cover van Babel
cover van Vijftien Wilde Zomers cover van Bevroren Kamers cover van Rode Sneeuw cover van Midzomernachtzee cover van Het Nachtland cover van Vederland

...Daarmee wordt het boek ook veel meer dan een spannend verhaal over de nasleep van een stuk geschiedenis: door zijn ervaringen die allemaal veel meer met zijn voorgeschiedenis te maken hebben dan hij ooit vermoeden kon, is Arnoud in korte tijd rijper geworden... En daarmee stapt hij voorgoed weg uit zijn kinderjaren. Dit boek biedt ook de jonge lezers de kans daartoe. Het vergt oplettend lezen en prikkelt vaak tot hypothesen.

De auteur laat zien hoe mensen in elkaar zitten en hoe een gewone jongen daarop reageert. Men kan zich afvragen of de complexe verhalen van oude mensen in dit boek aangepast zijn aan de leeftijd van de luisterende en lezende Arnoud. Geïnteresseerde lezers zullend aar, net zo min als hij, moeilijkheden mee hebben: de verhalen klinken authentiek, ze gaan over gevoelens die ook kinderen kennen (liefde, ontgoocheling, haat, schuldbesef, hoop) en de vertellers behandelen de toehoorder/lezer niet betuttelend.

De Leeswelp: De Welp van de Leeuw/Herman De Graef

 

Vederland werd in het Duits vertaald en werd daar goed ontvangen. Het was in 2006 een van de zeven beste boeken van de maand februari volgens Focus en DeutschlandRadio. Er verscheen een lovende recensie in een grote krant: "...Das Schweigen der Eulen ist als Jugendbuch erschienen. Es ist ein großartiges Jugendbuch. Weil wir im peinlich zwischen Kinder- und Erwachsenenliteratur trennenden Deutschland leben, besteht freilich die Gefahr, dass übersehen wird, was es sonst noch ist: ein großartiges Buch. "

[Das Schweigen der Eulen (de Duitse titel van Vederland) verscheen als jeugdboek. Het is een groots jeugdboek. Omdat we hier in een land wonen waar kinder- en volwassenenliteratuur pijnlijk gescheiden wordt gehouden, bestaat het gevaar dat men over het hoofd ziet wat het ook nog is: een groots boek.]

Susanne Gaschke, DIE ZEIT 16.03.2006 Nr.12

Na dit artikel volgde een reeks positieve recensies, een nieuwe druk in pocket, en werd het zelfs als hoorboek op CD gezet. In 2007 kwam het boek ook in het Noors uit, bij uitgeverij Leo. Uglesommer heet het daar.

Vederland

Vederland

Voor Arnoud begint een van de vreemdste vakanties uit zijn leven, wanneer hij naar Deemstervelde trekt voor de begrafenis van zijn grootmoeder. Zijn vader besluit om er de zomer door te brengen. Maar een saai dorp vol oudjes is niet bepaald Arnouds idee van een ideale vakantiebestemming!

Gelukkig heeft hij al snel zijn handen vol met de pittige Rebecca en uilenman Titus. Hun nachtelijke tochten zijn een goed afleidingsmanoeuvre voor alle vragen in Arnouds hoofd. Of niet? Want wat is de mysterieuze erfenis die zijn grootmoeder hem nalaat? Waarom zwijgt het dorp in alle talen over de oorlog? En wie woont in het vervallen landhuis? Als Arnoud in het verleden graaft, ontdekt hij niet alleen de puzzelstukken van een onverwacht verhaal, maar ook een beetje van zichzelf. Niet makkelijk met een hoofd vol dromen en een buik vol kriebels.

Bekroond met een Boekenwelp. Vertaald in het Duits en in het Noors. Verscheen ook als audioboek in het Duits.

We naderden Deemstervelde. Je zag het al van ver liggen: een paar huizen rond een kerk. Met de auto was je er zo voorbij. Maar mijn vader parkeerde op het dorpsplein en even later stond ik naast hem in het kerkportaal en schudde handen met onbekenden. En wat voor handen. Knoestige handen, verrimpelde handen, stompe handen met ontbrekende vinger, halve klauwen. Elk moment kon iemand me een ijzeren haak in de hand duwen.Het hele dorp leek boven de zeventig.

Mijn grootmoeder was oud, dus het was niet zo vreemd dat haar kennissen ook tegen de tachtig liepen. Maar dat had ik op dat moment nog niet begrepen, en terwijl ik het veertigste skelet braaf toelachte, kreeg ik het sterke vermoeden dat Deemstervelde een openluchttehuis was. En ze staarden me allemaal aan.

Was het mijn verbeelding? Het was toch al een onwerkelijke dag, in mijn ongemakkelijke zwarte pak, beleefd knikkend naar die stoet van vervallen gezichten, die hun lege mond of hun vals gebit bloot lachten. Ze begroetten mijn vader, mompelden hun deelneming, strompelden naar mij en vielen toen stil. En ze staarden. Pas dan gaven ze me een hand. Hadden ze hier in jaren geen kind meer gezien? Was dit een dorp van oude mensen, geriatrische vampieren die leefden van kinderbloed, en was ik, hun domme prooi, zomaar handenschuddend in hun midden opgedoken, onwetend wat mij boven het hoofd hing? Stond mijn rits open?

 

web design:
Gaby De Meulemeester