Lierde onder de pen


UW COMMENTATOR OP EN NAAST DE FIETS


Al maanden draaide de organisatie voor het WK voor journalisten op volle toeren en op donderdag 16 september ging het pas echt van start.
De tribune en het podium stonden voor het gemeentehuis te schitteren, de eindmeet was getrokken en in het gemeentehuis was het een geloop van jewelste.
Het leek wel of er in de gangen ook al een WK aan de gang was waar burgemeester, schepenen en het personeel van de verschillende diensten zenuwachtig heen en weer liepen om alles tot in de puntjes te verzorgen.
De eerste renners kwamen zich melden en met welkomstpakket en rugnummer konden ze het gemeentehuis verlaten om iets later het parcours te verkennen of de uitstap te maken naar het Ronde van Vlaanderen museum.
En ik…ik begon te beseffen dat er daar voor mij ook een rugnummer lag om op zondag mee te draaien in het WK circus.
Ik zou van de eerste dagen gebruik maken om vooral de renners in het oog te houden al was het maar om mijn kansen in te schatten en de fysiek te vergelijken daar waar vergelijken mogelijk was.
Donderdagnamiddag trok een kleine delegatie richting Oudenaarde onder leiding van Serge Baguet.
Mij hadden ze gezegd dat ik de laatste dagen moest rusten en dus koos ik voor de wagen onder de deskundige leiding van Herman en Rikes.
Twee mannen die echt gebeten waren van de koers en die mij vertelden hoeveel kilometers ze in de wagen doorbrachten.
Uren zaten ze achter het stuur want ook dat maakt er deel van uit.
Tussen de anekdotes door hing ik mijn lijf door het kleine raam om wat foto’s te trekken en het viel mij vooral op hoe soepel die mannen de Vlaamse heuvels beklommen.
Geen getrokken gezichten, geen pijnlijke rimpels, nee er was zelfs geen vermoeidheid te zien.
Sommigen konden zelfs nog lachen voor de foto alsof het dagelijkse kost was.
De eerste stop was in brouwerij Roman en wijselijk koos ik voor een limonade daar waar sommigen voor het zwaardere bier kozen en ik mijn kansen plots terug zag stijgen.
Maar niets was minder waar, het leek hen potverdekke deugd te doen en het was alsof Adriaan Brouwer nog kwam helpen om de pedalen rond te duwen.
In het Ronde museum kregen we onder leiding van Freddy Martens de uitleg van hoe het vroeger en nu was.
Een film toonde ons wat een “Flandriën” was die in weer en wind kon afzien en vooral met welk materiaal ze in die tijd de kasseien en heuvels moesten bevechten.
Ieder van ons begon wat te dromen en ver van de realiteit bekroonden we ons zelf met de titel van Flandriën alsof het zo eenvoudig was.
Na het bezoek trokken we nog even naar de cafetaria waar ik met Serge Baguet en zijn vader Roger aan tafel zat en waar de gesprekken over de koers en de renners gingen.
Herman en Rikes knikten als mijn vraag over de voeding ging en dat ze vroeger wel verschillend zal geweest zijn met vandaag.
Gedaan met trappisten met een ei en ook de biefstukken zijn van het ochtendmenu geschrapt.
Zo trokken we terug richting Lierde om er ’s avonds af te spreken in de grote feesttent.
De tafels werden gevuld met niets dan glunderende gezichten en na de speeches werden de ploegen voorgesteld.
Omdat het een WK was kwamen ze van verder dan “Molierde” en “Gemeldorp” en stonden dus naast onze (nu nog) Belgische vlag vele andere te prijken.
De avond werd afgesloten met muziek en zang en was de voorbode van een mooi Wereldkampioenschap.
Op vrijdag was er nog een uitstap voorzien naar Geraardsbergen en met een tussenstop op de markt waar ik niet anders kon dan ze het “Manneken-Pis” tonen en waar ze gretig een paar mattentaarten naar binnen speelden.
Met de wagen haastte ik mij naar de top van de muur om te zien hoe die mannen daar zouden naar boven kruipen en zo misschien terug mijn kansen zien stijgen maar ’t was verloren moeite.
In het wiel van Serge Baguet reden ze vlot naar boven en het enige wat ze wisten te zeggen was dat de kasseien niet zo effen lagen als dat ze hadden gedacht.
Maar elk gesprek ging zonder blazen of zweten en dat vertelde veel over hun fysiek.
De zwarte priester kwam de fietsen wijden en ik viel juist buiten de druppels van de in wijwater gedrenkte palmtak en wist toen dat ik op mezelf aangewezen was.
Het beste om alles in te schatten is natuurlijk naar de koers zelf kijken en dus trok ik met mijn lief naar de ploegentijdrit.
Toen we de eerste zagen passeren hebben we elkaar eens aangekeken en las ik in haar ogen “chauffeurke ge gaat gij daar toch niet mee koersen met die mannen”?
Tegen hoge snelheid zoefden ze ons daar voorbij en stelde ik mij de vraag of die journalisten al hun schrijfsels over coureurs, doping, goud, zilver en brons niet hadden gebundeld tot een versterkte motivatie in het zadel.
Blinkende spaken onder een frame van carbon en liggend op het kromme stuur met een helm in de vorm van een frisco op het hoofd vochten ze tegen de tijd.
Strijdend alsof hun leven ervan afhing en soms ging het zo snel dat ze zelfs wazig op de foto stonden.
De prijzen werden verdeeld en de avond werd terug feestelijk afgesloten.
Op zaterdag was het niet anders, hoewel ze dan individueel aan de tijdrit moesten beginnen.
In het zog van de motards en met de concentratie op oneindig draaiden de gespierde en geschoren benen door het landschap van Lierde.
Snel en soepel, twee woorden die ik daar pas ontdekte en die in fel contrast stonden met mijn pedaalslag van de voorbije dagen.
Maar de koers is ook de mens in de straat die er als toeschouwer of supporter staat.
Nonkel Gerard vertelde dat hij zou supporteren en zo had ik ook mijn eerste supporter binnen.
Thuis hadden ze altijd een fietsenwinkel gehad en wie was er beter geplaatst om over de koers te klappen.
De eenvoudige gesprekken waar een mens zich goed bij voelt tijdens een reis door zijn of haar herinneringen.
Aan de tempel stond er daar ook een groep van zeker tien man en toen ik het fototoestel bovenhaalde kwamen er nog vier bij.
Allé; als ik iedereen op de foto zou zetten had ik zeker tien supporters bij en ik zou ze blijkbaar meer nodig hebben dan alle andere coureurs samen.
Mijn laatste halt was in café de Kartuizer en ook daar genoot ik van de mens achter het woord waarvan ieder zijn verhaal en gedacht had over de koers.
Ik was er jaren niet geweest en nu twee dagen na elkaar waar ik kennis maakte met baas en bazin Dirk en Katlijn.
Twee “Leffe’s” verder trok ik naar huis want het moment om mij te soigneren was aangebroken.
Zondag was de grote dag!
Opgestaan met knikkende benen die mijn lief iets later zou masseren met olijfolie en hoewel ik van plan was om een biefstuk als ontbijt te nemen om er kloek op te staan kreeg ik geen beet door mijn keel.
Ik had al vele uitdagingen achter de rug maar blijkbaar was het hier een beetje hoog gegrepen.
Chauffeurke is een typetje (hoewel soms realiteit) maar dat verandert niets aan mijn fysiek.
Ik moest mij een beeld schetsen van wat mijn streefdoel was en het eerste doel zou het halen van de eindmeet zijn.
Als opwarming reed ik van Deftinge naar de start en onderweg waren er nog bezig aan het opwarmen wat in mijn ogen bijna koersen leek.
15 minuten voor de start drong het pas echt tot mij door dat ik officieel ingeschreven was.
Het startblad tekenen en dan plaats nemen tussen de verschillende landen die vertegenwoordigd waren door stevige benen en kuiten.
De verschillende oliën prikkelden mijn neusgaten en de stress deed de kuiten opstijven.
Er werd afgeteld en daar waren we vertrokken!
Ik denk dat die mannen dat niet goed begrepen hadden want ze zijn daar beginnen spurten alsof ze maar één ronde moesten rijden en na 500m kon ik als reporter op de fiets al het achterste van het peloton beschrijven.
Vaak zag ik mijn wieleridolen op tv maar stond er nooit echt bij stil hoe moeilijk koersen was.
In de buik van het peloton rijden zonder uw voorganger te doen vallen, de snottebellen van de snuiters ontwijken, het tempo houden en drinken en eten tijdens het koersen.
Na 1 ronde reden we met drie afgescheiden van het peloton.
Euh…versta me niet verkeerd als ik zeg afgescheiden bedoel ik dat we met drie achteraan reden.
Ik had alles nog onder controle en omdat ik al gezien had dat echte profs eten en drinken op de fiets had ik ook geprobeerd van hetzelfde te doen.
Awel ik kan u verzekeren dat het niet eenvoudig was en dat die vloeibare suikers meer aan mijn stuur plakten dan aan mijn lippen.
Twee toeren heb ik afgezien voor ze mij uit koers namen omdat de anderen ons waarschijnlijk zouden inlopen en dat we zo op kop zouden rijden.
Vandaag ben ik een ervaring rijker en weet ik dat er nog veel getraind moet worden voor ik volgend jaar naar Italië kan afzakken.
Hoewel ik mijn uidagingen misschien eens ergens anders moet zoeken
Tot laat in de avond werd er nog nagepraat en het WK voor journalisten werd afgesloten met een paar stimulerende dranken zonder teveel vloeibare suikers.
Kurt de Gelas en het volledige organisatie team kan terugkijken op een geslaagd WK.
Ja, wie weet hoelang het duurt eer we nog eens zo’n evenement over onze landelijke wegen krijgen.
 

Groetjes chauffeurke



Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online