Lierde onder de pen


 LIERDE, STORMT VERDER ...


Als een mens zo eens in ’t straat loopt, en hij komt toevallig iemand tegen, dan moet ge toch weten over wat te klappen hé.
Meestal begint het met de vraag “en hoe is ’t nog met u”, om dan meestal te eindigen over het weer.
Ja, dat zijn de grote klassiekers in de straatgesprekken als er geen verkiezingen zijn.
Awel, de laatste tijd kunnen we potverdekke elke dag over het weer klappen.
Och…er is wel altijd kritiek te geven hoor!
Vandaag is het te warm, en morgen te koud.
De aarde warmt op, en daar gaan we de fout rap bij een ander leggen om zeker niet in een slecht daglicht te komen, want ge weet maar nooit dat ge tegen ne groene aan het klappen bent.
We hebben de zomer kunnen rekken tot in december, en dan is het nog niet goed.
Vroeger zaten de mensen te klagen van hun stookkosten, en dat hun lippen aan het slot van de wagen gevroren waren tijdens een poging om alles te ontdooien.
Ja dat waren nog eens winters, waar is den tijd, dat in 1986 mijn varken dood vroor.
Ja ja, chauffeurke had ooit een varken om vet te mesten, maar het was al ingevroren voor ik het had kunnen slachten.
Ik had mijn varken “Markies Léon Charles “ genoemd, om toch iets van adel in huis te hebben, en vooral naar mijne chef die ik zo goed afkon.
Maar tijdens de winter van 86 had het niet alleen blauw bloed zoals de adel het wil, maar zagen ook de varkenspoten en zijne krulstaart blauw.
Naar het schijnt zijn de seizoenen aan het opschuiven, en begint de wereld vierkant te draaien.
Allé, neem nu de laatste stormen!
Op zee een 12 beaufort gemeten, wat gelijkstaat met orkaankracht, en in het binnenland kwamen we ook aan 9 beaufort.
Ja, de storm raasde over onze kleine dorpen!
De bronzen manen van “den dikke van sesjans” wapperden als wimpels, en op de watermolenbeek sloegen de golven bijna tegen de brug.
De storm gebruikte sommige dorpen als muziekinstrument, en floot zo een paar deuntjes door de kartuizerpoort in St-Martens-Lierde.
En de hanen op de kerktorens, konden niet rap genoeg hun gat draaien om te zien vanwaar de wind nu juist kwam.
Ja, naar het schijnt zou het één van de zwaardere stormen geweest zijn, die onze contreien te verduren kregen.
En als de storm dan gaat liggen, dan komt de mens terug naar buiten.
Eerst om de schade op te nemen, en daarna het gesprek over het weer aan te gaan met één of andere passant.
Zelfs dat is tegenwoordig een soort competitie geworden.
De één wil niet onderdoen voor de andere hé.
Als er drie dakpannen afgewaaid zijn, dan is het best van te klappen over een half dak.
Dat klinkt erger, en tegen dat het verhaal de ronde van het dorp gedaan heeft, zit ge dakloos volgens de laatste vertellers.
Ondertussen staan onze monumenten al eeuwen de weergoden te trotseren, en is het klappertanden van de dakpannen op één of andere schuur de normaalste zaak.
Lierde ligt er nu éénmaal landelijk bij, en de mens kan niet anders dan de weergoden toe te laten hé.
Hier iets verder in de kouter hebben ze met de oogst een modern monument neergezet.
Een metershoge constructie van hooi of stro, en dat hebben ze schoon ingepakt in plastiekfolie.
Ik dacht eerst dat het S.M.A.K hier een nieuwe tentoonstellingsruimte had geopend, of dat Lierde uitgeroepen was tot cultuurdorp van het jaar, maar nee, het is doodgewoon een manier van de oogst op te slaan.
Awel, met de laatste storm is de plastiek losgekomen, en ziet ge van ver dat er beweging in het kunstwerk zit.
Het is soms eigenaardig, hoe oude constructies stand houden tijdens zware stormen, daar waar de nieuwe al vlug een paar pluimen verliezen.
En over pluimen gesproken, mijn kiekenkot staat ook nog recht!
Ja, ik moet zeggen dat mijne pa ook steeds werkt met oude materialen, en op een ambachtelijke manier hé.
Ja, waar is den tijd van vroeger hé.
We zitten nu wel te klappen over dienen storm, maar met dubbel glas en een perfecte isolatie is daar niet veel meer van te merken.
Vroeger moest het zelfs niet stormen!
Nee, dan lag ik in mijn bedde dood van schrik te luisteren hoe de wind zijn deuntjes floot tussen de kieren van deur of raam.
En in de gang voelde je zelfs hoe de koelte op je schouders viel, en hoe de wind door je haren blies door de dakpannen van de zolder.
Er was zelfs een jaar, dat er op onze zolder sneeuw lag, omdat de stofsneeuw gewoon onder de dakpannen werd geblazen.
’s Morgens waren er op mijn kamerraam mooie ijstekeningen te zien, en onderaan schreef ik dan mijn naam alsof ikzelf de kunstenaar was.
Buiten kraakte het gras onder je voeten, en in een zinken emmer stond een grote klomp ijs.
En daar waar we vroeger water dronken van de pomp, daar was het dan tevergeefs pompen, want alles was bevroren.
Ja, zelfs in de stal stonden de glazen flessen met een ijslaag.
Och…de weergoden geven mij de kans om eens terug te blikken naar vroeger, en dat is een enorme waarde.
Of het weer door de jaren veranderd is, of dat het plots unieke weersverschijningen zijn zou ik niet durven zeggen.
Als ik vroeger mijnen bompa hoorde praten, werd er niet gezegd dat het weer aan het veranderen was, en was het dan eens een jaar van extremen, dan moest de mens er maar tegen kunnen.
In de zomer stonden de boeren ook onder de brandende zon te oogsten.
De jonge gasten kwamen helpen in hun bloot vel, om ’s avonds met een rode rug aan tafel in een dikke boterham te bijten.
Maar de echte boeren hielden hun hemd aan, en na een paar sikkelslagen veegden ze hun zweet aan de mouw van hetzelfde hemd.
In de winter deden ze een paar scheppen kolen op de stoof, en af en toe staken ze hun voeten tegen de stoof tot hun kousen begonnen te dampen.
Ze lieten de stoof uitbranden, en kropen ingeduffeld of met een warme waterkruik in het bed.
En ondertussen gierde de wind tussen de spleten, en maakte kunstenaar winter zijn ijstekeningen.
Ja, waar is den tijd.
Vandaag giert de wind wel, maar de ijstekeningen blijven achterwege.
’t Is zelfs wreed warm voor de tijd van het jaar.
Ja, het is al een paar jaar op rij, dat we een weersverandering zien, maar of daarom alles gaat veranderen?
De geleerden praten over het weer in termen die we niet altijd verstaan, en als we dan al eens iets verstaanbaar opgevangen hebben, dan is het om schrik van te krijgen.
Ja, de vraag is wat we nu juist willen hé.
De mensen willen een warme zomer, en trekken zelfs naar de heetste landen op vakantie.
Anderen kunnen dan weer niet tegen de warmte, en zitten een ganse zomer onder de parasol.
Sommigen willen een echte winter, met een witte kerst en bevroren meren waar ze de schaatsen kunnen onderbinden.
En anderen houden niet van de kou, en willen de stookkosten beperken, en kijken telkens uit naar een zachte winter.
Voila, hier zitten we weer met het probleem dat we telkens ontmoeten bij de mens.
Goed doen voor iedereen is onmogelijk, en daarom zullen de weergoden zelf af en toe aanpassingen doen zekerst.
Och…het weer is altijd een wreed spel geweest in de volksmond, gewoon omdat iedereen het anders aanvoelt hé.
Ik zou zeggen, laat de zon schijnen voor iedereen, en het mag af en toe ook eens waaien.
Nee, over het weer moeten we in Lierde zeker geen spel maken!
Integendeel, Lierde heeft zijn eigen spel.
Ja, “’t spelleke van Lierde” doet het ook af en toe eens stormen, met lachbuien tijdens het jaaroverzicht.
Wedden dat er daar in “Molierde” zal gezweet worden tijdens de storm!


Groetjes chauffeurke



Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online