Lierde
onder de pen
Wat is er nu leuker dan een dagboek bij te houden.
In feite kan het ook een onderdeel van een cursiefje worden hé.
Zoals elk jaar schreef ik mij een week verlof voor om even tot rust te komen
in één van de winterlandschappen in Frankrijk.
Rust is in feite veel gezegd want als ge op wintersport gaat en ge hebt een
gans jaar niet gesport dan kan dat wreed vermoeiend zijn.
Het begon de vrijdag waar we de grens van de werkweek naar deze van het
verlof verlegden.
Meestal reserveer je de reis lang op voorhand en plots staat de vertrekdag
voor de deur en moet het inpakken beginnen.
Na een dag laden en sleuren stonden we eindelijk klaar om te vertrekken.
De lijst in de hand om voor de zoveelste maal te checken of we niets
vergeten waren, hoewel we dat toch maar ter plaatse ontdekken.
Vrijdag 1 februari:
Vertrek uit Deftinge om 18u00 voor een rit van ongeveer 950km naar de Franse
alpen.
In de Ardennen zien we de eerste sneeuw liggen en stellen ons de vraag of
het wel nodig is om nog verder te rijden.
Na een tankbeurt in Luxemburg rijden we verder tot de omgeving van Vesoul
waar we onder de kerktoren even tot rust komen.
Ik zeg wel even want om het uur sloegen de klokken tweemaal het uur.
Om vijf voor drie slaan ze drie maal en om zeker te zijn sloegen ze om drie
uur nog eens drie maal.
Na ongeveer drie uur met drie personen te hebben uitgerust in de wagen stap
ik even uit om te zien hoe het voelt geradbraakt te zijn van achter je stuur
te slapen.
Na een paar strekoefeningen in de donkere en koude nacht rijden we verder
tot Albertville.
Zaterdag:
Het is al lang zaterdag als we Albertville bereiken en we beslissen er even
een halt te houden alvorens naar onze eindbestemming te rijden.
We hebben geluk, het is rustig in de stad en kunnen dus rustig flaneren
tussen de winkels die allemaal gesloten zijn onder de middag.
Ja, in Frankrijk moet je tussen 12u en 14u geen boodschappen gaan doen want
alles is er dicht.
Zelfs voor het raam van een voedingszaak waar de gevulde broodjes achter de
vitrine liggen blijven we op onze honger zitten.
Na een goedkope stop rijden we verder naar onze verblijfplaats en ook daar
is het nog siëstatijd.
De ene mag al wat langer slapen dan de andere en dus gaat de receptie van
het appartementencomplex maar om 16u open.
Een massa volk staat er al te wachten, vooral jeugd die waarschijnlijk met
bussen zijn aangekomen.
We besluiten dan maar een wandeling te maken ondertussen en achter onze
skipassen te gaan.
Zo nemen we ook voor de eerste keer dit jaar de “telecabine” naar het
centrum van Meribel.
Het valt op dat er veel meer sneeuw ligt dan de andere jaren en dat kan
alleen maar een goede zaak zijn om straks op de latten te staan.
Na een wandeling en een lange dag vinden we ’s avonds eindelijk rust in één
van de appartementen waar we binnen de kortste keren aan een snurkconcert
beginnen.
Zondag:
Een prachtige dag kondigt zich aan met de bergtoppen in de schijnwerpers te
zetten.
De skipakken worden uit de zakken gehaald en zoals elk jaar is het even
wringen om de overtollige kilo’s tussen de bretellen te krijgen.
Nog even checken voor de spiegel en we kunnen vertrekken.
Tijdens onze tocht naar de skipistes genieten we van het landschap dat er
maagdelijk wit bijligt.
Wat ons opvalt, is dat er precies minder volk is dan andere jaren,
waarschijnlijk omdat het krokusverlof voor ons Belgen in een andere periode
valt.
Het is even wennen om terug de ski’s aan te binden en tot aan de skilift te
glijden, maar iets later zitten we te bengelen aan één van de kabels waar de
stoeltjesliften aanhangen.
Zes plaatsen naast elkaar met een debiet van 3000 personen per uur.
Naast ons een persoon waar ons kiekenvel in fel contrast staat tegen zijn
bruingebrande huid.
Aangekomen boven halen we eens diep adem omdat we toch ook voor de goede
lucht gekomen zijn en na een “ok” duiken we de diepte in op een rode piste.
De kleuren geven de moeilijkheidsgraad aan hoewel ik daar na meer dan
twintig jaar niet meer naar kijk.
Sommige zwarte pistes laat ik wel links liggen om het voor mijn zoon niet
als een sleur te laten overkomen maar van de andere kleuren genieten we ten
volle.
De eerste afdalingen laten mijn beenspieren zich al voelen.
Een manifest van een jaar niets doen trekt samen in mijn bovendij en af en
toe moet ik op mijne kleine roepen van het wat kalmer aan te doen omdat ik
geen twintig meer ben en omdat hij dat ook nog moet worden.
Af en toe probeer ik het landschap te vergelijken met dit van ons Lierde,
maar zelfs in Geraardsbergen of de Vlaamse Ardennen zijn onze toppen te
klein om een vergelijk te vinden.
De prijzen kan ik wel vergelijken en een pint in “Café molenhof” is er de
helft tot een derde van de prijzen hier.
“Aprés ski” is er vandaag ook niet bij want moe en uitgeput vallen we ’s
avonds op ons bed.
Maandag:
Het was aangekondigd en meestal hebben ze hier gelijk in de streek als ze
het over het weer hebben.
Een dag met sneeuw en dus vallen de vlokken ook met pakken uit de lucht.
De wegen zijn op sommige plaatsen bedekt met een dik sneeuwtapijt en we
besluiten maar om er een wandeldag van te maken.
Van Meribel centrum naar Le mottaret.
Een afstand van 4km en dat is niet meer dan even rond de Gavers te lopen.
Hoewel…het is 4km klimmen en dit op een weg waar we soms tot boven de enkels
in de sneeuw staan.
Na 500m moest ik mij even aan een boom vasthouden om mijn longen te vullen
en mijn hartslag wat te doen dalen.
Ja, wandelen is gezond!
Ook hier vielen we ’s avonds als gestelde lichamen in dromenland.
Dinsdag:
de zon is terug van de partij en we binden terug de latten aan om op
avontuur te vertrekken.
Af en toe een stop om wat foto’s te nemen en ik denk dat ik per dag zo’n
drie kilo foto’s trok.
Af en toe houden we ook een pitstop op een terras en ik moet zeggen dat ge
na een paar witte wijntjes veel beter kunt slalommen.
Het valt ook op hoeveel de spieren te verduren krijgen als ze een gans jaar
in rust achter het stuur of in de zetel gezeten hebben.
De competitiedrang bekruipt ons maar heel af en toe en we doen het vooral
kalm aan om te genieten van het landschap.
Hoe eigenaardig het ook is, plots staan we daar op een hoogte van 2495m en
begin ik toch wel aan mijn Lierde te denken zekerst.
Nee, niet onmiddellijk heimwee omdat ik toch weet dat ik na een week terug
thuis sta, maar meestal even vergelijken.
Woensdag:
Het weer is terug wat minder en we besluiten van te gaan wandelen naar
Pralognan een dorpje dat gelegen is in niemandsland.
Het lijkt er wel het einde van de wereld.
Maar we misrekenen ons wat en eens boven staan we met de wielen in de
sneeuw.
Af en toe laat ik de wagen even slippen om mijn stuurkunst wat te testen
maar mijn lief stuurt mij met een kwade en bleke blik terug bij om de wagen
gedeisd te houden.
We besluiten er niet te lang te blijven en onze wandeling te verleggen naar
Moutiers in het dal waar de wegen goed berijdbaar zijn.
Donderdag:
Een prachtige dag die we indelen met ski en wandelplezier.
De wandeling gaat deze maal rond “Le lac de Tuada” een bergmeertje waar ook
de langlaufers rondjes trekken.
Het meer zelf is verdwenen onder een dik pak sneeuw en het zal
waarschijnlijk maar na april zijn dat er terug water zal te zien zijn.
Misschien komen we in de zomer wel eens terug om het verschil van winter en
zomerlandschap te bekijken.
Vrijdag:
’s Morgens kwam het al in ons op dat het onze laatste dag is!
We skiën naar een paar ongekende pistes en halen onze laatste capriolen uit.
Na een terrasje trekken we in de namiddag de skibotten uit om terug de
wandelschoenen aan te trekken naar “l’ altiport” van Meribel.
In de bossen rond het kleine vliegveldje dat op de skipiste gelegen is, is
het heerlijk wandelen.
De laatste stappen van een heerlijke vakantie die veel tekort was.
En op de rand van de bergflank zien we het dal liggen dat ons morgen terug
richting Lierde brengt.
Zo vlug staan we terug in het kleine Deftinge waar we het dagelijkse ritme
hervatten.
Aan de horizon van mijn gedachten zie ik de wit besneeuwde bergtoppen
terwijl mijn hart verder klopt op het ritme van onze kleine dorpen.
Groetjes chauffeurke
Terug naar 'Lierde onder
de pen'
Terug naar
homepage Lierde Online
|