Lierde onder de pen


PASEN VROEGER EN NU


Zoals elk jaar ontwaakt de paashaas uit zijn winterslaap met de klokken van Rome en dat is tevens het teken dat de kleine en soms grote snotters op zoek gaan naar de paaseieren.
In mijn jonge jaren was het bompa die voor paasklok speelde en de eieren zo wist te verstoppen dat ze zeker gevonden zouden worden na een avontuurlijke zoektocht.
Tussen de struiken, in de laurier of naast de peterselie.
Hier en daar moest hij mij zelfs optillen om in de bloempot op de vensterbank te kijken en hand in hand trokken we naar het kieken kot waar de paasklok een ei in chocolade naast de andere eieren had gelegd.
Regelmatig moest ik de eieren tellen in mijn rieten mandje zodat bompa wist of ik het aantal had gevonden die hij verstopt had.
Vroeg in de ochtend, in pyjama en onze voetsporen nalatend in het natte gras bedekt met ochtenddauw bij een rode opkomende zon omdat we niet konden wachten.
Vaak een week aan een stuk kregen we te horen dat de klokken uit Rome gingen komen en iedereen geloofde het nog ook.
Maar met de jaren groeide ook het kleine verstand en na een paar jaar wisten zelfs de meeste gelovigen dat Sinterklaas zo min uit Spanje kwam dan de klokken uit Rome.
Laat staan dat de paashaas eieren zou leggen, hij zou dan zeker tot de beschermde diersoorten behoren en volgens de jagers was dat zeker niet het geval.
Pasen was in die tijd een feest en na het zoeken van het verloren ei moesten we met zijn allen uitgedost op zijn paasbest naar de paasmis.
Alle christenen vierden die dag uit het geloof dat Jezus opgestaan was uit de dood en ik moet zeggen dat de kerken toen nog vol zaten.
Na de paasbiecht kon de paaskaars aangestoken worden en na de paaspreek en het proeven van het lichaam van Christus stapten de vrouwen naar huis en de mannen naar het dichtstbijzijnde café waar ze de droge keel van al dat vasten terug konden bevochtigen.
Omdat de vrouw bij de haard in dienen tijd nog tijd had om te kuisen hadden ze de “paaskuis” in het leven geroepen en zo konden ze op zondag al eens wat volk uitnodigen voor een paasdiner.
Krokussen en paasbloemen versierden de borders naar de voordeur en zelfs de “lochting” (groentetuin) was mooi glad geharkt en van onkruid ontdaan voor het oog van elke bezoeker die er straks een sigaret zou komen roken of in het beste geval er zou komen wildplassen om de eerste groenten van natuurlijke bio mest te voorzien.
Grootmoeder stond in de keuken met de dochters terwijl de mannen bij een paar pinten bier hun verhalen vertelden.
De tafel was op zijn paasbest gedekt en na het kruisteken konden we beginnen slurpen van de soep en konden we het ene jaar proeven van het varkensgebraad en het volgende jaar van een kieken om wat afwisseling te brengen op het jaarlijkse paas menu.
De smaakpapillen van de kleine snotters waren nog niet volgroeid en af en toe trokken we al eens een vies gezicht als we iets niet lusten, waarop ons werd beloofd dat we na het leegeten van ons bord een stuk paasei zouden krijgen.
Maar in een katholieke familie werd er ook in katholieke termen gesproken en zo moest ik leren wat broederlijk delen was en kon ik daar met mijn mandje rondgaan bij alle tantes en nonkels en binnen de kortste keren zag ik mijn eieren smelten voor de zon, zelfs al was het die dag slecht weer.
Daar staat ge dan met een halflege mand en ogen vol waterlanders omdat ge zo uw best gedaan hebt om uren te zoeken naar een chocoladevoorraad voor enkele weken die door het broederlijk delen serieus geslonken was.
Maar bompa had wel altijd iets speciaals in petto voor mij en zo toverde hij een echte paashaas in chocolade tevoorschijn waar ik de oren mocht van afbijten.
Ja…, waar is de tijd hé?
Als ik vandaag de vitrines zie met alle chocoladefiguren stel ik mij de vraag of er nog van enig geloof sprake is.
Waarschijnlijk gaan de kinderen nog zoeken naar de paaseieren omdat het altijd een traditie is geweest maar zouden ze ook nog de betekenis van Pasen kennen?
Om nog maar te zwijgen van de evolutie van het paasei in al ons modernisme.
Onlangs nog stond ik in Brussel voor een vitrine met alle mogelijke chocoladevormen waar we vroeger zelfs geen idee van hadden dat het bestond.
Laat staan dat sommigen door de klokken van Rome zouden gebracht worden.
Naast de paashaas stond een paaskieken en de paaseieren zijn soms zo groot dat ze moeten gelegd worden door een paasdinosaurus.
Maar ook een paard met kar stond er in chocolade te pronken.
Het meest opvallende was wel een manneken-pis van chocolade en een naakte vrouw waarvan ze de borsten dan nog eens apart in zwarte en witte chocolade hadden gemaakt.
Ik kan u verzekeren dat er in mijnen tijd geen blote borsten op het menu van Rome stonden.
Ne mens vraagt zich af hoe ge daar moet aan beginnen want een oor van een paashaas afbijten lijkt veel simpeller dan aan de verboden vrucht te beginnen.
Zijn er nog waarden in het leven stel ik mij dan de vraag.
Natuurlijk draait de commercie op volle toeren en worden de paaseitjes veel kleurrijker ingepakt dan vroeger.
Vandaag de dag brengt de mens een ander beeld in al zijn fantasie en vertelt men de kinderen nog wel dat ze uit Rome komen zonder er verder bij stil te staan.
En daar sta je dan als kind in deze moderne wereld tussen al de verhalen van de grote mensen die de voorpagina’s van de kranten halen met de vraag of het niet Vangheluwe is of andere gestraften die ginder in Rome de eitjes moeten inpakken voor het paasfeest.
Och…, smaken verschillen en sommige paaseieren zullen steeds hun smaak behouden, alleen is het jammer dat bij sommige kinderen een wrange smaak nablijft.
Misbruikt en verbitterd zal Pasen voor sommigen een andere betekenis hebben, juist omdat ze de weg van het geloof bewandelden waar ze nu voor gesloten poorten staan.
Onze maatschappij sleurt zich verder dag na dag waar extremen en tradities elkaar afwisselen en dus kan ik niet anders dan ieder van u een doodgewone en zalige Pasen te wensen.
Gewoon zoals vroeger, toen we dachten dat de klokken nog echt uit Rome kwamen!

Groetjes chauffeurke









Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online