Lierde onder de pen


 ALS EEN DORP STERFT


Het is maar als een mens anders gaat nadenken dat hij vaak ook anders gaat schrijven.
Onlangs ging ik naar een begrafenis en dat was de zoveelste in rij.
Toen ik nog in Brussel woonde was het precies of de begrafenissen uitgestorven waren en dat kwam omdat men in de grootsteden niemand kent.
We stonden er niet bij stil dat er ook mensen stierven, vooral omdat we voor onze eigen afgestorvenen terug naar ons dorp werden geroepen.
Wat iedereen het magische jaar 2000 noemde, was voor mij een verschrikkelijk jaar met de dood van mijn moeder.
Vaak gaan we naar een begrafenis om een laatste groet te brengen aan vriend of kennis, maar als het een eigen familielid is voelt het totaal anders aan.
En toch heeft de dood van mijn moeder mij een andere kijk gegeven op de dood.
Als ik in onze kleine dorpen een lijkwagen zie rijden dan zijn het ook een beetje onze dorpen die aan het sterven zijn.
Ik was nog maar pas terug in Deftinge aangekomen dat ik na zoveel jaren terug contact moest leggen en als halve “Kiekefretter” terug moest aanvaard worden door de dorpsbewoners die ik had achtergelaten.
Mijn goede vriend Rogéke was zo iemand, misschien omdat hij ook een inwijkeling was.
Van de eerste dag aanvaard en dat door een vriendschap die met de dag sterker werd.
Lang heeft het niet geduurd want ook hij ging veel te vroeg weg.
Daar zat ik dan terug in de kerk naast een houten kist waar mijn goede vriend mee naar zijn laatste rustplaats zou verhuizen.
En telkens ik nu naar een begrafenis ga zie ik zoveel beelden uit het verleden terug.
Mijn tante Marie, mijnen bompa, mijn moeder, Rogéke, een paar vrienden, buren… .
In feite zie ik telkens een persoon uit mijn jeugd verdwijnen.
Toen ik daar onlangs terug in de kerk zat, keek ik naar de mensen rondom mij zoals ik vroeger als kleine snotter ook wel eens deed hoewel dat meer uit nieuwsgierigheid was.
Vandaag zie ik zoveel zaken die ik vroeger nooit zag!
Het verdriet van de mensen en het verlies van een dierbare, in feite kan ik door gewoon aan mijn dierbaren te denken hun verdriet voelen.
Bij de offerande loop ik naast de kist en meestal is dat met een krop in de keel, zelfs al ken ik de persoon niet zo goed.
Vaak zou ik wat schrijfgerief willen bij de hand hebben om op het ogenblik zelf te schrijven wat ik juist voel.
Bij de laatste begrafenis stond de kist tussen staanders met kaarsen die op dezelfde hoogte waren afgebrand omdat ze op het zelfde ogenblik werden aangestoken en waarschijnlijk zouden ze binnen enige tijd ook samen doven.Bij de mens is het anders, wij blazen vaak onze laatste adem apart uit.
Op de kist wordt tegenwoordig vaak een foto geplaatst van de overledene en deze geeft niet alleen een beeld van de persoon maar is ook het begin van de herinneringen.
De pastoor schetst vaak een beeld door woorden te brengen die deze herinneringen nog accentueren.Ondertussen probeer ik niet alleen naar de teksten te luisteren maar let ik ook op détails.
Bij de laatste begrafenis zette onze pastoor de hobby van de overledene nog eens in de verf door te zeggen dat hij als duivenmelker van zijn duiven hield en dat het een deel van zijn leven was.
Zelfs de voorgelezen tekst ging over de duiven die Noach had laten vliegen en waar een duif na enige tijd met een palmtak in het bekje terug naar de ark was gekeerd.
Toeval of niet, maar door het matte glasraam van de kerk zag ik een duif heen en terug vliegen.
’t Was precies of ook zij was komen afscheid nemen van haar baasje.
Als ik zo tijdens de offerande naast de doodskist loop, knikt mijn hoofd lichtjes in de richting van de overledene uit respect.
Uit de schrijfsels van Ernest Claes kon ik leren hoe voornaam ieder mens wel is.
In feite is het sterven van een mens een beetje het opdrogen van de inkt.
De verhalen over de afgestorvene zullen nu uit het archief van de herinneringen moeten worden gehaald om ze tot leven te wekken.
De schrijver moet tussen de regels van het dagelijkse leven voor sommigen terugkeren in de tijd om hun verhaal te brengen.
In feite is het een soort eerbetoon of respect.
Alle personen die mij dierbaar geweest zijn of die een rol hebben gespeeld in mijn leven komen vroeg of laat wel terug in mijn schrijfsels, het is een manier om ze even terug tot leven te wekken en een beeld over hun leven of het verleden te schetsen.
Gewoon onze herinnering levendig houden.
Telkens een mens met de dood uit ons straatbeeld verdwijnt, is het een beetje een deel van het dorp dat sterft.
Vandaag ziet men ze nog met de schop in de hand in de “logtink” (groentetuin) werken en een paar dagen later gebruikt men een schop om hun laatste rustplaats te graven.
Men vergelijkt de jaren en de persoon en vaak zeggen we dan dat de tijd snel gaat zonder echt stil te staan dat ook onze tijd er vlug zal zijn.
Als ik na de offerande terug mijn plaats ga opzoeken kijk ik vaak in de richting van deze die hun plaats al terug gevonden hebben.
Ik knik dan ook even in hun richting om ze nog als levend persoon te begroeten en te danken om onze dorpen zo levendig te houden door de jaren.
Eens terug op mijn plaats sla ik het doodsprentje open en duik zo even terug in het leven van de persoon die daar nu voor het altaar ligt.
Op het ritme van de vaak gevoelige muziek die de krop in mijn keel dikwijls groter maakt, lees ik in het kort het leven van de overledene.
Eerst lees je zijn echte naam, want deze kan al eens verschillen van de dorpse bijnamen waarmee een persoon gans de tijd door het leven stapt.
Zijn of haar geboortejaar, de datum van overlijden en soms lees je bij ziekte of ongeval de reden van de dood.
Naast deze gegevens staat er dan meestal een tekst te lezen die mij al vaak een traan deden wegpinken in mijn gehardheid.
Soms kiest de begrafenisondernemer er ééntje uit of anders schrijft iemand uit de familiekring wel een paar regels.
Onlangs las ik de woorden van een kind naar zijn overleden moeder gericht, en ik moet zeggen dat ik niet de enige was die de tranen niet kon bedwingen.
Ja, ik probeer mij wel sterk voor te doen maar woorden kunnen nu éénmaal een stroom van emotie losmaken hé.
Blijkbaar hadden we de woorden en het gemis van het kind begrepen.
Het doodsprentje is door de jaren geëvolueerd en het zwart wit maakte plaats voor wat kleur op deze al sombere dagen.
Hoewel ik vaak de korte teksten ontleed om de persoon in gedachten te krijgen brengt een foto de persoon echt voor ogen.
Bij de laatste begrafenis keek ik naar de foto en zag een persoon die zo zou kunnen onttrokken geweest zijn uit de verhalen van Timmermans of Claes.
Bolle blozende wangen onder grote ogen in de schaduw van een klak.
Maar nee…we moesten het zover niet gaan zoeken, want het was iemand van bij ons.
Iemand die ook gewerkt had op ’t hof en die ook de grijze kiel van de duivenmelker droeg.
Vandaag voeg ik het doodsprentje toe aan het archief waar kennissen, buren en vrienden zijn opgeslagen.
Niet zomaar een schuif maar één in een juwelenkastje waar er al zovele waardevolle zielen hebben plaatsgenomen.
Ja, het sterven is het laatste onderdeel van ons leven en we kunnen het niet ontwijken.
Het is een verplicht onderdeel waar we vaak zelf niet over te beslissen hebben.
En zo sterven onze dorpen bij het luiden van de doodsklokken om ze een laatste rustplaats te geven op onze kleine kerkhoven.
Vaak trek ik er naartoe om ook daar mijn herinneringen te gaan halen.
Soms liggen de grafzerken in de schijnwerper van een zonnestraal en op andere dagen dan weer in het verdriet van een druilerige regen.
Sommige liggen er zelfs mysterieus bij achter een mistig gordijn.
Ja…een begrafenis is niet alleen afscheid nemen maar ook een beetje ontmoeten.
Vaak loop je sommige personen tegen het lijf op een begrafenis, terwijl je ze in het dagelijkse leven zelden ziet en af en toe wordt er wel een woordje gewisseld aan de uitgang van de kerk om dan weer afscheid te nemen tot de volgende begrafenis.
Ik kijk steeds met schrik in het hart naar de volgende doodsbrief die in mijn brievenbus beland!
Of ik ze nu ken of niet het doet er niet toe, want het is steeds een stukje van ons dorpse leven dat ons verlaat.
De gewone mens die geschiedenis schrijft tijdens het leven met als eindpunt de dood.
En ik…ik hoop dat ze mij nog wat tijd gunnen om al het leven en de herinneringen van onze dorpen op papier te zetten.


Groetjes chauffeurke



Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online