NEVELS en SEIZOENEN

Poezie - gekregen gedichten 6

 

 

gedichten van:

 

 

Voor jou mijn kind wil ik wat schrijven
Omdat ik weet dat deze woorden blijven
Je zal nog heel veel moeten leren
En vaak gaat dat met bezeren
En in die tijd van pijn
Hoop ik er dan te zijn

Gevane 10.09.05


 

 

 

 

Gedichten geschreven op mijn blog
door vrienden
van seniorennet - forum poëzie -
van harte dank lieve vrienden

ria

 

Iedereen heeft wel eens dagen
Dat het even niet meer gaat
Dat een plotseling gebeuren
De dagen verkleuren laat
Geen oog meer voor de mooie dingen
't lijkt kouder, soms wel kil
in zo'n nare periode
staat de tijd een beetje stil
en dan ineens, zo lang verwacht
straalt de nieuwe morgen
daar is de tijd, dat je weer lacht
oprecht en zonder zorgen

Lizzy – 24 october 05

 

*

 

Als ik gisteren, terug kon toveren,
deed ik het vandaag nog niet.
Want dan komt geen morgen,
met zijn zeemzoet verdriet.

Als ik mijn klok moet verzetten,
draai ik steeds rechtsom,
want naar links kan ze blokkeren,
of ze blijft hangen,
als een niet ontplofte bom.

Voor morgen staat nog alles open,
misschien iets slechts, misschien iets goed,
maar we zullen het nooit weten,
als we niet doorgaan, omdat het moet.

Jure – 31.10.05

 

*

Het zachte kabbelen van de beek,
Dan water, dat van een hoogte valt.
En onder, zijn weg hervat,
Naar een bestemming, zonder halt.

Het water weet dat het zich ooit,
zal vermengen met een grote zee.
Al de kleine obstakels,
duldend, die neemt zij zelfs soms mee..

Niet druk makend over straks,
wat het onderweg zal vinden.
Het vloeit statig voort,
Zonder zich aan iets te binden.

Jure – 2.12.05

 

*

 

Geef je liefde

Liefde, beminnen, vanuit je tenen
Dat zouden we vaker moeten doen
Daarna even lekker wenen
Met een fijne, natte zoen
Liefde is waar het om draait
In dit dolle leven
Waar ieder zijn deel gretig graait
En vergeet te geven
...
Geef je liefde, geef gerust
Laat je hart maar gaan
Zoveel pijn wordt dan gesust
Schrijft ze, .... met een traan

mamsiemomo – visje 17.12.05

 

*

 

Bevlogen

Ik weet niet zeker of het zwanen waren,
een najaarsnacht dat hun vleugelslag
in duizendvoud over het huis heen lag,
om pas tegen het daglicht te bedaren.

Die hele dag liep ik als uitverkoren,
of ik door engelen was aangeraakt.
Maar hoeveel lege nachten zijn doorwaakt
waarin sindsdien geen wiekslag viel te horen?

Nu moet ik mij weer met de zon verzoenen
en, nooit meer zo bevlogen, wennen aan
het wassen en het slinken van de maan,
het komen en het gaan van de seizoenen.

Jean-Piere RAWIE

 

*

 

De Hovenier

Nog zit de vorst tien centimeter
diep in de grond, toch naast zijn schoenen
al sprieten groen van sneeuwklok, krokus.

Hij snoeit wat hoger dan hijzelf, de vlinder-
struik tot op de schijnbaar dode stam.

Van zeven zwanen ziet hij hun roep
de vorkvlucht boven naar het noorden.

Nog hoger denkt hij zich planeten en
nog kouder, verder, sterren, overdag
onzichtbaar, en de grenzen van 't heelal.

Van daar ziet hij zich staan: een kruin,
verwaaide haren, een snoeischaar in
de hand, en naast de schoenen

de toefjes prille spriet net niet vertrapt.

C.O. Jellema

 

*

 

Brr, wat voelt de koude kouwelijk aan,
wat maakt de leegheid stilte,
als een van ons moet gaan,
rest enkel nog de kilte.

Maar als men rondkijkt naar de natuur,
ziet men, dat kleintjes vlieden.
Dat zij ééns weggaan, op den duur,
zichzelf iemand anders bieden.

Toch, diep, heel diep geweven,
zitten zij nog vast, in moeders hart.
Dat hebben zij meegekregen,
voor hun nieuwe onbekende start.

Uit huis. Jure – 8.02.06

 

*

 

Nevelverscheurend
kraait een haan
vanuit onzichtbare tuin
achter vage huizen,
het rozerood van de dageraad
al in top.

In een andere tuin
voerde ik grootmoeders kippen
nadat een andere haan
mij had gewekt
op de donkere vliering
die geurde naar appels

Ik hoor dit nu,
ik zie dat nog.
Het blijft bij me en
ik kan het niet vasthouden
al zou ik zelf
een kippenhok gaan bouwen.

vrij naar J.Eijkelboom

 

*

 

Ik heb gedroomd, o moederke
dat gij op sterven lag
en voor het al te sluiten,
mij lang in d' ogen zag.

Gij sprak van eerlijk blijven
van recht door 't leven gaan;
hebt toen nog eens geglimlacht,
en alles was gedaan.

'k Wou om vergeving smeken,
waarvoor, ik wist het niet,
en bij u neder knielen :
mijn knieën bogen niet.

Toen wist ik dat 'k u nimmer
nog iets vergelden kon.
Uw stem deed mij ontwaken
in 't klare licht der zon.

Daar blonken grote tranen
van heil en droefenis
En 'k voelde diep in 't harte
wat ene moeder is.

Willem Elsschot

J.J – 7 juli 05

 

*

 

TOT AFSCHEID
van Nicolaas Bees

De moerbeitoppen ruisten;
God ging voorbij.
Neen, niet voorbij. Hij toefde.
Hij wist wat ik behoefde,
en sprak tot mij.

Sprak tot mij in de stilte,
de stille nacht;
Gedachten die mij kwelden,
vervolgden en ontstelden
verdreef Hij zacht.

Hij liet zijn vrede dalen
op ziel en zin:
'k Voelde in zijn vaderarmen
mij koest'ren en beschermen
en sluimerde in.

De morgen, die mij wekte
Begroette ik blij.
Ik had zo zacht geslapen,
En Gij, mijn Schild en Wapen
Waart nog nabij.

Groetjes van een trouwe lezer
nijntje – 10.07.2005

 

 

 

 

Deze pagina is nog niet volledig,
er wordt verder aan gewerkt.


hit counter html code

 

 

pagina 15e