Dat de tijden veranderen kunnen we niet
ontkennen en ook de mens volgt de weg van de verandering.
De gebruiken en rites van vroeger zijn meestal opgeborgen om vandaag de
lade van het modernisme open te trekken.
Toen ik onlangs een beetje met mijn gezondheid sukkelde dacht ik even na
over hoe het vroeger was.
Ja, zelfs in een snotvalling van vroeger zat enorm veel verschil met
deze van vandaag.
We keken nog naar een wereld door ramen in enkel glas en de centrale
verwarming was nog toekomstmuziek of stond zelfs helemaal niet op het
menu van de verbouwingen.
De kolenstoof of leuvensestoof dampte nog zwarte ringen op het plafond
rond een hesp die er hing te drogen en waarvan af en toe wat vet op de
veelkleurige tegelvloer viel.
Ja, vroeger bleek het vet geen taboe te zijn of werd er alvast minder
over gesproken.
Toen ik onlangs bij de dokter hing wist hij mij te vertellen dat ik
niets tekort had, in feite had ik zelfs van alles veel teveel!
Vooral de cholesterol baarde hem zorgen.
-Chauffeurke, uw cholesterol staat veel te hoog!
-Euh…ik voel daar niks van dat hij gegroeid is.
-Hij staat op 652 en dat ziet er niet goed uit.
Ik kreeg een ganse uitleg over de gevaren en dat ik mijn eetgewoontes
moest veranderen en dit en dat en…en ondertussen zag ik de pikuren en
baxters zo op mij afkomen.
In al mijn geneeskundige fantasie liet ik mij al vlug afzakken naar de
remedies uit grootmoeders tijd.
Ja, waar is de tijd dat ze met een snotvalling een doorgesneden ajuin op
mijn nachttafel kwamen leggen om de neus vrij te maken.
Het leek allemaal een beetje op de wijze van de grote toverdokter uit de
tekenfilms of de grote tovenaars uit de kinderboeken en toch werkte het
af en toe in de realiteit.
Moest ik hoesten dan werd al vlug naar de melk gegrepen om ze op te
warmen met wat honing, daar waar vandaag een donkere fles siroop met
slechte smaak op tafel staat.
Bij ons in de familie zaten er die al zeer vroeg last hadden van de
klimaatsverandering en die zo tropische winden kweekten in hun darmen.
Ja, dat kon bij ons thuis soms wreed stormen aan de achterdeur van het
lichaam en ook daar had grootmoeder haar remedie voor, een volle lepel
kummel in een halve liter melk koken was voldoende om de storm te doen
liggen.
Wat ik allemaal had aan kwalen en ziektes in mijn jonge jaren ben ik
ondertussen vergeten, maar ik zie mij nog af en toe liggen met vet bruin
papier op mijn borst en rug en haal af en toe staken ze een kaars in
mijn oor.
Ja, veel mensen geloofden nog in iets en dat was meestal ook hun
sterkte.
Ze geloofden niet alleen in de toverkunsten uit grootmoeders hoed, maar
ook dat er boven hen iemand was van wie ze hulp konden verwachten.
Hoeveel mensen omringd door ziekte gingen vroeger geen kaars aansteken
in één of andere kapel of gingen knielen om een gebed te prevelen.
De kapel van “den oudenberg” is er het schoonste voorbeeld van als je
ziet hoeveel dankwoorden er aan de muur hangen voor één of andere
genezing.
Er werd in de jaren “stillekes” anders geleefd en de mensen moeste hun
anders behelpen dan de dag van vandaag met veel minder middelen.
De ziektes zijn er altijd geweest en vandaag word er waarschijnlijk meer
aandacht aan besteed.
Daar waar vroeger de pot zwarte zalf uit de kast werd gehaald om een
zweer te bestrijden, kan je vandaag een keuze maken uit een catalogus
waar zalven, pillen en poeders met moeilijke namen aangeprijsd worden.
Natuurlijk stond de geneeskunde vroeger niet waar ze nu staat en ging de
mens zelf al eens op onderzoek om misselijkheid of pijn te onderdrukken.
Velen bleven zelfs lopen met hun kwaal want ze konden “’t werk ni
verletten”.
Voor anderen was een bezoek aan een dokter dan weer een dure bedoening
en zo bleven ze hun miserie dragen tot ze soms niet meer anders konden
dan bij “meneer doktoor” binnen te stappen.
Ja, het waren soms rare tijden!
De mensen hadden zelfs hun eigen doktersjargon dat ver van de Latijnse
benamingen stond maar waar iedereen begreep waar iemand aan leed.
Het waren woorden waar de doodgewone mens begreep waar hij of zij aan
toe was.
Sommigen staan genoteerd in het dialectische boek over Lierde en kunnen
soms leuk klinken terwijl de realiteit wel anders was.
-“k ben vandoage gieene cent wieerd” had niets te zien met geld maar wel
dat de persoon zich niet goed voelde.
-“ hij zie zu blieek as een loaken”, “zu ruud as nen hoane” of “ zu moei
as nen hond” wees er ook op dat de iemand niet in topvorm was.
Bij iemand die “zu iet as een kole vier” was bedoelde men dat hij koorts
had.
Ja, ’t was den tijd dat ze “scheel van ‘d huufpijne” waren of dat ze “gieen
sjieke wieerd woaren”.
Ne mens moest maar in zijne vinger gesneden hebben en vanaf een zekere
diepte kon je zeggen “hij was lieelijk geskalodderd” (toegetakeld).
Het was in feite een periode, hoe meer men over de ziekte sprak hoe
erger het werd.
De volksmond bracht niet altijd genezing maar wist wel steeds een
middeltje uit grootmoeders kast.
En ook in de tijd van de grootmoeders bestonden er al middeltjes uit
grootmoeders tijden waar de vervaldatum nog niet bestond.
Soms waren er zelfs helemaal geen dokters nodig want familie of buren
wisten wel iets tegen” de bozze of den uerlap”( bof of dikoor).
De ziektes van nu hadden vroeger andere namen bij de gewone mens en ze
streefden dan ook zoveel mogelijk naar gewone en goedkope oplossingen.
“’t vliegend noteflesijn” (acuut gewrichtsreuma),” ’t vier in den
buik”(buikvliesontsteking),”ne knuep in de derms”(darmobstructie) of “’t
dobbel fleurus” (longinfectie) klinken nu misschien komisch in de oren
van onze jeugd terwijl dat vroeger helemaal niet om te lachen was.
Ja, van “ne korte oasem” kon een mens al sterven als hij versleten was!
Hoewel ik nog vaak de woorden van vroeger gebruik heb ik soms schrik dat
ze er de middeltjes niet meer voor hebben.
De tijd dat ik mijn ogen dopte met kamillebloemen is voorbij en vandaag
wrijf ik een zalf waar ik dan weer uitslag van krijg.
Voor de huiduitslag neem ik dan weer pilletjes en daar krijg ik zeer van
aan mijn maag, maar ook daar heb ik een doosje poeders voor staan.
Och…ik denk dat ik het mij allemaal niet teveel ga aantrekken en straks
zoals mijnen bompa deed, een goede scheut cognac in mijne koffie gieten
tegen de keelpijn dat komt.
Groetjes chauffeurke