Lierde
onder de pen
Ja, 1 september behoort tot de treurigste dagen uit
mijn leven.
Elk jaar opnieuw wordt ik ermee geconfronteerd als ik die snotters de weg
naar de schoolpoort zie aanvatten.
Sommigen met een lach, anderen doen alsof omdat ze aan de hand van hun
ouders lopen en nog anderen slepen zich naar de school zoals ik in mijnen
tijd.
Vanaf het eerste studiejaar kan ik mij geen dag herinneren dat ik met een
blij gezicht naar de school trok.
Gebukt onder het gewicht van mijn boekentas, die ik nochtans maar met het
minimum vulde, sleepte ik mij op de dagen dat ik niet in ziekteverlof was
naar de school.
In de schoolpoort zag ik twee lange armen die eens ik binnen was me niet
meer loslieten.
In een klas met houten banken en een zwart bord versleet ik meer dan mijn
broek en hield ik er een gevoel van claustrofobie aan over.
Ik kreeg rillingen op mijne rug toen ze het krijt deden schreeuwen op het
bord of als mijne gebuur ijverig met zijne griffel zat te krassen op zijn
lei.
Mijn haar en mijn oren groeiden veel vlugger dan de rest omdat broeder Leo
er kwam aan trekken en sleuren om mij in de hoek te krijgen en op mijn
vingers tikte hij met dezelfde regel als deze waar hij onverstaanbare zaken
op het bord mee aanwees.
Volgens mij had ik veel beter vanaf het 1ste studiejaar Latijn gevolgd want
alle vakken bleken Latijn te zijn voor mij.
Geschiedenis, Aardrijkskunde, Nederlands, schoonschrift, rekenen en zoveel
andere vakken brachten mij van de wijs en ontregelden mijn dagelijkse leven.
In het eerste studiejaar zetten ze mij een telraam voor mijne neus maar mijn
vrijheid lag achter het raam van de klas waardoor ik de vogels vrij zag
vliegen en fluiten alsof ze mij aan het uitlachen waren.
Nee, ik was niet gemaakt om te studeren en dus moest ik de lijdensweg van
een dommerik ondergaan.
Ik kreeg zelfs vragen waar ik zelf het antwoord niet op wist, zoals, -Wat
komt ge hier eigenlijk nog doen op school of waarom hebt ge uw huiswerk weer
niet gemaakt?
Allemaal vragen waar ik alleen mijn schouders kon bij ophalen en waar ik als
antwoord van de meester een saflet op mijn oren kreeg voor al mijn
eerlijkheid.
Vaak hebben ze mij gezegd dat ik naar de toekomst moest kijken en mijn werk
beter vroeger maakte dan te laat.
Dat deed ik ook want ik schreef mijn straf soms al een week op voorhand
omdat ik toch wist dat het ik het vele werk niet zou kunnen bijhouden.
Een gebrek aan interesse schreven ze vaak in mijn agenda en dat omdat ik
zoals gevraagd naar de toekomst keek.
Wat kon het mij schelen waar “Kongo” lag, precies of dat ik ooit van uit
Gemeldorp de trein zou pakken naar Afrika.
Er heeft zelfs nooit een trein van uit Gemeldorp naar Afrika gereden maar
geen leraar die dat wou begrijpen.
Ik moest optelsommen maken en toen ik alles schoon had opgeteld moest ik
alles terug aftrekken ppfff…
Als ne mens nu eens spreekt over verloren werk en uren awel ik kan er van
meespreken!
In feite waren er twee dingen die ik graag deed in ’t school en dat was
turnen omdat ik daar redelijk goed in was en papiertjes rapen op de koer als
straf omdat ik er altijd heb van gehouden om buiten te zijn.
Met een lange stok met op het einde een nagel in prikte ik papiertje na
papiertje om het in de vuilzak te steken die ik achter mij aansleepte.
De dagen dat ze mij buiten zwierden in de klas waren voor mij de schoonste
dagen, ik genoot van de buitenlucht en vooral van al mijn fantasie waar ik
mij liet door gidsen.
Maar veel voornamer was misschien wel dat ik buiten veel meer leerde dan in
de klas zelf.
Van al die geleerden in mijn klas zullen er niet veel geweest zijn die het
verschil kenden tussen een merel een lijster en een spreeuw.
Om nog maar te zwijgen van de fruitbomen die ik kon herkennen zonder dat ze
blaren of vruchten droegen.
De kerselaar, de appelaar, de perelaar of de pruimelaar kon ik aan de schors
van de boom herkennen.
Ik genoot van de buitenlucht waar vliegtuigen witte strepen trokken in
helderblauwe luchten.
Misschien wel op weg naar Amerika of wie weet wel naar Kongo.
Toen ik de eerste zes jaar van mijn lijdensweg in het lager onderwijs achter
de rug had zaten ze thuis met hun handen in hun haar.
Ze waren alvast zeker dat ik geen dokter of ingenieur zou worden en dus
stuurden ze mij maar naar een technische school met de hoop dat het beter
zou gaan.
De grote vakantie voor mijn overstap waren we nog naar Lourdes geweest en
hadden ze thuis op een mirakel gehoopt maar het heeft niet mogen zijn.
Ook de technische richting bleek mij niet te liggen en dat had alles te
maken met school en omgeving en veel minder met de handenarbeid want naar
het schijnt kon ik zagen als de beste.
Nee nee, de interesse was er niet en de motivatie nog veel minder.
Mijn agenda werd gevuld met zoveel rode nota’s van de leraren dat ik zelfs
geen plaats meer had om mijn taken erin te kribbelen.
Op zestienjarige leeftijd besloot ik dat het genoeg geweest was, ik kieperde
het grootste gedeelte van mijn schoolgerief door het raam van de trein en
eens thuis riep ik in volle depressie dat ik geen schoolbank meer kon zien
en dat de rode vingers op mijn kaken niet van de leraar kwam maar dat ik een
schoolallergie aan het kweken was.
Ongelooflijk maar waar, ik hoefde niet meer naar ’t school!
Het was één van de mooiste dagen uit mijn leven en toen ik twee dagen later
bij mijn eerste werkgever binnenwandelde ging er een andere wereld voor mij
open.
Op zes maand tijd had ik al meer geleerd dan alle schooljaren samen en tot
op de dag van vandaag beklaag ik mijn beslissing geen minuut.
Door de jaren zet ik mijn ervaring op regelmatige tijdstippen wel eens op
papier en ik kan niet anders dan mij vasthouden aan mijn principes.
Zo heb ik ook dit jaar meegeleefd met al die leerlingen die tegen hun
goesting naar ’t school gingen, maar ook mijn respect getoond voor deze die
wel de kracht en motivatie hebben om hun studies te hervatten op de weg van
één of ander diploma.
Groetjes chauffeurke
Terug naar 'Lierde onder
de pen'
Terug naar
homepage Lierde Online
|