cover van Babel
cover van Vijftien Wilde Zomers cover van Bevroren Kamers cover van Rode Sneeuw cover van Midzomernachtzee cover van Het Nachtland cover van Vederland

'Trouw' van 6 februari 2016 (Bas Maliepaard):
(...) een zeldzaam actuele, ambitieuze jongerenroman over wat de mensheid verdeelt: geld en geloof.
(...) de moeite waard, dankzij de blijvend intrigerende, duistere sfeer, de beklijvende personages en de echo's van de actualiteit, die niet vaak zo sterk in de jeugdliteratuur doorklinken.

Pluizer (Elke Verhulst):
"Dit is een schitterend boek over vriendschap, liefde, vertrouwen... De lezer wordt ondergedompeld in een futuristische wereld, waar toch veel realistische aspecten in verwerkt werden. Niet eenvoudig om te lezen, maar een plezier voor de geoefende lezer. Het is een boek dat je niet wil wegleggen, maar wel wil blijven lezen en beleven."

Zizo-magazine (Dennis De Roover):
Het boek wordt gedragen door dialogen die verfijnd, maar terzelfdertijd glashelder geschreven zijn. Geen sinecure, als je weet dat realistische dialogen schrijven de moeilijkste opgave voor de meeste romanschrijvers is.... 'Babel' is een duivels boek. Eén dat je niet gemakkelijk opzij legt.

Babel

Babel

Alice Babel is het rijkste meisje van de wereld. Vanuit haar kamers in het hoogste gebouw van de stad kijkt ze neer op een wereld van werkmieren, bedelaars en terroristen. Alice zou met elk van hen willen ruilen. Na een aanslag, die haar ouders het leven kostte, is ze verlamd. Ze wordt overbeschermd door haar grootvader en voelt zich als een prinses in een toren. Tot plots Naomi haar leven binnenwandelt ...

Het was onmogelijk dat een onbekende tot haar kamer doordrong. Ze werd beter bewaakt dan het goud van de Nationale Bank. Maar onmogelijk of niet, daar stond toch een meisje, in een witte beha dan nog en ze staarde naar buiten, waar de stad in alle heerlijkheid aan haar voeten lag.
                  Het meisje had haar duidelijk nog niet opgemerkt, te gefascineerd door het uitzicht. Alice greep naar het controlepaneel, klaar om de bewakingsdienst te alarmeren.
                  ‘Wat vind je van het uitzicht?’ vroeg ze.
Het meisje schrok en draaide zich om.
                  ‘Kom je me vermoorden?’
                  Het meisje schudde het hoofd.
                  ‘Fijn. Dan hebben we dat ook weer gehad.’
                  Het meisje leek iets ouder dan zijzelf. Haar lange zwarte vlecht lag als een slang in haar nek.
                  ‘Wat zoek je hier?’
                  Het klonk onvriendelijker dan ze het had bedoeld. Ze wist wat het meisje kwam doen. De spons in haar handen verraadde veel. De griepepidemie verklaarde de rest. Dit meisje was een vervanging van de poetshulp. Dat had ze wel eerder kunnen beseffen, maar ze was verrast geweest en had niet nagedacht. Ze had geen idee waarom het meisje hier in haar beha rondliep, maar misschien kon Hans haar dat vertellen. Hij had zo zijn eigen manieren om het vrouwelijk personeel te controleren. Waarschijnlijk was ze, het poetsen beu, op verkenning getrokken. Welk meisje kon er nu weerstaan aan een gesloten deur? Maar slim was het niet. Prynne was niet mals voor personeel dat initiatief vertoonde.
                  ‘Wilde je even door het raam kijken?’
                  ‘Het spijt me,’ zei het meisje. ‘Ik ben nieuw hier. Wilt u aan niemand zeggen dat ik hier was, mevrouw?’
                  Mevrouw! Dat was het toppunt.
                  ‘Hoe heet je?’
                  ‘Naomi.’
                  Geen mevrouw, deze keer.
                  ‘Leg die spons op de grond en help me rechtop te zitten.’
                  Het meisje trok haar aan haar armen naar voren en schoof een kussen achter haar rug. Ze rook naar lavendel.
                  ‘Wat vind je van het uitzicht?’ vroeg ze.
                  Net op dat moment gleden dikke wolken voor de zon. Een gouden balk speelde over de stad, een laser van God op zoek naar de laatste rechtschapene.
                  ‘Ik weet het niet,’ zei het meisje.
                  ‘Je weet het niet?’ vroeg Alice. ‘Dan ben je de eerste. Er is hier nog nooit iemand geweest die niet meteen over het uitzicht begon. Ze vinden het onbetaalbaar. Idioten. Natuurlijk is het te betalen. Waar zou grootvader zijn geld anders vandaan halen?’
                  Ze praatte te veel. Ze hoorde het zelf. Het meisje staarde haar aan.
                  ‘Wat denk jij?’
                  ‘Het is hoog,’ zei het meisje.
                  ‘Je meent het. Je zit op de top van de wereld en al wat je weet te zeggen is dat het hoog is? Niemand op de hele wereld zit hoger dan wij. Behalve dan de passagiers in vliegtuigen natuurlijk.’
                  ‘En God,’ zei het meisje.
                  Daar lag ze dan en ze kreeg ongevraagd God in het gezicht geslingerd. Ze wist niet waarom, maar deze Naomi irriteerde haar. Ze deed niet veel moeite om zich te verontschuldigen dat ze hier ongevraagd stond, ze schaamde zich niet voor het feit dat ze in haar ondergoed rondliep, ze was niet onder de indruk van het uitzicht of van de situatie en nog het minst van het arme verlamde meisje in het bed. Besefte ze dan niet dat Alice maar zo kon laten ontslaan? Ze hoefde maar met haar vingers te knippen. Het werd tijd dat iemand haar op haar plaats zette.
                  ‘Wil je iets voor me doen, Naomi? Ik heb zo’n jeuk aan mijn voet. Wil je die krabben?’
                  ‘Wat?’
                  Ze wees de plek onder de lakens waar haar voeten zich moesten bevinden.
                  ‘Ik heb jeuk aan mijn voet.’
                  Het meisje keek haar aan. Als blikken konden doden.
                  ‘Vooruit. Til het laken op.’
                  ‘Welke voet is het?’
                  ‘Krab ze maar allebei.’
                  Naomi tilde haar linkervoet op.
                  ‘Is dit goed?’
                  ‘Harder,’ zei Alice.
                  ‘Is dit beter?’
                  ‘Harder!’ riep Alice
                  Ze keek naar die koppige mond, naar die reeënogen die vlamden van woede. O dit meisje haatte haar, dat was duidelijk. Hoe snel waren ze van twee meisjes in een te grote kamer naar bazin en bediende vergleden. Ze heeft gelijk dat ze me haat, dacht Alice, en ik heb gelijk dat ik haar doe knielen. Zij heeft haar god, maar ik heb het geld.
                  Toen liet het meisje haar voet vallen.
                  ‘Wat is er?’ vroeg ze.
                  Naomi had bloed aan haar handen. Ze had zo hard gekrabd dat ze door de huid van de voetzool zat. Dat was niet abnormaal, de huid was daar zo dun als papier. Maar dat wist het meisje niet.
                  Ze drukte het laken tegen Alice’ zool en bloed kleurde het meteen rood.
                  ‘Het stopt niet!’
                  Ze kon Naomi opbiechten dat ze er toch niets van voelde, dat haar onderbenen in brand konden staan zonder dat ze er iets van zou merken. Ze kon Naomi geruststellen. Maar ze deed het niet. Ze wist zelf niet wat haar bezielde.
                  ‘Lik het op,’ zei ze.
                  ‘Wat?’
‘Het bloed. Lik het op,’ zei ze.

coda

In oktober 2015 verscheen het nieuwe jeugdboek Babel bij uitgeverij De Eenhoorn.

"Op de kop af vijf jaar tussen het neerschrijven van de eerste ideeën en het afgewerkt product. Oké, ik zat toen middenin het vorige boek en zit nu middenin het volgende (hoop ik) maar dan nog is vijf jaar bijna obsceen lang. In al die tijd is het boek er, helaas, alleen maar actueler op geworden. En als ik zie hoe De Eenhoorn het heeft vormgegeven, dan ben ik een tevreden man."

 

web design:
Gaby De Meulemeester