Het Nachtland
Na een hoogoplopende ruzie met zijn moeder loopt Niel weg van huis. Hij gaat op zoek naar zijn vader, die jaren geleden verdween. Een spoor van bloed brengt hem naar Catatonië, een land dat de speelbal is van een bloedmooie koningin en opstandige landgraven. Hoe zal hij ooit zijn vader vinden in dit land van drijvende steden en bevroren paleizen? Intriges, listen en onverwachte vijanden maken van zijn zoektocht een gevaarlijke onderneming. Zeker wanneer de genadeloze Wolf de jacht op Niel opent en hem tot op de rand van de duisternis drijft.
Thuis hebben de achterblijvers hun eigen vragen. Zijn moeder en zus Emma proberen te achterhalen hoe het zover kon komen. Kunnen ze Niel tijdig terughalen naar hun werkelijkheid? Voor wie zich durft te wagen in de schemerzone tussen slapen en waken.
Bekroond met de Gouden Uil Prijs van de Jonge Lezer.
"Weet je wat dit is?"
Niel nam het flesje in zijn handen en draaide het om. Er zat een soort insect in.
"Dat is de zalmwurm. Zie je die scherpe kaken? Daarmee bijt hij zich een gat door je trommelvlies."
Niel gaf snel het flesje terug.
"Voorzichtig, dappere jongeling, je wilt niet dat het glas breekt. Want voor je het weet, is de wurm langs je been tot in je nek geklommen en langs je oor je hoofd binnengedrongen. Eenmaal in je hoofd krijg je hem er nooit meer uit. Hij maakt een nestje onder je schedel en blijft daar maandenlang wonen. Hij eet af en toe een hapje uit je hersenen, maar daar merk je in het begin niet eens iets van, toch niet als je een beetje brein hebt om mee te starten. Maar algauw komen zijn uitwerpselen in je bloed terecht en dat is erger. Je wordt loom en moe en verliest alle fut. Mensen die een zalmwurm te pakken hebben, laten alles vallen. Je herkent ze meteen. Ze staren met grote ogen in het ijle. Ze dromen. En ze hebben meestal hun mond open."
En ze tilde Niels kin op tot zijn tanden op elkaar klakten.
"De wurm heeft je toch nog niet te pakken?"
Niel keek haar verschrikt aan.
"We zullen het snel weten. Want die mensen blijven daar niet voor altijd zitten. Op een bepaald moment worden ze onrustig en staan op. Als je vraagt waar ze heen trekken, zullen ze je niet antwoorden, maar doorstappen, altijd maar door, tegen bomen botsend, struikelend in beken en geulen. Ze trekken naar de zee. Op de eerste lentedag komen ze aan op het strand en wandelen het water in, met kleren en al. Je kan ze niet stoppen. Van zodra ze de grond onder hun voeten verliezen, gooien ze zich in de golven. De zalmwurm geeft hen de kracht om verder te zwemmen. En zo verdwijnen ze, over de horizon."
"Waar gaan ze heen?"
"Sommigen zeggen dat ze naar het paradijs trekken. Dat is niet verwonderlijk. In dit land zullen er altijd mensen zijn die met het paradijs komen leuren. Maar de meeste zijn het er over eens dat ze naar een plek trekken waar de zalmwurm broedt. Hun lijken worden daar het voedsel voor de kleine wurmpjes die samen met de palingen terug naar het land trekken en daar een nieuwe gastheer zoeken."
Ze schudde met het flesje.
"Dit is natuurlijk een dood exemplaar. Denk ik."
"Waar hebben ze die gevonden?"
"Een goede vraag."
Ze stopte het flesje in de zak van haar jack.
"Begrijp je het nu?"
"Ik begrijp dat ik snel moet beginnen lopen als ik zo'n beest zie."
" Dat ook. Maar ik probeer je hier een mooie levensles bij te brengen. Ik verpak het wat mooier, natuurlijk, met moordende insecten en rottende lijken, ik weet wat mijn publiek wil, maar ondertussen moet je toch beseffen dat je met dromen nergens komt. De meeste verhalen zijn leugens. Er zijn maar weinig mensen die lang en gelukkig leven, dat besef je toch?"
"Misschien zwemmen die mensen wel echt naar het paradijs."
"Heeft de wurm je nu al te pakken? Denk toch eens na, Niel. Een dier dat je hersens opeet, is dat goed nieuws?"
Ze haalde het flesje weer te voorschijn en wilde het ontkurken. Niel deinsde terug.
"Wil je dan niet naar het paradijs?"
Hij schudde zijn hoofd.
"Dan is er toch nog wat verstand overgebleven. Wacht niet, Niel. Er wachten er al genoeg. In het kasteel wachten ze allemaal op de terugkeer van de Koning. En op andere plekken in het land wachten ze op het ontwaken van de prins. Of de dood van de Wolf. Of het gouden haar van een vuurpaard. Of op de redder van over het Meer."
Over het Meer?
"Ik zal je nog één verhaal vertellen en dan hou ik mijn mond."