Lierde onder de pen


 LIERDE AAN ZEE


Als het in Lierde slecht weer is, of als er zo eens een dag niets te beleven valt, dan organiseert de cultuurraad van Lierde eens een daguitstap.
Op vrijdag 16 juni 2006, was het zover.
De cultuurraad, onder het waakzaam oog van Rudy Mortier en Lieve Henau zou ons een dagje gidsen door Oostende.
Af en toe moet een mens eens zijn horizonten verleggen, en omdat ik zelf niet moest achter het stuur zitten, schreef ik mij maar in.
Om 9u was er afgesproken aan het station van Lierde, en dat was al een gans avontuur.
Ja, als ge al meer dan twintig jaar geen trein meer genomen hebt, is dat een ervaring hé.
Vroeger namen we de trein van Deftinge (Gemeldorp), naar Lierde of Geraardsbergen, en dat was wreed gemakkelijk.
Maar toen ik daar in Gemeldorp met mijn rugzakske tussen het hoge gras stond te wachten, komt er daar toch wel ene roepen dat er daar geen trein meer stopt.
Potverdekke, als ge een paar jaar den trein niet neemt, schaffen ze dat direct af hé.
Ik had nog geluk dat er vriendelijke mensen in mijn dorp wonen, en met den eerste “tracteur” kon ik meerijden tot aan het gemeentehuis, vanwaar het niet ver meer was.
Er stond daar al een groepje mensen te wachten, en wat eigenaardig is, het is een kleine gemeente, maar toch ken je de mensen niet.
Maar het ijs is vlug gebroken, en al snel geraakt ge aan den babbel.
Awel, ik moet zeggen dat de cultuurraad de uitstap goed voorbereid had.
Op de trein die ons moest naar Oostende brengen, waren de plaatsen gereserveerd.
Tijdens de reis maakten we een praatje, en af en toe keek ik even door het raam.
Het prachtige landschap van Lierde en omstreken verdween achter ons, terwijl de koeien ons stonden aan te gapen.
Aangekomen in Oostende, gingen we al wandelen de eerste sfeer van “ ’t zeetje” opsnuiven.
Mijnen parfum verdween daar al vlug tussen de reuk van vis en garnalen, maar dat hoorde bij de zee die op zichzelf al een deel kunst is.
Ze tekent golvend op het strand met zeesterren en schelpen.
Soms komt ze op, en dan trekt ze zich terug.
Eigenaardig hoe de zee zo op en af komt.
Precies of er ginder in Engeland ook een Manneken-Pis staat te plassen in interval.
We liepen langs de jachthaven, en daar lag al een deel geschiedenis.
“De Amandine” was een ijslandvaarder, die niet naar mijn tante was genoemd, omdat ze soms eens ijzig overkwam, maar wel omdat ze op 3 april 1995 voor de laatste keer Oostende binnenkwam.
En iets verder lag de Mercator!
Prachtig stuk varende legende waar ik steeds mijn ogen op uitkijk.
Ik beeld mij dan die periode in, waar dit witte schip met goudgele kleuren over de zeeën voer.
Met zijn lengte van 78,40m, ligt het majestueus tussen de kleinere jachten.
Met een vlotte stap, volgden we onze gids Rudy Mortier, die daar als een spraakwaterval de informatie in ons verstand deed druppelen.
Potverdekke, om zo rap te stappen en het dan nog eens zo rap uit te leggen, moet ge bijna advocaat zijn.
Rond de middag, waren onze schoenen al warm gelopen, en was het tijd om het innerlijke van de mens te bevoorraden.
In feite is dat één van de momenten waar ik voor mee ga.
Niet alleen omdat ik graag eet en laaf, maar vooral omdat de meeste cultuur aan tafel verteld wordt.
De legenden of verhalen komen naar boven, en Lierde leeft dan ook even in Oostende.
Nadat we de zalm en de garnalen hadden doorgespoeld met de wijn van zuster Godelieve, konden we terug op pad.
Hoewel ik nu weet, dat er in Lierde zijn die de garnalen liever ongepeld op hun bord krijgen.
We liepen naar de St-Petrus en Pauluskerk, vanwaar het naar het Leopoldspark ging.
Door het park, liepen we langs de vijver om ons naar “Beaufort inside” te begeven.
Awel, ik ben blij dat ik deze tentoonstelling heb gezien.
Moderne en hedendaagse kunst noemen ze dat.
Ik moet zeggen dat ik nog in de leer ben wat kunst betreft, maar dat ik ginder in Oostende toch twee keer moeten nadenken heb voor ik de moderne kunst verstond.
Eén van de kunstwerken, was een schilderij, waar huizen op elkaar liggen in verschillende kleuren.
Ik dacht dat de titel aardbeving zou zijn, omdat ze daar allemaal door elkaar lagen, maar de titel was “de borst”.
Awel merci, den dag dat de vrouwen met zo’n borsten naar huis komen, mogen ze eerst achter een bouwvergunning stappen.
Iets verder lag dan weer een man in een aquarium, met de handen op de rug gebonden.
In een boomstam, was er dan weer een soort van tak geplaatst, maar ik had dat direct gezien dat het de kapstok was.
Allé, na onze ogen de kost te hebben gegeven, kon ik maar besluiten, dat we in Lierde en omgeving ook grote kunstenaars hebben.
Toen we het museum verlieten, gingen we op zoek naar het graf van Ensor.
Daar waakte een grote spinnenkop over het graf, en dat was zeker de moeite waard.
Het ging richting Wellingtonrenbaan, en enige tijd later, stonden we op een kerkhof.
Maar daar was gene spinnenkop te zien!
Ja, als ge op het verkeerde kerkhof staat dan gaat dienen spinnenkop niet tot bij u kruipen hé.
We besloten dan maar verder te gaan, maar het bleek dat het graf van Ensor toch nog een paar kilometers ver was.
We besloten dan maar naar het graf een andere keer te gaan kijken, en onze wandeling verder te zetten via de dijk met zicht op zee.
Maar twee kunstminnende dames, hadden toch interesse, en sprongen daar toch wel op den eerste tram zekerst.
We wisten waar we elkaar konden terugvinden, en dus liep onze groep tot aan een terrasje, waar we even tot rust konden komen.
Amai, mijn kousen waren aan het roken en mijn schoenen stonden bijna in brand.
Na een leuke en interessante dag, kropen we moe maar voldaan, terug op de trein richting Lierde.
Wel, het treinraam leek wel een schilderij, waar onze gemeente mooi door geschilderd was.
Dat was pas kunst, maar toch kijk ik ook uit naar de volgende uitstap van onze cultuurraad.


Groetjes chauffeurke



Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online