De hoeken van een regelmatige vijfhoek meten 108° zodat de tophoeken van de congruente gelijkbenige driehoek en AEP en BCP een grootte hebben van 108° − 60° = 48°.
De basishoeken van deze twee driehoeken bedragen dus (180° − 48°) = 90° − 24° = 66°.
De gevraagde hoek heeft dus een grootte van 360° − 60° − 66° − 66° = 300° − 132° = 168°