Lierde onder de pen


  TUSSEN DEFTINGE EN DE BRUSSELSE RAND        


Hello evrybody,

Gisteren dacht ik te gaan gordelen in de rand rond Brussel,maar het is anders uitgevallen.
Toen ik 's morgens de kinderen ging oproepen om hun klaar te maken om er een gordeldag van te maken,hadden ze zich vol enthousiasme omgedraaid en terug de ogen gesloten.

-Allé mannkes, 't is tijd om op te staan.
-Voor wa nu pa?
-Awel om te gaan gordelen hé.
-Zeg pa, ge zegt zelf dat het hier de schoonste streek is om te wandelen en te fietsen, waarom moeten we dan naar Brussel rijden.
-Euh.....ja zeg als ge geen goesting hebt, blijf dan liggen hé.

Maar na enige tijd stonden ze toch beneden.

-Pa, we zouden liever hier fietsen dan tussen al dat volk.
-Allé....'t is goed, we zullen hier een toerke maken.

Ik trok mijn koerskleren aan, die zeker al 5j niet meer uit de kast geweest waren.
Een koerstruitje waar ze met twee moesten zijn om het over mijne kop te trekken.
Niet dat ik dikker geworden was, maar waarschijnlijk wat te warm gewassen de laatste keer.
Ja, ne goeie koereur moet af en toe nen uitvlucht zoeken om zijn lichamelijk verval te vrantwoorden.
De koersbroek paste beter, omdat ik die van mijne pa gepakt had.
De banden werden opgepompt, en voor het vertrek stak ik ne verse biefstuk in mijn broek.
Ja,er doen zo van die legende's of andere waarheden de ronde, die men dan ook beter blijft in ere houden hé.
Ik moet zeggen dat het wel helpt bij warm weer, vooral als diene biefstuk uit den diepvriezer komt.
We reden de watermolenstraat af richting Martens-Lierde.
Hoewel we regelmatig wielertoeristen tegenkwamen, was het toch veel kalmer dan op de gordel.
Maar het was vooral genieten van dit landschap die jaren aan mij was voorbijgegaan.
We reden Martens-Lierde door naar Parike,waar we door de velden richting Brakel reden.
In feite reden we op gevoel en volgden de natuurlijk schoonheid van kleine wegen.
In Brakel reden er ons plots tientallen fietsers voorbij.
En na enige tijd, werd het duidelijk dat de gordel ook hier langskwam.
Ja, dat noem ik al de rand van Brussel niet meer zenne.
Maar ik kan best verstaan dat de gordel misschien een beetje jaloers is op een deel van het ronde van vlaanderen parcours.
We hadden er niet beter op gevonden van de gordelaars te volgen.
Na een paar kilometers in hun zog te hebben gereden, staan we daar aan de voet van de valkenberg in Brakel.

-Moeten we hier naar boven pa?
-Ja, doe maar op uw gemak, als we boven zijn is het weer plat!

Mijn oudste zoon zette het tempo in,en na een paar pedaalslagen op het kleinste verzet begon mijne kleine snotter en ikzelf het moeilijk te krijgen.
Het zweet parelde op mijn voorhoofd, en het bloed liep van mijn benen.
Ja, dat bloed kwam van diene biefstuk die ontdooit was hé.
Boven stond mijne zoon te wachten, terwijl ik met de jongste voet aan grons had moeten zetten.
Zelfs tevoet deden mijn kuiten pijn.
Af en toe spurten de gordelaars ons voorbij met een grijns op hun gezicht.
Maar ik verwees dan telkens met een verbittert gezicht naar de techische problemen aan mijne fiets.
Ja, ze hoefden niet te weten dat ik van de streek was, en het moeilijk had bepaalde heuvels te beklimmen.
Waarschijnlijk zaten ze regelmatig op hun blinkend ros, terwijl ik het stof moest meesleuren die zich vijf jaar had opgestapeld.
Boven ging het richting Elst en Michelbeke.
In volle vaart reden we naar Michelbeke centrum, waar we nog juist een glimp konden opvangen van het huis van de eerste burger van het land.
We hadden het gordelparcour verlaten, en er stond ons al een nieuwe uitdaging te wachten.
De berendries lag onder de zon te schitteren.
Waarschijnlijk door de massageolie van de verschillende wielertoeristen die er al waren naar boven gereden.
Mijne oudste zoon was halverwege al uit het zicht verdwenen, en ik besloot dan maar op mijne kleine snotter te wachten, en tevens wat te rusten.
Mijn tong plakte aan mijn gehemelte, en diene biefstuk in mijn broek was bijna gebakken.
Boven reden we richting Zottegem,maar sloegen al vlug af naar St-Martens -Lierde.
De kuiten begonnen te zwellen, en de aankomst zou zich best aan een café bevinden waar ik zonder stoppen tot aan den toog zou rijden.
Toen we de laatste kilometer inzetten,begonnen we naar elkaar te kijken.
Het was precies echt!
Mijn oudste zoon nam de kop, en ik zette mij uit de wind.
Af en toe keek ik achter mij, en zag mijne kleine snotter de koers van zijn leven rijden.
De kleine beentjes draaiden op volle toeren, en met zijn zweetdruppels kon men aan ganse drinkbus vullen.
Nog juist de watermolenstraat terug naar boven spurten, en over de ingebeelde aankomstmeet spurten, die bij toeval aan mijn deur lag, en tevens rechtover café molenhof.
Terwijl mijn oudste zoon de armen in de lucht stak, en verder uitbolde op zoek naar de ingebeelde pers, was ik al vollop in de remmen gegaan om een frisse pint te betsellen, omdat ik toch geen pap meer kon zeggen.
De fiets werd tegen de muur gezet, en met bibberende benen begaf ik mij onder vragende blikken van de klanten tot aan den toog.
Na een paar zwelgen, kon ik mijn verhaal doen.
De klanten kregen met mij te doen, en ze bestelden mij een paar pintjes om er terug bovenop te komen.
Awel, hoe meer ik mijn dorst zat te lessen, hoe meer mijn verhaal op de ronde van Vlaanderen begon te lijken.
Potverdekke ik begon er zelfs spijt van te krijgen dat Van Petegem mij niet had bezig gezien.
Maar bon, de tijd was gekomen om een douche te nemen en terug het innerlijke van de mens te versterken.
De biefstuk was al half gebakken, en dus had ik daar ook niet veel werk meer aan.
Maar het was vooral met de kinderen napraten, over hoe mooi de streek van Lierde en omgeving is.

Groetjes chauffeurke



Terug naar 'Lierde onder de pen'

Terug naar homepage Lierde Online