Lierde onder de pen


 TERUG NAAR 'T SCHOOL


Ja, zoals elk jaar zat het eraan te komen.
De winkels hebben hun rekken veranderd, en zijn van de tuinmeubelen overgeschakeld op het schoolgerief.
Telkens ik erover schrijf of praat, doet het mij iets.
Ja, ik ben nooit gene straffe geweest in mijn schoolperiode.
Of beter gezegd, ik was wel een straffe, maar buiten het strafschrijven, stelden mijn studies niet teveel voor.
De universitaire kleuterschool van Gemeldorp was mijn enige en echte leerschool.
Ik behaalde er zelfs mijn diploma van architect dank zij de bouwwerken in de zandbak bij juffrouw Magda.
Nee, ik zal het maar toegeven, dat ik een hekel had aan ’t school is nog maar klein uitgedrukt.
Jaren hebben ze thuis de oren van mijne kop gezaagd, dat als ik niet ging leren, in de koolmijnen moest gaan werken, of aan de vuilkar.
Ik heb altijd wreed veel geluk gehad, de koolmijnen gingen dicht, en het vuil dragen we nu naar het containerpark.
Toen ik de school verlaten had omdat mijn ouders de kosten niet meer konden dragen, van al de broeken die ik er al versleten had, moest ik aan het werk.
Awel, ik stak daar al vlug mijn korte armpjes door mijn korte mouwen, en ging aan het werk als groot licht in een lusterbedrijf.
Na acht jaar het licht te hebben laten schijnen in menige huiskamer, was ik volgens de familie aan vernieuwing toe.
Ik mocht deelnemen aan een examen in het parlement, en met mijnen diplome uit Gemeldorp was ik er van den eerste keer door.
Maar vandaag zijn de tijden veranderd.
Daar, waar we vroeger met zure gezichten naar de schoolpoort trokken, daar vertrekken ze nu met lachende gezichten.
Ik zie ze nog wel met overbelaste boekentassen sleuren, maar het is misschien dat gewicht dat ze later in de weegschaal van de werkgever zullen moeten gooien.
Het is een kleurrijk schouwspel, als ik de jonge gasten hier met de fiets zie verzamelen voor mijn deur.
Schoon gekleurde boekentassen, waar de mijne in ezelsleder fel in contrast zou mee staan.
Om nog maar te zwijgen van al het moderne materiaal dat ze meekrijgen.
Als ik hun rekenmachientje vergelijk, mat dat van mij in den tijd ppfff.
Ze toetsen met vlugge vingers de cijfers in, en een paar seconden later verschijnt de uitkomst.
En zijn hun batterijen plat, dan hebben ze nog de gsm met dezelfde functie, of bellen ze naar een paar vrienden om de uitkomst te kennen.
In mijnen tijd, had ik zo een rekenmachientje op twee houten pikkels.
Daar moest ik van die houten bolletjes verschuiven op een ijzeren staafje, maar dat spel was zo krom en scheef van al mijn nadenken, dat mijn oplossingen nooit uitkwamen.
Maar ik moet zeggen dat de manier van lesgeven ook enorm is veranderd.
Toen ik verleden jaar eens binnenstapte in de school van St-Vincentius in Deftinge, zag ik de leerlingen braafjes met de neus in de schriften en boeken.
De juffrouw liep langs de leerlingen, en af en toe legden ze haar hand op de schouder met de vraag of het ging.
Als in mijnen tijd de leraar tot bij mij kwam, was het om zijn hand op mijn kaak te leggen, hij trok aan mijn oren om me te begeleiden naar de hoek in de klas, en in feite had ik al geluk van altijd achteraan te zitten.
Ja, we kunnen er eens mee lachen, hoewel ik dat nu een onderwerp vindt die heel wat nagelaten heeft op mijn klein hersenvlies.
Nee nee beste mensen, we mogen wreed content zijn dat onze kinderen naar ’t school kunnen en mogen gaan.
We zouden naar minderbedeelde landen kunnen kijken, waar het schoolgaan in 2006 zo goed als onbestaande is.
Maar in feite moeten we maar even terug in de tijd in onze eigen regio.
Toen we onafhankelijk zijn geworden in 1830, hadden ze ook de vrijheid van onderwijs bekendgemaakt.
Maar het is maar met de wet van 24 maart 1842 op het lager onderwijs, dat elke gemeente verplicht werd van één of meerdere scholen op te richten.
Het was wel een groot succes, maar dat wou nog niet zeggen dat iedereen naar ’t school kon.
Ja, de tijden waren anders, maar ook de mentaliteit.
In die tijd had men meer oog voor het werk, en voor het geld dat binnen kwam.
En was dat uit de handen van een kind, dan was dat zeker geen doodzonde.
De leerplicht houdt onze kinderen nu op de schoolbanken, en elk jaar opnieuw kunnen de ouders naar de winkel lopen met hunne snotter aan de hand.
Ja, want waar ik vroeger mijn studies kon afwerken met dezelfde boekentas, daar staan ze nu elk jaar aan te schuiven om ook tijdens de lesjaren de mode te volgen.
Gedaan met de blauw – grijze kaften, maar mooie kleuren sieren de banken.
En soms is alles zodanig aangepast, dat zelfs de kledij bij het studiemateriaal past.
De moderne jeugd loopt er in kleuren bij, en als ge de ernst ziet waarmee ze de Gsm hanteren, zou men gaan denken dat ze al naar hun werkgever aan het bellen zijn.
Ja, de tijden zijn verandert, en elk jaar opnieuw zie ik het modernisme toenemen.
De komende weken, zal het terug verzamelen zijn voor mijn deur, en dan rijden ze gezamenlijk naar ’t school.
Af en toe roep ik dan eens:

-“Zie dat ge braaf zijt en dat ge goed leert hé”

Het zijn deze woorden die me steeds in herinnering blijven, want ik heb ze jaren moeten aanhoren.
Het probleem, is dat men die woorden niet altijd verstaat op jeugdige leeftijd, of dat men ze niet altijd in de juiste context kan plaatsen.
Maar ja, ik had geluk in mijnen tijd, er was nog werk genoeg, en zelfs een kieken zoals ik konden ze gebruiken.
Vandaag is een andere tijd, en met de studies kan men een weg bouwen naar….
Ja, ze vragen die kinderen wel af en toe wat ze later willen worden, en ook daar zijn de tijden veranderd.
Vroeger wou men verpleegster of hostess worden, en de jongens hadden het dan meer voor het uniform van politieman of brandweerman.
Als men vandaag de vraag gaat stellen, dan willen ze secretaresse, manager, architect of dokter worden.
Och…ze moeten zelf maar zien wat de studies brengen, en onze maatschappij bied altijd wel een oplossing.
Allé, neem nu mij.
Ik dacht vroeger advocaat te worden, maar die witte konijnenvellen waren juist op om rond mijnen nek te hangen.
Nee nee, we lachen er eens mee, maar het leven kan verkeren.
Daar waar ik vroeger niet hield van schrijven, die is het nu bijna een verslaving geworden.
Waarschijnlijk een overblijfsel van de straf dat ik moest schrijven.
Of was het nu straf schrijven dat ik deed?

groetjes chauffeurke



Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online