Lierde onder de pen


 CHAUFFEURKEN NAAR 'T KLOOSTER


’t Was den 18e mei jongstleden, dat er hier een wagen stopt aan mijn deur om mij de weg te vragen.
Het is niet de eerste maal hoor dat ze hier in onze kleine gemeente verloren rijden.
Meestal stuur ik ze met een grote boog naar hun bestemming omdat ze zeker iets van onze landelijke gemeente zouden onthouden na hun bezoek.
-Dag meneer, zou u ons de weg naar het klooster kunnen uitleggen?
Ik ging natuurlijk niet vertellen dat ge het klooster van in mijnen hof kon zien staan, en dus ging ik het wel op mijn manier uitleggen.
Wreed curieus als ik ben kom ik dan ook na enige uitleg te weten waarom de mensen in onze gemeente moeten zijn hé.
-Euh…ja laat mij eens peinzen…hmmm,awel als ge van hier naar Hemelveerdegem rijdt en daar de wegwijzer naar St-Maria-Lierde volgt, dan moet ge euh…de pijl volgen naar St-Martens-Lierde en daar hebben ze wegwijzers gezet naar Deftinge.
Als ge die weg volgt dan komt ge in het centrum van Deftinge uit en euh…daar moet ge het nog eens vragen hé.
-Oei…’t is te hopen dat we het vinden, want we moeten op tijd zijn voor een verjaardag.
-Euh…een verjaardag, en is dat dan met taart en champagne en….
-Ja, dat zal wel want ’t is voor een verjaardag van 175 jaar.
-Wablief, 175 jaar?
Ik wist nu wel dat ze in het klooster wreed oud worden, maar 175 jaar?
Ik daar direct op mijne “vélo” gesprongen en naar het klooster gereden om mijn licht te gaan opsteken.
Ja, het klooster heeft altijd een speciale indruk op mij nagelaten en dat zijn zo van die momenten waar een mens ook binnen de muren van het klooster eens kan gaan kijken hé.
Aan de gevel hingen de vlaggen uit en hoe eigenaardig het soms kan verlopen, na dagen van regen scheen de zon met volle stralen op de gevel van het klooster.
Aan de ingang stond er een zuster om de mensen te verwelkomen, en ik kon al direct zien dat ik niet alleen zou zijn om van die taart te eten.
-De goede morgen zuster.
-Goede morgen, komt u ook naar het verjaardagsfeest?
-Euh…ja ja, maar ik ben mijn uitnodiging thuis vergeten.
-Iedereen is hier welkom hoor, als ge uw “vélospelden “ hier aan de kapstok hangt mag je verder lopen naar de kapel.
Een mens kan eens lachen en zeveren, maar toen ik het klooster binnen trad stapte ik tevens een wereld van geschiedenis en herinneringen binnen.
Ik stapte niet alleen het klooster binnen maar ook de school van mijn moeder en andere familieleden die haar waren voorgegaan.
Aan de ingang van de kapel stond zuster Jeannine om de mensen een plaats te geven, maar al vlug bleek de kapel te klein.
Het was de eerste keer dat ik in de kapel van het klooster een eucharistieviering ging meemaken en dus bleef ik stil op een stoel zitten.
Ik kijk dan meestal naar de detailles en wat mij opviel was dat de kapel zeer modern geworden was door de jaren.
Een mooi kleurig glasraam in rood en geel deed er zelfs bij regenweer een warmte binnenstralen.
Vooraan namen de zusters plaats die hier na vele jaren inzet in de congregatie tot rust komen.
Ja, het was niet de verjaardag van één zuster, maar van alle zusters (het klooster).
Het begon op een 18e mei 1832 onder leiding van Johannes Van Damme.
De “armenschole” was van onschatbare waarde zoals het al meerder malen in andere geschriften beschreven is.
Het waren de jaren waar namen klonken als:Eerwaarde moeder Engelberta, eerwaarde moeder Scholastica, eerwaarde moeder Candida en zo meer.
Ik ben geen geschiedkundige schrijver en ga mij dus ook niet wagen om de evolutie met data onder ogen te brengen.
Nee, ik beschrijf de mens in onze dorpen en het leven van elke dag.
En ook hier in het klooster heerste het dagelijkse leven.
Ik zat al ver in mijn gedachten verdoken, toen plots het orgel begon te spelen en Monseigneur Van Looy naar het altaar liep om de mis voor te dragen.
Achter mijne rug hoorde ik het koor zingen, en met gesloten ogen leek het engelenkoor wel te bestaan.
Door de woorden van Monseigneur Van Looy en later ook deze van onze Burgemeester probeerde ik mij in te leven in het verleden.
In feite was elke stap in het verleden een soort van gebed op weg naar…
Het klooster, de kapel, de zusters, de leerlingen en elke mens die ermee te maken had probeerde ik een plaats te geven en voor ogen te krijgen.
Mijn moeder kon ik het beste voor ogen krijgen, en met haar in gedachten ging ik op wandel door de herinneringen.
Na, de eucharistieviering was er de receptie, maar er waren zoveel andere zaken te ontdekken voor ik een glas met bubbels aan mijn lippen zou zetten.
Ik had al een paar keer horen praten over de tuin van het klooster en dat zijn van die plaatsen die mij aanspreken.
Ik vroeg aan één van de zusters of het zou toegelaten zijn een kijkje te nemen en met haar jawoord trok ik de tuin in.
Daar stond ik dan tussen het groen, waar ooit ook mijn moeder liep.
Een paar houten banken staan er nu om de zusters rustig te laten zitten terwijl ze naar het verleden kijken.
En juist ernaast een boom die zijn takken met grote kronkels door de jaren liet groeien.
Het was een oase van rust, waar vroeger de speelplaats was.
De glijbaan en de schommel in rode kleur tekende een prachtig beeld tegen de blauwe hemel.
En telkens ik de schommel door een vlaag wind zag bewegen leek het wel of ik mijn eigen moeder zag schommelen in mijn herinneringen.
Ook zij zal hier zoals velen in schooluniform hebben gelopen.
De zon weerkaatste dan weer fel op de glijbaan, en deed ze zodanig blinken dat ze wel nieuw leek.
Het leek wel of het verleden niet zover achter ons lag.
Maar de grote eik wuifde met zijn bladeren om mij te vertellen dat hij hier al veel langer stond dan ik dacht.
Mijn wandeling door het verleden deed mij achteraan de tuin belanden, waar ik bij een grot terechtkwam met een prachtig Mariabeeld.
Toen ik haar in de ogen keek, stelde ik mij de vraag of ook zij mij niet aankeek.
Het leek wel of ze de glimlach droeg van mijn moeder en van zo velen die hier ooit langsliepen.
Misschien moet ik hier ooit wel eens terugkomen als ik wat tijd heb om mij te verdiepen in de verhalen van vroeger.
En ik had mijne rug nog maar gedraaid of ik stond terug in het verleden!
Ja, de zusters kwamen allen naar buiten om een groepsfoto te nemen, daar waar ik thuis een paar foto’s zag van de leerlingen die vereeuwigd waren in zwart wit kleuren.
175 jaar congregatie van de zusters van de H.Vincentius a Paulo van Deftinge stond hier deels in levende lijve.
De lens van mijn fototoestel leek wel te klein om ze allemaal in te zoemen.
En tijdens het opstellen hoorde ik een paar keer mijn naam vallen.
-Kijk dat is nu chauffeurke.
Sommigen hadden mij herkend, terwijl ik zeer weinig van de zusters persoonlijk ken.
Ik stond daar al rap met blozende kaken en wat zegt een mens dan tegen de zusters hé?
-Ik hoor mijne naam vallen, allé ik zal mijn haar dan maar eens goed leggen hé zusters.
Oei…zegt ge dat wel tegen een zuster?
Het toverde wel een lach op hun gezicht en zo trok ik ook de foto’s van vandaag.
Maar mijn hartje ging pas echt open toen ik te horen kreeg dat ik via “de Beiaard” elke week de zusters onder ogen kwam.
-Ja chauffeurke, ze lezen u hier graag.
En ik die dacht dat mijn schrijfsels soms niet te katholiek waren.
Ja, ieder heeft zijn manier van schrijven, en de echte reporters van dienst zullen wel het verslag brengen van het verjaardagsfeest.
Ik moet het meer hebben van de mens en zijn omgeving in woord te brengen.
Ik noem het niet schrijven, maar met woorden door heden en verleden wandelen.
Elke week moet ik dan ook op de rem gaan staan om mijn pen de 6500 schrijftekens niet te laten overschrijden.
Soms lukt het ook, maar om een verjaardag van 175 jaar te beschrijven heb ik wel wreed moeten remmen.
Maar ik kom zeker terug naar het klooster, de speelplaats en de tuin, al was het maar om verleden terug te zien.

Groetjes chauffeurke
Ps
Ik wil via deze weg alle zusters danken en proficiat wensen voor hun inzet met drie dikke kussen.



Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online