Lierde
onder de pen
De Ronde van Vlaanderen beschrijven of verwoorden is
zeer moeilijk omdat iedereen het evenement uit zijn eigen ooghoek bekijkt.
De zaterdag gaan duizenden wielertoeristen in het zadel zitten om gedurende
uren te ervaren wat de beroepsrenners de zondag afmalen terwijl zij dan
plaats nemen op het parcours om te supporteren of zich afgepeigerd in de
zetel laten vallen omdat ze nog steeds niet gerecupereerd zijn van hun eigen
prestatie.
Sinds verleden jaar heb ik ook een fiets en dus dacht ik maar om ook de
koersbroek aan te trekken om de ervaring beter op papier te zetten.
Het was 7u30 toen ik als opwarming met de fiets naar de start in Ninove reed
en veel volk was er nog niet te bespeuren.
Maar eens in Ninove aangekomen veranderde het straatbeeld plots in een
kleurrijk landschap van blinkende spaken.
Met duizenden begaven ze zich naar het vertrek en op zeker moment moesten we
zelfs te voet verder omdat rijden onmogelijk was geworden.
Omdat ik de keuze had van het aantal kilometers zelf te bepalen besloot ik
maar niet te overdrijven op mijn nuchter maag en koos (achteraf bekeken)
wijselijk voor de 75km.
Na het betalen van 25Euro kreeg ik het nummer 20333 en kon ik mij een paar
uur in het vel wanen van Cancellara of zelfs in al mijn fantasie terugkeren
in het verleden naar de tijd van Merckx.
Eens de schoenen in de klikpedalen zaten kon ik 200m verder al wringen om ze
er terug uit te krijgen want er was zoveel volk dat de straat zelfs niet
breed genoeg was voor een peloton van duizenden wielergekken.
Blijkbaar was ik niet alleen die mij een held voor één dag waande, aan het
materiaal en de uitrusting te zien waren sommigen al jaren voorbereid om
daar die ene dag te schitteren.
Na een paar kilometer begon het vlot te rijden en werd ik opgeslorpt in de
buik van het peloton.
Ik kan u verzekeren dat als ge nooit in een peloton gereden hebt dat ge niet
veel van het landschap ziet, temeer ik niet de enige bleek te zijn zonder
pelotonservaring.
Maar hoe meer kilometers ik onder de wielen kreeg hoe beter het ging.
Vooral op platte stukken kon ik de massa goed volgen en ik was zeker niet
zinnens hier het eerste uur te demarreren.
Het Ronde-parcours is natuurlijk uitgestippeld om de mens in het zadel ook
het ronde-gevoel te geven en daarom liggen er verschillende stukken bergop
in waar het peloton plots een ander figuur krijgt.
De massa wordt plots omgetoverd tot een lange sliert van zuchtende en
kreunende sportievelingen en dan heb ik het vooral over deze die naast en
voor mij reden in de staart van het peloton.
Pijnlijk hoe sommigen u daar 10km rapper voorbijrijden op momenten waar je
wel een duwtje zou kunnen gebruiken.
Je ziet ze niet alleen van je wegrijden, je voelt plots ook de pijn van die
ongetrainde benen terwijl het snot van je neus over je lippen loopt en je
zelfs de kracht niet hebt om je stuur te lossen om je schoon te wrijven voor
deze die langs de weg foto’s staan te trekken.
Eens boven duikt de massa dan naar beneden op smalle veldwegen en het is
beter van zich dan geen vragen te stellen om zichzelf geen schrik aan te
jagen.
Op een paar centimeter van het voorwiel van mijn voorligger en tussen een
paar voorbijrazende renners die blijkbaar gehaast waren en anderzijds een
beek met een waterkieken die ook al niet meer durfde over te steken
probeerde ik heelhuids beneden te raken.
Veel tijd om te rusten of de concentratie te verliezen was er niet want de
hindernissen volgenden elkaar op.
Het kwam er vooral op aan van mijn eigen tempo te rijden en blijkbaar lag
dat een heel stuk lager dan de duizenden die mij daar voorbijvlogen.
Zelfs toen ik in het wiel zat om mij uit de wind te zetten en mijn
voorligger teken deed met zijn elle boog om over te pakken schudde ik van
nee en riep dat ik een ploegmaat voorin zitten had, waarop hij mij aankeek
alsof ik zot geworden was in een peloton van duizend man.
Na 20km (met de opwarming40km) moesten we daar plots in de remmen gaan omdat
we aan de eerste controlepost kwamen.
Het strafste was dat sommigen hun kaart al verloren waren en dus zelfs geen
bewijs meer hadden voor controleur of moeder de vrouw die er zeker zou aan
twijfelen of manlief nu wel had deelgenomen met zijn ingesmeerde kuiten.
Ik moet zeggen dat de organisatie van in het begin voortreffelijk was en ook
bij de controlepunten liep alles gesmeerd.
Nu ik stilstond kon ik eindelijk eens eten en drinken want dat had ik
onthouden van op tv dat een coureur op tijd energie moet opslaan.
Geen steak, trippen of koteletten op het menu maar van die energierepen en
wat de drank betrof hoefde ik daar bij de eerste controlepost ook geen
“Leffe of Chimay” te bestellen maar terug van die energie Boosts.
Toen ik daar aan dienen controleur vroeg of het nog ver was wist hij mij te
zeggen dat ik 20km had gereden en dat ik er nog 55 voor de boeg had.
Om zeker te zijn heb ik dan maar een stuk of tien van die energierepen in
mijne zak gestoken en zes blikjes red bull.
Persoonlijk had ik het nog nooit gedronken maar ik had wel gehoord dat een
mens er vleugels van kreeg.
Met alles wat ik daar bij de controlepost had meegenomen woog ik direct
2kilo zwaarder en dus kwam het er op aan van zo vlug mogelijk energie op te
slaan en een groot deel van mijn bevoorrading naar binnen te spelen.
Ik kan u verzekeren dat ge na vier blikjes red bull uw ogen niet meer toe
krijgt en dat het toerental van mijn pedalen niet meer overeenstemde met wat
mijn benen wilden.
Met mijn 84 kilo stoof ik daar plots naar beneden om iets verder de eerste
kasseistrook te nemen waar ik blijkbaar niet teveel moeite mee had.
Hoewel, het kwam er vooral op aan van de drinkbussen te ontwijken die
tientallen renners al hadden verloren maar voor de rest was het aan mij om
te tonen hoe goed ik me voelde op.
Met goed bedoel ik dan mijn benen want door mijn snelheid en het schudden en
bibberen op die kasseien had ik al twee keer op mijn tong gebeten tijdens de
coördinatie van mijn ademhaling.
Maar blijkbaar zijn die energiedrinks vlug uitgewerkt en bij de volgende
beklimming stoven sommigen mij met de glimlach terug voorbij en deed ik maar
alsof ik op een ploegmaat aan het wachten was om mijn stilstand niet teveel
te doen opvallen.
Het peloton was ondertussen in stukken gebroken en soms reden we met twintig
en dan weer met twee.
Het aantal werd vooral bepaald door deze die ik kon volgen en ja ook
Cancellara zal al wel eens slechte benen hebben zekerst!
De Vlaamse Ardennen heb ik steeds met schoonheid beschreven toen ik er ging
wandelen maar vandaag kan ik ook schrijven hoeveel men er kan afzien.
Beukend tegen de wind onder een zon die je uitlacht op wegen waar nog geen
subsidie gevonden is om de putten te repareren.
Verschuivend op mijn zadel om steeds de beste positie proberen te vinden
terwijl anderen die al lang gevonden hadden.
Maar het begon te korten en ik pepte mezelf op dat de eindmeet in zicht was.
Na de tweede controlepost waar ik zes bananen en vier honigkoeken naar
binnen speelde bleven er maar de Parikberg, de muur en de bosberg voor ik
zegevierend over de eindmeet zou rijden.
Ja, de muur is een fenomeen op het parcours en hoe dichter we kwamen hoe
meer volk er stond om ons aan te moedigen.
Maar ne mens kan het zich van uit zijne zetel niet voorstellen hoe men aan
de beklimming van de muur begint.
Schakelend, tellend, zwetend, zuchtend en kreunend tussen een massa
supporters die je zelfs niet kent.
Ze schreeuwen je wel naar boven als het moeilijk gaat en als renner in de
huid van een Merckx wil je dan ook niet opgeven.
Het zijn niet alleen de tanden van het versnellingsapparaat die kraken en de
laatste druppel zweet perst men uit zijn lichaam om hier onder de ogen van
onbekenden geen voet aan grond te moeten zetten.
En helpt het schreeuwen niet dan helpen sommigen je wel met een duwtje naar
boven tot aan de kapelmuur waar ne mens zelfs geen tijd heeft om een kaars
te doen branden voor eender welke Heilige die je kan helpen bij de laatste
kilometers.
Eens boven ruik je de aankomst en weet je dat er maar juist de bosberg is
die je nog stokken in de wielen kan steken.
Het is kijken naar de anderen om te zien hoe goed ze nog zitten en hopen dat
ze evenveel zweten en afzien als jij.
Daar is hij dan na een strook vals plat, de laatste hindernis en eens boven
is het als een opluchting.
De kilometers die nu nog komen zijn veel minder zwaar en rij je met plezier.
Genietend van het landschap omdat ik de vorige kilometers niet veel gezien
had.
Aftellend tot je daar plots de meet in zicht krijgt waar helden geboren
worden en je onder een stralende zon kiekenvel krijgt.
De emotie geeft je een adrenalinestoot en ik stelde me zelfs de vraag of ik
nog zou spurten zonder te weten of ik nu als 1000ste of 10.000ste zou
eindigen.
Met één hand in de lucht omdat ik beide niet durfde los te laten reed ik
over de meet.
Gelukkig en voldaan omdat ik ’s anderdaags zou kunnen terugblikken hoe ik
had afgezien.
Met nog meer respect kijk ik nu naar die renners van uit mijn luie zeten en
voel ik hoe ook zij afzien in onze Vlaamse Ardennen.
Groetjes chauffeurke
Terug naar 'Lierde onder
de pen'
Terug naar
homepage Lierde Online
|