Lierde onder de pen


 LIERDENAAR, KLANT VAN DE DAG


Verleden week was het op zaterdag de dag van de klant.
Het is zo een dag, waar de klant door de winkelier eens in de bloemetjes wordt gezet.
Vroeger was dat ook letterlijk in de bloemetjes zetten, en kreeg de klant een roos, een tulp of een pot chrysanten bij het verlaten van de winkel.
Dat was altijd wreed interessant, want ik kwam dan telkens thuis met een gratis “boké” bloemen voor mijn lief.
Vandaag zijn de winkeliers al veel creatiever geworden, en krijgt ge buiten de bloemen een stuk chocolat, een flesje likeur of ander lekkers.
De tijd dat ik in Brussel woonde, was het voldoende om een winkelstraat te doen, en een mens was gesteld voor een ganse week, en dat gratis en voor niks hé.
Awel, als inwoner van Lierde, en meer bepaald het landelijke Deftinge, was ik hier ook naar de winkelstraat geweest.
Potverdekke, alleen al voor die winkelstraat te vinden, heb ik een halve dag moeten zoeken.
Ja, in Brussel volgt de ene winkel de andere op, en staan er bijna geen woonhuizen tussen.
Hier is dat juist omgekeerd, en is er vaak maar ene winkel tussen al de woonhuizen.
Cafés zijn er nog wel een paar, maar de algemene voedingswinkels zijn hier uitgestorven.
Wat we wel hebben in Lierde, zijn bakkers en beenhouwers, en ik moet zeggen dat ze met kop en lende ver uitsteken boven de saucissen van Vanden Boeynants zaliger.
Ja, ik ken zelfs mensen die uit de streek van Brussel hier achter “trippen, gekapt, mattentaarten en brood” komen.
Opgelet, ik maak er dan ook reclame voor tot in het Parlement hé!
Ja mannekens, wat hier in ons landelijke Lierde aangeboden wordt, mag geproefd worden hoor.
Soms moet ik van mijn maag een steen maken, en als ik bij bakker of beenhouwer binnenstap, gewoon vragen voor wat ik gekomen ben.
Maar de taarten weerspiegelen ondertussen uitdagend in mijn ogen, en bij de beenhouwer is het van hetzelfde ppfff.
De blinde vinken kijken mij aan, terwijl zwarte trippen naast gele curiegerechten en rode americain natuur als Belgische vlag trots het vaandel van de Belgische keurslager zwaaien.
Ik ben verplicht van thuis eerst mijn buikvel dik te eten, wil ik daar voor de koeltoog niet met water in mijne mond staan.
Wat mij ook opvalt, is de vriendelijkheid waarmee de mensen u bedienen.
Ge zou denken dat ze u op den boerenbuiten boers gaan behandelen, maar niets is minder waar.
Onlangs kwam een Franstalige mij vertellen, dat hij bij Vercleyen achter mattentaarten geweest was, en dat ze hem in het Frans bediend hadden.
Ja, in Brussel moet ge soms wreed zoeken om een brood te vinden dat tweetalig gesneden is.
Om nog maar te zwijgen, dat het gezicht van de bakker in bepaalde Brusselse gemeenten op verplicht lachen staat, of nog een streep zuurdeeg te verwerken heeft.
Och…ik versta dat hoor, want ondertussen is de stress in Brussel toegenomen hé.
Ge stapt met uw kieken naar buiten en ge moet dan nog opletten dat het niet gemalen wordt door den tram.
Hier wuift de maïs nog naar het dorpscentrum, en straalt de rust onder de kerktoren.
Het stadsleven is totaal anders dan het dorpsleven hé.
Ik zeg altijd, de stad is duurder dan het dorp, maar het dorp heeft meer waarde.
Maar volgens mij mag dat geen invloed hebben op winkelier of klant.
De ene verkoopt om te eten, en de andere koopt om te eten, en dat kan volgens mij allebei met de glimlach hé.
Hier in Deftinge noemt mijne beenhouwer De Cock.
Ja ja, geschreven met CK zoals in het feuilleton hé.
Soms zie ik de mensen naar binnen kijken, om te zien hoeveel wachtenden er nog voor hun staan.
Maar ik stap meestal binnen als er veel volk staat.
Gewoon om de sfeer op te snuiven en naar de verhalen van de wachtende mens te luisteren.
De jaren van het verleden zijn geslacht, en verkoop en koop zijn sterk veranderd.
Waar is den tijd, dat de trippen aan de vleeshaak hingen te bengelen met ernaast een gerookte hesp waarvan de vette drup een plek op de blauwe steen had achtergelaten.
Het vlees werd ingepakt in een grof roze papier, terwijl den beenhouwer even naar een vlieg sloeg met een vichy handdoek.
Van margarine was er niet veel sprake, en niemand stond echt stil bij zijne cholesterol bij het kopen van spek of smout.
Als kleine snotter keek je in de ogen van een beenhouwer die je aankeek met grote ogen en bolle wangen.
Zijn schort was bebloed, en met een kapmes of een bijl in de hand en met schorre stem kwam dan de vraag;
-Wat zal het zijn?
-Euh…twee trippen, een stuk dikken darm, 200gr smout en drie schellen geregeld.
-Is dat alles?
-Euh…ja.

Met dat kapmes in zijn handen durfde ik bijna niet zeggen dat ze thuis niet meer moesten hebben.
Ik legde de centen op den toog, en terwijl hij mij nog ne cent teruggaf, maakte hij zijn gesprek af.

-En zeg maar tegen uwen bompa, dat van de week mijn vink beter zal zingen als de zijne.

Meestal volgde er dan een lach die mij rillingen gaf over mijne rug, en ik haastte mij naar buiten.
Onderweg beet ik een paar keer in de trippen, en tegen dat ik thuis was, waren ze meestal op.
Potverdekke, zelfs al schrijven over het verleden krijg ik hier het water in mijne mond.
Ja, waar is den tijd van varkenspoten, botermelk en van “teutjespap”.
Vandaag staan er bij mijnen beenhouwer mooie jonge dames met een glimlach, om iedere koper te verwelkomen. En ik moet zeggen dat ik er mij rustiger bij voel, als ik niet in de weerspiegeling van een blinkend kapmes moet kijken.
De koeltoog is groter geworden, en de variatie aan keurproducten maakt ons het kiezen alsmaar moeilijker.
Ja, veel winkels zijn er niet in ons landelijk dorp, maar deze die er zijn, behoren dan ook tot de top.
Wel we gaan de rollen eens omkeren zie, het was de dag van de klant, maar ik wil ook wel eens de winkeliers in het zonnetje zetten.
Ik praat natuurlijk over Deftinge, gewoon omdat ik er woon.
Maar weet, dat mijn inkopen verspreid zijn over gans Lierde hoor.
Mijn ouders waren zelf zelfstandigen met een voedingzaak, en ik weet dus waar ik mijn keuze bij het inkopen maak.
Och…ik weet wel dat ik ook af en toe een grootwarenhuis binnenstap, en er tussen de ongezellige rekken loop.
Maar dat is meestal uit tijdsgebrek of gemakzucht.
Nee nee, beste mensen, ik wil als klant even de zelfstandigen, winkeliers, verkoper en verkoopsters danken voor hun dagelijkse inzet.
Ik besef maar al te goed hoeveel arbeid er nodig is om ons op onze wenken te bedienen.
Voor ons is het bijna elke dag de dag van de klant, en daarom wil ik ieder van u danken voor de inzet en de vriendelijkheid.


Groetjes chauffeurke



Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online