Korte verhalen
Theater
Bloedzusters
In 2006 schreef ik voor Drieons Bloedzusters over vijf zussen die de prooi worden van dezelfde man.
Scènes uit de voorstelling en interview met de maker :: fragment uit de voorstelling.
Loodzwaar. Leugenaar. Liechtenstein. Lycantroop.
Elke dag smokkel ik een deel van de encyclopedie onder mijn rokken naar boven. Ik wil weten wat er buiten mijn kamer ligt.
Lepidopterie. Lachgas. Liefde. Liefde is een golf, zegt mijn zusje Eva. Ze rolt over je heen. Ze dompelt je onder en je weet niet of je wordt verplettert op de rotsen, of aanspoelt op een paradijs. Je moet je overgeven. Want liefde kent maar één zonde en dat is tegenspartelen. Dat is proberen het hoofd boven water te houden. Mama heeft zich nooit laten gaan. Ze heeft niet eens natte voeten gekregen maar braaf haar kinderen geworpen. Zo, zegt Eva, wil ik niet leven. Leven. Luchtspiegeling. Landerigheid. Lijden. Loops.
Eva
Het is zover. Dit is mijn trouwdag. De mooiste dag van mijn leven. Vanaf nu zal alles anders zijn. Ik ben niet bang. Hij is geen vreemde meer. Die middag in de tuin, het was of twee zielen samensmolten. Mademoiselle, zei hij. Hij bewonderde mijn narcissen, drukte me tegen een boom. In mijn ogen las hij wie ik werkelijk was. Niet meer de dochter, niet meer de zus. Hij zag dingen die ik zelf niet wist. En toen we kusten, drong een zwaard van vlammend vuur door mijn lijf. Nee, ik ben niet bang van deze vreemde man. De vogels fluiten. Het is een mooie dag om te trouwen.
Dora
Ik haat mijn zus. Zij heeft geen recht op deze man. Hij is van mij. Mijn lijf en zijn lijf zijn uit één klomp gekneed. Wij horen bij elkaar. Dat is de wet van de sterkste, de mooiste, de heetste. Wij zijn gedoemd om samen te komen, twee beesten met één rug. Toen ik hem voor het eerst zag, voelde ik een scherpe pijn in de toppen van mijn tepels. Onze huwelijksnacht zou nooit eindigen. Ik zou de gordijnen dichttrekken en voor altijd leven in de duisternis. Het bruidsbed nooit verlaten. Wie hoeft er sterren als de zon in bed ligt? Zijn lichaam is een paleis. Ik zal door zijn zalen lopen, in zijn tuinen rusten. Ik zal over de heuvels van zijn lichaam klimmen, drinken van zijn mond en eten... eten hoef ik niet meer. Ik heb mijn buik vol. Mijn vingers zullen door het water van zijn haren glijden, en ik zal verdrinken in zijn wereld, ondergaan en nooit meer bovenkomen.
Ik lach Eva vriendelijk toe als ze me uitnodigt. Ze heeft getuigen nodig. Weet anders niet of haar geluk wel werkelijkheid is. Natuurlijk zusje, wil ik bij jou komen logeren. Als je dat echt wil. Als je man dat echt wil. Hij lacht. Het is een wolf die naar me lacht, even, voor hij me bespringt en mijn hart aan stukken scheurt.
De voorstelling op het witte doek verhaalt over vijf zussen die vanwege hun passie (want de woorden "passie" en "liefde" dienen hier niet met elkaar verward te worden) voor de markies noodlottig aan hun einde komen. De vrouwen spreken niet. Ze dansen op semi-klassieke muziek door de gebeurtenissen van het verhaal en we horen slechts hun gedachten. Hun persoonlijkheden liggen erg ver uit elkaar. De een is cynisch, de ander jaloers, en weer een ander zo romantisch dat ze enkel valt op "mannen die sonnetten voordragen."De enige twee overeenkomsten zijn hun bloedband en de aantrekkingskracht die zij voelen tot de markies. En dat laatste is wat hen allen noodlottig wordt.
De markies heeft namelijk de gewoonte om zijn vrouwen, zodra ze te nieuwsgierig worden naar de afgesloten kamer boven in het kasteel, in diezelfde kamer om het leven te brengen. De zussen hebben allemaal een vermoeden, maar kiezen er bewust voor de tekens te negeren. Enkel het lot van Clara blijft onduidelijk. Zij is de laatste van de vijf en haar passie voor het leven lijkt sterker te zijn dan haar aantrekking tot de markies.
Het leven van de regisseur zit heel anders in elkaar. Opvallend is vooral zijn gebrek aan passie. Hij vertelt over gesprekken met Louise, de actrice die Clara speelt in de film. Ze speculeren over de zussen en wat door hun hoofden speelt, maar ze praten ook over hun eigen levens. Of eigenlijk spreekt Louise over haar leven; de regisseur luistert en observeert alleen. Zijn eigen leven is zo zonder inhoud dat hij vooral lijkt te leven door de mensen die hij filmt en bekijkt. Deze voyeuristische levensstijl wordt onderstreept door de manier waarop hij steeds naar het scherm kijkt en de dansbewegingen die hij simultaan met, of soms juist met enige vertraging, van de zussen in de film kopieert. Zo ontstaat een interessant samenspel tussen film en realiteit. Het lijkt alsof de regisseur de leegte in zijn leven probeert te vullen door via andere mensen te leven.
Theatercentraal/ Linda Mous
Krok au Dille
Voor Drie Ons schreef ik in 2003 een tekst voor het dansstuk Krok au Dille, over een vrouw die het leven steeds minder draaglijk vindt, zeker nadat een krokodil het belangrijkste deel van haar laatste vriend heeft afgebeten.
In Krok au Dille gaat een vrouw op zoek naar een ontsnapt reptiel, naar een man en naar zichzelf. Haar relaas wordt telkens verstoord door vijf meisjes. Plagend, uitdagend, soms aarzelend sensueel, en steeds aanstekelijk. Ook de vrouw laat zich dan door hen meeslepen. Tot ze zich losmaakt uit de dans om met haar verhaal verder te gaan. Geleidelijk gaan de meisjes haar helpen. Of toch niet?
Krok au Dille is een warme voorstelling, over frisse moed en gemiste kansen, over verse en valse hoop. Soms flitsend en wild, soms poëtisch en triest.
De thematiek in Krok au Dille wordt versterkt door de voelbare verschillen in leeftijd en ervaring van de speelsters. De door de wol geverfde Carine Peeters staat naast vijf jonge danseressen van de Fontys Dansacademie. Het maakt de voorstelling aantrekkelijk voor jong én oud. Bovendien staat in Krok au Dille verhalende tekst naast niet-verhalende dans en ook dat draagt bij aan de herkenbaarheid. De vormgeving is gelijktijdig met regie en choreografie tot stand gekomen en daardoor sterk verbonden met tekst en dans. Maar aan de andere kant leidt het toneelbeeld soms een eigen leven en vormt het een derde, verhalende laag.
Ives Thuwis schildert het contrast tussen de zoekende vrouw en de vijf wildebrassen met poëzie, sensualiteit, humor, tederheid en vaart. Breekbaar en ontroerend.
Brabants Dagblad
Toen ik zag hoe weinig mensen er waren in de Melkweg schaamde ik me. Hoe was dit mogelijk? Er zat veel energie in de beweging, en het was een plezier om naar te kijken.
Moose
Assoziatonsreich und witzig. Voller Situationskomik. Leichtfüssig interpretiert. Zwischen Schwanensee un französischem Chanson. Gelungene Wechsel zwischen Tempo und Poesie.
Nord-Rheinische Zeitung