NEVELS en SEIZOENEN in TUIN en NATUUR

POEZIE - EIGEN WERK 4

 

Liefde en Genegenheid


 

MIJN ZOON

Ik draag je in mijn hart
mijn kind, al ben je
niet uit mij geboren;
vanaf ‘t eerste ogenblik
heb ik jou oprecht bemind.
Voor immer, zullen wij
elkaar toebehoren.


Wat is de liefde toch
een groot en wonder geschenk
dat mensen zó van elkaar
kunnen houden,
geen grenzen, geen barrières,
wel delen met mekaar
en elkaar toebehoren.

Jij kwam in ons gezin,
als jongste van de bende.
Al gauw had je dolle pret,
slechts één probleem,
je hield niet van je bed.

Je nestelde dan bedeesd
tussen vake en moeke in.
Het leek wel of het zo
al jaren was geweest.
Jij hoorde erbij,
zo voelden wij het aan,
voor ons, voor jou, had
niets mooiers kunnen bestaan!

Het was een heerlijke zomer,
toen je bij ons kwam.
Je speelde zo graag in de tuin,
met zussen en broer…en
al was je huidskleur bruin
de zon deed je zo mooi blozen.

Wat een liefde, wat een vreugde,
wij hebben voor elkaar “gekozen”


Vele jaren zijn voorbij gegaan,
weldra word je dertig,
en al koos je ook
je eigen weg te gaan
de band werd alsmaar sterker.

Ik denk zo graag terug
aan dat jongetje van twee,
met zijn oogjes als sterren
en de stralende glimlach,
die bracht hij uit
het verre India mee.


Ik wens je veel geluk, mijn zoon,
waar ik zoveel van hou;
Mijn hart is vervuld van
dankbaarheid,
om wie je bent, om wat je geeft;
“daarom” hou ik van jou!

Al woon je niet meer
in de buurt, ons huis,
eens jouw thuis,
staat altijd voor je open.

Af en toe ben je er weer,
nog dikwijls,
laat ons hopen…

mam. - 23.2.2006

 

 


 

 

 

Ik mis je


in gedachten ben ik zo vaak bij jou,
jij kan niet vermoeden
mijn kind, hoe dikwijls ik aan jou denk.

ik weet dat je gelukkig bent
en dat is voor een moeder wel het allerbelangrijkste.

maar toch mijn kind, hoe ouder ik word,
hoe meer ik je mis in de kleine dingen van elke dag,
gewoon vertellen
en naar elkaar luisteren, als vriendinnen onder elkaar.

jij hebt jouw drukke leven, ver weg, over zee en oceaan
en al weten we wel hoe en waar je leeft,
toch gaat er veel aan ons voorbij
want de afstand brengt ook vervreemding mee.

jij denkt dat je nog weet hoe wij leven,
maar wij worden ouder, soms ook ziek,
jij kunt er dan niet zijn.
soms zelfs, laten we het jullie niet weten
omdat je niet te ongerust zou zijn.

zo groeit er, ongewild, vervreemding,
want jij hebt je drukke leven en de vluchtige kontakten
kunnen niet verhinderen
dat we steeds minder van elkaars leven weten.

ik heb ermee leren leven,
want ik wil jouw geluk niet verstoren,
maar gemakkelijk is het niet.

als we nog wat ouder, misschien heel ziek zullen zijn,
als onze laatste dag aanbreekt,
zal jij waarschijnlijk niet aanwezig kunnen zijn.

zoals wij allemaal stonden rond het sterfbed
van mijn moeder, die dat zo had gehoopt.

ik heb leren leven met de gedachte
dat jij er misschien niet zult zijn.

maar weet mij kind, dat ik dit alles slechts aankan,
omdat ik zoveel van je hou
en jouw levenskeuze respekteer.

leef jouw leven, in en met je gezin,
vervul de opdrachten die je zijn toevertrouwd
en wees gelukkig met elkaar.

ik blijf elke dag aan je denken
je moeke
07.02.06

 



 

 

Een moederhart slaapt nooit,


Kinderen op eigen benen, aan
meerd’re kanten van zee of oceaan.
Ze dragen ieder hun verlangens,
hun vreugden en hun zorgen aan.

Een moederhart, wel in vakantie
zwalpt mee met baren op de zee.
genegenheid en soms ook vragen
draagt het onafgebroken met zich mee.

Een telefoontje ginder, een sms naar daar,
een email, vol met nieuws - jes
maakt al dat denken, soms ook piekeren
een ietsi - pietsi minder naar.

En kan een moederhart nooit slapen,
het draait op volle toeren voort;
dat zal dan eeuwig blijven duren,
zelfs over grenzen van de dood. moeke

ria - 16 juni 05

 



 

 

 

Aan het sterfbed van mijn moeder,


Ze was een lieve, attente vrouw,
een zorgzame moeder, bekommerd
en hartelijk voor elke mens op haar weg.
Iedereen hield echt van haar,
en zelf had ze een groot hart.

Maar haar hart was zwak en ziek,
reeds vele jaren,
en toch had ze aandacht voor elk een.
Hoeveel maal in het ziekenhuis,
dat laatste jaar?
Vijf, misschien wel zes keer.

De laatste maal, het was december,
de kerstwensen waren net geschreven,
alles lag klaar voor het grote feest.
En weer ging het mis, en
weer maakten we de korte trip
naar de kliniek. De laatste?

Haar hart, doodziek, maakte bokkensprongen.
Als ik 's nachts bij haar waakte,
zag ik de op de monitor Hoge Cijfers staan.
Dat zieke, oude hart dat maar niet rusten kon.
Ze was zo blij dat ik bij haar bleef.

Kleine handelingen, lippen bevochtigen,
luisteren naar wat ze zei.
Voorbidden, omdat ze zelf bijna
niet meer spreken kon.
Haar hand vasthouden en zeggen
hoeveel ik van haar hield.

Mijn lieve moeder, hoe dikwijls
had zij niet aan het ziekbed gezeten van haar kinderen,
dag en nacht, toen de oorlog ten einde liep.
Nu zit ik hier bij haar,
terwijl het leven haar stilletjes verlaat.

Ik vraag je vergiffenis,
liefste moeke,
voor alles waarmee ik je pijn deed
in het verleden, omdat ik
soms te weinig geduld had,
niet liefdevol
genoeg was tegenover jou.

Hier in dit ultieme uur,
wij beiden, verbonden in
oprechte liefde en
gedragen door hetzelfde
geloof en vertrouwen,
en door de zekerheid
dat dit niet het einde is.

Haar aardse reis, loopt
nu ten einde, terwijl
ik bij haar mag zijn.
Ik zal je erg missen, moeke
maar al het waardevolle
draag ik levendig
met me mee,
voor de rest van mijn leven.

Wacht jij later mij op?
ria 29.06.05

 

 


 



.

 

(Na een moeilijke periode van ziekte )

Versje geboren in het zand.

 

Eindelijk! Zedig zonnebaden
petje op en schoentjes aan
stormwind is bedaard,
de zon heeft weer
haar stralend plunje aan.

Zo zitten hier de oudjes
aan 't witte zeil, hel - blauwe lucht
een beetje kreupeler, weliswaar
…bekijken nu elkaar
en slaken blij een diepe zucht.

Want enkele maanden, pas geleden
was er die pijn, onzekerheid.
Er werd voor hen veel gebeden
in vriendschap ook hen bijgestaan.

Vandaag een beetje strammer
maar even goed geluimd
liggen zij hier te zonneb(r)aden
en kijken, wie het beste bruint.

Vergeten zorgen, weg nu pijn
ze denken weer aan morgen,
opnieuw tevreden zijn.

Een heldere lucht, zo blauw;
en wederzijds:
"Mijn lief, ik hou van jou !"

 

…en straks, dan gaan zij kopen
een zak vol nieuwe knopen (voor een visnet)
een zwembroek en een haan (le cocq-sur-mer)
en trekken bij elkaar
de mooiste "badmuts" aan.

...(ha - ha - ha) 11.05.05 – ria

 



 


 

Marieke,


Lang was je een droom,
verborgen,
maar wel gekoesterd,
in onze gedachten
in onze hoop.


Innig en verlangend
leefde jij,
in het hart van je moeke
lang reeds
voor je werd ontvangen.


De Vader heeft ook jouw naam,
Marieke,
vóór alle begin geschreven
in de palm van Zijn Hand.


Zo konden uw ouders
U dit mooie geschenk van
leven geven,
Yèdo, "langverwacht."


Tijden van wachten,
van onzekerheid
maar ook van genade,
tijden om te koesteren
en om te danken.


Lozoné, uw derde naam
als een verbond
tussen werelden,
tussen culturen en mensen,
mag ik je
een heerlijke en blije
toekomst wensen.


Je bent zo mooi,
ik weet het; dat is elk kind
vooral als het
ten diepste wordt bemind.

Toch zie ik een ietsje meer,
iedere keer
als ik jouw foto aanschouw.
Misschien is dit
omdat ik zoveel van je hou.

Oma

20.12.05

 

 


 

 

 

Winterpret


Winterpret, ik heb mijn
warme mutske opgezet,
om te spelen in de sneeuw,
mijn wantjes aan,
en opgelet,
ik heb een dolle pret.

We rolle-bollen
door de blanke sneeuw,
jij als eerst en ik daarna,
mijn klompen vallen uit,
had ik toch maar
mijn leren botjes aan.

Wat geeft het nu,
die natte voetjes,
als ik ze mag warmen
in je schoot.
Toe laat me nou,
want anders
...........vries ik dood.

Ik neem opeens een
wijs besluit,
"kom mee naar binnen,
gezellig ons verwarmen,
toe, neem me veilig
in jouw armen?"
"Zalig"
en nu is
dit mooie liedje uit.

ria - 29.12.05

 

hit counter html code

TOP

 

pagina 18