Lierde onder de pen


  ALLERHEILIGEN BIJ MIJN HELDEN   


Allerheiligen staat voor de deur. 
Mijn moeke en Rogéke zouden zich nogal ongerust maken moest ik met Allerheiligen aan hun graf niet verschijnen.
Maar in feite wacht ik niet op Allerheiligen om een kerkhof te bezoeken.
Om de veertien dagen loop ik wel eens tussen mijn helden.
Het is er veel rustiger dan op Allerheiligen zelf.
Geen geduw of getrek om als eerste dienen bloempot op het graf te zetten.
Als ik tijdens het jaar op het kerkhof loop, dan heb ik maar af en toe een bloemetje mee.
De andere keren heb ik mijn woorden waarmee ik met mijn helden onder de grafsteen praat.
Ja, het kan raar lijken, maar met mensen die je nooit vergeet kan je steeds praten, al zijn het mijn eigen woorden die weerkaatsen in tranen van verdriet.
Zo was ik naar het kleine kerkhof van Deftinge geweest.
En hield er halt bij mijne goeie vriend Rogéke.
- Dag Rogéke.
- Dag chauffeurke,hoe is’t manneke?
- -Euh......goed,maar nu ik zo tegen u klap,is het precies of dat ge mij ziet staan.
-Ik zie u altijd van hier boven!!
- Kijk eens Rogéke wat voor schoon bloemekes ik voor u heb meegebracht,ik zal ze naast dienen andere pot zetten hé!
- Zet ze maar waar ge wilt,want ik kan dat toch niet meer zien!
- Hoe, en ge zegt juist dat ge alles ziet van ginder boven!
- Ik zie niks materialistisch,ik zie alleen de liefde van de mens.
Ik hoor het hart en de geest die praat,maar verder niks!
- Euh......jamaar,is dat dan bij mijn moeke ook zo?
- Ja chauffeurke,de geest der doden komt enkel in contact met deze die voor hem open staat.
- Jamaar.....potverdekke,dan had ik beter geen bloemen gekocht!
- Chauffeurke,ge komt toch regelmatig naar het kerkhof zonder bloemen,en toch praat ik met u zoals we nu praten.
Den tijd dat ik nog in leven was,hebt ge mij toch ook nooit bloemen gegeven!
- Euh......nee.
- Awel,en toch hebben we altijd met elkaar gepraat.
- Euh.....ja.
- Hoe is het anders nog met u,laat ons daar eens over klappen.
- Euh.....stillekes zeker.
- Allé dat is dan zoals met mij.
-ppffffffff zeg Rogéke dat is wel een flauw zenne!
- Is het omdat ik dood ben dat ik niet meer mag lachen,ge hebt mij vroeger toch altijd zo gekend.
- Euh....ja.
Awel ik wil dat ge mij zo in gedachte houd.
- Allé dan,maar de mensen moeten ons hier niet horen,want als ze ons hier gaan horen lachen,gaan ze da niet verstaan zenne.
- We praten door onze gedachten,en deze woorden zijn niet hoorbaar voor een ander.
kijk maar even rond,en zie naar de gelaatsuitdrukkingen van de verschillende kerkhofgangers.Je zal zien dat er mensen aan de praat zijn in gedachten.
Ik keek rond, en hij had nog gelijk ook.
- Zeg Rogéke,ge staat schoon op uwe foto zenne!
Ondertussen keek ik nog eens naar zijn foto, en zag een druppel uit zijn oog lopen!
Ik begon na te denken, en dacht dat Rogéke het wel triest vond van nu onder dienen steen te liggen.
Zijn foto was zoals ik hem de dag voor zijn dood had gezien.
Maar ik had Rogéke nog nooit zien wenen, en dat deed mij ook tranen in mijn ogen krijgen.
Het werd stil,ik dierf niks meer te zeggen, en ook aan Rogéke zijne kant was het even stil.
De nevel maakte mijn haren nat, en deed de grafzerk blinken.
Ik keek nog even op, en zag hoe uit de twee ogen op de foto tranen ontsprongen!
- Mijne lach was plots over, en zag zoveel zaken aan me voorbijgaan die ik vroeger met Rogéke had beleefd.
De tranenvloed werd nog sterker toen het in mijn gedachte kwam dat ik het ook nooit meer zou beleven.
Bij elke gedachte over wat ik met Rogéke moest missen, ontsprong er een traan.
Zoals een klein kind was mijn lach overgegaan in een gebleit.
- Awel ....kieken wat staat ge daar nu te bleiten?
- Snik.....awel ...snik...Rogéke ik zat zo te denken ....snik aan vroeger,en aan den tijd dat ge ik u als vriend had......snik....en ......
- Ja chauffeurke,dat is nu Allerheiligen
Gewoon even stilstaat en nadenken over vroeger.Over het gemis van een persoon, en over de leegte die met de dood geschapen wordt.
- Snik......jamaar.....snik.....ik denk nog zoveel aan u....snik....snik...
- Als je nog aan mij denkt,dan zal ik die leegte wel vullen chauffeurke.
Dat is ook zo met je moeder, herinneringen vullen de momenten der leegte chauffeurke.
- Ik weet het....snik.....maar soms wordt het allemaal even teveel hé!!
- Ik weet het chauffeurke ,maar emoties en tranen zijn voor de levenden bestemd!
- Euh......jamaar, ge moet nu de straffe nimeer uithangen zenne!!
Ik zie hier ook wel een traantje op uwe foto zenne.
- Ik ween niet chauffeurke,de tranen op de foto zijn de neveldruppels die naar beneden glijden.
Allerheiligen is nu éénmaal een trieste dag, en soms zet een neveldruppel die dag nog meer in de verf.
Je kan aan een druppel de betekenis geven die je aan een traan geeft!
- Ppppffffffffffff.......jawadde,en al dat volk die hier naar mij staat te gapen,ik kom toch liever een paar keren tijdens het jaar dan op Allerheiligen zenne.
- Laat ze maar kijken chauffeurke,het zullen maar onze vrienden zijn die aan mijn graf zullen stoppen.
Maar het doet deugd te weten dat er mensen zijn die aan me denken.
Niet alleen op Allerheiligen, maar ook tijdens de gewone dagen.
- Ja Rogéke,ik denk nog vaak aan u man!
- Allé.....ga maar tot bij u moeke nu, eer dat dienen neveldruppel toch nog nen traan wordt.
-Dag Rogéke,ik kom deze week nog wel ne keer terug als het hier wa kalmer zal zijn!
- Doe dat chauffeurke.
Ik keek nog even naar Rogéke zijne foto, en legde de bloemen die hij toch niet kon zien nog even in het midden van de zerk.
Terwijl ik me naar mijn moeder begaf , keek ik nog even achter mij en ook even naar boven.
Vroeg of laat zou ik er wel achterkomen hoe Rogéke zo met mij kon klappen.
Maar wie weet brengt er mij dan ook iemand bloemen die ik niet kan zien!

Groetjes chauffeurke



Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online