekke, nu ik ze bij de hand had was het misschien ook het moment om eens te proeven!
Ik legde mijn stuk boterham op de vismand en draaide het potje met de meelwormen open waar ze met tientallendoor elkaar lagen te kronkelen.
Ja, ne mens heeft daar in feite een raar gedacht bij omdat het iets is dat we niet gewoon zijn maar in feite zag er dat niet zo slecht uit.
Ik nam er eentje tussen mijn wijsvinger en mijnen duim en kronkelend bewoog de meelworm zijn lijf tussen hemel en aarde.
De mussen keken mij angstvallig aan omdat ze dachten dat ik gans de doos ging naar binnen spelen en wie mij ook aankeek was mijne gebuur op wie zijn gezicht een soort acne van vraagtekens verscheen.
Ja, en dan zit ge daar met dat kronkelend spel tussen uw vingers en ge weet als ge dat ooit eens wil proeven dat het nu het moment is want thuis aan tafel moet ge daar niet mee afkomen tussen de spruiten en de kroketten.
Ik wist totaal niet wat de smaak zou zijn en dus nam ik maar het zekere voor het onzekere en nam al mijn moed bij elkaar met in de ene hand de meelworm en in de andere mijnen boterham met choco.
De meelworm ging eerst naar binnen en door er een paar keer op te bijten kwam er een ongekende smaak vrij waarbij ik helemaal geen vies gezicht hoefde te trekken en waarbij het zelfs niet nodig was van een stuk boterham te laten volgen.
Ik verschoot er zelf van.
Opgelet ik ga niet zeggen dat het een culinair hoogstandje was, maar het was nu ook niet nodig om de dramatiek aan te scherpen.
Nadat ik het beestje had doorgeslikt verscheen er zelfs een lach van voldoening rond mijn lippen en toen ik terug van mijnen boterham wou bijten kruiste mijn blik dat van mijne gebuur die met gefronste wenkbrauwen en op elkaar geperste lippen in mijn richting keek.
Met zijn wijsvinger tikte hij een paar keer tegen zijn gerimpeld voorhoofd alsof hij wou zeggen dat ik zot geworden was.
Dienen mens is ook nog eens een meter verder opgeschoven van mij en plots had ik meer plaats voor mijn dobbers te leggen.
Ja, vissen is echt genieten ook al vangt men niets.
Ik kijk graag naar de mensen en hun reacties en hier vond ik het zeer leuk hun reactie te zien toen ik dienen worm naar binnenspeelde.
In feite had ik geluk dat er nog een paar meelwormen over waren want rond vier uur waren al mijn boterhammen op en haalde ik nog een kronkelend ding uit het doosje om nog eens de test te doen.
Blijkbaar moet ondertussen het gerucht de ronde van de vijver gedaan hebben dat ik zo een worm naar binnen had gespeeld en voelde zo de blik van mijn andere buurman naar mij gericht.
Ja, ik kon niet anders dan hem aan te kijken met de woorden “smakelijk hé, wilt ge er ook eentje”!
Vijf minuten later heeft dienen mens zijn visgerief bij elkaar gepakt en zat ik daar aan mijne kant wreed gerust.
Potverdekke, en dan opeens zie ik mijnen dobber niet meer!
Ik ben daar recht gesprongen en direct ne snok aan mijn vislijn gegeven waarna ik aan het molentje ben beginnen draaien.
Nog geen twee minuten later hoor ik daar iets verder ene roepen dat ik moest stoppen want dat mijn lijn in alle rond mij liggende lijnen was gehaakt.
Jawadde zeg, dienen vis was tussen de andere vislijnen gezwommen en nu hing hij daar aan drie lijnen in plaats van aan één.
Ja, als er nu iets is waar een visser blijkbaar niet kan mee lachen dan is het dat zijn vislijn gestropt wordt door een andere.
Wel ge gaat het niet geloven we hebben de lijnen moeten doorsnijden en zo was ook mijne vis ribbedebie.
Och…laat dat beestje zijn vrijheid dacht ik dan ik had van een dag rust genoten en dat was meer dan voldoende.
Ik had vooral iets nieuws geproefd en dus dacht ik dat ’s avonds ook eens te delen met mijn lief.
Toen ze mij vroeg of ik iets gevangen had moest ik negatief antwoorden maar ik had wel iets lekkers mee wist ik haar te vertellen.
-Ha, zijt ge ne vis gaan kopen in de viswinkel misschien?
-Nee nee, veel goedkoper!
Ik nam dat doosje meelwormen en toen het dekseltje eraf ging volgde er een schreeuw waar zelfs die wormen van verschoten waren.
-Wat is dadde??
-Euh… awel meelwormen en ge kunt niet geloven hoe lekker dat da is.
-Wablieft…ge gaat mij toch niet vertellen dat ge dat in uwe mond gestoken hebt?
-Euh…ba ja gij, ik heb er al drie binnen.
-Watte…uit mijn kot met uw vuiligheid!
-Euh…jamaar als ge dat zo niet lekker vindt kunt ge ze bakken ook want op tv heb ik al eens…
-Buiten zeg ik u en ge moet mij voor de winter niet meer ambraseren.
Jawadde zeg ik heb daar nog moeten lopen om gene klop van die vispan te krijgen ppfff.
Ja, ne mens zit raar in elkaar hé, ge stelt dan eens iets voor dat lekker en goedkoop is maar als de fobie de mens beheerst dan is er niks aan te doen hé.
Och…ik laat het aan mijn hart niet komen, als ik eens echt goesting heb in een dagje rust en een culinair hoogstandje dan zal ik nog wel eens een dag gaan vissen.

Groetjes chauffeurke
 


Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online